Etaamb.openjustice.be
Decreet van 19 april 2024
gepubliceerd op 13 mei 2024

Decreet tot wijziging van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht, wat betreft de opheffing van de leeftijdsgrens en de mogelijkheid van elektronische monitoring in de fase van de voorlopige rechtspleging en overige wijzigingen

bron
vlaamse overheid
numac
2024004486
pub.
13/05/2024
prom.
19/04/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 2024. - Decreet tot wijziging van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten2 betreffende het jeugddelinquentierecht, wat betreft de opheffing van de leeftijdsgrens en de mogelijkheid van elektronische monitoring in de fase van de voorlopige rechtspleging en overige wijzigingen (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten2 betreffende het jeugddelinquentierecht, wat betreft de opheffing van de leeftijdsgrens en de mogelijkheid van elektronische monitoring in de fase van de voorlopige rechtspleging en overige wijzigingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In artikel 2 van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten2 betreffende het jeugddelinquentierecht, gewijzigd bij de decreten van 19 juni 2020 en 21 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° voor punt 1°, dat punt 1° /2 wordt, worden een nieuw punt 1° en punt 1° /1 ingevoegd, die luiden als volgt: "1° Agentschap Justitie en Handhaving: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Justitie en Handhaving, opgericht bij artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Justitie en Handhaving"; 1° /1 Agentschap Opgroeien regie: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid dat is opgericht bij artikel 3 van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie;"; 2° er wordt een punt 2° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "2° /1 casusoverleg: een overleg als vermeld in artikel 458ter van het Strafwetboek, waarop casus per casus multilateraal informatie wordt uitgewisseld in het kader van een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie voor de minderjarige verdachte of delictpleger en zijn gezin;"; 3° er wordt een punt 2° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "2° /2 elektronische monitoring: de reactie waarbij met technologische middelen vanop een afstand de naleving van locatiegeboden en -verboden wordt gecontroleerd door het VCET en waarbij de begeleiding wordt opgenomen door de sociale dienst;"; 4° er wordt een punt 21° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "21° /1 VCET: het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht, vermeld in artikel 2, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten8 tot uitvoering van bepalingen over de justitiehuizen van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten3 houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand;".

Art. 3.Aan artikel 3, § 1, van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De kernpartners, vermeld in artikel 41/2, § 1, die bij de uitvoering van dit decreet betrokken zijn, realiseren minimaal in elk gerechtelijk arrondissement een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie voor de minderjarige verdachte of delictpleger en zijn gezin als vermeld in hoofdstuk 4/1.".

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 juni 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 6.§ 1. Het herstelrechtelijk aanbod en de reacties op grond van dit decreet kunnen worden opgelegd zonder leeftijdsgrens. Ook de afhandeling op niveau van het openbaar ministerie, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 2, is niet afhankelijk van een leeftijdsgrens.

De maatregel, vermeld in artikel 20, § 2, eerste lid, 3° /1, of de sanctie, vermeld in artikel 29, § 2, eerste lid, 5° /1, kan worden opgelegd tot de minderjarige verdachte of delictpleger de volle leeftijd van achttien jaar bereikt heeft, en neemt uiterlijk een einde als de minderjarige de volle leeftijd van negentien jaar bereikt heeft. § 2. Als de minderjarige verdachte of delictpleger de volle leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt, kan de jeugdrechter of jeugdrechtbank de aanwijzing geven dat de justitiehuizen toezicht houden op de naleving van voorwaarden of ambulante reacties en de minderjarige verdachte of delictpleger daarin begeleiden.

Als de minderjarige verdachte of delictpleger de volle leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt, kan de jeugdrechter of jeugdrechtbank de aanwijzing geven dat het VCET instaat voor de controle op het individuele uurrooster en de uitvoering van de individuele voorwaarden in het kader van elektronische monitoring.".

Art. 5.Aan artikel 6 van hetzelfde decreet, vervangen door artikel 4 van dit decreet, worden een paragraaf 3, 4 en 5 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 3. Als de minderjarige verdachte de volle leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt op het ogenblik dat de jeugdrechter de maatregel, vermeld in artikel 26 of 27, oplegt, kan de jeugdrechter beslissen dat de gesloten begeleiding wordt uitgevoerd in een strafinrichting voor volwassenen, nadat hij een medisch-psychologisch onderzoek heeft laten verrichten.

Als de minderjarige verdachte de volle leeftijd van drieëntwintig jaar bereikt tijdens zijn verblijf in een gemeenschapsinstelling, kan de jeugdrechter beslissen dat de gesloten begeleiding verder wordt uitgevoerd in een strafinrichting voor volwassenen, nadat hij een medisch-psychologisch onderzoek heeft laten verrichten.

Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op artikel 25, § 8, derde tot en met vijfde lid, als de vervangende maatregel het toevertrouwen van de minderjarige verdachte aan een afdeling binnen een gemeenschapsinstelling, ingericht voor personen die een reactie opgelegd krijgen met toepassing van dit decreet, betreft. § 4. Als de minderjarige delictpleger de volle leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt op het ogenblik dat de jeugdrechtbank de sanctie, vermeld in artikel 36 of 37, oplegt, kan de jeugdrechtbank beslissen dat de gesloten begeleiding wordt uitgevoerd in een strafinrichting voor volwassenen, nadat ze een medisch- psychologisch onderzoek heeft laten verrichten.

Als de minderjarige delictpleger de volle leeftijd van drieëntwintig jaar bereikt tijdens zijn verblijf in een afdeling van een gemeenschapsinstelling, kan de jeugdrechtbank beslissen dat de gesloten begeleiding wordt uitgevoerd in een strafinrichting voor volwassenen, nadat ze een medisch-psychologisch onderzoek heeft laten verrichten.

In afwijking van het tweede lid wordt de sanctie, vermeld in artikel 37, uitgevoerd in een afdeling van een gemeenschapsinstelling indien deze wordt opgelegd uiterlijk op het moment dat de minderjarige delictpleger de volle leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.

Het eerste en het tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op artikel 32, derde lid, artikel 33, derde lid, en artikel 34, § 1, derde lid, als de vervangende sanctie het toevertrouwen van de minderjarige delictpleger aan een afdeling binnen een gemeenschapsinstelling, ingericht voor personen die een reactie opgelegd krijgen met toepassing van dit decreet, betreft.

