gepubliceerd op 23 januari 2014
Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
13 JANUARI 2014. - Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
Art. 2.In artikel 1 van de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 augustus 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het vijfde lid vervangen door wat volgt : "De burgemeester van de gemeente waar een dansgelegenheid zich bevindt, kan bepalen dat in dansgelegenheden op het grondgebied van zijn gemeente bewaking moet worden georganiseerd.Hij kan, omwille van veiligheidsredenen en na advies van de korpschef van de lokale politie, tevens bepalen dat deze bewaking moet bestaan uit een minimaal aantal personen. Dat aantal wordt bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, dat een minimum en maximum aantal vastlegt."; 2° in § 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "In de zin van deze wet wordt als interne bewakingsdienst beschouwd, elke dienst die door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon ten eigen behoeve wordt georganiseerd in de vorm van een in § 1, eerste lid, 5° of 3°, d), bedoelde activiteit, of, voor zover ze plaatsvindt op voor publiek toegankelijke plaatsen, in de vorm van een in § 1, eerste lid, 1°, 2°, 3°, a) of b), 4°, 6° tot 8°, bedoelde activiteit."; 3° in § 2 wordt het tweede lid, 1°, vervangen door wat volgt : "1° de activiteit "vervoer van geld" bedoeld in § 1, eerste lid, 3°, b) : a) indien het vervoer gebeurt door kredietinstellingen zelf, van of naar hun klanten, voor zover het uitsluitend particulieren betreft en indien het bedrag van het vervoerde geld, de som van 3.000 euro niet overschrijdt; b) indien het vervoer geen vervoer betreft van of naar klanten en het vervoerde geld de som van 30.000 euro niet overschrijdt en uitsluitend vervoer betreft tussen rechtspersonen;"; 4° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende : "Een interne bewakingsdienst, met uitzondering van een veiligheidsdienst, kan enkel de in § 1 bedoelde activiteiten voor derden uitvoeren, indien deze activiteiten uitsluitend worden uitgeoefend op het grondgebied van de site waarvan de onderneming die de dienst organiseert, de beheerder is en dit alleen in de gevallen bepaald in een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad."; 5° het artikel wordt aangevuld met een § 12, luidende : " § 12.Deze wet is van openbare orde.".
Art. 3.In artikel 2 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/2013 pub. 30/01/2013 numac 2013000077 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse maatregelen betreffende de strijd tegen maritieme piraterij type wet prom. 16/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013003031 bron federale overheidsdienst financien Bijzondere wet tot wijziging van de belastbare materie bepaald in artikel 3 van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 sluiten, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1bis wordt vervangen door wat volgt : "In afwijking van § 1, zijn de in artikel 1, § 2, bedoelde interne bewakingsdiensten niet onderworpen aan de vergunningsplicht bedoeld in artikel 2, § 1, indien zij de in artikel 1, § 1, eerste lid, 5° of 7°, bedoelde activiteiten slechts sporadisch uitoefenen en hierbij uitsluitend een beroep doen op natuurlijke personen die deze activiteiten sporadisch en op een onbezoldigde wijze uitoefenen. Deze interne bewakingsdiensten zijn niet onderworpen aan de voorschriften van artikelen 2, § 2, 3, 8, §§ 3 en 7, 11, § 1, eerste lid, b), 13, 14 en 20.
De natuurlijke personen die worden ingezet door deze interne bewakingsdiensten zijn niet onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 5, eerste lid, 2° en 5°, en 6, eerste lid, 2°, voor zover zij sinds tenminste drie jaar hun wettige hoofdverblijfplaats hebben in België, en 5°.
Zij kunnen de activiteiten uitoefenen na de toestemming te hebben verkregen van de burgemeester van de gemeente waar deze activiteiten plaatsvinden of, ingeval deze plaatsvinden op het grondgebied van meerdere gemeenten, van de burgemeester van de gemeente waar ze starten.
