gepubliceerd op 21 oktober 1999
Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990
5 AUGUSTUS 1992. - Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 (1)
BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : Enig artikel. Het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, ondertekend te Brussel op 16 februari 1990, zal volkomen uitwerking hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Motril, 5 augustus 1992.
BOUDEWIJN Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, W. CLAES De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT De Minister van Buitenlands Handel, R. URBAIN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. WATHELET _______ Nota (1) Zitting Kamer van volksvertegenwoordigers : Documenten.- 90-91. Wetsontwerp, nr. 1642-1.
Parlementaire Handelingen. - 91-92. Bespreking, zitting van 7 mei 1992. - 91-92.Stemming, zitting van 7 mei 1992.
Senaat : Documenten. - 91-92. Ontwerp overgezonden door de Kamer, nr. 336-1. - 91-92. Verslag, nr. 336-2.
Parlementaire Handelingen. - 91-92. Bespreking, zitting van 16 juni 1992. - 91-92.Stemming, zitting van 18 juni 1992.
Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie De Regering van het Koninkrijk België, De Regering van het Groothertogdom Luxemburg, De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, Overwegende dat artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie in de context van de Akkoorden van Bretton Woods van juli 1944 is opgesteld, Overwegende dat op 13 maart 1979 een in de lidstaten van de EEG geldend monetair stelsel in werking is getreden en sindsdien de muntpariteiten in onderlinge overeenstemming tussen de lidstaten worden herschikt, Overwegende dat derhalve thans niet meer kan worden gesproken van eenzijdige wijziging van de muntpariteit door één van de Hoge Verdragsluitende Partijen, zoals bedoeld in artikel 81, Gelet op het door de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad op 24 november 1989 uitgebrachte advies, Zijn het volgende overeengekomen : Artikel 1.
Artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie, ondertekend te 's-Gravenhage op 3 februari 1958 wordt door onderstaande bepaling vervangen :
Artikel 81.1. Indien de gelijkwaardigheid van de specifieke tarieven welke voor de geünificeerde rechten en heffingen van welke aard ook wordt verbroken als gevolg van een herschikking van de muntpariteiten in het Europese monetaire stelsel, verbindt(en) zich de Hoge Verdragsluitende Partij(en) wier munteenheid in waarde is gedaald ten opzichte van die van de overige Verdragsluitende Partij(en), de in haar/hun munteenheid/heden uitgedrukte bedragen dier tarieven in die mate te verhogen dat de gelijkwaardigheid voorlopig wordt hersteld, tenzij tevoren anders is overeengekomen.
De Hoge Verdragsluitende Partij(en) zal/zullen de nodige maatregelen treffen opdat deze verhoging binnen een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de dag waarop tot herschikking van de muntpariteiten wordt besloten, in werking treedt. 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1, verbinden de Hoge Vedragsluitende Partijen er zich toe, met betrekking tot de accijnzen van gegiste vruchtendranken, de gelijkwaardigheid van de tarieven voorlopig te herstellen door, ten aanzien van het totale bedrag van de accijns en de complementaire accijns alsmede ten aanzien van de aanvullende accijns, een wederzijdse toenadering te doen, elk voor de helft van het door de pariteitswijziging onstane verschil, waarbij het tarief van de accijns op 600 F/hl gehandhaafd blijft. De Hoge Verdragsluitende Partijen zullen de nodige maatregelen treffen opdat deze aanpassingen binnen een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de dag waarop tot herschikking van de muntpariteiten wordt besloten, in werking treden. 3. De Hoge Verdragsluitende Partijen zullen overleg plegen onmiddellijk vanaf de dag waarop in het Europese monetaire stelsel tot herschikking van de muntpariteiten werd besloten, teneinde in ieder van hun nationale munteenheden definitieve gemeenschappelijke bedragen van de in de leden 1 en 2 van het onderhavige artikel bedoelde rechten, belastingen en heffingen vast te stellen. Art. 2. 1. Dit Protocol dient te worden bekrachtigd.De akten van bekrachtiging zullen worden neergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Benelux Economische Unie, die de Overeenkomstsluitende Partijen kennis geeft van de nederlegging van die akten. 2. Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin de datum van nederlegging van de derde akte van bekrachtiging valt. Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
Gedaan te Brussel, op 16 februari 1990, in drie exemplaren, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.
(2) Overeenkomstig zijn artikel 2.1, is dit Protocol in werking getreden op 1 september 1999 (internationale inwerkingtreding).