In het geval, vermeld in het eerste en tweede lid, draagt de jeugdrechtbank het gerechtelijke dossier over aan de territoriale bevoegde strafuitvoeringsrechter of strafuitvoeringsrechtbank. Met uitzondering van titel XI bis zijn de bepalingen van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten in dit geval van toepassing op de minderjarige delictpleger.

De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de opmaak en inhoud van het medisch-psychologisch onderzoek, vermeld in paragraaf 3 en 4, eerste en tweede lid. § 5. Als de minderjarige verdachte of delictpleger de volle leeftijd van negentien jaar heeft bereikt op het ogenblik dat de jeugdrechter de maatregel, vermeld in artikel 20, § 2, eerste lid, 3° /1, of de jeugdrechtbank de sanctie, vermeld in artikel 29, § 2, eerste lid, 5° /1, oplegt, wordt die minderjarige verdachte of delictpleger toevertrouwd aan een psychiatrische inrichting voor volwassenen.

Als de minderjarige verdachte of delictpleger de volle leeftijd van negentien jaar heeft bereikt tijdens zijn verblijf in een forensische kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis, wordt die minderjarige verdachte of delictpleger toevertrouwd aan een psychiatrische inrichting voor volwassenen.".

Art. 6.Aan artikel 11, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt: "7° de deelname aan een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie voor de minderjarige en zijn gezin.".

Art. 7.Aan artikel 16, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Het slachtoffer wordt geïnformeerd over de maatregel of de sanctie door de door de Vlaamse Regering bepaalde dienst.".

Art. 8.In artikel 20, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 juni 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een punt 3° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt: "3° /0 een elektronische monitoring, gecombineerd met begeleiding;"; 2° er wordt een punt 3° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "3° /2 de minderjarige verdachte toevertrouwen aan kortverblijf in een afdeling binnen een gemeenschapsinstelling voor een periode van maximaal veertien dagen;".

Art. 9.In artikel 21, § 5, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 juni 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten4, wordt voor het eerste lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van paragraaf 4 bedraagt de minimumduur van de maatregel, vermeld in artikel 20, § 2, eerste lid, 3° /0, drie maanden. De voormelde termijn is één keer verlengbaar met een termijn van maximaal drie maanden met een gemotiveerde beslissing, na de minderjarige verdachte, zijn ouders of zijn opvoedingsverantwoordelijken te hebben opgeroepen. De maximale duur bedraagt zes maanden.".

Art. 10.In artikel 25 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 mei 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, derde lid, wordt de zinsnede "de in artikel 20, § 2, eerste lid, 2°, 3°, 4° en 5°, vermelde maatregelen" vervangen door de zinsnede "de maatregelen, vermeld in artikel 20, § 2, eerste lid, 2°, 3°, 3° /0, 3° /2, 4° en 5°, "; 2° aan paragraaf 3 wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt: "8° de deelname aan een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie voor de minderjarige en zijn gezin.".

Art. 11.In hoofdstuk 4, afdeling 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 juni 2020, 17 juli 2020, 21 mei 2021 en 15 juli 2022, wordt een onderafdeling 5/0 ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling 5/0. Elektronische monitoring".

Art. 12.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt in onderafdeling 5/0, ingevoegd bij artikel 11, een artikel 25/0 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 25/0.De jeugdrechter kan in de gevallen waarin een maatregel als vermeld in artikel 20, § 2, eerste lid, 4° of 5°, wordt overwogen, een elektronische monitoring, gecombineerd met begeleiding, opleggen nadat de sociale dienst de opdracht heeft gekregen om een gemotiveerde inhoudelijke en technische inschatting over de uitvoerbaarheid van elektronische monitoring, te maken.

De elektronische monitoring kan ook als modaliteit of ter ondersteuning van een maatregel als vermeld in artikel 20, § 2, eerste lid, 1° tot en met 3°, worden opgelegd.

Een elektronische monitoring kan niet worden opgelegd indien het jeugddelict een feit betreft als vermeld in artikel 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 137, 140, 141, 393 tot en met 397, 398 tot en met 404 juncto 410, 417/11 tot en met 417/22 en 417/25 tot en met 417/37 van het Strafwetboek of een feit betreft als vermeld in artikel 2bis, § 4, b), van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, voor zover de feiten betrekking hebben op de invoer, de uitvoer, de vervaardiging, de verkoop of het te koop stellen van de in dat artikel bedoelde middelen en stoffen en voor zover ze daden betreffen van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging, in de hoedanigheid van leidend persoon.

De jeugdrechter houdt bij het opleggen van elektronische monitoring in het bijzonder rekening met het feit of het jeugddelict een gevaar vormt voor de fysieke of psychische integriteit van de persoon of de personen met wie de minderjarige verdachte op het verblijfsadres zal samenwonen.

De minimumduur van elektronische monitoring bedraagt drie maanden. De voormelde termijn is één keer verlengbaar met een termijn van maximaal drie maanden. De maximale duur bedraagt zes maanden. De jeugdrechter bepaalt de duur in zijn beschikking.

De Vlaamse Regering bepaalt de elementen van de inhoudelijke en technische inschatting, vermeld in het eerste lid, en ook de modaliteiten van de controle en de begeleiding waarmee de elektronische monitoring gecombineerd moet worden.".

Art. 13.In hoofdstuk 4, afdeling 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 juni 2020, 17 juli 2020, 21 mei 2021 en 15 juli 2022, wordt een onderafdeling 5/2 ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling 5/2. Kortverblijf in een afdeling van een gemeenschapsinstelling".

Art. 14.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt in onderafdeling 5/2, ingevoegd bij artikel 13, een artikel 25/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 25/2.De jeugdrechter kan een minderjarige die veertien jaar of ouder is op het ogenblik van de feiten toevertrouwen aan kortverblijf in een afdeling binnen een gemeenschapsinstelling voor een periode van maximaal veertien dagen als vermeld in artikel 20, § 2, eerste lid, 3° /2. De voorwaarden, vermeld in artikel 26, § 2, 1°, 2° en 3°, zijn van overeenkomstige toepassing.

Ten aanzien van een minderjarige die tussen twaalf en veertien jaar oud is op het ogenblik van de feiten, kan deze maatregel worden uitgesproken onder de voorwaarden, vermeld in artikel 26, § 3, 1°, 2° en 3°. ".

Art. 15.In artikel 26, § 4, vierde lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt tussen de zinsnede "uitgewerkt." en de woorden "De ouders" de zin "De minderjarige en zijn advocaat, alsook, wanneer het dit wenst, het openbaar ministerie, worden gehoord." toegevoegd.

