Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 28 november 2020
gepubliceerd op 29 november 2020

Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2020031695
pub.
29/11/2020
prom.
28/11/2020
ELI
eli/besluit/2020/11/28/2020031695/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 NOVEMBER 2020. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de Grondwet, artikel 23;

Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, artikel 4;

Gelet op de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, artikelen 11 en 42;

Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikelen 181, 182 en 187;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op artikel 8, § 2, 1° en 2°, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging is dit besluit uitgezonderd van de regelgevingsimpactanalyse;

Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op 16 en 28 november 2020;

Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor begroting, gegeven op 28 november 2020;

Gelet op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, gegeven op 28 november 2020;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, eerste lid;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die niet toelaat te wachten op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binnen een verkorte termijn van vijf dagen, onder meer omwille van de noodzaak om maatregelen te overwegen die gegrond zijn op epidemiologische resultaten die van dag op dag evolueren en waarvan de laatste de maatregelen hebben gerechtvaardigd die werden beslist tijdens het Overlegcomité dat is bijeengekomen op 27 november 2020; dat het zodoende dringend is om bepaalde maatregelen te hernieuwen en om andere aan te passen;

Overwegende het overleg tussen de regeringen van de deelstaten en de bevoegde federale overheden binnen de Nationale Veiligheidsraad, die is bijeengekomen op 10, 12, 17 en 27 maart 2020, op 15 en 24 april 2020, op 6, 13, 20 en 29 mei 2020, op 3, 24 en 30 juni 2020, op 10, 15, 23 en 27 juli 2020, op 20 augustus 2020, alsook op 23 september 2020;

Overwegende de adviezen van de GEES en van CELEVAL;

Overwegende het advies van de Hoge Gezondheidsraad van 9 juli 2020;

Overwegende artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dat het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen verankert; dat dit beginsel inhoudt dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;

Overwegende artikel 6, 1. c) van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;

Overwegende de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten;

Overwegende de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, en de uitvoeringsbesluiten;

Overwegende het wetboek van economisch recht van 28 februari 2013;

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano;

Overwegende de wet van 9 oktober 2020 houdende instemming met het voormelde samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020;

Overwegende het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;

Overwegende het ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;

Overwegende de "Gids voor de opening van de handel", ter beschikking gesteld op de website van de Federale Overheidsdienst Economie;

Overwegende de "Gids om de verspreiding van COVID-19 op de werkplaats tegen te gaan", ter beschikking gesteld op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;

Overwegende de "Gids betreffende de opening van de horeca om de verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan", ter beschikking gesteld op de website van de Federale Overheidsdienst Economie;

Overwegende de protocollen bepaald door de bevoegde ministers in overleg met de betrokken sectoren;

Overwegende de Aanbeveling (EU) van 7 augustus 2020 van de Raad van de Europese Unie tot wijziging van de aanbeveling 2020/912 over de geleidelijke opheffing van de tijdelijke beperkingen van niet-essentiële reizen naar de EU;

Overwegende de Aanbeveling (EU) van 2020/1475 van de Raad van 13 oktober 2020 betreffende een gecoördineerde aanpak van de beperking van het vrije verkeer in reactie op de COVID-19-pandemie;

Overwegende de verklaring van de WHO omtrent de karakteristieken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;

Overwegende de kwalificatie van het coronavirus COVID-19 als een pandemie door de WHO op 11 maart 2020;

Overwegende dat de WHO op 16 maart 2020 het hoogste dreigingsniveau heeft uitgeroepen aangaande het coronavirus COVID-19 die de wereldeconomie destabiliseert en zich snel verspreidt over de wereld;

Overwegende de inleidende toespraak van de directeur-generaal van de WHO van 12 oktober 2020 die aangaf dat het virus zich voornamelijk verspreidt tussen nauwe contacten en aanleiding geeft tot opflakkeringen van de epidemie die onder controle zouden kunnen worden gehouden door middel van gerichte maatregelen;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO Europa van 15 oktober 2020, die aangeeft dat de situatie in Europa zeer onrustwekkend is en dat de overdracht en besmettingsbronnen plaatsvinden in de huizen, binnen in publieke plaatsen en bij de personen die de zelfbeschermingsmaatregelen niet correct naleven;

Overwegende de verklaring van de directeur-generaal van de WHO van 26 oktober 2020, die aangeeft dat het hoogste aantal gevallen van COVID-19 werd gemeld in de week van 19 oktober 2020 en dat alles in het werk moet worden gesteld om de medewerkers van de zorgsector te beschermen; dat scholen en bedrijven kunnen openblijven maar daarvoor compromissen moeten worden gesloten; dat de directeur-generaal bevestigt dat het virus kan worden onderdrukt door snel en bewust in te grijpen;

Overwegende dat de WHO heeft vastgesteld dat tal van landen een grootschalige besmetting konden verhinderen dankzij bewezen preventie- en bestrijdingsmaatregelen, en dat die maatregelen nog steeds het beste verdedigingsmiddel tegen COVID-19 zijn;

Overwegende dat ons land sinds 13 oktober 2020 op nationaal niveau in alarmniveau 4 (zeer hoge alertheid) zit;

Overwegende dat het daggemiddelde van de nieuwe besmettingen met het coronavirus COVID-19 in België over de voorbije zeven dagen gedaald is tot 2.764 bevestigde positieve gevallen op 27 november 2020;

Overwegende dat deze evolutie nog steeds tot gevolg heeft dat de bezettingsgraad van de ziekenhuizen, in het bijzonder van de diensten van de intensieve zorg, kritiek blijft; dat op 27 november 2020 in totaal 4.395 patiënten waren opgenomen in de Belgische ziekenhuizen; dat op diezelfde datum in totaal 1.034 patiënten waren opgenomen op de diensten van de intensieve zorg; dat de druk op de ziekenhuizen en op de continuïteit van de niet-COVID-19-zorg zeer hoog blijft en dat dit een aanzienlijk effect kan hebben op de volksgezondheid; dat ziekenhuizen kampen met personeelsuitval wegens ziekte en dat dit leidt tot een tekort aan personeel in de zorgsector; dat de opvang van patiënten op het grondgebied onder druk blijft staan;

Overwegende dat de hoog-risicocontacten sinds 21 oktober 2020 niet langer allemaal getest werden; dat de testing strategie sinds 23 november 2020 veranderd is in die zin dat elk hoog-risicocontact opnieuw wordt getest;

Overwegende het aantal besmettingsgevallen dat werd gedetecteerd en het aantal sterfgevallen dat zich heeft voorgedaan in België sinds 13 maart 2020; dat het aantal overlijdens in België momenteel gemiddeld over 7 dagen nog steeds 149 per dag bedraagt, tegenover 79 op 30 oktober 2020; dat een oversterfte van 4.592 werd vastgesteld sinds 19 oktober 2020;

Overwegende dat de cijfers in licht dalende lijn zijn; dat de maatregelen die genomen werden bij de besluiten van 28 oktober 2020 en 1 november 2020 een duidelijke impact hebben op de cijfers;

Overwegende dat de epidemiologische situatie echter nog steeds zeer ernstig en precair is; dat de incidentie nog steeds 434 op 100.000 inwoners bedraagt; dat de druk op de ziekenhuizen en andere zorgverleners nog steeds zeer hoog is; dat een verdere daling van de cijfers noodzakelijk is om uit deze gevaarlijke epidemiologische situatie te geraken; dat verregaande en ingrijpende maatregelen noodzakelijk blijven om de situatie opnieuw onder controle te houden;

