gepubliceerd op 26 juni 2020
Decreet over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid in het kader van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht en tot wijziging van het decreet van 15 februari 2019 betreffende het jeugddelinquentierecht
19 JUNI 2020. - Decreet over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid in het kader van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht en tot wijziging van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid in het kader van het
decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
15/02/2019
pub.
26/04/2019
numac
2019011711
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht
sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht en tot wijziging van het
decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
15/02/2019
pub.
26/04/2019
numac
2019011711
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht
sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid in het kader van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht
Art. 2.In dit hoofdstuk wordt verstaan onder periode van civiele noodsituatie: de periode van de civiele noodsituatie, vastgesteld conform artikel 2 en 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/03/2020 pub. 25/03/2020 numac 2020030348 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, zoals vermeld in het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid type besluit van de vlaamse regering prom. 20/03/2020 pub. 25/03/2020 numac 2020040783 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende toepassing van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 houdende afwijkingen op de gewestelijke vergunningsplicht in geval van civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid op het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies en het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van "Toerisme voor Allen" en hun uitvoeringsbesluiten sluiten houdende vaststelling van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid zoals vermeld in het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, met inbegrip van een eventuele verlenging van die periode door de Vlaamse Regering.
Art. 3.Als de termijn, vermeld in artikel 21, § 1, eerste lid, van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht, afloopt in de periode van de civiele noodsituatie, wordt die termijn voor vier maanden geschorst.
Art. 4.Als een herstelrechtelijk aanbod van bemiddeling of een herstelgericht groepsoverleg als vermeld in artikel 22 van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht ten gevolge van de civiele noodsituatie niet verder kan worden uitgevoerd, kan het bij rechterlijke beslissing worden geschorst voor maximaal vier maanden.
Art. 5.In afwijking van artikel 23, § 1, vijfde lid, 4°, van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht kan een positief project dat ten gevolge van de civiele noodsituatie niet verder kan worden uitgevoerd, bij rechterlijke beslissing worden geschorst voor maximaal vier maanden.
Art. 6.In afwijking van artikel 24, derde lid, van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht kan een ambulante maatregel die ten gevolge van de civiele noodsituatie niet verder kan worden uitgevoerd, bij rechterlijke beslissing worden geschorst voor maximaal vier maanden.
Art. 7.In afwijking van artikel 25, § 2, kan de duur van een voorwaarde die ten gevolge van de civiele noodsituatie niet verder kan worden uitgevoerd, bij rechterlijke beslissing worden geschorst voor maximaal vier maanden. HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht
Art. 8.Aan artikel 2, 19°, van het decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten betreffende het jeugddelinquentierecht worden de woorden "als vermeld in artikel 39" toegevoegd.
Art. 9.In artikel 6 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt tussen de woorden "Behalve in het geval van" en de woorden "de sancties" de zinsnede "de maatregel, vermeld in artikel 20, § 2, eerste lid, 3° /1, en" ingevoegd;2° in het eerste lid wordt de zinsnede "en 2°, " vervangen door de zinsnede ", 2° en 5° /1,"; 3° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De maatregel, vermeld in artikel 20, § 2, eerste lid, 3° /1, en de sanctie, vermeld in artikel 29, § 2, eerste lid, 5° /1, kunnen worden opgelegd tot de minderjarige verdachte of de minderjarige delictpleger de volle leeftijd van achttien jaar bereikt en nemen uiterlijk een einde als de minderjarige de volle leeftijd van negentien jaar bereikt.".
Art. 10.In artikel 20, § 2, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt een punt 3° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "3/1° de minderjarige verdachte toevertrouwen aan een forensische kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis, als dat na een psychiatrische expertise noodzakelijk blijkt;"; 2° in het tweede lid wordt de zinsnede "het eerste lid, 1° tot en met 3° " vervangen door de zinsnede "het eerste lid, 1° tot en met 3° /1".
Art. 11.Aan artikel 21 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 5. In afwijking van paragraaf 4 kan de duur van de maatregel, vermeld in artikel 20, § 2, eerste lid, 3° /1, maximaal tweemaal verlengd worden met een termijn van maximaal drie maanden met een bijzondere gemotiveerde beslissing, na de minderjarige verdachte, zijn ouders of zijn opvoedingsverantwoordelijken te hebben opgeroepen.".
Art. 12.In hoofdstuk 4, afdeling 2, van hetzelfde decreet, wordt een onderafdeling 5/1 ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling 5/1. De forensische kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis".
Art. 13.In hetzelfde decreet wordt in onderafdeling 5/1, ingevoegd bij artikel 12, een artikel 25/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 25/1.Als dat na een psychiatrische expertise noodzakelijk blijkt, kan de jeugdrechter een minderjarige verdachte toevertrouwen aan een forensische kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis als vermeld in artikel 20, § 2, eerste lid, 3° /1, voor een residentiële opname met het oog op verdere diagnostiek en behandeling van een psychiatrische problematiek. De maximale duur van de maatregel, vermeld in het eerste lid, bedraagt zes maanden. De jeugdrechter bepaalt de duur in zijn beschikking. De maatregel kan maximaal tweemaal verlengd worden met een termijn van maximaal drie maanden als dat na een psychiatrische evaluatie noodzakelijk blijkt.".
Art. 14.In artikel 26, § 4, derde lid, wordt de zinsnede "artikel 20, § 2, eerste lid, 2° of 3° " vervangen door de zinsnede "artikel 20, § 2, eerste lid, 2° tot en met 3° /1".
Art. 15.In artikel 29 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, wordt een punt 5° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "5/1° toevertrouwen aan een forensische kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis, als dat na een psychiatrische expertise noodzakelijk blijkt;"; 2° in paragraaf 3, eerste lid, wordt de zinsnede "paragraaf 2, eerste lid, 1° tot en met 5° " vervangen door de zinsnede "paragraaf 2, eerste lid, 1° tot en met 5° /1".
Art. 16.In hoofdstuk 4, afdeling 3, van hetzelfde decreet wordt een onderafdeling 6/1 ingevoegd, die luidt als volgt: "Onderafdeling 6/1. De forensische kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis".
Art. 17.In hetzelfde decreet wordt in onderafdeling 6/1, ingevoegd bij artikel 16, een artikel 34/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 34/1.Als dat na een psychiatrische expertise noodzakelijk blijkt, kan de jeugdrechtbank een minderjarige delictpleger toevertrouwen aan een forensische kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis als vermeld in artikel 29, § 2, eerste lid, 5° /1, voor een residentiële opname met het oog op verdere diagnostiek en behandeling van een psychiatrische problematiek.
De maximale duur van de sanctie, vermeld in het eerste lid, bedraagt zes maanden. De jeugdrechtbank bepaalt de duur in haar vonnis. In afwijking van artikel 29, § 3, tweede lid, kan de sanctie eenmaal verlengd worden met een termijn van maximaal zes maanden als dat na een psychiatrische evaluatie noodzakelijk blijkt.
De duur van de maatregel, vermeld in artikel 20, § 2, 3° /1, waardoor een minderjarige delictpleger aan een forensische kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis wordt toevertrouwd, wordt toegerekend op de duur van de opgelegde sanctie, vermeld in het tweede lid.". HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 18.Dit decreet treedt in werking 10 dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 2 tot en met 7, die uitwerking hebben met ingang van 20 maart 2020.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 19 juni 2020.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE _______ Nota (1) Zitting 2019-2020 Documenten: - Voorstel van decreet : 364 - Nr.1 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 364 - Nr. 2 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 17 juni 2020.