Art. 16.In artikel 27, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt de zin "De jeugdrechter kan de minderjarige, vermeld in paragraaf 1, toevertrouwen aan een afdeling binnen een gemeenschapsinstelling als vermeld in artikel 26, § 1." opgeheven.

Art. 17.In artikel 28 van hetzelfde decreet wordt het derde lid opgeheven.

Art. 18.In artikel 29 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 juni 2020 en 21 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, wordt een punt 5° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt: "5° /0 een elektronische monitoring, gecombineerd met begeleiding van drie of zes maanden;"; 2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt punt 6° vervangen door wat volgt: "6° toevertrouwen aan kortverblijf in een afdeling binnen een gemeenschapsinstelling voor een periode van veertien dagen;"; 3° in paragraaf 2, eerste lid, 7°, wordt het woord "maximaal" opgeheven;4° in paragraaf 2, derde lid, wordt de zinsnede "6° en" opgeheven;5° paragraaf 4 wordt opgeheven; 6° in paragraaf 5 wordt de zin "De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de modaliteiten van de elektronische monitoring, alsook de nadere regels voor de begeleiding waarmee de elektronische monitoring gecombineerd moet worden." opgeheven.

Art. 19.In artikel 32, derde lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "de in artikel 29, § 2, eerste lid, 4°, 5°, 6° en 7°, vermelde sancties" vervangen door de zinsnede "de sancties, vermeld in artikel 29, § 2, eerste lid, 4°, 5°, 5° /0, 6° en 7°, ".

Art. 20.In artikel 33, derde lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "de in artikel 29, § 2, eerste lid, 4°, 5°, 6° en 7°, vermelde sancties" vervangen door de zinsnede "de sancties, vermeld in artikel 29, § 2, eerste lid, 4°, 5°, 5° /0, 6° en 7°, ".

Art. 21.In artikel 34, § 1, derde lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "De in artikel 29, § 2, eerste lid, 4°, 5°, 6° en 7°, vermelde sancties" vervangen door de zinsnede "De sancties, vermeld in artikel 29, § 2, eerste lid, 4°, 5°, 5° /0, 6° en 7°, ".

Art. 22.In hoofdstuk 4, afdeling 3, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 juni 2020, 21 mei 2021, 19 november 2021 en 15 juli 2022, wordt een onderafdeling 6/0 ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling 6/0. Elektronische monitoring".

Art. 23.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt in onderafdeling 6/0, ingevoegd bij artikel 22, een artikel 34/0 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 34/0.De jeugdrechtbank kan in de gevallen waarin een sanctie als vermeld in artikel 29, § 2, eerste lid, 7° of 8°, wordt overwogen, een elektronische monitoring, gecombineerd met begeleiding, opleggen nadat de sociale dienst de opdracht heeft gekregen om een gemotiveerde inhoudelijke en technische inschatting over de uitvoerbaarheid van elektronische monitoring te maken.

De elektronische monitoring kan ook als modaliteit of ter ondersteuning van een sanctie als vermeld in artikel 29, § 2, eerste lid, 3° tot en met 5°, worden opgelegd.

Een elektronische monitoring kan niet worden opgelegd indien het jeugddelict een feit betreft als vermeld in artikel 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 137, 140, 141, 393 tot en met 397, 398 tot en met 404 juncto 410, 417/11 tot en met 417/22 en 417/25 tot en met 417/37 van het Strafwetboek of een feit betreft als vermeld in artikel 2bis, § 4, b), van de wet van 24 februari 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, voor zover de feiten betrekking hebben op de invoer, de uitvoer, de vervaardiging, de verkoop of het te koop stellen van de in dat artikel bedoelde middelen en stoffen en voor zover ze daden betreffen van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging, in de hoedanigheid van leidend persoon.

De jeugdrechtbank houdt bij het opleggen van elektronische monitoring in het bijzonder rekening met het feit of het jeugddelict een gevaar vormt voor de fysieke of psychische integriteit van de persoon of de personen met wie de minderjarige delictpleger op het verblijfsadres zal samenwonen.

De duur van elektronische monitoring bedraagt drie of zes maanden. De jeugdrechtbank bepaalt de duur in haar vonnis.

De Vlaamse Regering bepaalt de elementen van de inhoudelijke en technische inschatting, vermeld in het eerste lid, en ook de modaliteiten van de controle en de begeleiding waarmee de elektronische monitoring gecombineerd moet worden.".

Art. 24.In hoofdstuk 4, afdeling 3, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 juni 2020, 21 mei 2021, 19 november 2021 en 15 juli 2022, wordt het opschrift van onderafdeling 7 vervangen door wat volgt: "Onderafdeling 7. Kortverblijf in een afdeling van een gemeenschapsinstelling".

Art. 25.Artikel 35 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 35.De jeugdrechtbank kan een minderjarige delictpleger die veertien jaar of ouder is op het ogenblik van de feiten toevertrouwen aan kortverblijf in een afdeling binnen een gemeenschapsinstelling voor een periode van veertien dagen als vermeld in artikel 29, § 2, eerste lid, 6°. De voorwaarden, vermeld in artikel 26, § 2, 1°, 2° en 3°, zijn van overeenkomstige toepassing.

Ten aanzien van een minderjarige delictpleger die tussen twaalf en veertien jaar oud is op het ogenblik van de feiten, kan deze maatregel worden uitgesproken onder de voorwaarden, vermeld in artikel 26, § 3, 1°, 2° en 3°.

De sanctie, vermeld in het eerste lid, kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden worden uitgesproken ten aanzien van personen die jonger dan veertien jaar zijn. De voorwaarden, vermeld in artikel 26, § 2, 2° en 3°, en § 3, 2° en 3°, zijn van overeenkomstige toepassing.".

Art. 26.In artikel 36, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zin "De jeugdrechtbank kan de minderjarige delictpleger toevertrouwen aan een afdeling binnen een gemeenschapsinstelling op grond van de bepalingen omtrent de procedure, vermeld in artikel 27, § 2." wordt opgeheven; 2° de zinsnede "paragrafen 3 en 4" wordt vervangen door de zinsnede "artikel 27, § 3 en § 4".

