gepubliceerd op 26 oktober 2020
Besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot bepaling van bijkomende maatregelen naast degene die bepaald zijn door de minister van Binnenlandse Zaken om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
26 OKTOBER 2020. - Besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot bepaling van bijkomende maatregelen naast degene die bepaald zijn door de minister van Binnenlandse Zaken om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 166, § 2 van de Grondwet;
Gelet op artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014;
Gelet op artikel 11 van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, zoals vervangen door de wet van 7 december 1998;
Gelet op artikel 128 van de provinciewet;
Gelet op het ministerieel besluit van 13 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 13/03/2020 pub. 13/03/2020 numac 2020030302 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19 type ministerieel besluit prom. 13/03/2020 pub. 19/03/2020 numac 2020040667 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19. - Duitse vertaling sluiten houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 18/10/2020 pub. 18/10/2020 numac 2020031557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 18/10/2020 pub. 22/10/2020 numac 2020043420 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals gewijzigd door het ministerieel besluit van 23 oktober 2020, en meer bepaald op artikel 30, § 1, tweede lid waarin bepaald is dat "wanneer de burgemeester of de gouverneur door het gezondheidsorganisme van de betrokken gefedereerde entiteit wordt ingelicht over een plaatselijke toename van de epidemie op diens grondgebied, of wanneer hij dit vaststelt, hij bijkomende maatregelen moet nemen vereist door de situatie";
Gelet op ons besluit aangenomen op 7 oktober 2020 houdende sluiting van de bars en tot vaststelling van noodmaatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals gewijzigd door het besluit van 12 oktober 2020;
Gelet op het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van een internationale gezondheidscrisis;
Gelet op het advies 2.3 (82) van Celeval dat de zes gulden regels omschrijft die moeten worden toegepast in de verschillende stadia van de COVID-19 pandemie;
Gelet op de maatregelen waartoe is beslist tijdens de Overlegcomités die plaatsvonden op 6, 16 en 23 oktober 2020;
Gelet op de nota van de gezondheidsexperts die op 23 oktober 2020 gericht is aan het Overlegcomité, en op de nota die op 24 oktober 2020 door de gezondheidsexperts van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is opgemaakt ter attentie van de provinciale crisiscel;
Gelet op de vergadering van de provinciale Crisiscel uitgebreid met de Burgemeesters en de diensten van het Verenigd College, die op 24 oktober 2020 plaatsvond;
Gelet op de contacten met het kabinet van de minister van Binnenlandse Zaken;
Gelet op de dringendheid en het gezondheidsrisico dat de ontwikkeling en de verspreiding van het coronavirus COVID-19 voor de bevolking op het grondgebied van het Brussels Gewest met zich meebrengen;
Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen aantast;
Overwegende dat de WGO heeft bevestigd dat het coronavirus COVID-19 zich via de lucht lijkt over te dragen van mens op mens; dat de overdracht van de ziekte lijkt te gebeuren via alle mogelijke emissies en voornamelijk via de mond en de neus; dat het ook overgedragen lijkt te kunnen worden door een besmet oppervlak aan te raken;
Overwegende de verspreiding van het coronavirus COVID-19 op Europees grondgebied, en in België; dat na de afname van het aantal besmettingen die zich in mei inzette, het totale aantal besmettingen in het hele land sinds een aantal weken opnieuw stijgt;
Overwegende dat het dagelijks gemiddelde van nieuwe besmettingen met het coronavirus COVID-19 in België over de laatste zeven dagen is gestegen tot 10.675 bevestigde positieve gevallen op 23 oktober 2020;