In beide gevallen wordt de toestemming van de burgemeester verleend na advies van de korpschef van de lokale politie."; 2° in § 2 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : "De ondernemingen, vergund voor de uitoefening van de activiteit, bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 4°, kunnen alle activiteiten uitoefenen die betrekking hebben op het verwerken van meldingen van alle aard."; 3° er wordt een § 3bis ingevoegd, luidende : " § 3bis.De bewakingsopdrachten kunnen niet aan een andere onderneming worden uitbesteed, noch aanvaard of in onderaanneming worden uitgevoerd, behalve indien : 1° zowel de hoofdaannemer als de onderaannemer vergund zijn voor het uitoefenen van deze activiteiten;2° de schriftelijke overeenkomst tussen de hoofdaannemer en de opdrachtgever de naam van de onderaannemer, zijn contactgegevens en de periode, de tijdstippen en de plaatsen waar hij de activiteiten zal uitvoeren, bepaalt. De hoofdaannemer neemt in elk geval alle voorzorgsmaatregelen en verricht de nodige controles opdat de onderaannemer en de personen die voor zijn rekening werken de wetten in het algemeen en deze wet en haar uitvoeringsbesluiten in het bijzonder naleven en hetgeen wat met de opdrachtgever is overeengekomen op een correcte wijze uitvoeren.".
Art. 4.In artikel 4bis, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 juni 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2001 pub. 19/07/2001 numac 2001000715 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten sluiten en gewijzigd bij de wet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004000264 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, de wet van 29 juli 1934 waarbij private milities verboden worden en de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, worden tussen het derde en het vierde lid twee nieuwe leden ingevoegd, luidende : "Een onderneming kan enkel een vernieuwing van de vergunning of de erkenning verkrijgen voor de activiteiten die zij werkelijk heeft uitgeoefend in de loop van de twee jaren voorafgaand aan de vervaldag van de vergunning of van de erkenning. Een onderneming of een instelling kan de vernieuwing van haar vergunning of erkenning niet verkrijgen als zij sociale of fiscale schulden heeft, of schulden ingevolge de toepassing van deze wet of haar uitvoeringsbesluiten."; 2° paragraaf 1 wordt aangevuld met twee leden, luidende : "De vergunning of de erkenning wordt ingetrokken in de volgende gevallen : 1° wanneer de onderneming, de instelling of de onderneming die een dienst organiseert zich in staat van faillissement bevindt;2° wanneer de natuurlijke persoon, tevens onderneming of instelling, geschrapt is in het Rijksregister van de natuurlijke personen wegens overlijden, wegens vertrek naar het buitenland zonder een nieuw adres achter te laten of indien hij ambtshalve geschrapt is;3° wanneer de inschrijving van de rechtspersoon, tevens onderneming of onderneming waartoe een dienst behoort of de instelling, is doorgehaald of geschrapt in de Kruispuntbank voor Ondernemingen;4° wanneer de minister vaststelt dat de onderneming of de instelling niet voldoet aan de in artikel 4quater, § 1, eerste lid, voorziene voorwaarde;5° wanneer de minister vaststelt dat de onderneming, de dienst of de instelling de vergunning of de erkenning heeft verkregen op basis van opzettelijk onjuiste of bedrieglijke verklaringen;6° wanneer de minister vaststelt dat de onderneming, de dienst of de instelling niet meer voldoet aan de door de Koning ter uitvoering van artikel 4bis, § 1, eerste lid, vastgestelde minimumvereisten inzake het personeel en organisatorische, technische en infrastructurele middelen waarover de onderneming, dienst of instelling moet beschikken;7° wanneer de minister vaststelt dat de onderneming of de dienst niet meer voldoet aan de in artikel 3 bedoelde verzekeringsvoorwaarden. In de in het zevende lid bedoelde gevallen is de procedure voorzien in artikel 17 niet van toepassing. De onderneming, dienst of instelling wordt bij aangetekende zending op de hoogte gebracht van de intrekking. In de in het zevende lid, 2° tot 7°, bedoelde gevallen gebeurt deze intrekking nadat de onderneming, dienst of instelling er bij een aangetekende zending over is ingelicht dat de intrekking van de vergunning of de erkenning wordt overwogen en om welke redenen en dat deze over een termijn van dertig dagen beschikt te rekenen vanaf de notificatie van deze brief om de gedane vaststelling te betwisten."; 3° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt : " § 2.Omwille van dringende redenen en onvoorziene omstandigheden kan de minister van Binnenlandse Zaken, in afwijking van artikelen 2, § 1, eerste lid, en 4, §§ 1 tot 3, en onder de door hem bepaalde voorwaarden, beslissen dat een derde de door deze laatste overgenomen activiteiten bedoeld in artikel 1, van een vergunde of erkende natuurlijke of rechtspersoon tijdelijk kan voortzetten gedurende de periode voorafgaand aan de notificatie van de beslissing betreffende zijn vergunnings- of erkenningsaanvraag.