Art. 27.In artikel 37 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 november 2021 en 15 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° het jeugddelict dat de voormelde minderjarige gepleegd heeft, is een feit als vermeld in artikel 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 137, 140, 141, 393 tot en met 397, 400, 401, 417/2, 417/3, 417/7, 417/11, 417/12 tot en met 417/17, 417/25 tot en met 417/41, 428, § 5, en artikel 468 tot en met 475 van het Strafwetboek, voor zover deze strafbaar zijn met meer dan vijf jaar opsluiting of het is een poging om een feit als vermeld in artikel 393 tot en met 397 van het Strafwetboek, te plegen;"; 2° in paragraaf 3 wordt de zin "De sanctie, vermeld in paragraaf 1, kan zich niet verder uitstrekken dan tot de dag waarop de minderjarige delictpleger de leeftijd van vijfentwintig jaar bereikt." opgeheven; 3° in paragraaf 4, tweede en derde lid, wordt de zinsnede ", een feit is als vermeld in artikel 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 137, 140, 141, 376, 393, 394, 395, 396, 397 en 475 van het Strafwetboek, en de voormelde feiten strafbaar zijn met meer dan tien jaar opsluiting, of een feit is als vermeld in artikel 375" vervangen door de zinsnede "een feit is als vermeld in artikel 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 137, 140, 141, 393 tot en met 397, 417/11, 417/12 tot en met 417/17 en 475 van het Strafwetboek, en de voormelde feiten strafbaar zijn met meer dan tien jaar opsluiting of het is een poging om een feit als vermeld in artikel 393 tot en met 397 van het Strafwetboek te plegen";4° in paragraaf 6, tweede lid, 2°, wordt tussen de zinsnede "475 van het Strafwetboek, heeft gepleegd" en de zinsnede ", nadat hij de leeftijd van zestien jaar had bereikt" de zinsnede "of een poging heeft ondernomen om een feit als vermeld in artikel 393 tot en met 397 van het Strafwetboek te plegen" ingevoegd;5° paragraaf 8 wordt opgeheven.

Art. 28.Aan hoofdstuk 4, afdeling 3, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 19 juni 2020, 21 mei 2021, 19 november 2021 en 15 juli 2022, wordt een onderafdeling 9 toegevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling 9. Terbeschikkingstelling".

Art. 29.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt aan onderafdeling 9, toegevoegd bij artikel 28, een artikel 37/1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 37/1.§ 1. De sancties, vermeld in artikel 36 en 37, die zijn opgelegd aan de minderjarige delictpleger met toepassing van dit decreet, worden in voorkomend geval gecombineerd met een terbeschikkingstelling van de jeugdrechtbank van maximaal tien of vijftien jaar, na het einde van de voormelde sanctie. De jeugdrechtbank legt de terbeschikkingstelling op en bepaalt de duur ervan uiterlijk op het moment van de uitspraak van de voormelde sanctie.

De terbeschikkingstelling, vermeld in het eerste lid, kan alleen worden uitgesproken als de volgende voorwaarden cumulatief voldaan zijn: 1° het jeugddelict dat de minderjarige delictpleger gepleegd heeft, is een feit als vermeld in artikel 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 137, 140, 141, 393 tot en met 397, 401, 404, 417/2, 417/3, 417/11, 417/12 tot en met 417/22, 417/25 tot en met 417/37, 428, § 5, artikel 433octies, 475, 518, derde lid, en artikel 532 van het Strafwetboek;2° een verdere opvolging is noodzakelijk na het aflopen van de sanctie met het oog op de bescherming van de fysieke en psychische integriteit van de minderjarige delictpleger of van derden en gelet op de ernst van de strafbare feiten met het oog op de bescherming van de maatschappij tegen een hoog risico op recidive. Aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, 1° en 2°, is cumulatief voldaan op het ogenblik van de beslissing van de jeugdrechtbank tot terbeschikkingstelling en op het ogenblik dat de duur van de opgelegde sanctie is verstreken.

De terbeschikkingstelling, vermeld in het eerste lid, kan worden opgelegd voor een duur van ten hoogste tien jaar voor de feiten, vermeld in het tweede lid, 1°, die, als ze door een meerderjarige gepleegd zouden zijn, strafbaar zijn met een strafmaat tussen een correctionele hoofdgevangenisstraf van drie jaar en vijftien jaar opsluiting.

De terbeschikkingstelling, vermeld in het eerste lid, kan worden opgelegd voor een duur van ten hoogste vijftien jaar voor de feiten, vermeld in het tweede lid, 1°, die, als ze door een meerderjarige gepleegd zouden zijn, strafbaar zijn met vijftien jaar opsluiting of meer.

De jeugdrechtbank kan de terbeschikkingstelling alleen opleggen nadat ze een maatschappelijk en medisch-psychologisch onderzoek heeft laten verrichten door een multidisciplinair samengesteld team. Het voormelde medisch-psychologisch onderzoek is erop gericht de situatie te evalueren in functie van de persoonlijkheid, de omgeving en de maturiteitsgraad van de minderjarige delictpleger, en omvat ook een advies over de voorwaarde, vermeld in het tweede lid, 2°.

Op zijn vroegst drie maanden en uiterlijk één maand voor de duur van de opgelegde sanctie is verstreken, spreekt de jeugdrechtbank zich uit over de handhaving, de vermindering van de duur of de opheffing van de terbeschikkingstelling en legt zij in voorkomend geval de sanctie op in uitvoering van de terbeschikkingstelling overeenkomstig paragraaf 3. De jeugdrechtbank kan de voormelde beslissing alleen nemen op basis van een geactualiseerd maatschappelijk en medischpsychologisch verslag dat niet ouder dan één maand is. § 2. De terbeschikkingstelling die ten aanzien van de minderjarige delictpleger is uitgesproken, vermeld in paragraaf 1, neemt een aanvang als de termijn van de opgelegde sanctie is verstreken. § 3. De jeugdrechtbank kan in de uitvoering van de terbeschikkingstelling, vermeld in paragraaf 1, de minderjarige delictpleger de volgende sancties opleggen: 1° voorwaarden;2° een elektronische monitoring met begeleiding overeenkomstig artikel 34/0, in voorkomend geval ter ondersteuning van voorwaarden, vermeld in punt 1°. De duur van de sanctie, vermeld in het eerste lid, 1°, kan niet meer bedragen dan de maximale duur van de terbeschikkingstelling, vermeld in het vierde en vijfde lid. De jeugdrechtbank bepaalt de duur van de sanctie in haar vonnis.