Overwegende dat volgens het advies 2.3. van Celeval (82) de rode fase bereikt wordt vanaf meer dan 14 nieuwe ziekenhuisopnames per 100.000 inwoners per week OF meer dan 400 gevallen op twee weken tijd per 100.000 inwoners EN een positiviteitsratio van meer dan 6 %;
Dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heden een incidentie kent van 1581 besmettingen per 100.000 inwoners op twee weken tijd, dat de prognose op 15 dagen uitkomt op cijfers van ruimschoots meer dan 1800 besmettingen per 100.000 inwoners;
Dat de positiviteitsratio, d.i. het percentage positieve testen van alle uitgevoerde testen, momenteel bijna 25 % bedraagt;
Overwegende dat de hospitalisaties blijven stijgen en dat er op 22 oktober 2020 in het Brussels Gewest 729 bevestigde Covid-patiënten en 89 vermoedelijke Covid-patiënten waren opgenomen en dat de ziekenhuizen onder grote druk staan;
Dat we, volgens de schattingen van de gezondheidsexperts die de overheden adviseren, in Brussel binnen ongeveer een week op het hoogste niveau van de eerste golf zullen zitten (namelijk ongeveer 52 nieuwe ziekenhuisopnames per 100.000 inwoners per week, ofwel 612 nieuwe ziekenhuisopnames per week);
Dat de prognoses op 14 dagen gewagen van 78 nieuwe ziekenhuisopnames per dag, ofwel 940 nieuwe ziekenhuisopnames per week voor Brussel, dus bijna 50% meer dan op de piek van de eerste golf;
Dat die cijfers aantonen dat het ziekenhuisnet nagenoeg verzadigd is; dat de exponentiële besmettingscurve van de voorbije dagen erop wijst dat het verzadigingspunt van de ziekenhuizen binnenkort bereikt zal zijn, waardoor niet-levensnoodzakelijke verzorging zal moeten worden uitgesteld;
Overwegende dat volgens de gezondheidsexperts die zowel het Overlegcomité als de provinciale crisiscel hebben geadviseerd, de meest essentiële maatregel om deze epidemie op korte termijn in te dijken erin bestaat het aantal interpersoonlijke contacten waarbij het virus kan worden overgedragen, aanzienlijk te beperken;
Dat hoewel de contacten (door de invoering van de mondmaskers, het afstand houden, de handhygiëne, ...) de voorbije maanden veiliger zijn geworden, deze methodes niet volledig afdoende zijn om overdracht te voorkomen, waardoor er in deze crisisperiode voor gekozen moet worden om de contacten tussen mensen daadwerkelijk te beperken;
Overwegende dat de huidige epidemiologische toestand ernstig is en ertoe noopt de sociale contacten drastisch te beperken;
Overwegende dat de genomen maatregelen er in de eerste plaats op gericht zijn de exponentieel stijgende curve van het aantal besmettingen af te vlakken en te vermijden dat de Brusselse intensieve zorgen volledig verzadigd raken;
Dat het Gewest, naast het nastreven van die hoofddoelstelling, de scholen van het verplicht basisonderwijs zoveel mogelijk wil open houden;
Dat het Gewest tot slot ook de impact voor de gewestelijke economie wil beperken door te vermijden om te belanden in een situatie waarbij de gehele economische bedrijvigheid op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volledig wordt stilgelegd;
Dat het de bedoeling is om met de op basis van dit besluit genomen maatregelen die verschillende doelstellingen te bereiken;
Overwegende dat de bijzonder kritieke situatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vereist om bijkomende maatregelen te nemen naast degene die al bepaald zijn door de minister van Binnenlandse Zaken, welke niet volstaan om de exponentiële curve van de voorziene besmettingsgevallen op het Brusselse grondgebied te beperken;
Overwegende dat in artikel 30, § 1, tweede lid van het ministerieel besluit van 18 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 18/10/2020 pub. 18/10/2020 numac 2020031557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 18/10/2020 pub. 22/10/2020 numac 2020043420 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals gewijzigd door het ministerieel besluit van 23 oktober 2020 bepaald is dat "wanneer de burgemeester of de gouverneur door het gezondheidsorganisme van de betrokken gefedereerde entiteit wordt ingelicht over een plaatselijke toename van de epidemie op diens grondgebied, of wanneer hij dit vaststelt, hij bijkomende maatregelen moet nemen vereist door de situatie";