Overwegende dat het gevaar zich nog steeds uitstrekt over het gehele nationale grondgebied; dat het van belang is dat er een maximale coherentie bestaat bij het nemen van maatregelen voor de handhaving van de openbare orde, teneinde de efficiëntie ervan te maximaliseren; dat de lokale overheden evenwel de mogelijkheid hebben om in geval van een toename van de epidemie op hun grondgebied strengere maatregelen te nemen;

Overwegende dat een inbreuk op bepaalde maatregelen vervat in dit besluit ook een inbreuk kan uitmaken op het verbod op oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen bedoeld in artikel VI.104 van het wetboek van economisch recht; dat de ambtenaren van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bijgevolg bevoegd zijn om toe te zien op de naleving van deze maatregelen; dat deze inbreuken worden bestraft overeenkomstig voormeld wetboek;

Overwegende dat de burgemeester, wanneer hij vaststelt dat er activiteiten worden uitgeoefend in strijd met dit ministerieel besluit of met toepasselijke protocollen, een bestuurlijke sluiting van de betrokken inrichting kan bevelen in het belang van de openbare gezondheid; dat dit ook geldt voor de winkels en handelszaken die de opgelegde maatregelen niet respecteren;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat het zorgsysteem de mogelijkheid behoudt om niet COVID-19 patiënten te verzorgen en alle patiënten in de best mogelijke omstandigheden te ontvangen;

Overwegende dat de huidige epidemiologische situatie nog steeds een drastische beperking van de sociale contacten en van de toegelaten activiteiten vereist om een nieuwe stijging te voorkomen en het tempo van de dalende trend aan te houden;

Overwegende dat de experten van CELEVAL aanbevolen hebben om het aantal personen waarmee nauwe contacten worden onderhouden te beperken tot één per periode van 6 weken, wat betekent dat de regels van de social distancing gedurende een bepaalde tijdsduur niet worden toegepast met deze persoon;

Overwegende de urgentie en het risico voor de volksgezondheid die het coronavirus COVID-19 met zich meebrengt voor de Belgische bevolking;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen treft;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 zich via de lucht lijkt over te dragen van mens op mens; dat de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus;

Overwegende dat het dragen van mondmaskers verplicht moet blijven in bepaalde inrichtingen en bepaalde specifieke situaties, alsook in elke situatie waarin de regels van social distancing niet kunnen worden nageleefd, om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan; dat het alleen voor de strikt noodzakelijke tijd mag worden afgezet, met name om te drinken en te eten, om de neus te snuiten of om te liplezen voor doven en slechthorenden; dat het louter gebruik van een mondmasker echter niet volstaat en dat het steeds gepaard moet gaan met de andere preventiemaatregelen; dat de social distancing de belangrijkste en prioritaire preventiemaatregel blijft;

Overwegende dat het noodzakelijk is om bijzondere aandacht te besteden aan activiteiten die een aanzienlijk risico op verspreiding van het virus met zich meebrengen en om activiteiten te blijven verbieden die gelet op de huidige omstandigheden te nauwe contacten tussen individuen impliceren en/of een groot aantal personen samenbrengen;

Overwegende dat het zich daartoe nog steeds opdringt om het gebruik van de openbare ruimte tussen middernacht en 5 uur 's morgens tijdelijk te beperken om de besmettingsgraad en de overdracht van het virus te beperken;

Overwegende dat dergelijke beperking op de fundamentele vrijheden proportioneel en in de tijd beperkt moet zijn; dat ze echter noodzakelijk blijft om het fundamentele recht op leven en op gezondheid van de bevolking te vrijwaren en om de ziekenhuizen en onder meer de diensten van de intensieve zorg te ontlasten;

Overwegende dat deze beperking van het gebruik van de openbare ruimte bijdraagt tot een daling van de besmettingscijfers in België;

Overwegende dat moet worden verzekerd dat deze dalende trend aangehouden blijft en dat de inspanningen die door de gehele bevolking en alle getroffen sectoren, waaronder de economische en de zorgsector, zijn verricht, niet teniet worden gedaan; dat enkel zeer strikte maatregelen ervoor kunnen zorgen dat de situatie opnieuw onder controle komt en dat de andere maatregelen kunnen worden afgebouwd;

Overwegende dat deze beperking opnieuw zal worden geëvalueerd begin januari;

Overwegende dat de verlenging tot 15 januari 2021 van de gerichte beperking van het gebruik van de openbare ruimte tussen middernacht en 5 uur 's morgens zal bijdragen tot het verminderen van feestelijkheden, samenkomsten en alcoholgebruik in omstandigheden waarbij de maatregelen van social distancing of het dragen van een mondmasker niet toegepast worden en aldus tot het beperken van het aantal besmettingen en de overdrachtssnelheid van het virus;

Overwegende dat in geen enkele provincie de situatie zodanig verbeterd is dat deze maategel zou kunnen worden versoepeld; dat de maatregel dus moet worden gehandhaafd over het hele grondgebied van het Rijk;

Overwegende dat dergelijke beperking niet van toepassing is op essentiële niet-uitstelbare verplaatsingen;

Overwegende dat het uitblijven van een significante en voortdurende daling van het aantal patiënten op de intensieve zorgen de verlenging van de beperking van het gebruik van de openbare ruimte rechtvaardigt; dat deze maatregel bijgevolg proportioneel is gezien de huidige situatie;

Overwegende dat bepaalde activiteiten een aanzienlijk risico op besmettingen inhouden, onder meer waar veel mensen samenkomen en voor zover ze niet kunnen worden uitgeoefend met een masker op of voor zover ze eerder zullen leiden tot het aannemen van gedrag dat niet in overeenstemming is met de gouden regels, waaronder deze van de social distancing (eten in een restaurant, drinken in een bar, deelnemen aan familie-, studenten- of andere feesten, ...); dat dit de reden is waarom de inrichtingen waar dit soort activiteiten plaatsvinden, gesloten moeten blijven;

Overwegende dat sporten in de buitenlucht is toegestaan met naleving van de regels van de social distancing en het samenscholingsverbod;

Overwegende de voortdurende afweging die moet worden gemaakt tussen enerzijds het voorkomen van nieuwe besmettingen en het beschermen van de werking van de ziekenhuizen en zorgsector en anderzijds het beschermen en vrijwaren van de Belgische economie;

Overwegende dat winkelen een grote toestroom van klanten en veel sociale contacten kan teweegbrengen; dat grote mensenmassa's en sociale contacten zoveel mogelijk dienen vermeden te worden in de winkels, op de openbare weg en het openbaar vervoer;

Overwegende dat de lichte daling van de cijfers toelaat om bepaalde inrichtingen waar goederen worden aangeboden of waar bepaalde diensten worden geleverd te heropenen, voor zover de opgelegde maatregelen betreffende hygiëne, afstand en verluchting strikt worden opgevolgd; dat het steeds noodzakelijk is dat fysieke contacten tussen personen te allen tijde worden vermeden;

Overwegende dat de social distancing per definitie niet kan worden toegepast bij contactberoepen; dat dit een verhoogd risico op de overdracht van het virus inhoudt voor zowel de dienstverlener als de klant; dat de contactberoepen die niet medisch, paramedisch of zorggerelateerd zijn, hun activiteiten bijgevolg moeten blijven opschorten; dat de thuiszorg voor hulpbehoevenden moet blijven kunnen plaatsvinden;

Overwegende dat contacten in bepaalde inrichtingen, waaronder deze die behoren tot de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector moeten worden vermeden; dat de betrokken inrichtingen bijgevolg gesloten moeten blijven; dat contacten tijdens sportwedstrijden en jeugdactiviteiten met personen die ouder zijn dan twaalf jaar en het aantal personen dat samenkomt bij bepaalde gelegenheden, zoals huwelijken of begrafenissen, nog steeds moet worden beperkt; dat deze maatregelen gezien de huidige epidemiologische situatie proportioneel blijven;