De jeugdrechtbank voorziet tegelijk in een vervangende sanctie voor het geval dat de minderjarige delictpleger de opgelegde sanctie, vermeld in het eerste lid, niet naleeft. Als vervangende sanctie kunnen de in het eerste lid, 1° en 2°, vermelde sancties worden opgelegd. § 4. De minderjarige delictpleger, verschijnt uiterlijk binnen het jaar nadat de terbeschikkingstelling, vermeld in paragraaf 1, een aanvang heeft genomen, en vervolgens jaarlijks, voor de jeugdrechtbank op basis van een geactualiseerd medisch-psychologisch verslag dat niet ouder mag zijn dan één maand, met het oog op de handhaving, de wijziging of de opheffing ervan.

De voormelde terbeschikkingstelling aan de jeugdrechtbank eindigt in elk geval als de minderjarige delictpleger de volle leeftijd van vijfentwintig jaar heeft bereikt. Uiterlijk drie maanden voor de leeftijd van vijfentwintig jaar is bereikt, of, in voorkomend geval, onmiddellijk na de uitspraak van de jeugdrechtbank, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, bezorgt de jeugdrechtbank het gerechtelijke dossier aan de territoriale bevoegde strafuitvoeringsrechtbank met het oog op de verdere uitvoering van de terbeschikkingstelling die op grond van dit decreet is uitgesproken conform titel XIbis, hoofdstuk I, afdeling 5 en 6, van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten. De jeugdrechtbank kan alleen op basis van een geactualiseerd maatschappelijk en medisch-psychologisch verslag dat niet ouder dan een maand is, beslissen om het dossier aan de strafuitvoeringsrechtbank te bezorgen. § 5. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de opmaak en inhoud van het medisch-psychologisch onderzoek, vermeld in paragraaf 1, zesde en zevende lid, en paragraaf 4.".

Art. 30.In artikel 38 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, tweede lid, wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° het gepleegde jeugddelict betreft een feit als vermeld in artikel 400, 401, 417/2, 417/3, 417/7, 417/25 tot en met 417/41, 428, § 5, en artikel 468 tot en met 474 van het Strafwetboek."; 2° in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "De jeugdrechtbank kan ook beslissen tot uithandengeving als de minderjarige verdachte een feit heeft gepleegd als vermeld in artikel 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 137, 140, 141, 393 tot en met 397, 417/11, 417/12 tot en met 417/17, en 475 van het Strafwetboek, of een poging heeft ondernomen om een feit als vermeld in artikel 393 tot en met 397 van het Strafwetboek, te plegen."; 3° in paragraaf 3, derde lid, 2°, wordt de zinsnede "de artikelen 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 137, 140, 141, 373, 375, 376, 379, 393, 394, 395, 396, 397, 400, 401, 417/2, 417/3, 417/11, 417/12 tot en met 417/17, 428, § 5, 468, 469, 470, 471, 472, 473, 474 en 475 van het Strafwetboek, heeft gepleegd," vervangen door de zinsnede "artikel 136bis, 136ter, 136quater, 136sexies, 137, 140, 141, 393 tot en met 397, 400, 401, 417/2, 417/3, 417/7, 417/11, 417/12 tot en met 417/17, 417/25 tot en met 417/41, 428, § 5, en artikel 468 tot en met 475 van het Strafwetboek, heeft gepleegd, of een poging heeft ondernomen om een feit als vermeld in artikel 393 tot en met 397 van het Strafwetboek, te plegen,".

Art. 31.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt een hoofdstuk 4/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk 4/1. Integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie".

Art. 32.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt in hoofdstuk 4/1, ingevoegd bij artikel 31, een artikel 41/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 41/1.De kernpartners, vermeld in artikel 41/2, § 1, organiseren minimaal in elk gerechtelijk arrondissement een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie met de minderjarige en zijn gezin om de volgende doelstellingen te realiseren: 1° de fysieke en psychische integriteit van de minderjarige, het gezin van de minderjarige en de slachtoffers of potentiële slachtoffers in de maatschappij beschermen door recidive te voorkomen door de hulp- en dienstverlening voor de minderjarige en zijn gezin te installeren, te verstevigen en te coördineren;2° de minderjarige, het gezin van de minderjarige en de betrokken personen uit de leefomgeving van de minderjarige intensief betrekken;3° het sociale netwerk van de minderjarige installeren of verstevigen;4° de minderjarige op de eigen verantwoordelijkheid aanspreken;5° perspectief bieden binnen de verschillende leefdomeinen en het welzijn van de minderjarige bevorderen;6° een aanklampende regie, intensieve multidisciplinaire samenwerking en accurate informatiedeling waarborgen tussen actoren uit de domeinen welzijn, onderwijs, geestelijke gezondheidszorg, lokale besturen, politionele en gerechtelijke actoren, en die permanent monitoren en optimaliseren;7° hiaten in de huidige aanpak van minderjarige verdachten en delictplegers blootleggen en beleidssignalen formuleren. De Vlaamse Regering kan nadere voorwaarden bepalen voor de opvolging en de inhoudelijke invulling van een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie en kan die subsidiëren op basis van de subsidievoorwaarden die ze heeft vastgesteld.".

Art. 33.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt in hetzelfde hoofdstuk 4/1 een artikel 41/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 41/2.§ 1. De volgende kernpartners organiseren een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie: 1° de lokale besturen;2° de voorzieningen die erkend zijn voor delictgerichte contextbegeleiding, vermeld in artikel 16 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten7 betreffende de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor voorzieningen in de jeugdhulp;3° de diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandeling, vermeld in artikel 21 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten7 betreffende de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor voorzieningen in de jeugdhulp;4° de centra voor algemeen welzijnswerk, vermeld in artikel 6 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 08/07/2009 numac 2009202913 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs sluiten betreffende het algemeen welzijnswerk;5° de centra voor leerlingenbegeleiding, vermeld in het decreet van 27 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten0 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding;6° het agentschap Opgroeien, opgericht bij artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Opgroeien;7° de sociale dienst jeugdrechtbank, vermeld in artikel 56 van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp;8° de gemeenschapsinstellingen, vermeld in artikel 2, 4°, van dit decreet. § 2. De kernpartners, vermeld in paragraaf 1, kunnen een minderjarige verdachte of delictpleger aanmelden bij de coördinator van een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie, indien de volgende criteria cumulatief vervuld zijn: 1° de minderjarige heeft verschillende jeugddelicten gepleegd in escalerende vorm waarbij de fysieke of psychische integriteit van potentiële slachtoffers in het gedrang dreigt te komen;2° de minderjarige ondervindt problemen op verschillende levensdomeinen;3° een intensief traject met de minderjarige, zijn gezin en de betrokken personen uit de leefomgeving van de minderjarige is noodzakelijk om recidive te voorkomen en om perspectief te bieden binnen de verschillende leefdomeinen;4° intersectorale infodeling en casusoverleg tussen actoren uit de domeinen welzijn, onderwijs, geestelijke gezondheidszorg, lokale besturen, politionele en gerechtelijke actoren zijn noodzakelijk om een afgestemd traject met aanklampende regie op verschillende levensdomeinen te waarborgen. De functie van coördinator, vermeld in het eerste lid, wordt opgenomen door een kernpartner, vermeld in paragraaf 1.