Dat de lokale overheden bijgevolg de mogelijkheid behouden om, naast de maatregelen die al door de federale overheid zijn uitgevaardigd, omwille van de bijzondere gezondheidssituatie op hun grondgebied bijkomende maatregelen goed te keuren;
Overwegende dat sportactiviteiten aanleiding geven tot samenkomsten, verplaatsingen, nauw contact en mogelijk besmettelijke emissies van sputum; dat dit ook geldt voor activiteiten van culturele, feestelijke, folkloristische of recreatieve aard;
Dat de protocollen die bepaalde sectoren in de epidemiefase die voorafging aan de huidige heropflakkering hebben aangenomen, in het licht van de huidige situatie niet meer volstaan; dat die protocollen werden uitgewerkt in de versoepelingsfase die vanaf midden mei inging; dat hoewel zij op grond van de nieuwe maatregelen van de minister van Binnenlandse Zaken van 18 en 23 oktober jongstleden werden herzien, zij nog teveel interpersoonlijke contacten toelaten, ook al leveren de verschillende sectoren inspanningen om ze te beperken;
Dat de structuren waar die activiteiten plaatsvinden, bijgevolg gesloten dienen te worden om aldus de interpersoonlijke contacten te beperken;
Dat ofschoon die plaatsen gesloten worden voor het publiek, zij wel toegankelijk blijven voor de werknemers in het kader van hun beroepsactiviteit, mits de regels in verband met telewerk worden toegepast; dat het bijvoorbeeld voor acteurs of muzikanten mogelijk blijft om in de voor het publiek gesloten structuren te repeteren; dat hetzelfde geldt voor het personeel dat instaat voor het onderhoud of het beheer van de gebouwen en voor iedere persoon die zich om beroepsredenen toegang moet verschaffen tot het gebouw;
Overwegende dat in de zin van dit politiebesluit zwembaden, sporthallen, schaatsbanen, atletiekpistes, enz. beschouwd moeten worden als sportzalen en sportinfrastructuur;
Dat die structuren, hoewel ze gesloten worden voor het publiek, in een beperkt aantal gevallen toegankelijk blijven voor sportbeoefening;
Dat dit geldt voor sporttrainingen, sportactiviteiten van scholen en kampen en stages voor kinderen tot en met 12 jaar, omdat zij beperkte overdragers van het virus blijken te zijn en het voor hun lichamelijk en geestelijk welzijn noodzakelijk is om een fysieke activiteit te kunnen beoefenen; dat het in dat opzicht met het oog op het welzijn van de burgers en in het bijzonder dat van de kinderen eveneens noodzakelijk is om parken en speelpleinen voor kinderen - zowel binnen- als buitenspeelpleinen, maar enkel voor kinderen tot en met 12 jaar - toegankelijk te houden, waarbij de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen blijven gelden;
Dat tijdens de schoolvakanties daarenboven kinderopvang geboden moet kunnen worden aan de ouders die een beroepsactiviteit uitoefenen; dat tevens een ontspanningsaanbod voor jonge kinderen tijdens de schoolvakanties behouden dient te worden in het belang van hun lichamelijk en geestelijk welzijn; dat die kampen en stages georganiseerd moeten worden met respect voor de protocollen die door de bevoegde overheid zijn uitgevaardigd;
Dat het verder voor beroepssporters noodzakelijk is om de opgebouwde ervaring die voor hen overeenstemt met een beroepsactiviteit, niet te verliezen; dat het in dat opzicht dus belangrijk is dat zij toegang tot die structuren kunnen blijven hebben;
Dat vanuit dezelfde optiek de sportinfrastructuur toegankelijk blijft voor professionele sportwedstrijden, die enkel achter gesloten deuren mogen plaatsvinden;