Overwegende dat, gezien wat voorafgaat, bepaalde bijeenkomsten in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, nog steeds een specifieke bedreiging vormen voor de volksgezondheid;

Overwegende dat een politiemaatregel houdende een beperking en omkadering van samenscholingen van meer dan vier personen bijgevolg onontbeerlijk en proportioneel blijft; dat deze beperking uiteraard niet geldt in werk-, school-, verblijf- en leefgemeenschappen;

Overwegende dat deze situatie ook nog steeds een beperking noodzakelijk maakt van het maximaal aantal personen dat mag deelnemen aan bepaalde toegelaten samenscholingen;

Overwegende de noodzaak om bijeenkomsten als gevolg van het organiseren van vuurwerk te vermijden alsook de fysieke contacten die dergelijke bijeenkomsten met zich meebrengen; dat de ongevallen en de bijkomende ziekenhuisopnames die dit soort gelegenheden kunnen veroorzaken, zowel door het gebruikte materiaal als door het bijeenbrengen van een grote groep mensen, eveneens moeten worden vermeden;

Overwegende dat telethuiswerk verplicht blijft, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de functie, of de continuïteit van de bedrijfsvoering, de activiteiten of de dienstverlening; dat deze maatregel onder meer toelaat om het aantal personen in het openbaar vervoer tijdens de spitsuren te verminderen en om op die manier te vermijden dat ze niet in de mogelijkheid zijn om de regels van de social distancing na te leven;

Overwegende dat het belangrijk is dat afspraken worden gemaakt rond de organisatie van het onderwijs om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan, met respect voor de bevoegdheden van de Gemeenschappen; dat teneinde het aantal leerlingen dat samen in een klas aanwezig is te verminderen, de lessen van de tweede en derde graad van het secundair nog steeds afgewisseld fysiek en via afstandsonderwijs plaatsvinden;

Overwegende dat ook in de andere lidstaten van de Europese Unie en derde landen de besmettingsgraad zeer hoog blijft, dat moet worden vermeden dat het virus zich door reizigers die terugkeren naar België opnieuw sneller kan verspreiden; dat in het kader van de strijd tegen COVID-19 in België, een accurate opvolging nodig blijft van de gezondheidstoestand van personen die terugkeren uit steden, gemeenten, arrondissementen, regio's of landen, ook binnen het Schengengebied, de Europese Unie of het Verenigd Koninkrijk, waarvoor door CELEVAL op basis van objectieve epidemiologische criteria een hoog gezondheidsrisico werd vastgesteld;

Overwegende dat het arsenaal aan maatregelen in dit ministerieel besluit de registratie van bepaalde persoonsgegevens omvat, teneinde de opvolging van contacten en de opsporing van bepaalde besmettingshaarden te vergemakkelijken; dat het derhalve de taak is van de personen die deze gegevens verwerken om ze te beschermen door alle passende technische en organisatorische maatregelen te nemen om de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de gegevens te waarborgen, met name om ongeoorloofde toegang tot deze gegevens te voorkomen; dat zij daartoe onder meer rekening kunnen houden met de aanbevelingen die de Gegevensbeschermingsautoriteit op haar website heeft gepubliceerd;

Overwegende dat nog steeds een beroep wordt gedaan op het verantwoordelijkheidsgevoel en de geest van solidariteit van elke burger om de social distancing na te leven en om alle gezondheidsaanbevelingen toe te passen;

Overwegende dat de hygiënemaatregelen essentieel blijven;

Overwegende dat buitenactiviteiten waar mogelijk de voorkeur krijgen; dat, indien dit niet mogelijk is, de ruimtes voldoende moeten worden verlucht;

Overwegende dat het nodig is dat bijkomende voorzorgsmaatregelen worden genomen voor wat betreft mensen die tot een risicogroep behoren;

Overwegende dat de gezondheidssituatie en de maatregelen op regelmatige basis worden geëvalueerd; dat dit betekent dat striktere maatregelen nooit zijn uitgesloten;

Overwegende dat de voorziene maatregelen van dien aard zijn om, enerzijds, het aantal acute besmettingen te verminderen en de ziekenhuizen en de diensten van de intensieve zorg te ontlasten, en om, anderzijds, meer tijd te geven aan de wetenschappers om efficiënte behandelingen en vaccins te ontwikkelen; dat deze maatregelen eveneens de contact tracing kunnen vergemakkelijken;

Overwegende de dringende noodzakelijkheid, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt aangevuld met de bepaling onder 13°, luidende: "13° "museum": - een structuur erkend als museum of kunsthal door ten minste één van deze entiteiten: de federale regering of een deelstaat; - een permanente instelling ten dienste van de maatschappij en haar ontwikkeling, open voor het publiek, die het materieel en immaterieel patrimonium van de mensheid en haar omgeving verwerft, bewaart, bestudeert, overbrengt en tentoonstelt voor doeleinden van studie, vorming en vermaak door middel van tentoonstellingen, activiteiten voor het publiek en wetenschappelijke publicaties of van vulgarisatie, steeds verwezenlijkt door professionelen."

Art. 2.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Onverminderd artikel 8, oefenen de ondernemingen en verenigingen die goederen of diensten aanbieden aan consumenten hun activiteiten uit overeenkomstig het protocol of de daartoe op de website van de bevoegde overheidsdienst bekendgemaakte minimale algemene regels.

In elk geval dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd: 1° de onderneming of vereniging informeert de consumenten, personeelsleden en derden tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken de personeelsleden een passende opleiding;2° een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon wordt gegarandeerd;3° de consumenten worden toegelaten gedurende een periode van maximum 30 minuten, maar het bezoek kan langer duren indien de onderneming of vereniging uitsluitend op afspraak werkt;4° één consument per 10 m2 van de voor het publiek toegankelijke vloeroppervlakte wordt toegelaten;5° indien de voor het publiek toegankelijke vloeroppervlakte minder dan 20 m2 bedraagt, is het toegelaten om twee consumenten te ontvangen, mits een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon gegarandeerd is;6° indien de voor het publiek toegankelijke vloeroppervlakte meer dan 400 m2 bedraagt, dient in een toereikende toegangscontrole te worden voorzien;7° het bedekken van de mond en neus met een mondmasker in de onderneming of vereniging is verplicht in de voor het publiek toegankelijke ruimtes, en indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd wegens de aard van de uitgeoefende activiteit worden andere persoonlijke beschermingsmiddelen sterk aanbevolen ;8° de activiteit moet, desgevallend overeenkomstig de richtlijnen van de bevoegde overheid, zo worden georganiseerd dat samenscholingen worden vermeden en dat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, in het bijzonder voor wat betreft personen die buiten de inrichting wachten;9° de onderneming of vereniging stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de consumenten;10° de onderneming of vereniging neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;11° de onderneming of vereniging zorgt voor een goede verluchting;12° een contactpersoon wordt aangeduid en bekendgemaakt, zodat consumenten en personeelsleden een mogelijke besmetting met het coronavirus COVID-19 kunnen melden met het oog op het vergemakkelijken van contact tracing;13° terrassen en openbare ruimten worden georganiseerd overeenkomstig de voorschriften bepaald door de lokale overheden en met respect voor dezelfde regels als deze die binnen gelden; 14° er wordt individueel gewinkeld, met uitzondering van de minderjarigen van het eigen huishouden of de personen die nood hebben aan begeleiding, die kunnen worden begeleid door één volwassene."