Op basis van de aanmelding gaat de coördinator na of voldaan is aan de criteria, vermeld in het eerste lid.

Als de aanmelding voldoet aan de criteria, vermeld in het eerste lid, krijgen de kernpartners op uitnodiging van de coördinator de mogelijkheid om de aanmelding aan te vullen met objectieve informatie omtrent een eventueel reeds lopend traject binnen de eigen organisatie en een inschatting omtrent welke partners noodzakelijk kunnen zijn voor het aangewezen vervolgtraject en de haalbaarheid van een ketenaanpak.

Op basis van de aanmelding, vermeld in het eerste lid, en de aanvullende informatie, vermeld in het vierde lid, beslist de coördinator of een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie wordt opgestart.

De informatie die wordt uitgewisseld in het kader van een aanmelding als vermeld in het eerste lid, en de aanvulling van een aanmelding, vermeld in het vierde lid, betreft een voorbereiding op het casusoverleg en valt onder de geheimhoudingsplicht, vermeld in artikel 458ter, § 2, van het Strafwetboek. De organisaties, vermeld in artikel 41/2, § 1, eerste lid, kunnen deze informatie in het kader van een aanmelding als vermeld in het eerste lid en de aanvulling van een aanmelding, vermeld in het vierde lid, uitwisselen zonder dat deze mededeling strafbaar wordt gesteld conform artikel 458 van het Strafwetboek.".

Art. 34.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt in hetzelfde hoofdstuk 4/1 een artikel 41/3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 41/3.Binnen een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie kan een casusoverleg conform artikel 458ter van het Strafwetboek worden georganiseerd om een individueel traject uit te werken.

Aan een casusoverleg kunnen op uitnodiging van de coördinator van een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie de volgende actoren en organisaties deelnemen vanwege hun betrokkenheid bij en kennis van de minderjarige en zijn gezin of een noodzakelijke specifieke inhoudelijke expertise: 1° de kernpartners, vermeld in artikel 41/2, § 1, eerste lid, van dit decreet;2° de erkende voorzieningen, vermeld in artikel 1, 15°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten7 betreffende de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor voorzieningen in de jeugdhulp, met uitzondering van de centra voor integrale gezinszorg;3° onderwijsinstellingen als vermeld in artikel 2, 13°, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 08/07/2009 numac 2009202913 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk type decreet prom. 08/05/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009035790 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs sluiten betreffende de kwaliteit van onderwijs;4° de erkende centra voor geestelijke gezondheidszorg, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/1999 pub. 17/07/1999 numac 1999035843 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg sluiten betreffende de geestelijke gezondheidszorg;5° de diensten en voorzieningen uit de geestelijke gezondheidszorg;6° de OverKophuizen, vermeld in artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2021 over de financiering van vernieuwend aanbod in de preventieve gezinsondersteuning;7° de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, van het decreet van 22 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten1 over het lokaal bestuur;8° de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";9° het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, vermeld in artikel 3 van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;10° de voorzieningen die vergund, erkend of gesubsidieerd worden door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, vermeld in artikel 8, 2°, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;11° de kinder- of jeugdpsychiatrie;12° de politiediensten, vermeld in artikel 1 van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, op delegatie van het bevoegde openbaar ministerie;13° het openbaar ministerie;14° een vertegenwoordiging van de rechtbank van eerste aanleg, sectie jeugd;15° de jeugdadvocaat van de minderjarige;16° andere actoren en organisaties dan de actoren en organisaties, vermeld in punt 1° tot en met 15°, die door een bepaalde expertise geacht worden een noodzakelijke bijdrage te kunnen leveren aan een geïndividualiseerde casusgerichte opvolging. Voor dossiers op de brug tussen minder- en meerderjarigheid kan ook het Agentschap Justitie en Handhaving deelnemen aan het casusoverleg vanuit zijn opdracht, vermeld in artikel 4, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Justitie en Handhaving".

De leden van de diensten, de voorzieningen en de gesubsidieerde organisaties, vermeld in het tweede lid, kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie, als de coördinator hen daartoe uitnodigt. Een genodigde die niet wenst deel te nemen aan het casusoverleg, bezorgt een gemotiveerd antwoord aan de coördinator. Dit gemotiveerde antwoord dient niet verstrekt te worden indien de genodigde een vrijwilliger als vermeld in artikel 3, 2°, van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van vrijwilligers, is. Het gemotiveerde antwoord valt onder de geheimhoudingsplicht, vermeld in artikel 458ter, § 2, van het Strafwetboek.

De leden van de diensten, de voorzieningen en de gesubsidieerde organisaties, vermeld in het tweede lid, kunnen de informatie opgenomen in het gemotiveerde antwoord uitwisselen zonder dat deze mededeling strafbaar wordt gesteld conform artikel 458 van het Strafwetboek.".

Art. 35.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt in hetzelfde hoofdstuk 4/1 een artikel 41/4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 41/4.De actoren en organisaties, vermeld in artikel 41/3, tweede lid, die uitgenodigd zijn voor een casusoverleg met het oog op een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie, kunnen zich laten vertegenwoordigen door een vaste afgevaardigde.

De uitgenodigde persoon of de persoon van de uitgenodigde organisatie, die rechtstreeks betrokken is bij de minderjarige over wie een casusoverleg wordt georganiseerd, kan ten overstaan van de vaste afgevaardigde, vermeld in het eerste lid, voorafgaand aan en met het oog op deelname aan het casusoverleg, de noodzakelijke informatie voor dat casusoverleg meedelen, zonder dat die mededeling strafbaar wordt gesteld conform artikel 458 van het Strafwetboek. Door de voormelde informatie-uitwisseling wordt de voormelde vaste afgevaardigde onderworpen aan dezelfde bepalingen over gegevensbescherming, het ambtsgeheim, de discretieplicht en het beroepsgeheim als de persoon die de informatie verstrekt.