De Koning bepaalt de voorwaarden waaraan deze derde, evenals de in artikel 5 en 6 bedoelde personen, dienen te voldoen alsook de aanvraagprocedure en de uitoefeningswijze verbonden aan de in het eerste lid bedoelde beslissing.
Het recht om de overgedragen activiteiten uit te oefenen vervalt van rechtswege voor de vergunde of erkende natuurlijke of rechtspersoon die de activiteiten heeft overgedragen en dit vanaf de datum dat de in het eerste lid bedoelde beslissing hem ter kennis werd gebracht.".
Art. 5.In dezelfde wet wordt een artikel 4quater ingevoegd, luidende : "
Art. 4quater.§ 1. De in artikel 1 bedoelde ondernemingen en instellingen, mogen, om vergund of erkend te worden, geen fiscale en sociale schulden hebben. § 2. De ondernemingen en instellingen mogen onder de bestuurders, zaakvoerders, lasthebbers, personen bevoegd om de onderneming of instelling te verbinden of personen die de controle uitvoeren over de onderneming of instelling in de zin van artikel 5 van het Wetboek van vennootschappen, geen natuurlijke personen of rechtspersonen hebben : 1° aan wie het uitoefenen van dergelijke functies verboden is krachtens het koninklijk besluit nr.22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen; 2° die de voorbije vijf jaar aansprakelijk zijn gesteld voor de verbintenissen of schulden van een gefailleerde vennootschap met toepassing van de artikelen 213, 229, 231, 265, 314, 315, 456, 4°, of 530 van het Wetboek van vennootschappen, of die door de rechtbank niet verschoonbaar zijn verklaard op basis van artikel 80 van de faillissements wet van 8 augustus 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1997 pub. 28/10/1997 numac 1997009766 bron ministerie van justitie Faillissementswet sluiten;3° die de voorbije drie jaar verwikkeld waren in een faillissement of die fiscale of sociale schulden, of schulden ingevolge de toepassing van deze wet of haar uitvoeringsbesluiten hebben gehad. § 3. De in artikel 1 bedoelde ondernemingen en instellingen moeten voldoen aan de verplichtingen ingevolge de sociale en fiscale wetgeving. § 4. Het bewijs van afwezigheid van fiscale of sociale schulden, bedoeld door of krachtens deze wet, wordt aangetoond door de overzending aan de minister van Binnenlandse Zaken van actuele attesten van de daartoe bevoegde overheden.".
Art. 6.In artikel 5 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2010 pub. 10/05/2010 numac 2010201991 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin van het eerste lid worden de woorden "alsmede de personen die de controle uitvoeren over een onderneming of instelling in de zin van artikel 5 van het Wetboek van vennootschappen" ingevoegd tussen de woorden "de personen die zitting hebben in de raad van bestuur van een onderneming of een instelling" en de woorden ", moeten voldoen";2° in het eerste lid, 4°, worden de woorden "penitentiair beambte, van" ingevoegd tussen de woorden "werkzaamheden van" en het woord "privédetective"; 3° in het eerste lid wordt het 6° vervangen door wat volgt : "6° tijdens de afgelopen vijf jaar, met uitzondering van aspirant-agenten en aspirant-inspecteurs die maximaal vier maanden opleiding genoten hebben, geen lid geweest zijn van een politiedienst, zoals bepaald in de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt of van een openbare inlichtingendienst, zoals bepaald in de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse."; 4° in het eerste lid, 8°, wordt het woord "maatschappelijke" vervangen door de woorden, "sociaalrechtelijke of fiscale"; 5° in het tweede lid worden de woorden "en de personen die de controle uitvoeren over de onderneming of instelling in de zin van artikel 5 van het Wetboek van vennootschappen" ingevoegd tussen de woorden "voor de leden van de raad van bestuur" en de woorden", voor zover zij geen deel uitmaken van de werkelijke leiding van de onderneming of de instelling.".