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: " § 1. Het individueel en collectief gebruik van waterpijpen is verboden in voor het publiek toegankelijke plaatsen. § 2. Het gebruik van de volgende pyrotechnische artikelen is verboden, zowel op privaat domein als in de openbare ruimte: 1° vuurwerk van de categorieën F2, F3 en F4 als bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 oktober 2015 betreffende het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen;2° de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van de categorieën T1 en T2 zoals bedoeld in het voormelde koninklijk besluit;3° andere pyrotechnische artikelen van de categorieën P1 en P2 zoals bedoeld in het voormelde koninklijk besluit. Daarnaast is het verboden om geluids- of carbuurkanonnen te gebruiken."

Art. 4.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: " § 1. De inrichtingen of onderdelen van inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, sportieve, recreatieve en evenementensector worden gesloten voor het publiek, met inbegrip van onder meer: 1° de casino's, speelautomatenhallen en wedkantoren;2° de wellnesscentra, met inbegrip van onder meer sauna's, zonnebanken, jacuzzi's, stoomcabines en hammams;3° de discotheken en dancings;4° de feest- en receptiezalen;5° de pretparken;6° de binnenspeeltuinen;7° de dierentuinen en dierenparken;8° de bowlingzalen;9° de kermissen, jaarmarkten, brocantemarkten, rommelmarkten, kerstmarkten en winterdorpen;10° de handelsbeurzen, met inbegrip van de salons;11° de bioscopen;12° de fitnesscentra. In afwijking van het eerste lid, mogen geopend blijven: 1° de buitenspeeltuinen;2° de musea;3° de buitengedeelten van natuurparken, met inbegrip van de ingang, uitgang, sanitaire voorzieningen, eerste hulp en noodgebouwen;4° de zwembaden, met uitsluiting van de recreatieve onderdelen en van de subtropische zwembaden;5° de bibliotheken, spelotheken en mediatheken;6° de gebouwen der erediensten en de gebouwen bestemd voor de openbare uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening;7° de buitengedeelten van sportinfrastructuren;8° de overdekte paardenpistes in manèges en paardenrenbanen, en dit enkel met het oog op het welzijn van het dier;9° de niet in dit lid bedoelde culturele plaatsen, maar enkel voor: - groepen van kinderen tot en met 12 jaar, in het kader van schoolse of buitenschoolse activiteiten van het leerplichtonderwijs; - stages en activiteiten voor kinderen tot en met 12 jaar; 10° de niet in dit lid bedoelde sportzalen en -voorzieningen, maar dit enkel voor: - groepen van kinderen tot en met 12 jaar in het kader van schoolse of buitenschoolse activiteiten van het leerplichtonderwijs; - sportactiviteiten, -stages en -kampen georganiseerd of toegelaten door de lokale overheid voor kinderen tot en met 12 jaar; - trainingen van professionele sporters; - professionele wedstrijden; - andere activiteiten dan sportactiviteiten, voor zover deze zijn toegelaten volgens de bepalingen van dit besluit en de toepasselijke protocollen.

In de inrichtingen bedoeld in het tweede lid dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd: 1° de uitbater of organisator informeert de bezoekers, personeelsleden en derden tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken de personeelsleden een passende opleiding;2° een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon wordt gegarandeerd;3° het bedekken van de mond en neus met een mondmasker en het dragen van andere persoonlijke beschermingsmiddelen worden steeds sterk aanbevolen in de inrichting, en worden er gebruikt indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd omwille van de aard van de uitgeoefende activiteit, onverminderd artikel 25;4° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat samenscholingen worden vermeden;5° de uitbater of organisator stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de bezoekers;6° de uitbater of organisator neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;7° de uitbater of organisator zorgt voor een goede verluchting. § 2. Het aanbieden van goederen aan en in huis is verboden.

Het leveren en plaatsen van vooraf bestelde goederen aan en in huis is toegelaten. § 3. De volgende ondernemingen en verenigingen of onderdelen van ondernemingen en verenigingen zijn gesloten voor het publiek, met inbegrip van dienstverlening aan huis: 1° de schoonheidssalons;2° de niet-medische pedicurezaken;3° de nagelsalons;4° de massagesalons;5° de kapperszaken en barbiers;6° de tatoeage- en piercingsalons. § 4. Dienstverlening waarbij de afstand van 1,5 meter tussen de dienstverlener en de consument niet kan worden gegarandeerd is verboden, behalve voor wat betreft de dienstverlening door de handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking bedoeld in de bijlage van dit besluit.

Dienstverlening aan en in huis is verboden, behalve voor wat betreft dienstverlening door de handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking bedoeld in de bijlage van dit besluit."

Art. 5.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "In de winkelcentra gelden bij het ontvangen van bezoekers minstens de volgende specifieke modaliteiten: 1° de minimale regels bedoeld in artikel 5, tweede lid;2° één bezoeker per 10 m2 wordt toegelaten;3° het winkelcentrum stelt middelen om de noodzakelijke handhygiëne te voorzien ter beschikking van het personeel en de bezoekers bij de in- en uitgang;4° het winkelcentrum vergemakkelijkt het behoud van een afstand van 1,5 meter middels het aanbrengen van markeringen op de grond en/of signalisaties;5° bezoekers verplaatsen zich individueel, met uitzondering van volwassenen die minderjarigen van hetzelfde huishouden of personen die nood hebben aan begeleiding mogen vergezellen; 6° er wordt in een toereikende toegangscontrole voorzien."

Art. 6.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Onverminderd de artikelen 5 en 9 en onverminderd de opdrachten van de hulp- en interventiediensten, wordt de toegang tot de winkelcentra, winkelstraten en parkings door de bevoegde lokale overheid, in overeenstemming met de instructies van de minister van Binnenlandse Zaken, op dusdanige wijze georganiseerd, zodat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.

De bevoegde lokale overheid die oordeelt dat niet kan worden voldaan aan de vereisten van het eerste lid is gehouden om de heropening of opening van de niet-essentiële ondernemingen en verenigingen op diens gehele of gedeeltelijke grondgebied te verdagen of te schorsen."

Art. 7.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "De bevoegde gemeentelijke overheid kan markten, met uitzondering van de jaarmarkten, brocantemarkten, rommelmarkten, kerstmarkten en winterdorpen, toelaten onder de volgende modaliteiten: 1° het maximum aantal bezoekers dat wordt toegelaten op een markt bedraagt 1 bezoeker per 1,5 lopende meter aan het kraam;2° de marktkramers en hun personeel zijn tijdens het uitbaten van een kraam verplicht om de mond en de neus te bedekken met een masker, elk ander alternatief in stof of, wanneer dit niet mogelijk is omwille van medische redenen, met een gelaatsscherm;3° de bevoegde gemeentelijke overheid stelt middelen om de noodzakelijke handhygiëne te voorzien ter beschikking bij de in- en uitgangen van de markt;4° de marktkramers stellen middelen om de noodzakelijke handhygiëne te voorzien ter beschikking van hun personeel en hun klanten;5° de marktkramers mogen geen voeding of dranken aanbieden voor consumptie ter plaatse;6° bezoekers mogen op de markten geen voeding of dranken nuttigen;7° er wordt een organisatie of een systeem ingevoerd om te controleren hoeveel klanten er op de markt aanwezig zijn;8° er wordt een éénrichtingsverkeersplan opgesteld, met afzonderlijke toe- en uitgangen tot en van de markt, tenzij er in uitzonderlijke omstandigheden een gemotiveerde afwijking wordt toegestaan door de bevoegde lokale overheid, die een alternatieve oplossing bepaalt. Er wordt individueel gewinkeld en gedurende een periode van maximum 30 minuten.