De vaste afgevaardigde, vermeld in het eerste lid, kan ten overstaan van die persoon, die rechtstreeks betrokken is bij de minderjarige over wie een casusoverleg wordt georganiseerd, na het casusoverleg informatie meedelen uit het casusoverleg die op het casusoverleg is besproken. Door de voormelde informatie-uitwisseling wordt de persoon, die rechtstreeks betrokken is bij de minderjarige over wie een casusoverleg wordt georganiseerd, onderworpen aan de geheimhoudingsplicht, vermeld in artikel 458ter, § 2, van het Strafwetboek.".

Art. 36.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt in hetzelfde hoofdstuk 4/1 een artikel 41/5 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 41/5.Deelnemers aan een casusoverleg kunnen conform artikel 458ter van het Strafwetboek tijdens een casusoverleg alleen informatie delen als die informatie relevant en proportioneel is met het oog op de doelstelling van het casusoverleg, namelijk de bescherming van de fysieke en psychische integriteit van de minderjarige, het gezin van de minderjarige en de slachtoffers of potentiële slachtoffers in de maatschappij door recidive te voorkomen door de hulp- en dienstverlening voor de minderjarige en zijn gezin te installeren, te verstevigen en te coördineren.

Deelnemers zijn vrij om te bepalen welke informatie ze delen tijdens het casusoverleg, met het oog op de doelstelling van het casusoverleg, vermeld in het eerste lid.

Van het casusoverleg kan een verslag worden opgemaakt dat wordt bijgehouden in de gezamenlijke dossieromgeving, vermeld in artikel 44/1, § 1, derde lid, 4°. ".

Art. 37.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt in hetzelfde hoofdstuk 4/1 een artikel 41/6 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 41/6.§ 1. Conform artikel 458ter, § 2, van het Strafwetboek zijn de deelnemers tot geheimhouding verplicht met betrekking tot de geheimen die tijdens het casusoverleg worden meegedeeld. § 2. Een deelnemer aan het casusoverleg kan informatie die op het casusoverleg is meegedeeld, delen met de minderjarige en de ouders of opvoedingsverantwoordelijken van de minderjarige als er een consensus is van alle deelnemers aan het casusoverleg over al de volgende elementen: 1° er is tussen alle deelnemers aan het casusoverleg consensus over welke informatie gedeeld kan worden met welke personen en welke deelnemer aan het casusoverleg die informatie zal delen;2° de informatie die wordt meegedeeld heeft geen betrekking op derden;3° de informatiedeling is noodzakelijk om hulp- en dienstverlening voor de minderjarige en zijn gezin te installeren of te verstevigen en een individueel traject op maat uit te werken. De geheimhoudingsplicht, vermeld in paragraaf 1, kan niet verbroken worden vanwege een rapportageplicht van een deelnemer, tenzij daarover consensus van alle deelnemers bestaat op het casusoverleg conform het eerste lid.".

Art. 38.In hoofdstuk 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 mei 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten5, wordt voor artikel 42 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt: "Afdeling 1. Verwerking van persoonsgegevens door de actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van dit decreet en door het Agentschap Justitie en Handhaving".

Art. 39.In artikel 42 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 mei 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt tussen de woorden "de gemeenschapsinstelling" en de woorden "en de sociale dienst" de zinsnede ", het Agentschap Justitie en Handhaving" ingevoegd;2° aan paragraaf 1 worden een zesde tot en met achtste lid toegevoegd, die luiden als volgt: "De afdelingen justitiehuizen en VCET van het Agentschap Justitie en Handhaving kunnen de volgende persoonsgegevens verwerken: 1° de identificatiegegevens, het rijksregisternummer en de contactgegevens;2° de gegevens over beroep, beroepsbekwaamheid, opleiding en vorming;3° de leeftijd, het geslacht, de nationaliteit, de burgerlijke staat en het verblijfsstatuut;4° de gegevens over schulden en solvabiliteit;5° de gegevens over de levensstijl, de vrijetijdsbesteding en de sociale context;6° de gegevens over de gezinssamenstelling;7° de gegevens over de woonomstandigheden;8° de politionele en gerechtelijke gegevens;9° de gegevens over de gezondheid;10° de gegevens over risicosituaties en -gedragingen;11° de gegevens waaruit herkomst of afkomst blijkt;12° de gegevens over seksueel gedrag of seksuele gerichtheid;13° de gegevens waaruit politieke, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen blijken;14° de lokalisatiegegevens. De gegevens, vermeld in het zesde lid, 11° tot en met 13°, kunnen enkel worden verwerkt door de afdeling Justitiehuizen.

De gegevens, vermeld in het zesde lid, 14°, kunnen enkel worden verwerkt door de afdeling VCET voor de controle op het individuele uurrooster en de uitvoering van de individuele voorwaarden in het kader van elektronische monitoring."; 3° in paragraaf 2 wordt het twaalfde lid vervangen door wat volgt: "De sociale dienst verwerkt de gegevens met de volgende doelstellingen: 1° de maatschappelijke onderzoeken die de jeugdrechtbank vraagt conform artikel 50 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, aanleveren;2° de ondertoezichtstelling van de minderjarige uitvoeren; 3° voorzien in een gepaste begeleiding voor de minderjarige gedurende een elektronische monitoring."; 4° aan paragraaf 2 wordt een dertiende lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De afdelingen justitiehuizen en VCET van het Agentschap Justitie en Handhaving verwerken de gegevens, vermeld in paragraaf 1, zesde lid, met de volgende doelstellingen: 1° de opdrachten, vermeld in artikel 5, 1° en 2°, van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten3 houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand uitvoeren;2° de controle op het individuele uurrooster en de uitvoering van de individuele voorwaarden in het kader van elektronische monitoring; 3° toezicht houden op de uitvoering van voorwaarden of ambulante reacties als de minderjarige verdachte of delictpleger de volle leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt, en de begeleiding van de minderjarige verdachte of delictpleger daarbij."; 5° aan paragraaf 3, eerste lid, wordt de volgende zin toegevoegd: "De persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 1, eerste tot en met vijfde lid, worden bewaard tot de betrokkene de leeftijd van vijfendertig jaar heeft bereikt."; 6° in paragraaf 3, tweede lid, wordt de zinsnede "en artikel 25, § 6, eerste lid" vervangen door de zinsnede "artikel 25, § 6, eerste lid, en artikel 37/1, § 3";7° aan paragraaf 3 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De verwerkingsverantwoordelijke is het Agentschap Justitie en Handhaving, met het oog op de uitvoering van de taken, vermeld in paragraaf 2, dertiende lid.De persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 1, zesde lid, worden bewaard overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten3 houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand en haar uitvoeringsbesluiten.".

