Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 oktober 2009
gepubliceerd op 29 oktober 2009

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 september 2001 tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie
numac
2009000728
pub.
29/10/2009
prom.
16/10/2009
ELI
eli/besluit/2009/10/16/2009000728/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 OKTOBER 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 september 2001 tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit waarvan we de eer hebben het ter Uwer ondertekening voor te leggen, beoogt de wijziging van het koninklijk besluit van 17 september 2001 tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren.

Vroeger konden de politiezones aanspraak maken op een subsidie afkomstig van het Verkeersveiligheidsfonds op voorwaarde dat er een actieplan werd opgemaakt inzake verkeersveiligheid dat door de bevoegde Ministers moest worden goedgekeurd.

Sinds de hervorming van het Fonds en de wijziging van de financiering van de actieplannen in het bijzonder, gebeurt de toekenning van de beschikbare middelen niet meer onder de vorm van een subsidie op voorwaarde van het opstellen van een actieplan, maar wel onder de vorm van een jaarlijkse dotatie die voortaan aan alle politiezones wordt toegekend.

Opdat het fenomeen verkeersveiligheid dezelfde belangrijkheid zou behouden als vroeger, strekt dit koninklijk besluit ertoe « verkeer » als 7e basisfunctie voor de lokale politie in te voeren in het bovenvermelde koninklijk besluit. Het wil tevens een organisatie- en werkingsnorm voor deze functie vaststellen teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren.

De functie « verkeer » behelst het uitvoeren van de specifieke opdrachten van de politiediensten voorzien in artikel 16 van de wet op het politieambt. Ten aanzien van de Staten-Generaal van de verkeersveiligheid betreft het de verkeerstaken uitgevoerd in het kader van de basispolitiezorg en die nodig zijn voor het beheren van de lokale verkeersveiligheid, de strijd tegen verkeersinbreuken en de bijdrage tot het vlot verkeer op het grondgebied van de politiezone, met uitzondering van de autosnelwegen, waarvan het toezicht aan de federale politie toekomt.

Deze taken groeperen zich rond vier assen : 1. het voeren van preventieve en repressieve verkeersacties omvat voor het preventieve luik onder andere : - de organisatie en ondersteuning van verkeerseducatieve initiatieven; - het voeren van en ondersteunen van verkeersveiligheidcampagnes; - het pro-actief en ontradend optreden inzake te verwachten of bestaande mobiliteits- en verkeersonveiligheidproblemen, alsook een lokaal communicatiebeleid in deze materie ontwikkelen en in werking stellen. en voor het repressieve luik onder andere : - de strijd tegen alle fenomenen die van dien aard zijn dat ze leiden tot verkeersonveiligheid; - de handhaving van de wegverkeersregels met bijzondere aandacht voor de prioriteiten opgenomen in het zonale veiligheidsplan. 2. de verkeersregeling die de interventie omvat van de politiediensten bij ernstige en onverwachte verstoring van de mobiliteit, waarbij wordt vermeden dat deze permanent of semi-permanent, infrastructurele aanpassingen vervangt.3. het vaststellen van verkeersongevallen, waarbij een evenwicht moet worden gezocht tussen enerzijds de striktheid en de objectiviteit van deze vaststellingen, en anderzijds het optimaliseren van het verkeer met het oog op het verminderen van de impact van het ongeval op het sociaal-economisch leven (bijvoorbeeld door de vorming van files te voorkomen).4. het enerzijds verstrekken van advies op vragen afkomstig van de bevoegde overheden die verband houden met mogelijke effecten op het gebied van mobiliteit en verkeersveiligheid, en anderzijds van suggesties en van analyses op basis van de exploitatie van de lokale onveiligheidgegevens ingezameld door de politiezone. De implementatie van deze vier assen vereist ook de behandeling van dossiers in verband met verkeer. In de totale werkcapaciteit dient derhalve te worden begrepen, de tijd die vereist is voor : - het opstellen van zowel aanvankelijke als navolgende processen-verbaal; - de behandeling van apostilles die uitgaan van het Parket of die kaderen in het Ambtshalve Politioneel Onderzoek (APO) of de Vereenvoudigde Processen-verbaal (VPV); - de administratieve behandeling van de processen-verbaal en onmiddellijke inningen; - het beantwoorden van bezwaarschriften, klachten en suggesties; - (...) Zelfs al bestaat de functie « verkeer » niet als dusdanig in de politiezones, de finaliteiten ervan blijven echter geïntegreerd in andere basisfunctionaliteiten zoals « handhaving van de openbare orde » of eventueel « interventie ». Een berekening gebaseerd op de totale werkcapaciteit maakt het dus mogelijk om enerzijds de politiezones te laten besparen op eender welke reorganisatie van het politiekorps en anderzijds een globaal beeld te hebben op de middelen die werkelijk werden ingezet voor de implementatie van deze functie. De minimumnorm die moet worden besteed aan de functie « verkeer » zoals hierboven bepaald, wordt vastgelegd op 8 % van de totale werkcapaciteit van elke politiezone. Deze capaciteit bestaat zowel uit de leden van het operationeel als administratief en logistiek kader sinds de toekenning aan deze laatste- door middel van de richtlijnen van 1 december 2006 tot het verlichten en vereenvoudigen van bepaalde administratieve taken van de lokale politie- van bepaalde opdrachten gerelateerd aan de verkeersveiligheid.