In afwijking van het tweede lid, mag een volwassene de minderjarigen van hetzelfde huishouden of personen die nood hebben aan begeleiding, vergezellen.

Onverminderd artikel 5 en onverminderd de opdrachten van de hulp- en interventiediensten, wordt de toegang tot de markten door de bevoegde lokale overheid op dusdanige wijze georganiseerd, zodat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon, evenals de passende preventiemaatregelen die minstens gelijkwaardig zijn aan deze van de "Gids voor de opening van de handel"."

Art. 8.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: " § 1. Behoudens andersluidende strengere of minder strenge bepaling voorzien door dit besluit, zijn samenscholingen van meer dan vier personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld, enkel toegelaten onder de voorwaarden voorzien en voor de activiteiten toegelaten door dit artikel. § 2. De leden van eenzelfde huishouden mogen zich samen verplaatsen. § 3. Enkel de echtgenoten, hun kinderen tot en met 12 jaar, hun getuigen en de ambtenaar van de burgerlijke stand of de bedienaar van de eredienst mogen huwelijken bijwonen.

Tijdens de activiteiten bedoeld in het eerste lid dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd: 1° de uitbater of organisator informeert de bezoekers en personeelsleden tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen en verstrekken de personeelsleden een passende opleiding;2° een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon wordt gegarandeerd;3° het bedekken van de mond en neus met een mondmasker en het dragen van andere persoonlijke beschermingsmiddelen worden steeds sterk aanbevolen in de inrichting en worden er gebruikt indien de regels van de social distancing niet kunnen worden nageleefd omwille van de aard van de uitgeoefende activiteit, onverminderd artikel 25 ;4° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat samenscholingen worden vermeden;5° de uitbater of organisator stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de bezoekers;6° de uitbater of organisator neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;7° de uitbater of organisator zorgt voor een goede verluchting. § 4. Een maximum van 15 personen, kinderen tot en met 12 jaar niet meegeteld, mag begrafenissen en crematies bijwonen, zonder de mogelijkheid van blootstelling van het lichaam.

Tijdens de activiteiten bedoeld in het eerste lid dienen de minimale regels bedoeld in het tweede lid van de derde paragraaf te worden nageleefd. § 5. Een maximum van 50 kinderen tot en met 12 jaar mag de volgende activiteiten bijwonen: 1° de activiteiten in georganiseerd verband, in het bijzonder door een club of vereniging, steeds in aanwezigheid van een meerderjarige trainer, begeleider of toezichter;2° de kampen, stages en activiteiten met naleving van de regels voorzien in artikel 18. § 6. Professionele sportieve wedstrijden en professionele sporttrainingen kunnen enkel plaatsvinden zonder publiek. § 7. Niet-professionele sportieve wedstrijden en niet-professionele sporttrainingen kunnen enkel plaatsvinden voor deelnemers tot en met 12 jaar. Deze wedstrijden en trainingen mogen enkel worden bijgewoond door één lid van het huishouden van de deelnemers. § 8. Wanneer een wedstrijd wordt georganiseerd op de openbare weg, is de voorafgaande toelating van de bevoegde lokale overheid overeenkomstig artikel 16 vereist. § 9. Een maximum van 100 deelnemers mag statische betogingen bijwonen die plaatsvinden op de openbare weg, waar de social distancing kan worden gerespecteerd, en die voorafgaand werden toegelaten door de bevoegde gemeentelijke overheid overeenkomstig artikel 16."

Art. 9.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 15bis, luidende: "Ieder huishouden mag per lid maximum één zelfde duurzaam onderhouden nauw contact per 6 weken per keer in huis of in een toeristisch logies ontvangen, onverminderd artikel 23.

Een alleenstaande mag naast het duurzaam onderhouden nauw contact bedoeld in het eerste lid één bijkomende persoon in huis of in een toeristische logies ontvangen op een ander moment.

In afwijking van het tweede lid, mag een alleenstaande het duurzaam onderhouden nauw contact en de bijkomende persoon tegelijkertijd in huis of in een toeristische logies ontvangen op 24 of 25 december 2020."

Art. 10.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 18bis, luidende: "De bevoegde lokale overheid kan toestemming verlenen voor het laten plaatsvinden van kiesverrichtingen die een buitenlandse Natie voor diens stemgerechtigden wil organiseren in België in bepaalde inrichtingen."

Art. 11.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Inbreuken op de bepalingen van de volgende artikelen worden beteugeld met de straffen bepaald door artikel 187 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid: - artikelen 5 tot en met 11, met uitzondering van de bepalingen die betrekking hebben op de relatie tussen de werkgever en de werknemer; - artikel 13, met uitzondering van de bepalingen die betrekking hebben op de relatie tussen de werkgever en de werknemer, en op de verplichtingen van de bevoegde gemeentelijke overheid; - artikelen 14, 15, 15bis, 19, 21 en 25."

Art. 12.Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een vierde paragraaf, luidende: " § 4. Naast de politiediensten bedoeld in paragraaf 2, hebben de ambtenaren van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie als opdracht toe te zien op de naleving van de artikelen 7bis, § 1 en 8, §§ 2, 3 en 4.

Dit toezicht, met inbegrip van de opsporing en vaststelling van de inbreuken op de artikelen 7bis, § 1 en 8, §§ 2, 3 en 4 bedoeld in artikel 26, gebeurt overeenkomstig de bepalingen van boek XV, titel 1, hoofdstuk 1, van het Wetboek van economisch recht, waarbij toepassing kan worden gemaakt van de procedures bedoeld in de artikelen XV.31 en XV.61 van hetzelfde Wetboek.

Indien toepassing wordt gemaakt van de procedure bedoeld in artikel XV.61 van hetzelfde Wetboek, zijn het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de transactie bij inbreuken op de bepalingen van het Wetboek van economisch recht en zijn uitvoeringsbesluiten van toepassing."

Art. 13.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "De maatregelen voorzien in dit besluit zijn van toepassing tot 15 januari 2021."

Art. 14.De bijlage bij het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.

Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2020, behalve andersluidende bepaling.

Brussel, 28 november 2020 De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