Overwegende dat alle amateursportwedstrijden opgeschort dienen te worden om samenkomsten te vermijden en te voorkomen dat bubbels van soms uit verschillende provincies afkomstige spelers worden vermengd; dat die maatregel geldt voor zowel sportwedstrijden binnen (indoor) als buiten (outdoor); dat vanuit dezelfde optiek de groepstrainingen voor amateursporten vanaf 13 jaar moeten worden opgeschort;
Overwegende dat plaatsen waar activiteiten van culturele, feestelijke, folkloristische of recreatieve aard plaatsvinden, onder meer omvatten: musea, tentoonstellingszalen, casino's, bowlings, gokkantoren, feestzalen, concertzalen, theaters, bioscopen, boekhandels die beschikken over een speelruimte, enz.;
Dat deze verbodsmaatregel zowel voor binnen- als buitenactiviteiten geldt, met uitzondering van de parken en speelpleinen voor kinderen;
Dat die plaatsen, naar het voorbeeld van wat bepaald is voor de sportinfrastructuur, gesloten worden voor het publiek; dat zij toegankelijk mogen blijven voor het bezoek van schoolgroepen in het kader van schoolse en buitenschoolse activiteiten van het leerplichtonderwijs en voor stages ingericht voor kinderen tot en met 12 jaar;
Dat deze maatregel niet geldt voor de uitleendienst van openbare bibliotheken; dat die beschouwd moet worden als een openbare dienst; dat aangezien de bibliotheken open blijven, deze uitleenactiviteit niet stopgezet dient te worden; dat de nevenactiviteiten van de uitleendienst daarentegen wél vallen onder het verbod, behalve voor kinderen tot en met 12 jaar wanneer die activiteit kadert in een ingerichte stage of in schoolse of buitenschoolse activiteiten van het leerplichtonderwijs;
Overwegende dat aangezien verplaatsingen, ontmoetingen en menselijke contacten beperkt dienen te worden, ook schoolreizen verboden moeten worden om een verhoogde verspreiding van het virus te voorkomen;
Overwegende dat huis-aan-huis- en leurdersactiviteiten aanleiding geven tot verplaatsingen en ontmoetingen tussen personen die geen deel uitmaken van dezelfde bubbel; dat die activiteiten bovendien kunnen leiden tot contacten met mensen die geen mondmasker dragen, aangezien het contact plaatsvindt op hun thuisadres;
Overwegende dat het COVID-19 virus ook kan worden overgedragen via contact; dat de prostitutie-activiteit van nature nauw, nabij en herhaald lichamelijk contact met steeds wisselende personen vereist, waarbij de naleving van de voorzorgsmaatregelen in het gedrang komt; dat dit een activiteit is die in de context van een pandemie een groot risico inhoudt;
Overwegende dat het recht op vrije meningsuiting een basisrecht is dat niet mag worden miskend, maar dat betogingen aanleiding geven tot samenkomsten tijdens dewelke tal van mensen met uiteenlopende achtergrond met elkaar in contact komen; dat zelfs indien maatregelen genomen zijn voor tijdens de betoging (statisch, dragen van een mondmasker en andere), er steeds een mensenstroom op gang komt om zich te begeven naar de plaats van de betoging en bij de ontbinding ervan, waarbij de voorzorgsmaatregelen niet meer worden gerespecteerd;
Dat het ministerieel besluit van 18 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 18/10/2020 pub. 18/10/2020 numac 2020031557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 18/10/2020 pub. 22/10/2020 numac 2020043420 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten momenteel betogingen met maximaal 400 deelnemers toelaat; dat een dergelijk aantal in het licht van de huidige gezondheidssituatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest veel te hoog is; dat het daarom verlaagd dient te worden tot 100 deelnemers; dat deze maatregel met betrekking tot het aantal personen die mogen deelnemen aan een betoging, het mogelijk maakt om de uitoefening van een basisrecht als de vrijheid van meningsuiting te combineren met de noodzaak om ingevolge de gezondheidssituatie een beperking in te voeren;
Dat de Burgemeester van het betreffende grondgebied verantwoordelijk blijft voor het al dan niet toestaan van de betoging.