Art. 40.In artikel 43, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt tussen de woorden "de gemeenschapsinstelling" en de woorden "en de sociale dienst" de zinsnede ", het Agentschap Justitie en Handhaving" ingevoegd.

Art. 41.In artikel 44, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen de woorden "de gemeenschapsinstelling" en de woorden "en de sociale dienst" wordt de zinsnede ", het Agentschap Justitie en Handhaving" ingevoegd;2° de zinsnede ", geregeld bij dit decreet" wordt opgeheven.

Art. 42.Aan hoofdstuk 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 mei 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten5, wordt een afdeling 2 toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 2. Verwerking van persoonsgegevens binnen een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie".

Art. 43.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/02/1921 pub. 17/12/2004 numac 2004000617 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen of antiseptica. - Duitse vertaling sluiten6, wordt in afdeling 2, ingevoegd bij artikel 42, een artikel 44/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 44/1.§ 1. Voor zover het noodzakelijk is om de doelstelling van een integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie te realiseren, kunnen de organisaties, vermeld in artikel 41/3, tweede lid, de volgende persoonsgegevens verwerken: 1° identificatiegegevens, waaronder rijksregisternummer of identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;2° contactgegevens;3° gegevens over beroep, beroepsbekwaamheid, opleiding en vorming;4° leeftijd, geslacht, nationaliteit, burgerlijke staat en verblijfsstatuut;5° gegevens betreffende schulden en solvabiliteit;6° gegevens betreffende de levensstijl, vrijetijdsbesteding en sociale context;7° gegevens betreffende de gezinssamenstelling;8° gegevens betreffende de woonomstandigheden;9° politionele en gerechtelijke gegevens;10° gegevens betreffende de gezondheid;11° gegevens betreffende risicosituaties en -gedragingen;12° gegevens waaruit herkomst of afkomst blijkt;13° gegevens waaruit politieke, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen blijken. De minderjarige, het gezin van de minderjarige, de betrokken personen uit de leefomgeving van de minderjarige en, in voorkomend geval, de slachtoffers zijn de personen van wie de persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, kunnen worden verwerkt.

De persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, kunnen op de volgende wijzen worden verwerkt: 1° de deelnemers aan een casusoverleg, vermeld in artikel 41/3, tweede lid, kunnen persoonsgegevens delen met en ontvangen van andere deelnemers aan het casusoverleg;2° de deelnemers aan een casusoverleg, vermeld in artikel 41/3, tweede lid, kunnen persoonsgegevens delen met de coördinator als dat noodzakelijk is om de aanmelding van een minderjarige te realiseren;3° de partners die instaan voor een individueel traject binnen de integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie, kunnen de persoonsgegevens verwerken om een afgestemd traject op te starten en te doorlopen met de minderjarige, het gezin van de minderjarige en de betrokken personen uit de leefomgeving van de minderjarige;4° de persoonsgegevens kunnen worden opgenomen in een gezamenlijke dossieromgeving als voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in het vierde lid. Voor de beveiliging van de dossieromgeving, vermeld in het derde lid, 4°, worden passende maatregelen genomen, waaronder een behoorlijk gebruikers en toegangsbeheer, conform de geheimhoudingsplicht, vermeld in artikel 458ter, § 2, van het Strafwetboek, en conform de beveiliging van de verwerking, vermeld in artikel 32 van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).

De Vlaamse Regering kan de basisvereisten voor de dossieromgeving, vermeld in het derde lid, 4°, bepalen. § 2. De verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 1, gebeurt conform artikel 6, lid 1, e), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).

De verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 1, kan ook de verwerking omvatten van de bijzondere categorieën van persoonsgegevens, vermeld in artikel 9, lid 1, van de voormelde verordening. De voormelde verwerkingen worden beschouwd als noodzakelijke verwerkingen om redenen van zwaarwegend algemeen belang als vermeld in artikel 9, lid 2, g), van de voormelde verordening.

De verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 1, kan ook de verwerking omvatten van persoonsgegevens als vermeld in artikel 10 van de voormelde verordening. § 3. De deelnemers aan het casusoverleg treden elk individueel op als verwerkingsverantwoordelijke met betrekking tot de verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 1.

De coördinator van de lokale integrale en multidisciplinaire ketenaanpak jeugddelinquentie is de verwerkingsverantwoordelijke voor de gezamenlijke dossieromgeving, vermeld in paragraaf 1, derde lid, 4°.

De organisaties die deelnemen aan het casusoverleg, vermeld in artikel 41/3, tweede lid, zijn verantwoordelijk voor de inhoud die ze ter beschikking stellen via de voormelde dossieromgeving, en voor het zorgvuldige gebruik van de gegevens, die al dan niet persoonsgegevens zijn, die ze verkregen hebben via de voormelde dossieromgeving. § 4. De persoonsgegevens worden bewaard tot de betrokkene de leeftijd van vijfendertig jaar heeft bereikt. § 5. Met het oog op beleidsondersteuning en rapportering aan het agentschap Opgroeien regie kunnen de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 1, worden verwerkt op voorwaarde dat daaruit geen informatie kan worden afgeleid waaruit de identiteit van een betrokkene rechtstreeks of onrechtstreeks blijkt. § 6. Organisaties die deelnemen aan het casusoverleg, vermeld in artikel 41/3, tweede lid, nemen de passende maatregelen met het oog op transparantie ten aanzien van de betrokkenen. Deze maatregelen hebben onder meer tot doel dat de globale regeling inzake gegevensverwerking in het kader van een casusoverleg voldoende duidelijk is voor de betrokkenen. De communicatie hieromtrent wordt ter beschikking gesteld in een beknopte, transparante, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm en in duidelijke en eenvoudige taal.".

Art. 44.In artikel 89 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 24 september 2019 en 15 juli 2022, wordt het derde lid opgeheven.

Art. 45.Dit decreet treedt in werking tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 5 en artikel 29, die in werking treden tien dagen na de de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Federale Staat.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 19 april 2024.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Documenten: - Ontwerp van decreet : 2013 - Nr.1 - Verslag : 2013 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2013 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 17 april 2024.

^