Bijlage bij het ministerieel besluit van 28 november 2020 Handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking De handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking, zijn de volgende: - De wetgevende en uitvoerende machten, met al hun diensten; - De medische zorginstellingen, met inbegrip van de diensten voor preventieve gezondheidszorg; - De diensten voor zorg, opvang en bijstand voor oudere personen, voor minderjarigen, voor mindervalide personen en voor kwetsbare personen, met inbegrip van slachtoffers van intrafamiliaal en seksueel geweld; - De instellingen, diensten en bedrijven die verantwoordelijk zijn voor toezicht, controle en crisisbeheer voor milieuzorg en gezondheidszorg; - De asiel en migratiediensten met inbegrip van asielopvang en detentie in het kader van gedwongen terugkeer; - De integratie en inburgeringsdiensten; - De telecominfrastructuur en -diensten (met inbegrip van het vervangen en verkopen van telefoontoestellen, modems, simkaarten en het uitvoeren van installaties) en digitale infrastructuur; - De media, de journalisten en de diensten van de communicatie; - De diensten voor de afvalophaling en -verwerking; - De hulpverleningszones; - De diensten en bedrijven voor het beheer van vervuilde gronden; - De diensten van private en bijzondere veiligheid; - De politiediensten; - De diensten van de medische hulpverlening en de dringende medische hulpverlening; - Defensie en de veiligheids- en defensie-industrie; - De Civiele Bescherming; - De inlichtingendiensten- en veiligheidsdiensten, met inbegrip van het OCAD; - De justitiediensten en de beroepen die daaraan verbonden zijn: justitiehuizen, magistratuur en penitentiaire instellingen, jeugdinstellingen, elektronisch toezicht, gerechtsdeskundigen, gerechtsdeurwaarders, gerechtspersoneel, vertalers-tolken, advocaten, met inbegrip van de psycho-medische-sociale centra voor het herstel in het recht tot sturen, en de diensten voor slachtofferonthaal; - De Raad van State en de administratieve rechtscolleges; - Het Grondwettelijk Hof; - De internationale instellingen en diplomatieke posten; - De noodplannings- en crisisbeheerdiensten, met inbegrip van Brussel Preventie en Veiligheid; - De Algemene Administratie van douane en accijnzen; - De omgevingen van kinderopvang en scholen, met het oog op het organiseren van opvang, internaten, opvangtehuizen en permanente zorginstellingen; - De universiteiten en hogescholen; - De taxidiensten, de diensten van het openbaar vervoer, het spoorvervoer van personen en goederen, andere vervoersmodi van personen en goederen en logistiek, en de essentiële diensten ter ondersteuning van deze transportmodi. - De leveranciers en transporteurs van brandstoffen, en de leveranciers van brandhout; - De handelszaken en bedrijven die tussenkomen in het kader van de agro-voedselketen, dierenvoeding, de voedingsnijverheid, land- en tuinbouw, productie van meststoffen en andere essentiële grondstoffen voor de agro-voedingsindustrie en visserij; - Dierenartsen, inseminatoren voor de veeteelt en dienst van vilbeluik; - Diensten voor de verzorging, opvang en het asiel van dieren; - Dierenvervoer; - De bedrijven actief in het kader van de productie van persoonlijke hygiëne producten; - De productieketens die niet kunnen worden stilgelegd omwille van technische of veiligheidsredenen; - De verpakkingsindustrie verbonden aan de toegelaten activiteiten; - De apotheken en farmaceutische industrie; - De hotels; - De pech-, herstellings-, onderhouds- en naverkoopdiensten voor voertuigen (inclusief fietsen), alsook het ter beschikking stellen van vervangwagens en het vervangen van banden; - De diensten die essentieel zijn voor dringende herstellingen die een veiligheids- of hygiënerisico inhouden; - De bedrijven actief in de sector van de schoonmaak, het onderhoud en de herstelling voor de andere cruciale sectoren en essentiële diensten; - De postdiensten; - De begrafenisondernemingen, grafdelvers en crematoria; - De overheidsdiensten en -infrastructuur die een rol hebben in de essentiële dienstverlening van de toegelaten categorieën; - De waterhuishouding; - De inspectie- en controlediensten; - De sociale secretariaten; - De noodcentrales en ASTRID; - De meteo- en weerdiensten; - De uitbetalingsinstellingen van sociale prestaties; - De energiesector (gas, elektriciteit, en olie): opbouw, productie, raffinaderij, opslag, transmissie, distributie, markt; - De watersector: drinkwater, zuivering, winning, distributie, en het oppompen; - De chemische industrie, inclusief contracting en onderhoud; - De productie van medische instrumenten; - De financiële sector: banken, elektronisch betalingsverkeer en alle diensten die hiervoor nuttig zijn, handel in effecten, financiële markinfrastructuur, buitenlandse handel, diensten die instaan voor de bevoorrading van cash geld, geldtransporten, geldverwerkers en de financiële berichtgeving tussen banken, de diensten verricht door accountants, belastingconsulenten, erkende boekhouders en erkende boekhouder-fiscalisten; - De verzekeringssector; - De grondstations van ruimtevaartsystemen; - De productie van radio-isotopen; - Het wetenschappelijk onderzoek van vitaal belang; - Het nationaal, internationaal transport en logistiek; - Het luchtvervoer, de luchthavens en de essentiële diensten ter ondersteuning van het luchtvervoer, de grondafhandeling, de luchthavens, de luchtvaartnavigatie en de luchtverkeersleiding en -planning; - De havens, maritiem vervoer, estuaire vaart, short sea shipping, goederenvervoer over water, binnenvaart en de essentiële diensten ter ondersteuning hiervan; - De nucleaire en radiologische sector; - De cementindustrie ; - De notariaten ; - De technische keuring van de voertuigen; - De syndici ; - De juridische diensten van de representatieve werknemersorganisaties. - Dienstverlening betreffende haarwerken en -implantaten noodzakelijk voor personen met een medische aandoening.

Voor de private sector, wordt bovenstaande lijst samen gelezen met onderstaande lijst van paritaire comités en beperkingen.

Beperkingen

Pour le secteur privé, la liste précitée est lue conjointement avec la liste suivante des commissions paritaires et limitations.

Limitations

102.9 Subcomité van de groeven van kalksteen en kalkovens

102.9 Sous-commissions paritaires de l'industrie des carrières de calcaire non taillés et des fours à chaux


104 Paritair comité voor de ijzernijverheid

Volcontinu bedrijven.

104 Commission paritaire de l'industrie sidérurgique

Les entreprises fonctionnant en continu.

105 Paritair comité voor non-ferro metalen

Volcontinu bedrijven.

105 Commission paritaire des métaux non-ferreux

Les entreprises fonctionnant en continu.

106 Paritair comité voor het cementbedrijf

Beperkt tot de productieketting van de ovens op hoge temperaturen (belangrijk voor afvalverwerking).

106 Commission paritaire des industries du ciment

Limité à la chaîne de production des fours à haute température (important pour le traitement des déchets).

109 Paritair comité voor het kleding- en confectiebedrijf

Beperkt tot: - de productie van medisch textiel gebruikt in ziekenhuizen en zorginstellingen; - de toelevering van medisch textiel en medische kledij aan ziekenhuizen en zorginstellingen en de toelevering van cleanroom kledij aan farmaceutische bedrijven.

109 Commission paritaire de l'industrie de l'habillement et de la confection

Limité à : - la production de textiles médicaux utilisés dans les hôpitaux et dans les établissements de soin ; - l'approvisionnement de textiles et vêtements médicaux aux hôpitaux et aux établissements de soin et - l'approvisionnement de vêtements cleanroom aux entreprises pharmaceutiques.

110 Paritair comité voor textielverzorging

110 Commission paritaire pour l'entretien du textile


111 Paritair comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw

Beperkt tot : 1° productie, toelevering, onderhoud en herstelling van landbouwmachines en installaties van bedrijven behorende tot de cruciale sectoren en essentiële diensten;2° de veiligheids- en defensie-industrie en de productie van materiaal voor de medische en (para)farmaceutische industrie. 111 Commission paritaire des constructions métallique, mécanique et électrique

Limité à : - la production, la livraison, l'entretien, la réparation des machines agricoles et des installations des entreprises qui appartiennent aux secteurs cruciaux et des services essentiels ; - l'industrie de sécurité et de défense et la production de matériaux pour le secteur médical et l'industrie (para)pharmaceutique.

112 Paritair comité voor het garagebedrijf

Beperkt tot pech-, herstellings-, onderhouds-, naverkoop- en takeldiensten en bandenwissel.

112 Commission paritaire des entreprises de garage

Limités aux services de dépannage, de réparation et d'entretien, les service après-vente et les changements de pneus.

113 Paritair comité voor het ceramiekbedrijf

Beperkt tot continue ovens.

113 Commission paritaire de l'industrie céramique

Limité aux fours à feu continu.