Art. 7.In artikel 6 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2010 pub. 10/05/2010 numac 2010201991 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 4°, worden de woorden "penitentiair beambte, van" ingevoegd tussen de woorden "werkzaamheden van" en het woord "privédetective"; 2° in het eerste lid wordt het 6° vervangen door wat volgt : "6° in de afgelopen vijf jaar, met uitzondering van aspirant-agenten en aspirant-inspecteurs die maximaal vier maanden opleiding genoten hebben, geen lid geweest zijn van een politiedienst, zoals bepaald in de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt of van een openbare inlichtingendienst, zoals bepaald in de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse.".
Art. 8.In artikel 8 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2010 pub. 10/05/2010 numac 2010201991 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 3 wordt aangevuld met drie leden, luidende : "De identificatiekaart kan ingetrokken worden overeenkomstig artikel 17. De identificatiekaart wordt ingetrokken indien de betrokkene : 1° geschrapt werd uit het rijksregister van natuurlijke personen wegens overlijden of vertrek naar het buitenland zonder nieuw adres achter te laten, of als hij ambtshalve werd geschrapt;2° niet meer voldoet aan de voorwaarde bepaald in artikelen 5, eerste lid, 1°, of 6, eerste lid, 1°, ten gevolge van een in kracht van gewijsde gegane veroordeling;3° geen onderdaan meer is van een lidstaat van de Europese Unie en bijgevolg niet meer voldoet aan de voorwaarde bepaald in artikelen 5, eerste lid, 2°, of 6, eerste lid, 2° ;4° geen hoofdverblijfplaats meer heeft in een lidstaat van de Europese Unie en bijgevolg niet meer voldoet aan de voorwaarde bepaald in artikelen 5, eerste lid, 3°, of 6, eerste lid, 3°. In de in het zevende lid bedoelde gevallen is de procedure voorzien in artikel 17 niet van toepassing. De betrokkene en de onderneming, dienst of instelling waartoe hij behoort, worden bij aangetekende zending op de hoogte gebracht van de intrekking. In de gevallen bedoeld in het zevende lid, 1°, 3° en 4°, gebeurt deze intrekking nadat de betrokkene er bij een aangetekende zending over is ingelicht dat een intrekking van de identificatiekaart wordt overwogen en om welke redenen en dat hij over een termijn van dertig dagen beschikt te rekenen vanaf de notificatie van deze zending om de gedane vaststelling te betwisten."; 2° in § 6bis wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende : "De in het tweede lid, f), bedoelde voorwaarde is niet van toepassing wanneer de controles plaatsvinden in de luchthavens, de havens en de stations, in het kader van de grenscontroles of de toegangscontrole tot plaatsen die om veiligheidsredenen beschermd moeten worden, overeenkomstig de Europese regelgeving of een bijzondere wetgeving."; 3° het artikel wordt aangevuld met een § 12, luidende : " § 12.De onderneming sluit voorafgaand aan de uitoefening van de in artikel 1, § 1, eerste lid, bedoelde activiteiten, een schriftelijke overeenkomst af met de opdrachtgever. De minister van Binnenlandse Zaken kan de regels bepalen die in de overeenkomst moeten worden opgenomen.".
Art. 9.Artikel 10 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 18 juli 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/1997 pub. 28/08/1997 numac 1997000619 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective en de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004000264 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, de wet van 29 juli 1934 waarbij private milities verboden worden en de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective sluiten, wordt aangevuld met een lid, luidende : "Het leidinggevend personeel van de ondernemingen, diensten en instellingen meldt aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, van zodra het er kennis van krijgt, alle feiten die een wanbedrijf of een misdaad opleveren, begaan door de personen die een in deze wet bedoelde functie uitoefenen en die gepleegd zijn in de uitoefening of naar aanleiding van de uitoefening van hun functie.".