Overwegende dat bijeenkomsten in besloten en overdekte ruimten een bijzonder gevaar voor de volksgezondheid vormen;
Dat overeenkomstig het ministerieel besluit van 18 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 18/10/2020 pub. 18/10/2020 numac 2020031557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 18/10/2020 pub. 22/10/2020 numac 2020043420 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten nog tot 200 personen mogen samenkomen in de gebedshuizen;
Dat dit aantal nog te hoog is in het licht van de huidige gezondheidssituatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; dat bijgevolg de gebedshuizen open blijven, maar uitsluitend voor het individuele gebed; dat in dat verband de toegang tot de gebedshuizen beperkt wordt tot één persoon per 10 m2 met een maximum van 100 personen en dat er een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon wordt gehouden; dat het aan de beheerders van de gebedshuizen is om ervoor te zorgen dat deze richtlijnen worden nageleefd;
Dat daarentegen collectieve religieuze riten verboden zijn omwille van de gelijktijdige aankomst en aanwezigheid van een groot aantal personen; dat enkel begrafenisceremonies waarop maximaal 15 personen aanwezig zijn, toegestaan zijn;
Overwegende dat, om zich te schikken naar het verbod op de verkoop van alcohol vanaf 20 uur, dat de Minister van Binnenlandse Zaken in haar besluit van 18 oktober jongstleden heeft uitgevaardigd, alle winkels, of het gaat om voedingswinkels of niet, om 20 uur gesloten moeten worden, en dat ook nachtwinkels onder deze maatregel vallen; dat deze vervroegde sluiting ook gerechtvaardigd is om verplaatsingen en contacten tussen burgers te beperken;
Dat het immers ook noodzakelijk is om het aantal mensen dat tegelijkertijd in de winkels aanwezig is te beperken om te voorkomen dat er samenscholingen ontstaan en mensen elkaar gaan kruisen, wat potentiële bronnen van besmetting zijn;
Dat deze maatregel echter geen gevolgen heeft voor eetgelegenheden uit de horecasector wanneer deze afhaalmaaltijden aanbieden; dat zij hun activiteit tot 22 uur mogen uitoefenen; dat het immers noodzakelijk is dat de burgers de mogelijkheid krijgen iets te eten;
Overwegende dat de consumptie van alcohol op de openbare weg vaak een bron is van samenscholingen of ongepast gedrag waarbij de voorzorgsmaatregelen niet worden toegepast en dat dit gedrag de weg opent naar een verhoogde circulatie van het COVID-19-virus; dat het daarom noodzakelijk is om alle consumptie van alcohol op de openbare weg te verbieden;
Overwegende dat het dragen van een mondmasker of elk ander alternatief in stof een belangrijke rol speelt in de strategie om het virus te bestrijden; dat hieraan herinnerd is door de gezondheidsexperts die de bevolking aansporen om een dergelijk masker te dragen; dat, gezien de verslechterende gezondheidssituatie, het dragen van een mondmasker opnieuw verplicht moet worden voor iedereen die op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aanwezig is;
Overwegende dat de redenen die hebben geleid tot de intrekking van de algemene verplichting om een mondmasker te dragen niet langer aan de orde zijn; dat destijds werd beweerd dat de gezondheidssituatie zich stabiliseerde en dat het de voorkeur verdiende het dragen van een mondmasker enkel in dichtbevolkte gebieden te verplichten; dat naast de verslechtering van de gezondheidssituatie ook is gebleken dat het voor het publiek onduidelijk is in welke gebieden het dragen van een mondmasker verplicht is en dat de bevolking op dat vlak enigszins laks is geworden;
Dat er evenwel voorzien moet worden in uitzonderingen op het verplicht dragen van een mondmasker;
Dat de Wereldgezondheidsorganisatie namelijk stelt dat een mondmasker niet opgezet moet worden bij het sporten, omdat dit het minder makkelijk kan maken om te ademen en het mondmasker door het zweten sneller vochtig kan worden, wat de ademhaling bemoeilijkt en de groei van micro-organismen bevordert;
Dat bovendien, ook al kunnen functionele trajecten per fiets of met een step niet gelijkgesteld worden met sport, ze wel degelijk een lichamelijke inspanning vereisen waarbij dezelfde ongemakken kunnen optreden voor wie een mondmasker draagt; dat het bijgevolg nodig is fietsers en gebruikers van een step toe te laten geen mondmasker te dragen bij het rijden op de openbare weg wanneer er voldoende afstand bewaard kan worden;
Overwegende dat al deze maatregelen als proportioneel worden beschouwd in het licht van de hierboven uiteengezette geldende redenen, waarbij het doel is volledige verzadiging van het ziekenhuisnetwerk en een lockdown vergelijkbaar met die van maart 2020 te vermijden;
Dat deze overweging weliswaar al gedeeltelijk aanwezig was in het besluit van 7 oktober jongstleden, dat heeft geleid tot de sluiting van de restaurants en cafés, maar dat toch rekening moet worden gehouden met de ontwikkeling van de gezondheidssituatie om de genomen maatregelen te beoordelen op basis van de proportionaliteitstest; dat sinds de sluiting van de genoemde inrichtingen weliswaar een lichte daling van de toename van de virusbesmetting is geconstateerd, maar dat deze nog steeds te hoog is, zodat er maatregelen moeten worden genomen om de contacten tussen de personen verder te verminderen, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Sluiting
Artikel 1.De sportzalen en sportvoorzieningen worden gesloten, behalve: 1° voor schoolgroepen in het kader van schoolse of buitenschoolse activiteiten van het verplicht onderwijs;2° voor stages bestemd voor kinderen tot en met 12 jaar oud;3° voor sporttrainingen bestemd voor kinderen tot en met 12 jaar oud;4° voor trainingen van professionele sporters;5° voor professionele wedstrijden.
