Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 september 2001
gepubliceerd op 12 oktober 2001

Koninklijk besluit tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2001001012
pub.
12/10/2001
prom.
17/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/17/2001001012/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, gewijzigd door de wetten van 17 november 1998, 7 december 1998 en 2 april 2001;

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op artikel 142;

Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 24 januari 2001;

Gelet op het advies van de adviesraad van burgemeesters, gegeven op 7 mei 2001;

Gelet op het advies van de Vaste Commissie van de Gemeentepolitie, gegeven op 10 mei 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Ministerraad, op 14 juni 2001, betreffende de adviesaanvraag binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 22 augustus 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De lokale politie verzekert een minimale dienstverlening ten gunste van de bevolking. Deze dienstverlening vertaalt zich in het bijzonder in de volgende functies : 1° wijkwerking;2° onthaal;3° interventie;4° politionele slachtofferbejegening;5° lokale opsporing en lokaal onderzoek;6° handhaving van de openbare orde. De andere dan de in dit besluit bedoelde organisatie- en werkingsregels van het lokaal politiekorps en de taken die eruit voorvloeien, dragen bij tot de optimale uitoefening van de funkties bedoeld in het eerste lid.

Art. 2.De functie wijkwerking bestaat in het aanbieden van een zichtbare, aanspreekbare en contacteerbare politiedienst, die in haar werking maximaal georiënteerd is op de behoeften en verwachtingen van haar omgeving.

Deze functie wordt georganiseerd op basis van een geografische indeling van het grondgebied van de zone, rekening houdend met de lokale omstandigheden en de bevolkingsdichtheid.

Als minimale werkings- en organisatienorm voor de uitvoering van deze functie geldt : 1 wijkagent per 4 000 inwoners.

Art. 3.De functie onthaal bestaat uit het tewoord staan van de burgers die zich, fysiek in persoon, telefonisch of schriftelijk tot de politiedienst wenden. Het antwoord bestaat ofwel uit een onmiddellijk gevolg geven aan de vraag, ofwel uit een verwijzing naar de interne of externe dienst, tot wie die persoon zich moet richten om een reactie op zijn vraag te bekomen.

De toegankelijkheid van het onthaal wordt afgestemd op de noden en verwachtingen van de bevolking.

Als minimale werkings- en organisatienorm voor de uitvoering van de fysieke toegankelijkheid geldt : 12 uur per dag.

Indien de permanente fysieke aanwezigheid van een politieambtenaar in een onthaalpunt niet haalbaar is, moet, door middel van technische infrastructurele maatregelen, worden verzekerd dat de burger die zich fysiek of telefonisch bij een onthaalpunt aanbiedt, onmiddellijk met een politieambtenaar in contact kan treden.

De permanente bereikbaarheid van een politiedienst wordt in alle gevallen verzekerd.

In een meergemeentenzone beschikt de lokale politie daarenboven in iedere gemeente over één of meerdere politieposten. Het aantal politieposten wordt lokaal bepaald met inachtneming van het aantal gemeenten van de politiezone, de oppervlakte en de bevolkingsdichtheid van de gemeenten. Het vierde lid is eveneens van toepassing voor deze politieposten.

Art. 4.De functie interventie bestaat erin om binnen een passende termijn een antwoord te bieden op elke oproep waarbij een politionele interventie ter plaatse noodzakelijk is.

Deze functie wordt op permanente wijze binnen elke politiezone georganiseerd, rekening houdend met de frequentie en de aard van de oproepen, en inzonderheid de ernst en de dringendheid van het gevraagde optreden.

Als minimale werkings- en organisatienorm voor de uitvoering van deze functie geldt : per politiezone de inzet van een interventieploeg gedurende 24 uur op 24 uur, aangevuld met een bijkomende ploeg, gedurende 84 uur per week.

Een officier van bestuurlijke en gerechtelijke politie is permanent bereikbaar en terugroepbaar om binnen de kortst mogelijk termijn zijn functie op te nemen.

Art. 5.De functie politionele slachtofferbejegening bestaat in het verschaffen van een adequate opvang, informatie en bijstand aan het slachtoffer.

De lokale politie organiseert zich derwijze dat elke politieambtenaar en elke hulpagent van politie in staat is deze taak te vervullen.

In geval de lokale politie geconfronteerd wordt met zeer ernstig slachtofferschap mag ze een beroep kunnen doen op een gespecialiseerde medewerker, personeelslid van de politiediensten, inzake slachtofferbejegening.

Als minimale werkings- en organisatienorm voor deze functie geldt : één gespecialiseerde medewerker per zone. Bovendien wordt de permanente bereikbaarheid en terugroepbaarheid van dergelijke medewerker verzekerd, eventueel in samenwerking met andere zones.

Art. 6.De functie lokale opsporing en lokaal onderzoek bestaat uit de uitvoering van de opdrachten die bij voorrang door de lokale politie worden vervuld overeenkomstig artikel 5, derde lid, van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt.

De korpschef deelt de Procureur des Konings de lijst mede van de personeelsleden van het operationele kader die hij aanwijst voor de uitoefening van deze opdrachten.

De diensten van de lokale politie bestemmen voor deze functie ten minste : 1° in de politiezones waarvan het globale effectief gelijk is aan of meer is dan 230 : 10 procent van het effectief van het operationeel kader;2° in de andere politiezones, 7 procent van het van het effectief van het operationeel kader, met een inzet van minimum één ploeg bestaande uit twee rechercheurs de andere dagen dan zaterdagen, zondagen en feestdagen.

Art. 7.De functie handhaving van de openbare orde voor de politiezone bestaat erin het vrijwaren en, in voorkomend geval, het herstellen van de openbare rust, de openbare veiligheid en de openbare gezondheid.

Een officier van bestuurlijke politie is permanent bereikbaar en terugroepbaar om binnen de kortst mogelijke tijd zijn functie op te nemen.

Art. 8.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^