113.04 Paritair subcomité voor de pannenbakkerijen

Beperkt tot continue ovens.

113.04 Sous-commission paritaire des tuileries

Limité aux fours à feu continu.

114 Paritair comité voor de steenbakkerij

Beperkt tot continue ovens.

114 Commission paritaire de l'industrie des briques

Limité aux fours à feu continu.

115 Paritair comité voor het glasbedrijf

Beperkt tot continue vuurovens.

115 Commission paritaire de l'industrie verrière

Limité aux fours à feu continu.

116 Paritair comité voor de scheikundige nijverheid

Alles behalve NACE Codes : 203, 2012, 2030, 2042, 2052, 2222, 2229, 2352, 20120, 20300, 20412, 20420, 20520, 22220, 23520.

116 Commission paritaire de l'industrie chimique

Tout sauf les codes NACE : 203, 2012, 2030, 2042, 2052, 2222, 2229, 2352, 20120, 20300, 20412, 20420, 20520, 22220, 23520.

117 Paritair comité voor de petroleumnijverheid en -handel

117 Commission paritaire de l'industrie et du commerce du pétrole


118 Paritair comité voor de voedingsnijverheid

118 Commission paritaire de l'industrie alimentaire


119 Paritair comité voor de handel in voedingswaren

119 Commission paritaire du commerce alimentaire


120 Paritair comité voor de textielnijverheid

Beperkt tot: 1° de sector van de persoonlijke hygiëne producten, waaronder incontinentieproducten, baby-luiers en dameshygiëneproducten;2° de productie van medisch textiel gebruikt in ziekenhuizen en zorginstellingen;3° de toelevering van medisch textiel en medische kledij aan ziekenhuizen en zorginstellingen en de toelevering van cleanroom kledij aan farmaceutische bedrijven. 120 Commission paritaire de l'industrie textile

Limité : - au secteur des produits d'hygiène personnelle, dont les produits d'incontinence, les couches bébés et les produits d'hygiène féminine ; - à la production de textiles médicaux utilisés dans les hôpitaux et dans les établissements de soin ; - à l'approvisionnement de textiles et vêtements médicaux aux hôpitaux et aux établissements de soin et à l'approvisionnement de vêtements cleanroom aux entreprises pharmaceutiques.

121 Paritair comité voor de schoonmaak

121 Commission paritaire pour le nettoyage


124 Paritair comité voor het bouwbedrijf

124 Commission paritaire de la construction


125 Paritair comité voor de houtnijverheid

125 Commission paritaire de l'industrie du bois


126 Paritair comité voor de stoffering en houtbewerking

126 Commission paritaire de l'ameublement et de l'industrie transformatrice du bois


127 Paritair comité voor de handel in brandstoffen

127 Commission paritaire pour le commerce de combustibles


129 Paritair comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton

Beperkt tot de verpakkingen uit papier en karton, tot zakdoekjes en toiletpapier, evenals tot papier voor kranten alsook tot grafisch papier en papierpulp.

129 Commission paritaire pour la production des pâtes, papiers et carton

Limité au matériel d'emballage en papier et en carton, aux mouchoirs et au papier toilette, ainsi qu'au papier journal ainsi qu'au papier graphique et à la pâte à papier.

130 Paritair comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf

Beperkt tot: - drukken van dag- en weekblad en drukken van toepassingen (etiketten, labels) nodig voor de voedings- en agro-industrie, en het drukken van bijsluiters en verpakkingen voor de farmaceutische industrie.

130 Commission paritaire de l'imprimerie, des arts graphiques et des journaux

Limité à l'impression de journaux quotidiens et hebdomadaires et l'impression d'applications (étiquettes, labels) nécessaires pour l'industrie agro-alimentaire et pour l'impression des notices et emballages pour l'industrie pharmaceutique.

132 Paritair comité voor ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken

132 Commission paritaire pour les entreprises de travaux techniques agricoles et horticoles


136 Paritair comité voor de papier en kartonbewerking

Beperkt tot de verpakkingen uit papier en karton, tot zakdoekjes en toiletpapier, evenals tot papier voor kranten.

136 Commission paritaire de la transformation du papier et du carton

Limité au matériel d'emballage en papier et en carton, aux mouchoirs et au papier toilette, ainsi qu'au papier journal.

139 Paritair comité voor de binnenscheepvaart

139 Commission paritaire de la batellerie


140 Paritair comité voor het vervoer en de logistiek Subcomités: 140.01,140.03, 140.04

Beperkt tot personenvervoer, wegvervoer, spoorvervoer, logistiek en grondafhandeling voor luchthavens.

140 Commission paritaire du transport Sous-commissions : 140.01,140.03, 140.04

Limité au transport de personnes, au transport routier, au transport ferroviaire, logistique et assistance en escale pour aéroport.

140.05 Paritair subcomité voor de verhuizing

140.05 Sous-commission paritaire pour le déménagement


142 Paritair comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht Subcomités : 142.01, 142.02, 142.03, 142.04

Beperkt tot afvalophaling en/of -verwerking.

142 Commission paritaire pour les entreprises de valorisation de matières premières de récupération Sous-commissions : 142.01, 142.02, 142.03, 142.04

Limité à la collecte et/ou au traitement des déchets.

143 Paritair comité voor de zeevisserij

143 Commission paritaire de la pêche maritime


144 Paritair comité voor de landbouw

144 Commission paritaire de l'agriculture


145 Paritair comité voor het tuinbouwbedrijf

145 Commission paritaire pour les entreprises horticoles


149.01 Paritair subcomité voor de elektriciens: installatie en distributie

149.01 Sous-commission paritaire des électriciens : installation et distribution


149.02 Paritair subcomité voor het koetswerk

149.02 Sous-commission paritaire pour la carrosserie


149.03 Paritair subcomité voor de edele metalen

Beperkt tot machineonderhoud en herstellingen.

149.03 Sous-commission paritaire pour les métaux précieux

Limité à l'entretien des machines et aux réparations.

149.04 Paritair subcomité voor de metaalhandel

Beperkt tot onderhoud en herstelling.

149.04 Sous-commission paritaire pour le commerce du métal

Limité à l'entretien et aux réparations.

152 Paritair comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs Subcomités: 152.01, 152.02

152 Commission paritaire pour les institutions subsidiées de l'enseignement libre Sous-commissions : 152.01, 152.02


200 Aanvullend Paritair comité voor de bedienden

Beperkt tot de bedienden noodzakelijk bij onderhoud, herstelling, productie en toelevering van bedrijven die behoren tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten.

200 Commission paritaire auxiliaire pour employés

Limité aux employés nécessaires pour la production, la livraison, l'entretien, la réparation au sein des entreprises qui appartiennent aux secteurs cruciaux et des services essentiels.

201 Paritair comité voor de zelfstandige kleinhandel

201 Commission paritaire du commerce de détail indépendant


202 Paritair comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren

202 Commission paritaire pour les employés du commerce de détail alimentaire


202.01 Paritair subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven

202.01 Sous-commission paritaire pour les moyennes entreprises d'alimentation


207 Paritair comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid

Alles behalve NACE Codes : 203, 2012, 2030, 2042, 2052, 2222, 2229, 2352, 20120, 20300, 20412, 20420, 20520, 22220, 23520.

207 Commission paritaire pour employés de l'industrie chimique

Tout sauf les codes NACE : 203, 2012, 2030, 2042, 2052, 2222, 2229, 2352, 20120, 20300, 20412, 20420, 20520, 22220, 23520.