Het is mogelijk dat de verkeersactiviteiten in bepaalde politiezones al toevertrouwd worden aan een specifieke dienst en dus uitgevoerd worden door personeel dat volledig bestemd is voor de functie « verkeer ». Dit besluit doet een beroep op het begrip capaciteit als alternatief voor een effectief om aan deze functie te voldoen en mag natuurlijk de keuze die onlangs gemaakt werd door de lokale overheden niet ter discussie stellen. Het bestaan van een dienst en een « effectief », gewijd aan het verkeer gaf al geenszins vrijstelling aan de politiemensen die niet tot deze dienst behoorden om toch tussen te komen op het vlak van het verkeer wanneer de omstandigheden hun optreden vereisten. Hetzelfde blijft natuurlijk gelden voor het begrip capaciteit. Men beoogt hier een interventie van reactieve aard met betrekking tot een situatie, een evenement of een ongeval waarbij het verkeer moet worden geregeld, de verkeersregels gerespecteerd of verkeersongevallen vastgesteld. Iedere politieman moet in staat zijn om dit te doen. Voor de andere assen van de functie « verkeer », met name het preventief luik en het formuleren van adviezen, suggesties of analyses (in hoofdzaak), zal het de dienst « verkeer » zijn waarop op het geschikte ogenblik een beroep zal worden gedaan.

In de politiezones die geen dienst hebben die zich toelegt op het verkeer, heeft het begrip capaciteit om aan deze functie te voldoen een status quo als gevolg, zonder ingrijpende veranderingen. Elke politieman moet in staat zijn om tussen te komen in het verkeer wanneer een evenement, een situatie of een ongeval zijn optreden vereist. Men kan hier ook redelijk aannemen dat voor de preventieve assen of de assen voor het verstrekken van adviezen of suggesties, er een beroep zal worden gedaan op een politieagent(en) of politieambtena(a)r(en) die meer gespecialiseerd is (zijn) in of vertrouwd met het domein verkeer.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. TURTELBOOM De Minister van Justitie, S. DE CLERCK

16 OKTOBER 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 september 2001 tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op artikel 142;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 september 2001 tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 september 2008;

Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet op regelmatige wijze is verstrekt binnen de voorgeschreven termijn en dat er geen enkel verzoek tot verlenging van de termijn is ingediend; dat er bijgevolg aan wordt voorbijgegaan;

Gelet op het advies van de Vaste Commissie van de lokale politie, gegeven op 8 januari 2009;

Gelet op het advies 47.009 van de Raad van State, gegeven op 4 augustus 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 17 september 2001 tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren, wordt als volgt aangevuld : « 7° verkeer »

Art. 2.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidend als volgt : « De functie verkeer bestaat voor de lokale politie uit het uitvoeren van de opdrachten bedoeld in artikel 16 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, op het grondgebied van de politiezone, met uitzondering van de autosnelwegen, waarvan het toezicht aan de federale politie toekomt.

Deze opdrachten worden met name geconcretiseerd door : - het voeren van preventieve en repressieve acties inzake de naleving van de verkeersregels; - de verkeersregeling in geval van ernstige en onverwachte verstoring van de mobiliteit; - het vaststellen van verkeersongevallen; - het verstrekken van advies aan de bevoegde overheden inzake mobiliteit en verkeersveiligheid.

De capaciteit die aan de uitoefening van deze functie wordt besteed, bedraagt minimum 8 % van de totale werkcapaciteit binnen elke politiezone.

Met het oog op de effectieve aanwending van deze capaciteit is elke politieambtenaar en -agent minstens in staat om, wanneer de omstandigheden zijn optreden vereisen, de taken te vervullen die deze functie inhoudt. »

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 oktober 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken A. TURTELBOOM De Minister van Justitie S. DE CLERCK

^