Art. 2.Plaatsen voor privé of openbare activiteiten van culturele, feestelijke, folkloristische of recreatieve aard worden voor het publiek gesloten, behalve: 1° voor schoolgroepen in het kader van schoolse of buitenschoolse activiteiten van het verplicht onderwijs;2° voor stages bestemd voor kinderen tot en met 12 jaar oud; In afwijking van het eerste lid blijven de parken en speelpleinen voor kinderen jonger dan twaalf jaar open. HOOFDSTUK 2. - Samenscholingen
Art. 3.Zijn verboden: 1° schoolreizen op, naar of vertrekkend van het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° activiteiten in het kader van jeugdbewegingen voor jongeren vanaf 13 jaar op, naar of vertrekkend van het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° huis-aan-huis- en leurdersactiviteiten, van welke aard dan ook;4° straatprostitutie en prostitutie in inrichtingen die al dan niet aan deze activiteit zijn gewijd. In afwijking van het eerste lid worden herfstkampen en -stages voor kinderen tot en met 12 jaar oud toegelaten.
Art. 4.Demonstraties van maximaal 100 personen zijn toegestaan op de openbare weg, op voorwaarde dat ze statisch zijn, dat de fysieke afstand wordt gerespecteerd en dat ze vooraf zijn goedgekeurd door de bevoegde gemeentelijke overheden overeenkomstig artikel 18 van het ministerieel besluit van 18 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 18/10/2020 pub. 18/10/2020 numac 2020031557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken type ministerieel besluit prom. 18/10/2020 pub. 22/10/2020 numac 2020043420 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. - Duitse vertaling sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. HOOFDSTUK 3. - Sportactiviteiten
Art. 5.Alle amateursportwedstrijden worden verboden.
Professionele sportwedstrijden worden gehouden zonder publiek.
Art. 6.Groepstrainingen in amateurverband worden verboden, behalve voor kinderen tot en met 12 jaar oud.
Per kind mag er één begeleider de training bijwonen. HOOFDSTUK 4. - Erediensten en plechtigheden
Art. 7.De gebedshuizen blijven open. Hun toegang wordt echter beperkt tot één persoon per 10 m2, met een maximum van 100 personen en een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon. Bovendien zijn ze uitsluitend toegankelijk voor individuele bezinning of gebed.
Art. 8.Religieuze erediensten en plechtigheden zijn verboden.
In afwijking van het eerste lid, zijn toegelaten: - begrafenisceremonies, maar enkel in aanwezigheid van maximaal 15 personen en zonder de mogelijkheid van blootstelling van het lichaam; - religieuze huwelijken, maar enkel in het bijzijn van de echtgenoten, hun getuigen en de bedienaar van de eredienst; - religieuze plechtigheden die zijn opgenomen met de bedoeling ze via alle beschikbare kanalen te verspreiden en die alleen met maximaal 10 personen plaatsvinden, met inbegrip van de personen die voor die opname verantwoordelijk zijn, met het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon, en voor zover de plaats van eredienst tijdens de opname voor het publiek gesloten blijft.
