Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 24 november 2006
gepubliceerd op 01 december 2006

Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving van gerechtelijke directeur en de daaruit voortvloeiende profielvereisten

bron
federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2006000883
pub.
01/12/2006
prom.
24/11/2006
ELI
eli/besluit/2006/11/24/2006000883/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 NOVEMBER 2006. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving van gerechtelijke directeur en de daaruit voortvloeiende profielvereisten


De Minister van Justitie, De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op de artikelen 105 en 121;

Gelet op de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, inzonderheid op artikel 68;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol), inzonderheid op de artikelen VII.III.8, tweede lid, en VII.III.10, 4°, RPPol;

Gelet op het protocol nr. 189/4 van 31 augustus 2006 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;

Gelet op het advies van de commissaris-generaal van de federale politie van 28 september 2006;

Gelet op het advies van de directeur-generaal van de algemene directie gerechtelijke politie van de federale politie van 28 september 2006;

Gelet op het advies nr. 41.286/2 van de Raad van State, gegeven op 2 oktober 2006, Besluiten :

Artikel 1.De functiebeschrijving van gerechtelijke directeur en de daaruit voortvloeiende profielvereisten worden in de bijlage bij dit besluit vastgesteld.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 24 november 2006.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage bij het ministerieel besluit van 24 november 2006 Functiebeschrijving van gerechtelijke directeur en de daaruit voorvloeiende profielvereisten I. Aanwijzing De gerechtelijke directeur wordt door de Koning voor zijn ambt aangewezen voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar, op voordracht van de Minister van Justitie en na gemotiveerd advies van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de territoriaal bevoegde procureur-generaal bij het hof van beroep.

II. Plaats in de organisatie De gerechtelijke directeur leidt een gedeconcentreerde gerechtelijke directie (1).

III. Functieomschrijving De gerechtelijke directeur : - leidt en organiseert de gedeconcentreerde gerechtelijke directie (1), coördineert de uitvoering van de opdrachten door de leden van zijn directie, - dit zijn de gespecialiseerde opdrachten van gerechtelijke politie die deze directie zijn toevertrouwd conform artikel 5, tweede en derde lid, van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, de opdrachten van gespecialiseerde steun en in bijkomende orde gespecialiseerde opdrachten van bestuurlijke politie; hierbij handelt hij conform de bevelen en richtlijnen van de directeur-generaal van de gerechtelijke politie, onverminderd de artikelen 99, tweede lid, en 105, zesde lid, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus; - vertaalt het nationaal veiligheidsplan naar jaarlijkse beleidssyntheses en actieplannen, die rekening houden met de actieplannen inzake prioritaire fenomenen uitgewerkt door de centrale directies, met het strafrechtelijk beleid van de procureur des Konings en met de eigenheden van het arrondissement en het aldaar heersend criminaliteitsbeeld; hij verzekert de uitvoering van deze plannen en volgt de uitvoering op; - is verantwoordelijk voor het functioneel beheer van de informaties van gerechtelijke politie op het niveau van het gerechtelijk arrondissement; vervult ten aanzien van de werking van het arrondissementele informatiekruispunt een belangrijke rol, in samenwerking met de bestuurlijke directeur-coördinator; - ontvangt conform artikel 110 van de voormelde wet van 7 december 1998 de vorderingen van de gerechtelijke overheden, organiseert de directie zodanig dat deze vorderingen optimaal worden uitgevoerd en controleert de uitvoering ervan; - draagt op zijn niveau bij tot de geïntegreerde en integrale aanpak van de veiligheidsfenomenen, die conform de taakverdeling aan de federale recherche worden toegewezen; - draagt bij tot de goede werking van de verschillende overlegfora : provinciaal veiligheidsoverleg, arrondissementeel rechercheoverleg en, indien uitgenodigd, zonaal veiligheidsoverleg; - onderhoudt dienstbetrekkingen met de provinciegouverneur, met de directeur-coördinator van zijn arrondissement, met de procureur des Konings en met de burgemeesters; - oefent de bevoegdheden van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings uit en houdt toezicht op de uitvoering ervan; - oefent de bevoegdheden van officier van bestuurlijke politie uit en houdt toezicht op de uitvoering ervan; - voert, onder meer via functionerings- en evaluatiegesprekken en conform de vigerende richtlijnen, een adequaat personeelsbeheer.