Art. 10.In artikel 11 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004000264 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, de wet van 29 juli 1934 waarbij private milities verboden worden en de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective sluiten, wordt § 3 vervangen door wat volgt : " § 3. De in artikel 1, § 1, tweede lid, bedoelde plaatsen zijn de volgende : 1° de publiek toegankelijke plaatsen, behorend tot de infrastructuur van openbare vervoersmaatschappijen of luchthavens;2° de plaatsen waar een evenement van uitsluitend culturele, folkloristische, commerciële of sportieve aard georganiseerd wordt en gedurende de duur ervan;3° de volgende plaatsen die voor het publiek tijdelijk of periodiek zijn afgesloten en gedurende de duur van de afsluiting : a.niet-bewoonde plaatsen; b. industriezones, waar er zich geen andere bewoonde panden bevinden dan deze bewoond in het raam van activiteiten verbonden aan de er gevestigde ondernemingen;4° de beperkte perimeter van de gedeelten van de openbare weg grenzend aan de door de minister van Binnenlandse Zaken bepaalde gebouwen van internationale instellingen of ambassades waarvan de toegang voor het publiek tijdelijk beperkt is en gedurende de duur van deze beperking. In de in het eerste lid, 2° en 4°, bedoelde gevallen kunnen de activiteiten slechts uitgeoefend worden, indien de bestuurlijke overheid niet beschikt over aanwijzingen dat de openbare orde zal worden verstoord.
In de in het eerste lid, 2° tot 4°, bedoelde gevallen bepaalt een politiereglement de afbakening van de zone of perimeter waar bewakingsactiviteiten kunnen worden uitgeoefend, de duur of, in voorkomend geval, de periodiciteit gedurende dewelke de maatregel geldt evenals de bewakingsonderneming die de opdracht zal uitvoeren.
In de in deze paragraaf bedoelde gevallen wordt het begin en het einde van de zone waar de activiteiten plaatsvinden, zichtbaar aangeduid op de door de minister van Binnenlandse Zaken bepaalde wijze.".
Art. 11.In artikel 13.15. van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021169 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten en gewijzigd bij de wet van 3 augustus 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "in de artikelen 13.1, § 5, 13.5 en 13.11 tot 13.14" vervangen door de woorden "in de artikelen 13.5 en 13.12 tot 13.14."; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende : "De personen die de in dit hoofdstuk bedoelde bevoegdheden uitvoeren, dragen bij de uitoefening van hun activiteiten op een duidelijk leesbare manier hun identificatiekaart of een identificatiekenteken met vermelding van hun naam, de benaming van de openbare vervoersmaatschappij en het adres van de exploitatiezetel.Zij legitimeren zich door deze kaart of kenteken voor te leggen aan de betrokken persoon bij de uitvoering van de in artikel 13.11 bedoelde controle.".
Art. 12.In artikel 16 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2010 pub. 10/05/2010 numac 2010201991 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de zin "zij hebben het recht processen-verbaal op te stellen die bewijskracht hebben tot bewijs van het tegendeel" opgeheven;2° tussen het tweede lid en het derde lid worden drie leden ingevoegd, luidende : "In de uitoefening van hun ambt kunnen de in het eerste lid bedoelde personen : 1° zich toegang verschaffen tot de onderneming, dienst of instelling tijdens de openings- of werkuren;2° overgaan tot elk onderzoek, elke controle en elk verhoor, alsook alle inlichtingen inwinnen die zij nodig achten om zich ervan te vergewissen dat de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten worden nageleefd, en inzonderheid : a) indien ze het nodig achten de identiteit controleren van alle personen met kennis van feiten die nuttig zijn voor het goede verloop van de controle alsook ze verhoren;b) ter plaatse de bescheiden, stukken, registers, boeken, schijven, opnames, informatiedragers of registraties van camerabeelden, die zij voor hun opsporingen en vaststellingen nodig hebben, doen voorleggen en daarvan uittreksels, afschriften of kopieën nemen;c) tegen ontvangstbewijs beslag leggen op de in b) bedoelde documenten die noodzakelijk zijn voor het bewijs van een inbreuk op deze wet en haar uitvoeringsbesluiten;d) indien zij redenen hebben te geloven aan het bestaan van een inbreuk, in de bewoonde lokalen binnentreden, mits voorafgaande toestemming van de bewoner of mits machtiging van de onderzoeksrechter.De bezoeken, zonder toestemming van de bewoner, in de bewoonde lokalen geschieden tussen acht en achttien uur door minstens twee ambtenaren of agenten gezamenlijk.