Art. 9.Burgerlijke huwelijken kunnen enkel plaatsvinden in het bijzijn van de echtgenoten, hun getuigen, de ambtenaar van de burgerlijke stand en zijn personeel. HOOFDSTUK 5. - Winkels
Art. 10.Voedingswinkels en andere handelszaken sluiten om 20.00 uur.
Art. 11.De toegang tot winkels wordt beperkt tot hoogstens 1 klant per 10 vierkante meter binnen een tijdspanne van hoogstens 30 minuten.
In afwijking van het eerste lid mag een volwassene vergezeld worden van minderjarigen die onder hetzelfde dak wonen en mag deze een persoon vergezellen die behoefte heeft aan begeleiding. HOOFDSTUK 6. - Alcoholgebruik
Art. 12.Het is op heel het grondgebied van het Gewest verboden in de openbare ruimte alcohol te verbruiken. HOOFDSTUK 7. - Het dragen van een mondmasker
Art. 13.Iedereen vanaf 13 jaar is verplicht een mondmasker te dragen dat de neus en de mond bedekt, op alle openbare en voor het publiek toegankelijke private plaatsen in heel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Onder "mondmasker" verstaat men elke voorziening of stuk stof dat de neus en de mond van een persoon volledig bedekt.
Art. 14.Het dragen van een mondmasker is niet verplicht tijdens het beoefenen van een sport, bij het uitvoeren van intensief fysiek werk op de openbare weg en voor mensen die door hun handicap geen mondmasker of gelaatsscherm kunnen dragen. De fysieke afstand moet in alle gevallen gerespecteerd worden.
Het mondmasker is niet verplicht voor fietsers en stepgebruikers wanneer zij zich verplaatsen op de openbare weg. De fysieke afstand moet in alle gevallen gerespecteerd worden.
Wanneer het dragen van een mondmasker of een stoffen alternatief wegens medische redenen niet mogelijk is, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.
Art. 15.Inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden bestraft met de straffen bepaald door artikel 1 van de wet van 6 maart 1818Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/1818 pub. 06/11/2012 numac 2012000631 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet omtrent de straffen tegen de overtreders van algemeene verordeningen uit te spreken of bij provinciale of plaatselijke reglementen vast te stellen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals gewijzigd door de wet van 5 juni 1934 en de wet van 14 juni 1963 betreffende de overtredingen van administratieve reglementen.
Art. 16.De maatregelen opgelegd door dit besluit gelden tot en met 19 november 2020.
Art. 17.Het besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 7 oktober 2020 houdende sluiting van de bars en tot vaststelling van noodmaatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals gewijzigd door het besluit van 12 oktober 2020, wordt opgeheven.
Art. 18.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt
Art. 19.De bevoegde bestuurlijke overheden op het grondgebied van de Brusselse agglomeratie worden belast met de uitvoering van dit besluit. De politiediensten zijn verantwoordelijk voor de naleving van dit besluit, zo nodig met dwang en/of geweld.
Dit besluit zal worden meegedeeld aan het nationaal crisiscentrum en zal door de burgemeesters worden gepubliceerd door middel van affiches op de gebruikelijke plaatsen voor officiële bekendmakingen en door elk ander publicatiemiddel om een zo breed mogelijke verspreiding te waarborgen.
Art. 20.Overeenkomstig artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan een beroep tot nietigverklaring van dit besluit worden ingediend bij de afdeling administratie van de Raad van State wegens schending van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht. Het verzoek tot nietigverklaring moet, op straffe van onontvankelijkheid, worden ingediend binnen de 60 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Het verzoekschrift wordt ofwel per post aangetekend verzonden naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, ofwel wordt het ingediend volgens de elektronische procedure met behulp van de identiteitskaart op de beveiligde website van de Raad van State http://eproadmin.raadvst-consetat.be. Er kan tevens een vordering tot schorsing van het besluit worden ingediend, conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State.
Brussel, 26 oktober 2020.
De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, R. VERVOORT