IV. Algemene voorwaarden De aanwijzingen gebeuren uitsluitend op vrijwillige basis.

Voor de aanwijzing voor een mandaat van gerechtelijke directeur komt uitsluitend in aanmerking het personeelslid dat : - deel uitmaakt van het operationeel kader; - beantwoordt aan de profielvereisten van gerechtelijke directeur; - geen evaluatie met eindvermelding « onvoldoende » verkreeg in de loop van de vijf jaar die de indiening van de kandidatuur voorafgaan; - zich bevindt in een administratieve stand waar het zijn aanspraken op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden; - geen zware tuchtstraf heeft opgelopen die nog niet is uitgewist; - minimum 30 jaar oud is of een kaderanciënniteit van vijf jaar in het officierenkader heeft; - de leeftijd van zestig jaar niet heeft bereikt.

Deze voorwaarden moeten vervuld zijn uiterlijk op de datum van de indiening van de kandidaatstelling.

V. Specifieke voorwaarden A. Kennis - grondige kennis van de wettelijke bepalingen m.b.t. het politiewezen; - grondige kennis van de organisatie, de structuren en de verschillende bevoegdheden van de twee niveaus van de geïntegreerde politiedienst; - kennis van algemeen organisatiemanagement en van projectmanagement in een overheidscontext; - kennis van de gerechtelijke politiefunctie en van de positie ervan binnen de gerechtelijke organisatie.

B. Vaardigheden - bekwaamheid tot onderhandelen en samenwerken; - de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij wet bepaalde en door de overheden opgelegde opdrachten uit te (doen) voeren; - de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de directie : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren; - kunnen aansturen, ontwikkelen en motiveren van medewerkers zodat ze hun doelstellingen en die van de organisatie op een correcte manier kunnen realiseren, zowel individueel als in teamverband; - betrokkenheid kunnen creëren en de eigenwaarde van de medewerkers verhogen door taken en verantwoordelijkheden door te geven, rekening houdend met de interesse, ambitie, ontwikkelingsplan en competentie van medewerkers, en de gedelegeerde taken opvolgen; - besluitvaardig zijn : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen zonder problemen voor zich uit of in de schoenen van anderen te schuiven; - de bekwaamheid om zich mondeling uit te drukken op een vlotte en gestructureerde manier, alsook over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken en hierbij getuigen van analyse- en synthesegeest; - leidinggevende vaardigheden.

C. Attitudes - zich inschrijven in de filosofie van de geïntegreerde werking van de politieorganisatie, zowel verticaal (met de centrale directies) als horizontaal (met de andere FGP's en met de lokale politie) en permanent aandacht hebben voor de kritieke succesfactoren; - voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de organisatie, door bereid te zijn om te leren en mee te groeien met veranderingen, en door te anticiperen, waar mogelijk, op toekomstige uitdagingen, probleemstellingen of tendensen; - permanent streven naar partnership en oog hebben voor klantgerichtheid en klantentevredenheid; - openstaan voor discussies, rekening kunnen houden met kritische, opbouwende standpunten van anderen en bereid zijn om zijn eigen mening te herzien; - openstaan voor de problemen van alle interne en externe partners; - bekwaamheid tot het opvolgen en bijsturen van operaties; - initiatieven durven nemen.

D. Persoonlijke eigenschappen - sociaal engagement : het vermogen empatisch en sociaal voelend het maatschappelijk probleemveld aan te pakken vanuit een politioneel vaktechnische achtergrond; - stressbestendig zijn : getuigen van koelbloedigheid in crisissituaties en bekwaam zijn om onder druk te werken; - over een grote integriteit beschikken : respect voor anderen, noch favoritisme noch discriminatie. Steeds het voorbeeld geven; - hoge frustratietolerantie en hoog incasseringsvermogen.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 24 november 2006 tot vaststelling van de functiebeschrijving van gerechtelijke directeur en de daaruit voortvloeiende profielvereisten.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL _______ Nota's (1) Zolang artikel 13 van de wet van 20 juni 2006 tot wijziging van bepaalde teksten betreffende de geïntegreerde politie, waardoor de bewoordingen « gedeconcentreerde gerechtelijke directie » worden ingevoerd, niet in werking is getreden, moeten deze bewoordingen worden vervangen door de bewoordingen « gedeconcentreerde gerechtelijke dienst ».

^