209 Paritair comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid

Beperkt tot: - productie, toelevering, onderhoud en herstelling van installaties van bedrijven behorende tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten; - de veiligheids- en defensie-industrie en de productie van materiaal voor de medische en (para)farmaceutische industrie.

209 Commission paritaire pour employés des fabrications métalliques

Limité : - à la production, la livraison, l'entretien et la réparation des installations des entreprises qui appartiennent aux secteurs cruciaux et des services essentiels ; - à l'industrie de sécurité et de défense et à la production de matériaux pour le secteur médical et l'industrie (para)pharmaceutique.

210 Paritair comité voor de bedienden van de ijzernijverheid

210 Commission paritaire pour les employés de la sidérurgie


211 Paritair comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel

211 Commission paritaire pour employés de l'industrie et du commerce du pétrole


216 Paritair comité voor de notarisbedienden

216 Commission paritaire pour les employés occupés chez les notaires


220 Paritair comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid

220 Commission paritaire pour les employés de l'industrie alimentaire


221 Paritair comité voor de bedienden uit de papiernijverheid

Beperkt tot de verpakkingen uit papier en karton, tot zakdoekjes en toiletpapier, evenals tot papier voor kranten, alsook tot grafisch papier en papierpulp.

221 Commission paritaire des employés de l'industrie papetière

Limité au matériel d'emballage en papier et en carton, aux mouchoirs et au papier toilette, ainsi qu'au papier journal ainsi qu'au papier graphique et à la pâte à papier.

222 Paritair comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking

Beperkt tot de verpakkingen uit papier en karton, tot zakdoekjes en toiletpapier, evenals tot papier voor kranten, alsook tot grafisch papier en papierpulp.

222 Commission paritaire pour les employés de la transformation du papier et du carton

Limité au matériel d'emballage en papier et en carton, aux mouchoirs et au papier toilette, ainsi qu'au papier journal, ainsi qu'au papier graphique et à la pâte à papier.

224 Paritair comité voor de bedienden van de non-ferro metalen

Volcontinu bedrijven.

224 Commission paritaire pour les employés des métaux non-ferreux

Les entreprises fonctionnant en continu.

225 Paritair comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs Subcomités: 225.01, 225.02

225 Commission paritaire pour les employés des institutions de l'enseignement libre subventionné Sous-commissions : 225.01, 225.02


226 Paritair comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek

226 Commission paritaire pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes


227 Paritair comité voor de audiovisuele sector

Beperkt tot radio en televisie.

227 Commission paritaire pour le secteur audiovisuel

Limité à la radio et télévision.

301 Paritair comité voor het havenbedrijf

301 Commission paritaire des ports


302 Paritair comité voor het hotelbedrijf

Beperkt tot de hotels.

302 Commission paritaire de l'industrie hôtelière

Limité aux hôtels.

304 Paritair comité voor de vermakelijkheidsbedrijven

Beperkt tot radio en televisie.

304 Commission paritaire du spectacle

Limité à la radio et à la télévision.

309 Paritair comité voor de beursvennootschappen

309 Commission paritaire pour les sociétés de bourse


310 Paritair comité voor de banken

310 Commission paritaire pour les banques


311 Paritair comité voor de grote kleinhandelszaken

311 Commission paritaire des grandes entreprises de vente au détail


312 Paritair comité voor de warenhuizen

312 Commission paritaire des grands magasins


313 Paritair comité voor de apotheken en tarificatiediensten

313 Commission paritaire pour les pharmacies et offices de tarification


315 Paritair comité voor de handelsluchtvaart (en subcomités)

315 Commission paritaire de l'aviation commerciale


316 Paritair comité voor koopvaardij

316 Commission paritaire pour la marine marchande


317 Paritair comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten

317 Commission paritaire pour les services de garde


318 Paritair comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp (en subcomités)

318 Commission paritaire pour les services des aides familiales et des aides seniors et sous-commissions


319 Paritair comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen (en subcomités)

319 Commission paritaire des établissements et services d'éducation et d'hébergement et sous-commissions


320 Paritair comité voor de begrafenisondernemingen

320 Commission paritaire des pompes funèbres


321 Paritair comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen

321 Commission paritaire pour les grossistes-répartiteurs de médicaments


322 Paritair comité voor de uitzendarbeid en erkende ondernemingen die buurtwerken of- diensten leveren

Beperkt tot de dienstverlening aan de bedrijven behorende tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten voor wat betreft de uitzendarbeid, en beperkt tot zorg en welzijnswerk aan kwetsbare doelgroepen en tot de huishoudens overeenkomstig het protocol, voor wat betreft de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren.

322 Commission paritaire pour le travail intérimaire et les entreprises agréées fournissant des travaux et service de proximité

Limité aux prestations de service aux entreprises qui appartiennent aux secteurs cruciaux et aux services essentiels en ce qui concerne le travail intérimaire, et limité aux soins et à l'assistance sociale aux publics vulnérables et aux ménages conformément au protocole, en ce qui concerne les entreprises agréées fournissant des travaux et service de proximité.

326 Paritair comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf

326 Commission paritaire de l'industrie du gaz et de l'électricité


327 Paritair comité voor de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven

Beperkt tot toelevering van bedrijven behorende tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten.

327 Commission paritaire pour les entreprises de travail adapté, les ateliers sociaux et les « maatwerkbedrijven »

Limité à la livraison aux entreprises qui appartiennent aux secteurs cruciaux et aux services essentiels.

328 Paritair comité voor het stads- en streekvervoer

328 Commission paritaire du transport urbain et régional


329 Paritair comité voor de socioculturele sector

Beperkt tot: - zorg, welzijn (inclusief de hulpverleners en jeugdwelzijnswerkers) en voedselbedeling; - de monumentenwacht en niet-commerciële radio en televisie.

329 Commission paritaire pour le secteur socio-culturel

Limité : - aux soins, au bien-être (y compris les assistants sociaux, et les travailleurs de l'aide à la jeunesse) et à la distribution alimentaire ; - à la surveillance des monuments et à la radio et télévision non commerciale.

330 Paritair comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten

330 Commission paritaire des établissements et des services de santé


331 Paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector

331 Commission paritaire pour le secteur flamand de l'aide sociale et des soins de santé


332 Paritair comité voor de Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector

332 Commission paritaire pour le secteur francophone, germanophone et bicommunautaire de l'aide sociale et des soins de santé


335 Paritair comité voor de dienstverlening aan en de ondersteuning van het bedrijfsleven en de zelfstandigen

Beperkt tot de sociale secretariaten en de sociale verzekeringsfondsen, de kinderbijslagkassen en de ondernemingsloketten.

335 Commission paritaire de prestation de services et de soutien aux entreprises et aux indépendants

Limité aux secrétariats sociaux, les fonds d'assurance sociale, les caisses d'allocations familiales et les guichets d'entreprises.

336 Paritair comité voor de vrije beroepen

336 Commission paritaire pour les professions libérales


337 Aanvullend paritair comité voor de non-profitsector

Beperkt tot: - zorg en welzijnswerk aan kwetsbare doelgroepen; - het Instituut voor Tropische Geneeskunde en de mutualiteiten.

337 Commission paritaire auxiliaire pour le secteur non-marchand

Limité : - aux services de soins et d'assistance sociale aux publics vulnérables ; - à l'Institut de Médecine Tropicale et aux mutualités.

339 Paritair comité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting (en subcomités)

339 Commission paritaire pour les sociétés de logement social agréées (et sous-commissions)


340 Paritair comité voor de orthopedische technologieën

340 Commission paritaire pour les technologies orthopédiques


Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 28 november 2020 De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN

^