gepubliceerd op 15 juli 2009
Protocolakkoord tussen de Staat en de Duitstalige Gemeenschap inzake slachtofferzorg
5 JUNI 2009. - Protocolakkoord tussen de Staat en de Duitstalige Gemeenschap inzake slachtofferzorg
Overwegende dat de bevoegdheden met betrekking tot slachtofferzorg verdeeld zijn tussen de Staat en de Gemeenschappen;
Overwegende dat een structurele samenwerking tussen de Staat en de Duitstalige Gemeenschap noodzakelijk is om tot een kwaliteitsvolle zorg- en dienstverlening aan slachtoffers te komen;
Overwegende dat een optimale en goed uitgebouwde slachtofferzorg alle gevolgen van het slachtofferschap in de mate van het mogelijke moet beperken en herstellen.
Overwegende dat het Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid pleit voor de afsluiting van een samenwerkingsakkoord teneinde een optimale samenwerking te bereiken tussen politionele slachtofferbejegening, slachtofferonthaal en slachtofferhulp; de Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie; en de Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering, in de persoon van de Minister-President en in de persoon van de Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme die gezamenlijk hun eigen bevoegdheden uitoefenen, zijn overeengekomen hetgeen volgt :
Artikel 1.In afwachting van de afsluiting van een samenwerkingsakkoord, regelt dit protocolakkoord bij wijze van overgangsmaatregel de samenwerking tussen de partijen, door de bepalingen in het bijgevoegde document toe te passen.
De ondertekenende partijen wensen dat er een samenwerkingsakkoord wordt afgesloten binnen de 18 maanden na ondertekening van dit protocolakkoord. Hiertoe zal een werkgroep, bestaande uit de vertegenwoordigers van de ondertekenende partijen en hun administratie, verzocht worden bijeen te komen op initiatief van het Nationaal Forum.
Art. 2.Dit protocolakkoord heeft geen enkele nieuwe weerslag op de begroting, aangezien het de reeds bestaande voorzieningen betreft.
Art. 3.Met respect voor de bevoegdheden van de ondertekenende partijen, wordt door elk van deze partijen binnen de 18 maanden na ondertekening van dit protocol nagegaan op welke wijze de coördinatie kan geoptimaliseerd worden van de betrokken diensten in dit samenwerkingsakkoord.
Brussel, 5 juni 2009, in vier originele exemplaren.
Voor de Staat : De Minister van Binnenlandse Zaken, G. DE PADT De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Voor de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES
Bijlage bij het protocolakkoord tussen de Staat en de Duitstalige Gemeenschap inzake slachtofferzorg HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit protocolakkoord wordt verstaan onder : 1° slachtoffer : de natuurlijke persoon, evenals zijn na(ast)bestaanden, die als direct gevolg van handelen of nalaten in strijd met de strafwetgeving schade heeft geleden, met inbegrip van een lichamelijk of geestelijk letsel, een psychisch lijden of een economisch verlies;2° na(ast)bestaande : de rechthebbende van het slachtoffer of elke persoon die een bijzondere affectieve band heeft met het slachtoffer;3° slachtofferzorg : de hulp- en dienstverlening in de breedste betekenis, die vanuit de verschillende maatschappelijke sectoren, hetzij politieel, justitieel, sociaal of medisch, aan slachtoffers wordt geboden;4° slachtofferbeleid : het geheel van bestuursdaden van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten in verband met de slachtofferzorg;5° politionele slachtofferbejegening : de dienstverlening aan slachtoffers door de politie, waarbij de eerste opvang en het onthaal van het slachtoffer evenals het verstrekken van een goede basisinformatie aan het slachtoffer centraal staan;6° dienst politionele slachtofferbejegening : de dienst binnen de federale of de lokale politie die