Zij hebben het recht processen-verbaal op te stellen die bewijskracht hebben tot bewijs van het tegendeel.
De in het eerste lid bedoelde personen nemen de nodige maatregelen om het vertrouwelijk karakter te respecteren van de persoonsgegevens waarvan ze kennis hebben gekregen in de uitoefening van hun opdracht en om er zich van te verzekeren dat deze gegevens uitsluitend worden aangewend voor de uitoefening van hun opdracht.".
Art. 13.Het opschrift van Hoofdstuk V van dezelfde wet wordt vervangen door wat volgt : HOOFDSTUK V. - Maatregelen en sancties
Art. 14.In de inleidende zin van artikel 17, eerste lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004000264 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, de wet van 29 juli 1934 waarbij private milities verboden worden en de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective sluiten, worden de woorden "Onverminderd de artikelen 18 en 19" vervangen door de woorden "Onverminderd de artikelen 4bis, § 1, zevende lid, 8, § 3, zesde lid, en 19".
Art. 15.In artikel 19 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2010 pub. 10/05/2010 numac 2010201991 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt het 1° vervangen door wat volgt : "1° een waarschuwing worden gericht waarbij de overtreder tot de stopzetting of de niet herhaling van de hem ten laste gelegde feiten wordt aangemaand;"; 2° in § 1, eerste lid, wordt het 3° vervangen door wat volgt : "3° of een administratieve geldboete worden opgelegd van 100 euro tot 25 000 euro, met dien verstande dat het bedrag van de administratieve geldboete wordt vastgesteld volgens de boetevorken die gelden voor de inbreuken op de bepalingen bedoeld in de in de bijlage bij deze wet gevoegde boetetabel";3° in § 4 wordt het 2° vervangen door wat volgt : "2° het gevolg dat aan de waarschuwing moet gegeven worden"; 4° in § 5, vijfde lid, wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : "De bewakingsondernemingen en, indien zij geen exploitatiezetel hebben in België, de ondernemingen, de instellingen en de ondernemingen die een dienst organiseren, stellen een op eerste verzoek uitvoerbare bankwaarborg ten belope van een som van 12.500 euro als waarborg tot betaling van retributies en administratieve geldboetes.".
Art. 16.Artikel 21 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 28 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2010 pub. 10/05/2010 numac 2010201991 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten, wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 21.§ 1. Deze wet is van toepassing bij de uitoefening van de in artikel 1 bedoelde activiteiten, ook al voorziet een Europese regelgeving of een bijzondere wetgeving in de verplichting dergelijke activiteiten uit te oefenen of te organiseren.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de lijst vaststellen van de beroepen of activiteiten die niet als een in artikel 1 bedoelde activiteit worden beschouwd omdat de functie en de bevoegdheden van de beoefenaars ervan geregeld zijn door een wet die voorziet in de nodige beschermingsregels ten aanzien van de personen die het voorwerp uitmaken van deze activiteiten. § 2. De middelen, methodes en procedures, aangewend door de ondernemingen en de diensten bij de uitoefening van in artikel 1, § 1, bedoelde activiteiten worden uitgevoerd zonder afbreuk te doen aan de Europese regelgeving of bijzondere wetgevingen die meer specifieke regels omvatten dan deze voorzien in of krachtens deze wet.".
Art. 17.In dezelfde wet wordt een bijlage ingevoegd luidende "Boetetabel", die als bijlage is gevoegd bij deze wet. HOOFDSTUK 3. - Machtiging tot coördinatie
Art. 18.De Koning kan de bepalingen van de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid coördineren met de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot aan het tijdstip van de coördinatie.