instaat, enerzijds, voor de sensibilisering en permanente vorming van de politieambtenaren inzake politionele slachtofferbejegening en, anderzijds, voor het bieden van deze gespecialiseerde slachtofferbejegening zonder afbreuk te doen aan de wettelijke verplichtingen inzake slachtofferbejegening van elke individuele politieambtenaar;7° slachtofferonthaal : de bijstand aan slachtoffers in de verschillende fasen van de gerechtelijke procedure;8° dienst slachtofferonthaal : de justitieassistenten van het justitiehuis die, zowel tijdens het gerechtelijk onderzoek als tijdens de strafuitvoering, specifieke informatie verstrekt aan slachtoffers en na(ast)bestaanden in een individueel dossier en die de nodige bijstand verleent of organiseert op emotioneel moeilijke momenten tijdens de gerechtelijke procedure;9° slachtofferhulp : de sociale hulpverlening aan en psychologische begeleiding van slachtoffers die wordt geboden door de gespecialiseerde hulpverleningsdiensten;10° gespecialiseerde hulpverleningsdiensten : de diensten erkend en gesubsidieerd door de Duitstalige Gemeenschap bedoeld in de punten 11 tot 13 van dit artikel, die hulp verlenen aan slachtoffers;11° dienst voor jeugdbijstand : de dienst bedoeld in het artikel 8 van het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 19 mei 2008 over de Jeugdbijstand en houdende omzetting van maatregelen inzake jeugdbescherming; 12° S-PZ V.o.G : het centrum voor psycho-sociale gezondheidszorg erkend door de Duitstalige Gemeenschap die een ambulante zorgstructuur aanbiedt, die via een multidisciplinaire aanpak en in samenwerking met andere diensten of personen betrokken in de geestelijke gezondheidszorg, instaan voor de opvang, de diagnose en de psychiatrische, psychologische en psychosociale behandeling; 13° Prisma V.o.G : de onthaalstructuur die sociale, psychologische en juridische hulp verleent en voorziet in een residentiële structuur voor vrouwen die slachtoffer zijn van fysiek of seksueel geweld. HOOFDSTUK II. - Doelstelling
Art. 2.Dit protocol beoogt een structurele samenwerking inzake slachtofferzorg tussen de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, de Federale Overheidsdienst Justitie, de Duitstalige Gemeenschap en de gespecialiseerde hulpverleningsdiensten erkend door de Duitstalige Gemeenschap.
Deze structurele samenwerking is noodzakelijk in functie van een kwaliteitsvolle zorg- en dienstverlening aan slachtoffers. Een optimale en goed uitgebouwde slachtofferzorg moet alle gevolgen van het slachtofferschap in de mate van het mogelijke beperken en herstellen. HOOFDSTUK III. - Bevoegdheden en opdrachten
Art. 3.De Staat is bevoegd voor : 1° het niet-justitiële beleid inzake politie en veiligheid en in het bijzonder de politionele slachtofferbejegening;2° het strafrechtelijk beleid en in het bijzonder het gerechtelijk slachtofferbeleid.In dat kader waarborgt de Staat de rechten van het slachtoffer binnen de gerechtelijke procedure waaronder slachtofferonthaal.
Art. 4.§ 1. De Duitstalige Gemeenschap heeft hoofdzakelijk als opdracht om, via de gespecialiseerde hulpverleningsdiensten, sociale hulp en psychologische begeleiding te bieden aan personen die worden geconfronteerd met de directe en indirecte gevolgen van slachtofferschap. § 2. De Duitstalige Gemeenschap is bevoegd voor de erkenning van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg. § 3. De Duitstalige Gemeenschap is bevoegd om, via de diensten voor jeugdbijstand, aangepaste hulp te bieden aan kinderen die slachtoffer zijn van mishandeling en aan hun leefomgeving. HOOFDSTUK IV. - Verbintenissen
Art. 5.Elke persoon die in contact treedt met hulpvragers dient hun ideologische, filosofische of religieuze overtuiging te respecteren en is ertoe gehouden het beroepsgeheim te respecteren.
Art. 6.In het kader van zijn bevoegdheid, bedoeld in artikel 3, 1° van dit protocolakkoord, en in uitvoering van artikel 46 van de wet van 5 augustus 1992 op het Politieambt en de daaraan gekoppelde onderrichtingen, verbindt de Staat zich ertoe : 1° de maatregelen te nemen opdat de belangen van het slachtoffer van een misdrijf als volgt worden erkend : 1.de politiediensten te voorzien van de geschikte materiële omstandigheden voor het onthaal, de eerste opvang en het verhoor van slachtoffers; 2. aan slachtoffers de nodige informatie te verstrekken over hun rechten in de gerechtelijke procedure, het verloop van de strafrechtspleging, de verklaring benadeelde persoon en de burgerlijke partijstelling en de mogelijkheden tot doorverwijzing naar de gespecialiseerde hulpverleningsdiensten;3. ervoor zorgen dat slachtoffers de nodige informatie kunnen laten opnemen in het proces-verbaal over de geleden materiële en immateriële schade, alsook over hun verzoek om uitvoerig op de hoogte te worden gehouden;4. de politieambtenaren kunnen hierin worden bijgestaan door de dienst politionele slachtofferbejegening; 2° een gepaste en permanente opleiding te voorzien inzake slachtofferbejegening voor alle politieambtenaren, o.a. door de dienst politionele slachtofferbejegening van het korps in te schakelen bij de interne vorming; 3° een contactpersoon en een plaatsvervanger te voorzien, binnen de Federale Politie, om op een structurele manier een permanente dialoog tussen en een samenwerking met andere instanties inzake slachtofferzorg, zowel op federaal, lokaal als gemeenschapsniveau, te bevorderen.
Art. 7.In het kader van zijn bevoegdheid bedoeld in artikel 3, 2°, van dit protocolakkoord, verbindt de Staat er zich toe : 1° de nodige matregelen te nemen opdat de belangen van het slachtoffer worden erkend en opdat het slachtoffer partij kan zijn binnen de gerechtelijke procedure;2° een beleid te voeren dat streeft naar een zorgvuldige en correcte bejegening van slachtoffers.In het kader van dit beleid wordt aan slachtoffers de waarborg gegeven dat zij informatie krijgen over hun positie in de gerechtelijke procedure, het verloop van de strafrechtspleging, de mogelijke strafuitvoering door de dader van de feiten en de mogelijkheden om herstel te bekomen van de geleden schade. De personeelsleden van parketten en rechtbanken, alsook de justitiehuizen, verstrekken deze informatie; 3° de mogelijkheden te optimaliseren die het slachtoffer kan aanwenden om herstel te bekomen van geleden materiële en immateriële schade;4° een gepaste en permanente opleiding inzake slachtofferzorg te organiseren voor de magistratuur en het personeel van rechtbanken en parketten;5° via het College van Procureurs-generaal een uniform slachtofferbeleid binnen de rechterlijke orde te bevorderen.Daartoe wordt een lid van het College specifiek met belast het gerechtelijk slachtofferbeleid; 6° een contactpersoon en plaatsvervanger te voorzien op het niveau van de Federale Overheidsdienst Justitie, binnen het Directoraat-generaal Justitiehuizen, om op een structurele manier een permanente dialoog tussen en samenwerking met andere instanties inzake slachtofferzorg, zowel op federaal als op gemeenschaps- en gewestniveau, te bevorderen.
Art. 8.In het kader van zijn bevoegdheid bedoeld in artikel 4 van dit protocolakkoord, verbindt de Duitstalige Gemeenschap er zich toe : 1° de informatie over de gespecialiseerde hulpverleningsdiensten in het gerechtelijk arrondissement van Eupen over te maken aan de politiediensten;2° de adressen van de voorzieningen bedoeld in artikel 1, 11° tot 13°, te bezorgen aan de contactpersonen bedoeld in artikel 6, 3° en artikel 7, 6°, evenals elke adreswijziging;3° een contactpersoon en een plaatsvervanger te voorzien op het niveau van de administratie van de Duitstalige Gemeenschap, om op een structurele manier een permanente dialoog tussen en samenwerking met andere instanties inzake slachtofferzorg, zowel op federaal als op gemeenschaps- en gewestniveau, te bevorderen.
Art. 9.§ 1. Onverminderd de toepassing van de artikelen 6 tot 8 van dit protocolakkoord nemen de partijen, voor wat betreft de samenwerking en verwijzing, de verplichtingen op zich, bedoeld in de volgende paragrafen. § 2. De Staat verbindt er zich toe dat de politiediensten : 1° alle slachtoffers informeren over het bestaan van de gespecialiseerde hulpverleningsdiensten in de Duitstalige Gemeenschap, hun opdrachten en hun gegevens;2° via de dienst politionele slachtofferbejegening, aan slachtoffers van gewelddaden en aan slachtoffers die met de dader werden geconfronteerd, systematisch een formulier van rechtstreekse verwijzing voorleggen volgens volgend schema : 1.Bij instemming neemt de politieambtenaar contact op met de medewerker van de dienst politionele slachtofferbejegening of geeft de coördinaten van de medewerker aan het slachtoffer. 1.1. De dienst politionele slachtofferbejegening licht het slachtoffer in over de mogelijkheid van psychosociale of psychiatrische begeleiding door het SPZ. 1.2. In het geval van een vrouw die slachtoffer is van fysiek of seksueel geweld, licht de dienst politionele slachtofferbejegening het slachtoffer in over de mogelijkheid van een ambulante of residentiële begeleiding door Prisma. 1.3. De medewerker van de dienst politionele slachtofferbejegening heeft een gesprek met het slachtoffer waarbij de hoogdringendheid van de begeleiding wordt nagegaan. Hij vult het verwijsformulier in en maakt het over aan het SPZ of afhankelijk van het geval aan Prisma. De minderjarige slachtoffers van mishandeling worden verwezen naar de dienst voor jeugdbijstand van de Duitstalige Gemeenschap. 1.4. In geval van hoogdringendheid en mits toestemming van het slachtoffer, neemt de dienst politionele slachtofferbejegening telefonisch contact op met het SPZ of afhankelijk van het geval met Prisma; 3° het aanbod van verwijzing van het slachtoffer vermelden in het proces-verbaal.De beslissing van het slachtoffer wordt echter niet vermeld; § 3. De parketmagistraat of de onderzoeksrechter kunnen beroep doen op de dienst slachtofferonthaal.
De Staat zal erop toezien dat slachtoffers die zich rechtstreeks tot de rechterlijke macht wenden, geïnformeerd worden over het bestaan van de gespecialiseerde hulpverleningsdiensten, hun opdrachten en hun gegevens. Aan slachtoffers van gewelddaden en aan slachtoffers die met de dader geconfronteerd werden, en die zich rechtstreeks tot de rechterlijke macht wenden, zal het personeel van het parket of de rechtbank tenminste voorstellen om te worden verwezen naar een gespecialiseerde hulpverleningsdienst. § 4. De Duitstalige Gemeenschap verbindt er zich toe dat de gespecialiseerde hulpverleningsdiensten : 1° zo snel mogelijk contact opnemen met de slachtoffers die vermeld staan op de van de dienst politionele slachtofferbejegening ontvangen verwijsformulieren;2° feedback geven aan de dienst politionele slachtofferbejegening die rechtstreeks hebben verwezen, volgens het hierbij gevoegde model (dat slechts een indicatieve waarde heeft);3° de slachtoffers die er nood aan hebben, verwijzen naar een gepaste oplossing. HOOFDSTUK V. - Overlegstructuren
Art. 10.§ 1. Het Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid vormt een overlegplatform voor de vertegenwoordigers van de bevoegde ministers en diensten van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten en alle instanties en diensten die bij de slachtofferzorg betrokken zijn. § 2. Het Forum heeft als opdracht : 1° de samenwerking en het overleg te bevorderen tussen de diensten van de Staat en die van de Gemeenschappen en de Gewesten, alsook met de arrondissementele raden bedoeld in artikel 11 en de instanties en diensten die bij de slachtofferzorg betrokken zijn;2° op eigen initiatief of op verzoek van de bevoegde ministers, hen advies te verstrekken over elke aangelegenheid die van belang is voor de ontwikkeling van het slachtofferbeleid;3° de toepassing van dit protocolakkoord te evalueren en hierover te rapporteren aan de bevoegde ministers.
Art. 11.§ 1. Er bestaat in het gerechtelijk arrondissement Eupen een arrondissementele raad voor het slachtofferbeleid, die minstens tweemaal per jaar bijeenkomt. § 2. De arrondissementele raad heeft als opdracht : 1° de in het protocolakkoord opgenomen bepalingen te concretiseren en te implementeren in functie van een integrale slachtofferzorg, rekening houdend, enerzijds, met de specifieke situatie van de regio en, anderzijds, met de noden van de slachtoffers; 2° de samenwerking tussen de bevoegde diensten van de Staat en de Duitstalige Gemeenschap en de gespecialiseerde hulpverleningsdiensten, o.m. door de nodige beleidsmaatregelen voor te stellen en uit te werken; 3° moeilijkheden die zich voordoen m.b.t. het slachtofferbeleid te rapporteren aan de bevoegde overheden en mogelijke verbeteringen voor te stellen. § 3. De arrondissementele raad is minimaal samengesteld uit : 1° de procureur des Konings en/of de verbindingsmagistraat;2° een vertegenwoordiger van Prisma, van de SPZ en van de dienst voor jeugdbijstand;3° de korpschefs van de politiezones of hun vertegenwoordiger, vergezeld van een vertegenwoordiger van de dienst voor politionele slachtofferbejegening;4° de directeur-coördinator van de federale politie of zijn vertegenwoordiger, eventueel vergezeld van een vertegenwoordiger van de dienst voor politionele slachtofferbejegening;5° een vertegenwoordiger van de balie;6° de directeur van het justitiehuis;7° een justitieassistent van de dienst slachtofferonthaal;8° enige andere dienst, naargelang het onderwerp van de vergadering, uitgenodigd door de voorzitter. De contactpersoon bedoeld in artikel 8, 3° wordt uitgenodigd op de vergaderingen van de arrondissementele raad. § 4. De leden van de arrondissementele raad kiezen tweejaarlijks een voorzitter en een ondervoorzitter. De justitieassistent is niet verkiesbaar.
Het secretariaat van de arrondissementele raad wordt waargenomen bij beurtrol.
Art. 12.§ 1. De arrondissementele raad voor slachtofferbeleid van Eupen kan één of meerdere psychosociale welzijnsteams slachtofferzorg oprichten. De leden van het welzijnsteam bepalen onderling de frequentie van hun vergaderingen. § 2. Het welzijnsteam heeft als opdracht : 1° binnen de lijnen van dit protocolakkoord, de samenwerking en taakverdeling te regelen in het welzijnsteam en met andere diensten en personen die een bijdrage leveren aan de individuele slachtofferzorg in de Duitstalige Gemeenschap;2° de arrondissementele raad voor het slachtofferbeleid te informeren en te adviseren. § 3. Het welzijnsteam is minimaal samengesteld uit : 1° een justitieassistent van de dienst slachtofferonthaal;2° een personeelslid van een dienst voor politionele slachtofferbejegening;3° een personeelslid van een gespecialiseerde hulpverleningsdienst. Het secretariaat van het welzijnsteam wordt waargenomen bij beurtrol.
Anfrage für eine erste Hilfe für Opfer einer Straftat an einen spezialisierten Hilfsdienst
Name des Opfers: . . . . .
Geburtsdatum: . . . . .
Akz.: . . . . .
Datum der Straftat: . . . . .
Taten in Bezug auf das Opfer (kurze Beschreibung): Dringlichkeit in Verbindung mit dem Zustand des Opfers: Verantwortlicher der bisherigen Opferbetreuung: Polizeilicher Opferbeistand bei der lokalen/föderalen Polizei Dienststelle für Opferbetreuung im Justizhaus Eupen Name: . . . . .
Adresse der Geschiftsstelle: . . . . .
Telefonnummer: . . . . .
Datum/Unterschrift: . . . . . *Unzutreffendes bitte streichen Rückmeldung: (An den polizeilichen Opferbeistand bei der lokalen/föderalen Polizei oder der Dienststelle für Opferbetreuung im Justizhaus Eupen) Anfrage erhalten am: . . . . .
Sachbearbeiter im SPZ: . . . . .
Rückmeldung an die Opferbetreuungsdienststelle: . . . . . . . . . . am . . . . .