Daartoe kan Hij : 1° de volgorde en de nummering van de te coördineren bepalingen veranderen en in het algemeen de teksten naar de vorm wijzigen;2° de verwijzingen die voorkomen in de te coördineren bepalingen, met de nieuwe nummering overeenbrengen;3° zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in de te coördineren bepalingen vervat zijn, de redactie ervan wijzigen om ze onderling te doen overeenstemmen en eenheid in de terminologie te brengen. De coördinatie zal het volgende opschrift dragen : "Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, gecoördineerd op ....".
Ze treedt in werking op de dag van de bekrachtiging ervan bij de wet. HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding
Art. 19.Artikel 3, 1°, treedt in werking op 1 januari 2015.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 13 januari 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken : Mevr. J. MILQUET Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers.
Stukken : 53-3224. - Integraal verslag : 17 en 18 december 2013.
Senaat.
Stukken : 5-2288. - Handelingen van de Senaat : 20 december 2013.
Bijlage - Boetetabel
De administratieve geldboete is begrepen tussen :
In geval van inbreuken, bedoeld in of krachtens :
15.000 euro en 25.000 euro
Art. 2, § 1, art. 4, § 1, art. 4, § 2, art. 4, § 3, eerste lid en art. 13.18, telkens de activiteiten daadwerkelijk werden uitgevoerd
12.500 euro en 15.000 euro
Art. 2, § 1, art. 4, § 1, art. 4, § 2, art. 4, § 3, eerste lid en art. 13.18, telkens de activiteiten niet werden uitgevoerd, maar de betrokkene zich als dusdanig bekend maakte, art. 8, § 5, derde lid
10.000 euro en 12.500 euro
Art. 2, § 3bis, art. 3, en art. 15, § 3
7.500 euro en 10.000 euro
Art. 1, § 1, tweede en vijfde lid, art. 2, § 2, eerste en tweede lid, § 3bis, art. 8, § 2, zesde lid, § 5, vierde lid et § 12, art. 11, 1 et § 3, art. 13.5 tot en met art 13.7, art. 13.21, art. 13.22, tweede en derde lid, art. 13.23, art. 13.29, art. 13.30 tot en met art. 13.32, art. 15, § 1
5.000 euro en 7.500 euro
Art. 5, eerste lid, 1° et 8°, art. 8, § 2, eerste, derde en vijfde lid, § 3bis, eerste lid, § 4, § 5, tweede lid, § 7, et § 11, art. 9, § 4, art. 10, art. 11, § 2; art. 13.9, art. 13.11 tot en met art. 13.15, art. 13.24 tot et met art. 13.28, art. 16, tweede lid; art. 20
2.500 euro en 5.000 euro
Art. 1, § 11, tweede lid, art. 2, § 1bis, art. 4, § 3, tweede lid, art. 4bis, § 1, art. 4ter, vierde lid, art. 5, eerste lid, 2° tot en met 7° et 9° tot en met 12°, art. 6, eerste lid, 1° et 8°, art. 7, art. 8, § 1, § 2, vierde lid, § 3, eerste en vierde lid, § 3bis, tweede lid, § 5, eerste lid, § 6 tot en met § 6quater, § 8 et § 9, art. 12, § 2, art. 13, art. 13.4, art. 13.10 en art. 13.22, eerste lid, art. 14
1000 euro en 2.500 euro
Art. 6, eerste lid, 2° tot en met 7° et 9° tot en met 11°, art. 8, § 3, eerste lid, art. 9, § 1 tot en met § 3
500 euro en 1.000 euro
Art. 8, § 3, derde en vierde lid; art. 12, § 1
Gezien om gevoegd te worden bij de wet van 13 januari 2014 tot wijziging van de de
wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
10/04/1990
pub.
08/04/2000
numac
2000000153
bron
ministerie van binnenlandse zaken
Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling
sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid Gegeven te Brussel, 13 januari 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken : Mevr. J. MILQUET Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM