Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 31 augustus 2010
gepubliceerd op 28 oktober 2010

Ministeriële omzendbrief houdende de opdrachten en het prioritair actieterrein van de federale wegpolitie

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2010000559
pub.
28/10/2010
prom.
31/08/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


31 AUGUSTUS 2010. - Ministeriële omzendbrief houdende de opdrachten en het prioritair actieterrein van de federale wegpolitie


1. Algemeen kader (1) Omwille van de omvang van de opdrachten die de federale wegpolitie uitvoert, die zich niet beperken tot enkel de autosnelwegen in de zin van het koninklijk besluit van 1 december 1975 of tot de uitvoering van de gewone politieopdrachten in het raam van het wegverkeer, heeft de wetgever voor deze directie van de federale politie geen nauwkeurig afgelijnd referentiekader bepaald zoals de wet op het politieambt dit wel doet voor andere diensten of directies van de federale politie (de scheepvaartpolitie, de spoorwegpolitie of de luchtvaartpolitie...). (2) Het is echter duidelijk dat het nodig is om een kader vast te leggen waarin de samenwerking tussen de lokale politie en de federale wegpolitie duidelijk omschreven wordt.Idealiter moet gepreciseerd en verduidelijkt worden welk het prioritair actieterrein van de federale wegpolitie is, welke haar eigen opdrachten zijn, welke haar rol is in de geïntegreerde werking en welke steun ze verleent aan haar politionele en niet-politionele partners. Dit zal bijdragen tot een optimale geïntegreerde werking van de politiediensten zoals die beoogd werd door de wetgever bij het opstellen van de wet op de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus. (3) In zijn evaluatierapport van 10 jaar politiehervorming preciseert de federale politieraad : « Sinds meerdere jaren wordt gewerkt aan een ontwerp rondzendbrief teneinde de opdrachten en de territoriale bevoegdheden van de federale wegpolitie te officialiseren.Er moeten dan ook dringend stappen worden ondernomen om aan de minister van Binnenlandse Zaken een nieuw ontwerp te kunnen voorstellen. Bij de opmaak van het nieuwe ontwerp dient rekening te worden gehouden met : 1. wat betreft de opdrachten : ten voordele van de politieoverheden en aan de andere politie-eenheden (lokale en federale) : - als eenheid van de federale politie moet de wegpolitie (DAH) gespecialiseerde en supra-lokale opdrachten leveren alsook steun aan de politieoverheden en andere politie-eenheden; - DAH moet het geheel van de basisfuncties op zijn bevoegdheidsterrein waarborgen; - sommige niet-politionele opdrachten (...) zouden moeten hernomen worden door andere partners teneinde toe te laten operationele capaciteit te recupereren; 2. wat betreft de territoriale bevoegdheden : DAH neemt alle autowegen en wegen met soortgelijke karakteristieken voor zijn rekening.Wegen kunnen eventueel aan dit bevoegdheidsterritorium worden toegevoegd op vraag van de politiezones. (4) Uit een strategisch seminarie en een kerntakendebat die enerzijds georganiseerd werden in de schoot van de algemene directie van de bestuurlijke politie en anderzijds ook in de federale politie in haar geheel, bleek de noodzaak om over een duidelijk afgelijnde taakbeschrijving te beschikken voor alle entiteiten die behoren tot de algemene directie van de bestuurlijke politie.Om tot een goede en kwaliteitsvolle dienstverlening te komen, geldt dit zowel op het interne als op het externe vlak. (5) Voor de politiehervorming waren het de provinciale verkeerseenheden (PVE) van de rijkswacht die de politietaken uitvoerden op de autosnelwegen net als op enkele andere delen van het wegennet die gelijkaardige kenmerken vertonen.Om dit terrein niet zonder enig toezicht te laten was het dus niet meer dan logisch dat de federale politie, meer bepaald via de directie van de federale wegpolitie, deze opdracht sinds januari 2001 op zich nam. (6) Bij het tot stand komen van deze omzendbrief werden zowel intern als extern de federale politie overlegvergaderingen en besprekingen georganiseerd onder meer met de provinciegouverneurs, de gerechtelijke overheden, de directeurs-coördinatoren (DirCo) als hoeksteen van de geïntegreerde werking, de vaste commissie voor de lokale politie,... 2. Enkele definities (1) Autosnelweg De openbare weg waarvan het begin of de oprit aangeduid is met het verkeersbord F5 en het einde met het verkeersbord F7 zoals voorzien in het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.(2) Gelijkgestelde wegen Openbare wegen die als autosnelwegen kunnen aanzien worden omdat ze gewoonlijk grotendeels gelijkaardige karakteristieken vertonen : - Aanwezigheid van minimum twee afzonderlijke en gescheiden rijbanen met enkele rijrichting; - Over het algemeen geen bewoning langs deze wegen; - Bereikbaar via speciaal ingerichte toegangswegen; - Afwezigheid van gelijkgrondse kruispunten. (3) Autoweg : De openbare weg waarvan het begin aangeduid is met het verkeersbord F9 en het einde met het verkeersbord F11 zoals voorzien in het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.(4) Prioritair actieterrein : Geografisch terrein samengesteld uit : - de autosnelwegen en de wegen bepaald in punt (2) hierboven; - evenals de openbare wegen of de delen ervan die bij overeenkomst aan de federale wegpolitie zijn toegewezen, waarop ze prioritair het geheel van de politiefunctionaliteiten uitvoert. 3. Wettelijke en reglementaire basis Hierna vindt u de verschillende wettelijke en reglementaire teksten die als basis gediend hebben bij het opstellen van deze omzendbrief. Zij lichten voor een deel toe waarom de autosnelwegen en de gelijkgestelde wegen als prioritair actieterrein van de federale wegpolitie worden erkend. (1) Het artikel 3 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.(2) De wet op het politieambt (WPA), en meer in het bijzonder zijn artikel 16.(3) De wet van 6 december 2005 betreffende de opmaak en financiering van actieplannen inzake verkeersveiligheid.(4) De wet van 12 juli 1956 betreffende het specifiek statuut van autowegen.(5) Het koninklijk besluit van 17 september 2001 tot vaststelling van de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie teneinde een gelijkwaardige minimale dienstverlening aan de bevolking te verzekeren (gewijzigd door het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, meer in het bijzonder artikel 7bis ).(6) Het koninklijk besluit van 14 november 2006 betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie en in het bijzonder artikel 13.(7) De ministeriële omzendbrief van 18 juli 2002 betreffende gebeurtenissen die met de openbare orde samenhangen en die op de autosnelwegen plaatsvinden.4. Een basisprincipe : versterken van het overleg Eén van mijn wensen doorheen deze omzendbrief is de operationele samenwerking tussen de lokale politie en de federale wegpolitie te versterken en de DirCo in dit raam volop zijn rol te laten spelen.Het is dus van het grootste belang dat de federale wegpolitie, voor zover dit een meerwaarde betekent, deelneemt aan de verschillende overlegorganen die in plaats gesteld werden ingevolge de oprichting van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, evenals aan elk ander overlegforum dat zou georganiseerd worden om de geïntegreerde werking te verbeteren. 5. Opdrachten 5.1 Algemeen kader Als gevolg van artikel 3 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, « verzekert de federale politie over het gehele grondgebied, met inachtneming van de principes van specialiteit en subsidiariteit, de gespecialiseerde en de supralokale opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie, evenals ondersteunende opdrachten voor de lokale politiediensten en voor de politieoverheden ».

Dit artikel is ook volledig van toepassing op de federale wegpolitie. (1) Als eerstelijnsentiteit van de algemene directie van de bestuurlijke politie, verzekert de federale wegpolitie het geheel van de politiefunctionaliteiten op haar prioritair actieterrein.Dit laat onder meer toe om, zoals hiervoor al vermeld, op het volledige grondgebied aan de burger een gelijkwaardige minimale dienstverlening te verzekeren. Dit gebeurt in de geest van de 7 basisfunctionaliteiten zoals elke politiezone van de lokale politie die moet invullen. De manier waarop deze basisfunctionaliteiten door de federale wegpolitie worden ingevuld zal enerzijds het voorwerp zijn van een interne richtlijn van deze directie maar anderzijds ook voortvloeien uit overleg met de lokale politie dat gecoördineerd wordt door de DirCo.

In dit raam zullen partnerschappen tussen diensten van de lokale en/of federale politie uiteraard steeds mogelijk en zelfs gewenst zijn. (2) Op het gehele grondgebied en met respect voor de principes van de specialisatie en de subsidiariteit, moet de federale wegpolitie, als dienst van de federale politie, bovendien instaan voor : * de gespecialiseerde en supralokale opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie; * en de steunopdrachten ten voordele van de lokale politiekorpsen en de politieoverheden. (3) Opdat de gerechtelijke- en verkeersonveiligheidsfenomenen doeltreffend bestreden kunnen worden, zal de federale wegpolitie op een geïntegreerde manier moeten samenwerken met zowel de andere politiepartners als met de niet-politionele partners.(4) Steeds met het oog op het verzekeren van een geïntegreerde werking zal ze ook deelnemen aan de verschillende politionele interventieplannen (PIP) die over het algemeen opgesteld worden door de DirCo in samenspraak met de korpschefs en met de diensthoofden van de eenheden van de federale politie.Deze worden georganiseerd op provinciaal of arrondissementeel niveau om het hoofd te kunnen bieden aan bepaalde onverwachte gebeurtenissen op de autosnelwegen en gelijkgestelde wegen of daarbuiten. Ook hier zal dit gebeuren rekening houdend met de specificiteiten en competenties van de personeelsleden van de federale wegpolitie. (5) Bij de uitvoering van deze verschillende opdrachten zal de federale wegpolitie er in het bijzonder over waken dat ze te werk gaat volgens de filosofie van de excellente politiezorg en de onderdelen ervan, zijnde de gemeenschapsgerichte politiezorg, de informatiegestuurde politiezorg en de optimale bedrijfsvoering. 5.2 De uitoefening van de politiefunctie op het prioritair actieterrein 5.2.1 Algemene principes De uitvoering van de politiefunctie op het prioritair actieterrein kan beschouwd worden als een gespecialiseerde (onder meer wegens de uitrusting die nodig is om tussen te komen en de specifieke interventiemethodes die moeten worden aangewend) en bovenlokale opdracht (een traject van een autosnelweg over een lengte van enkele kilometers kan snel meerdere politiezones doorkruisen).

Ik merk op dat het nationaal veiligheidsplan bijzondere aandacht besteedt aan de verkeersveiligheid. De autosnelwegen en de gelijkgestelde wegen vormen een belangrijke as in de doelstelling die de regering zich stelde om het aantal doden en zwaargewonden op de wegen te verminderen. Het is bijgevolg belangrijk om er op een eenvormige manier te kunnen werken.

Wij stellen tenslotte ook vast dat de autosnelwegen of de andere internationale verkeersassen in het algemeen ook gebruikt worden door criminele organisaties of eenvoudigweg door kleine criminelen.

Dit kan het geval zijn om er criminele feiten te plegen (ladingdiefstallen, mensenhandel of -smokkel vanaf de parkings langs de autosnelwegen,...) of om zich te verplaatsen tussen de verschillende locaties waar hun criminele activiteiten zich voordoen (drughandel, wapenhandel, zwendel in afvalstoffen,...).

Op basis van het voorgaande en met het oog op het bevorderen van een coherent beleid op het geheel van het autosnelwegennet in de ruime zin van het woord, beslis ik dat de autosnelwegen, hun aanhorigheden en de andere gelijkgestelde wegen (waarvan u de lijst in bijlage vindt) als prioritair actieterrein aan de federale wegpolitie worden toegewezen.

Dit betekent dus dat de federale wegpolitie er prioritair de 7 basisfunctionaliteiten zal waarnemen hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks via het aangaan van bepaalde partnerschappen.

De in deze omzendbrief ingenomen stelling vloeit voort uit de wil om de toepassing, de uitvoering en de coherente en éénvormige opvolging van het regeringsbeleid, weze het op het vlak van het wegverkeer of op het gerechtelijk vlak, op het specifieke terrein van de autosnelwegen en gelijkgestelde wegen, te verbeteren.

Ik verduidelijk hier echter onmiddellijk bij dat het toewijzen van een prioritair actieterrein aan de federale wegpolitie uiteraard een samenwerking met de lokale politie niet uitsluit. Ik hoef hierbij niet te herhalen dat ik gehecht ben aan het principe van de integratie van de twee niveaus van de geïntegreerde politie. Die geïntegreerde werking wordt namelijk gerealiseerd doorheen de samenwerking tussen deze twee niveaus op het terrein, samenwerking die uiteraard nog kan geconcretiseerd worden in bijzondere overeenkomsten op het niveau dat zo dicht als mogelijk bij de burger staat.

De gelijktijdige, gezamenlijke of parallelle tussenkomst van de verschillende politiediensten is verre van uitzonderlijk in het uitgebreide toepassingsdomein van de bestuurlijke en de gerechtelijke politie. De praktische moeilijkheden en de problemen die deze situatie kan veroorzaken, evenals de absolute noodzaak om de specifieke mogelijkheden van elke dienst naar best vermogen te gebruiken, zet aan tot het uitvaardigen van krachtlijnen die de coördinatie van de acties van de lokale politiekorpsen en de federale wegpolitie ontwikkelen.

Waar mogelijk dient het overleg tussen de verschillende betrokken partijen één van de fundamenten en ook de drijvende kracht te vormen achter de coördinatie tussen politiediensten.

In dit raam is de rol van de DirCo essentieel. Het komt bovendien ook de provinciegouverneurs en de gerechtelijke overheden toe (in het bijzonder de Procureur des Konings) om dergelijk overleg te bevorderen, zowel op het vlak van de bestuurlijke als van de gerechtelijke politie. Een duidelijke en doorgedreven actie van deze laatsten zal niet nalaten bij te dragen aan het concretiseren van de principes die doorheen deze omzendbrief bepaald zijn.

Meer in het bijzonder, zal op regelmatige basis een gemeenschappelijk overleg worden georganiseerd binnen elke provincie en binnen het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad tussen de provinciegouverneur, het diensthoofd WPR en de DirCo bevoegd binnen deze provincie. Dit overleg zal in het bijzonder toelaten de te volgen strategie binnen sommige dossiers over het genegotieerd beheer van de publieke ruimte vast te leggen en een akkoord te bereiken over een aantal prioriteiten die dienen weerhouden te worden binnen het kader van de actieplannen verkeersveiligheid,...

Tot slot moet hieraan worden toegevoegd dat bepaalde uitzonderingen op de algemene hiervoor omschreven principes altijd lokaal onderhandeld kunnen worden in het raam van een zonale veiligheidsraad of voorgesteld kunnen worden in het raam van het provinciaal veiligheidsoverleg. Deze uitzonderingen moeten dan wel duidelijk gemotiveerd worden. Op die manier kunnen bepaalde wegen die niet beschouwd worden als autosnelwegen of gelijkgestelde wegen, op vraag van een overheid, een lokale politie of de federale wegpolitie dan hernomen worden als prioritair actieterrein van de federale wegpolitie.

Elke wijziging in het prioritair actieterrein van de federale wegpolitie moet het onderwerp uitmaken van bijzondere overeenkomsten tussen de lokale politie en de federale wegpolitie. Concreet wordt een gemotiveerde aanvraag, uitgaande van een korpschef van de lokale politie of van de directeur van de federale wegpolitie, overgemaakt aan de territoriaal bevoegde DirCo. Die zal dan het initiatief nemen om het nodige overleg te organiseren. 5.2.2 De uitoefening van de politiefunctionaliteiten Vooraleer stil te staan bij de uitvoering van de politiefunctionaliteiten door de federale wegpolitie, mogen wij niet vergeten dat zij zich inschrijft in de integrale en geïntegreerde aanpak van de veiligheidsfenomenen. Die fenomenen kunnen enerzijds worden benaderd in het raam van de gewone werking en anderzijds in het raam van een projectmatige aanpak.

De wijze waarop de federale wegpolitie de 7 basisfunctionaliteiten moet invullen, wordt hierna gedetailleerd. (1) Onthaal Er moet over gewaakt worden dat een burger die beroep wenst te doen op de politie, hierop een snel antwoord krijgt. Bijgevolg zal in iedere verkeerspost minimum elke werkdag gedurende de bureeluren, meer bepaald van 08 :00 uur tot 17 :00 uur, een fysiek onthaal verzekerd worden.

Personen die zich buiten deze uren fysiek aanbieden aan om het even welke verkeerspost moeten door middel van technische infrastructuur (bijvoorbeeld een oproepknop) de mogelijkheid hebben om in contact te treden met een politieambtenaar. Voor zover daartoe de nodige overeenkomsten bestaan, kan dit op een geïntegreerde manier worden georganiseerd (doorsturen naar het CIC of de lokaal bevoegde politiezone waar de post zich bevindt,...).

In combinatie met de beschikbaarheid van een 24/24 uur interventiedienst, organiseert de federale wegpolitie op die manier een vorm van permanent onthaal. (2) Interventie De permanente toegankelijkheid en beschikbaarheid van de politiediensten wordt vooral geconcretiseerd door de functionaliteit van de interventie. Deze functionaliteit moet in de schoot van de federale wegpolitie op een permanente wijze georganiseerd worden, enerzijds rekening houdend met het aantal en de gewoonlijke aard (ernst en dringendheid) van de oproepen, en anderzijds met contraintes die voortvloeien uit een efficiënt gebruik van de beschikbare middelen.

De federale wegpolitie zal zich dus zodanig organiseren dat ze op haar volledig prioritair actieterrein over een permanent interventiesysteem beschikt (24/24 uur en 7/7 dagen). Dit interventiesysteem zal georganiseerd worden om aan elke vraag tot politietussenkomst te kunnen voldoen op een kwaliteitsvolle manier en binnen een aanvaardbare termijn, in het bijzonder in functie van de dringendheid en de ernst van de feiten.

De ploegen die voor dit interventiesysteem worden ingezet, zullen onder andere als opdrachten hebben om : - elke vraag tot tussenkomst van een burger of van de wegbeheerder te beantwoorden; - tussen te komen naar aanleiding van elk strafbaar gedrag of om bepaalde toezichtopdrachten of preventieve controles uit te voeren gericht naar prioritaire verkeers- of gerechtelijke fenomenen; - de nodige maatregelen te nemen die bijdragen tot de verkeersvlotheid.

Overigens zal ze erover waken dat ze in principe per provinciale dienst over een officier van bestuurlijke politie (OBP) beschikt die ofwel aanwezig is op het terrein ofwel contacteerbaar en terugroepbaar is. (3) Verkeer Gelet op het specifieke terrein waarvoor de federale wegpolitie verantwoordelijk is, zal ze een heel bijzondere aandacht schenken aan de functionaliteit « verkeer ».Ze zal dit meer bepaald doen in het raam van de doelstellingen die voortvloeien uit de Staten-Generaal voor de Verkeersveiligheid en die overgenomen werden in het nationaal veiligheidsplan. Ze zal, in overeenstemming met de politionele beleidscyclus, een strategisch plan opstellen evenals een aantal actieplannen die haar zullen toelaten bij te dragen tot de nationale inspanningen om het aantal verkeersslachtoffers terug te dringen.

De functionaliteit verkeer bestaat voor de federale wegpolitie concreet uit de uitvoering van de opdrachten voorzien in het artikel 16 van de wet op het politieambt en dit op het prioritaire actieterrein waarvoor ze bevoegd is (zie hoger). Deze opdrachten concretiseren zich met name in : - het uitvoeren van preventieve en repressieve acties met betrekking tot het naleven van de verkeersregels; - het regelen van het verkeer naar aanleiding van belangrijke en onvoorziene verstoringen van de mobiliteit; - het vaststellen van verkeersongevallen; - het formuleren van adviezen aan de bevoegde overheden in verband met mobiliteit en verkeersveiligheid. (4) Recherche Het personeel van de federale wegpolitie zal een bijzondere aandacht schenken aan de gerechtelijke fenomenen (mensenhandel, drughandel, diefstallen, zedenfeiten,...) die zich voordoen op haar prioritair actieterrein.

Bij de vaststelling van dergelijke feiten engageert het personeel van de federale wegpolitie zich om, voor zover het om niet-gespecialiseerde gerechtelijke dossiers gaat, in te staan voor de initiële navolgende onderzoeksdaden. Voor wat betreft de complexe gerechtelijke dossiers of behoudens andersluidende richtlijnen van de gerechtelijke overheden, zullen de navolgende onderzoeken niet door de federale wegpolitie worden uitgevoerd. In het raam van het rechercheoverleg of een zonale veiligheidsraad kunnen bijzondere situaties het voorwerp uitmaken van lokale akkoorden.

Om toe te laten dat deze functionaliteit wordt uitgevoerd volgens de filosofie van de geïntegreerde werking en in overeenstemming met de richtlijnen van de lokale gerechtelijke overheden, is de federale wegpolitie, voor zover dit een meerwaarde betekent, bereid deel te nemen aan het rechercheoverleg dat in elk gerechtelijk arrondissement georganiseerd wordt (zie hierboven). (5) Genegotieerd beheer van de publieke ruimte De uitoefening van de functionaliteit « handhaving van de openbare orde » op de autosnelwegen of gelijkgestelde wegen kenmerkt zich door een zeer specifiek karakter.In dit raam werd er een specifieke omzendbrief opgesteld. Het betreft actueel de omzendbrief van 18 juli 2002 betreffende gebeurtenissen die met de openbare orde samenhangen en die op de autosnelwegen plaatsvinden. Deze omzendbrief wordt momenteel herzien.

Meer algemeen zal de federale wegpolitie actief deelnemen aan de informatie- en inlichtingencyclus voor elke gebeurtenis waarbij haar prioritair actieterrein betrokken is, zowel wanneer een gebeurtenis er zich op voordoet als wanneer deelnemers aan een gebeurtenis er gebruik van maken tijdens hun verplaatsingen (zowel voor, tijdens als na de gebeurtenis) en dit conform de voorschriften van de MFO3 - boek II. Voor wat betreft de uitoefening van de politionele leiding in het raam van gebeurtenissen « openbare orde » die plaatsvinden op haar prioritair actieterrein, zal de federale wegpolitie waken over de strikte toepassing van het artikel 7 van de wet op het politieambt.

Concreet betekent dit dus dat ze : - zich voor de eventuele steunaanvragen zal richten tot de korpschef van de lokale politie of tot de DirCo die aangewezen is voor de operationele leiding (of operationele coördinatie) van de gebeurtenis; - de richtlijnen die deze geeft voor of tijdens de gebeurtenis zal respecteren; - aan hem regelmatig verslag zal uitbrengen om hem in staat te stellen zijn verantwoordelijkheden op te nemen.

Vermelden wij hierbij dat aan de federale wegpolitie gevraagd wordt zich in te schrijven in de nood- en interventieplannen opgesteld op nationaal, provinciaal of gemeentelijk vlak om het hoofd te kunnen bieden aan bepaalde noodtoestanden. Ook hier zal dit gebeuren met inachtneming van de specificiteiten en competenties van het personeel van de federale wegpolitie.

De federale wegpolitie zal erover waken dat ze in principe per provinciale dienst over een officier van bestuurlijke politie (OBP) beschikt die ofwel aanwezig is op het terrein ofwel contacteerbaar en terugroepbaar is. (6) Politionele slachtofferbejegening Op basis van artikel 46 van wet op het politieambt brengen de politieambtenaren de personen die om hulp of bijstand verzoeken in contact met gespecialiseerde diensten.Ze verlenen hulp aan slachtoffers van inbreuken door hen met name de nodige informatie te verschaffen. In dit raam herinneren wij aan het principe vervat in de omzendbrief GPI 58 volgens hetwelk de politieambtenaar de eerste verantwoordelijke is voor de opvang en de bijstand aan de slachtoffers en dat hij niet systematisch de slachtoffers mag doorverwijzen naar de dienst politionele slachtofferbejegening. Die doorverwijzing is slechts gerechtvaardigd wanneer de politieambtenaar zelf niet kan instaan voor de bijstand, onder meer wegens de ernst van het slachtofferschap.

De federale wegpolitie zal zich daarom op een zodanige manier organiseren dat elke politieambtenaar in staat is om deze taak uit te voeren. Wanneer haar personeelsleden geconfronteerd worden met een ernstig slachtofferschap, dan mag ze beroep doen op een gespecialiseerde dienst voor politionele slachtofferbejegening. In dit raam zal de federale wegpolitie erover waken om via de DirCo een aantal samenwerkingsverbanden uit te bouwen met de sociale assistenten van de coördinatie- en steundirecties, van de politiezones of van enig andere gespecialiseerde dienst. (7) Wijkwerking Hoewel het prioritair actieterrein van de federale wegpolitie niet echt « bewoners » telt, zal ze er toch op toezien een performante wijkwerking uit te werken die haar in staat zal stellen op een doeltreffende manier bij te dragen tot enerzijds de gemeenschapsgerichte politiezorg en anderzijds tot de informatiegestuurde politiezorg.Dit zal in het bijzonder het geval zijn ten aanzien van de ondernemingen die gehuisvest zijn op de aanhorigheden van de autosnelwegen (tankstations, restaurants, hotels, ...). Ze zal erover waken dat voor hen een permanent aanspreekpunt (wijkagent) aangewezen wordt voor elk probleem dat zich op de parking voordoet (vandalisme, afzetterij, diefstallen, sluikstorten, problemen naar aanleiding van verplaatsingen van voetbalsupporters, ...). Het spreekt voor zich dat deze wijkwerking uitgevoerd zal worden in nauwe samenwerking met de territoriaal bevoegde lokale politie en in het bijzonder met de politieambtenaren belast met de wijkwerking in de schoot van die lokale politie. 5.2.3 De aanpak van de prioritaire fenomenen Zoals we hiervoor vermeld hebben, komen bepaalde specifieke veiligheidsfenomenen voor op het prioritair actieterrein van de federale wegpolitie. Het gaat hier bijvoorbeeld over diefstallen in vrachtwagens, illegale immigratie, drughandel, internationale afvalzwendel, milieuovertredingen, enz.... De hardnekkigheid en de kenmerken van deze fenomenen, onder meer het bovenlokaal aspect, rechtvaardigen dat er specifieke acties worden ondernomen om hieraan een einde te stellen. De federale wegpolitie zal voluit bijdragen tot de in plaats gestelde aanpak in de strijd tegen deze fenomenen en ze zal onder andere als opdrachten hebben : - het verschijnen van deze fenomenen op te sporen en ze te melden aan de bestuurlijke en gerechtelijke overheden en aan haar politiepartners langs de voorziene informatiekanalen; - onder de verantwoordelijkheid van de bestuurlijke en gerechtelijke overheden en in nauwe samenwerking met haar politiepartners, met name de DirCo en de DirJud, bepaalde specifieke actieplannen in werking te stellen. 5.3 De gespecialiseerde of bovenlokale opdrachten buiten het prioritair actieterrein Zelfs wanneer de federale wegpolitie prioritair belast is met het uitvoeren van de politiefunctie op de autosnelwegen en gelijkgestelde wegen, zal ze eveneens bepaalde gespecialiseerde of bovenlokale opdrachten uitvoeren buiten dit prioritair actieterrein. We denken in het bijzonder aan bepaalde opdrachten (escortes VIP, begeleiding wielerwedstrijden, begeleiding uitzonderlijk vervoer, ...) die om redenen van hun aard het inzetten van gespecialiseerd personeel of uitrusting vereisen of waarbij dusdanig veel politiezones betrokken zijn dat te verkiezen valt om ze door één en dezelfde politiedienst te laten uitvoeren.

Ze zal over het algemeen voor dergelijke opdracht gevat worden door een overheid (crisiscentrum van de regering of de FOD Mobiliteit bijvoorbeeld) of conform artikel 7 WPA door een politieverantwoordelijke (de DirCo of de korpschef van de lokale politie).

Ook hier zal de federale wegpolitie erover waken dat deze opdrachten worden uitgevoerd in de geest van de geïntegreerde werking door met name tijdens de uitvoering van deze opdrachten op om het even welk ogenblik nauw samen te werken met de andere betrokken politiediensten.

Ze zal hiervoor de verschillende middelen aanwenden waarover ze beschikt (CIC, coördinatie- of overlegvergaderingen, informaticaprogramma's gebruikt door de verschillende politiediensten,...) en dit zowel bij de voorbereiding als tijdens de uitvoering van deze opdrachten.

Om dit soort opdrachten te kunnen uitvoeren zal de federale wegpolitie ervoor zorgen dat ze uitgerust is en beroep kan doen op personeel met de nodige technische en praktische kennis. 5.4 Steunopdrachten 5.4.1 Algemene principes Naast de uitvoering van de politiefunctie op haar prioritair actieterrein, zal de federale wegpolitie ook steun leveren aan de lokale politie. Omwille van de gebruikte uitrusting of specifieke ter beschikking gestelde kennis, is de steun geleverd aan de politiezones een gespecialiseerde steun. Bij de aanvraag en de toewijzing van de gevraagde steun zal er een bijzondere aandacht geschonken worden aan de meerwaarde (een zekere vorm van gespecialiseerde versterking) die de steun van de federale wegpolitie kan betekenen. In dit raam zal de DirCo een belangrijke rol spelen. 5.4.2 Verschillende soorten steun Zoals hiervoor aangehaald kan de steun verschillende vormen aannemen, namelijk : - materiële steun (bijvoorbeeld het ter beschikking stellen van een radarvoertuig met operator, van de tuimelwagen met personeel,...); - steun met personeel dat beschikt over specifieke kennis of competenties (ter beschikking stellen van motorrijders aan politiezones die hier zelf niet over beschikken, van specialisten digitale tachograaf / ladingzekering / ADR,...); - steun door het formuleren van technische adviezen of het ter beschikking stellen van personeel naar aanleiding van de voorbereiding, de uitvoering, de opvolging of de evaluatie van grootschalige gebeurtenissen (meer bepaald voor het luik « verkeer ») of van geïntegreerde politieoperaties. 5.4.3. Bepaalde vormen van specifieke steun De federale wegpolitie kan ook bepaalde vormen van meer specifieke steun leveren aan de andere politiediensten of aan de politieoverheden. Het gaat meer bepaald om : (a) het centrum voor kennis en expertise (CENTREX) wegverkeer dat een dienst is van de federale wegpolitie maar dat werkt ten voordele van het geheel van de geïntegreerde politie en van de overheden;(b) de cellen educatie en preventie (CEP), personeel van de federale wegpolitie dat meer bepaald gespecialiseerd is in het luik « opvoeding en preventie » van de bevolking inzake verkeersveiligheid.Dit personeel is met name belast met het geven van informatie- en sensibiliseringsessies in de scholen, het opstellen van informatiestanden inzake verkeersveiligheid,...; (c) het personeel van de cel « Kijk uit - Contacts » dat, in samenwerking met het BIVV, belast is met het verspreiden van preventieve tips aangaande verkeersveiligheid via bepaalde media, met name de televisie.Dit personeel staat eveneens ter beschikking van de lokale politiezones of overheden die in dit raam bepaalde specifieke berichten willen verspreiden; (d) het personeel van de federale wegpolitie in de schoot van het Vlaams Verkeerscentrum en Perex : dit personeel kan in reële tijd of in het raam van de voorbereiding van bepaalde gebeurtenissen tussenkomen als facilitator ten aanzien van de gewestelijke wegbeheerders voor de verspreiding van bepaalde informatie via de media (radio, internet,...)...; (e) de regionale verwerkingscentra van Antwerpen, Gent en Namur die momenteel al werken ten voordele van de federale wegpolitie en die ook steun zouden moeten kunnen leveren aan de politiezones op het vlak van de verwerking van de overtredingen die op hun grondgebied vastgesteld worden door digitale camera's (momenteel lopen er pilootprojecten in het Waals en het Vlaams gewest).6. Inwerkingtreding Deze omzendbrief is van toepassing vanaf zijn publicatie. A. TURTELBOOM, Minister van Binnenlandse Zaken Bijlage bij de ministeriële omzendbrief van 31 augustus 2010 houdende de opdrachten en het prioritair actieterrein van de federale wegpolitie Bepaling van de actiezones WPR Autosnelwegen E19/A1 tussen VILVOORDE (MACHELEN) en MEER (Nederlandse grens) (KP 0 tot 69,7) E314/A2 tussen HEVERLEE en MAASMECHELEN (Nederlandse grens) (KP 83,9 tot 0) E40/A3 tussen BRUSSEL (SCHAARBEEK-REYERS) en LICHTENBUSCH (Duitse grens) (KP 0 tot 134,5) E411/A4 tussen BRUSSEL (OUDERGEM) en STERPENICH (Luxemburgse grens) (KP 0 tot 188,4) Bemerking : KP0.0 - 5.8 = GEEN autosnelweg E19/A7 tussen R0 (HAUT-ITTRE) en HENSIES (Franse grens) (KP 17,6 tot 78,2) E429/A8 tussen HALLE (wisselaar met de E19) en HERTAIN (Franse grens) (KP 15 tot 76,6) E40/A10 tussen DILBEEK (GROOT-BIJGAARDEN) en OOSTENDE (KP 0 tot 104,5) Bemerking : KP 0.0 - 4.0 = GEEN autosnelweg E34/ A11 tussen de provinciegrens OOST-VLAANDEREN en de R2 (grondgebied OOST-VLAANDEREN) (KP 3,9 tot 11,9) A12 tussen BRUSSEL (LAKEN) en ANTWERPEN (wisselaar met de R1) (KP 0 tot 35,7) Bemerking : KP 0.0 - 0.3 en 10.3 - 15.7 = GEEN autosnelweg Tussen AARTSELAAR (Bist) Km 27,4 en ANTWERPEN-WILRIJK (Atomiumlaan) Km 30,5 = gewestweg « semi-autosnelweg » A12 tussen ANTWERPEN (MERKSEM) (wisselaar met de R1) en ZANDVLIET (Nederlandse grens) (KP 35.17 tot 54,2) E313/A13 tussen ANTWERPEN (Borgerhout Noordersingel) en VOTTEM (agglomeratiegrens) (KP 0 tot 100,173) E17/A14 tussen REKKEM (Franse grens) en ANTWERPEN (wisselaar met de R1) (KP 0 tot 100,6) E42/A15 tussen LIEGE en LE ROEULX (wisselaar met de E19) (KP 0 tot 102,4) E42/A16 tussen POMMEROEUL (wisselaar E19) en TOURNAI (wisselaar met de A8) (KP 0 tot 35) E403/A17 tussen MARQUAIN (wisselaar met de A8) en de KP 17.4 provinciegrens E40/A18 tussen Franse grens en de wisselaar te JABBEKE (einde autosnelweg) (KP 5,4 tot 47,4) A19 tussen KORTRIJK (wisselaar met de R8) en IEPER (einde autosnelweg) (KP 0 tot 22,9) E34/A21 tussen RANST (wisselaar met de E313) en MOL-POSTEL (Nederlandse grens) (KP 9,2 tot 58,0) E34/A21 tussen ANTWERPEN (wisselaar met de R1) en ASSENEDE (KP 0 tot 45) Grenspost van VISE en LICHTENBUSCH (KP 0,575 tot 1,1) - CPT E25/A26 tussen LIEGE en NEUFCHATEAU (wisselaar met de E411) (KP 0 tot 95,8) E42/A27 tussen BATTICE (wisselaar met de E40) en STEINBRUCK (Duitse grens) (KP 0 tot 61,4) A54 tussen PETIT-ROEULX (wisselaar met de E19) en CHARLEROI (wisselaar met de R9) (KP 0 tot 23.2) A112 (afrit tussen N1 Antwerpen Amerikalei en de A12 J De Vostunnel) A201 tussen het kruispunt NATO niet inbegrepen en het rondpunt STRABED niet inbegrepen (KP 0 tot 4,2) A501 tussen de wisselaar met de E19 en de wisselaar E42 (KP 0 tot 5.6) A503 (verbinding tussen de R3 en de R9) (KP 0 tot 3,5) A601 tussen de wisselaar met de E313 en de wisselaar met de E40 (KP 0 tot 4,7) A602 tussen LONCIN (wisselaar met de E40) en LIEGE (E25/A26) A604 tussen BIERSET en SERAING (KP 0,3 tot 5,1) B101 - uitrit E19 richting BRUSSEL ter hoogte van het complex MECHELEN ZUID en Rotonde zuid B501 (Ring rond MONS) (KP 0 tot 2 en 0 tot 0.8) B601 te SPA (KP 0,1 tot 1,7) B602 te TILFF (KP 0,1 tot 1,6) R0 tussen HAUT-ITTRE en HAUT-ITTRE (KP 0 tot 75,7) Bemerking : KP 12.5 - 23.8 = GEEN autosnelweg R1 (Ring rond ANTWERPEN) (KP 0 tot 16,9) R2 tussen de wisselaar ANTWERPEN-HAVEN (postcode 2030) en de E34 (A11) wisselaar BEVEREN (postcode 9120) R3 (grote Ring van CHARLEROI (KP 0 tot 32.6) R4 tussen KP 14,960 (Kruispunt Kennedylaan, niet inbegrepen) en KP 28,040 (Uitrit MERELBEKE, inbegrepen) R5 - Ten oosten van de KP 0 tot 3.6 en R5 ten westen van de KP 0 tot 10.5 R8 (Ring rond KORTRIJK) (KP 0 tot 16,4) R9 (kleine Ring van CHARLEROI) (KP 0 tot 5.2) R22 (KP 12,2 en 15,2) ZAVENTEM Omvorming van de N31 naar een weg met het statuut van autosnelweg Omvorming van de N395a en N395b naar een weg met het statuut van autosnelweg E420 tussen CHARLEROI en COUVIN (ontdubbeling van de N5) Verlenging van de A19 tussen IEPER-NOORD en VEURNE Omvorming van de N81 naar een weg met het statuut van autosnelweg (A28) (15 Km) Nationale wegen N4 tussen de provinciegrens met BRABANT-WALLON en ARLON (KP 33,5 tot 55,1 en 65,1 tot 178), met uitzondering van de agglomeratie NAMUR, de doortochten van TENNEVILLE (KP 122,9 tot 126,2), MARTELANGE (KP 159,85 tot 164,8) en ARLON (KP 178,1 tot aan de Luxemburgse grens) A12 tussen AARTSELAAR (Bist) Km 27,4 en ANTWERPEN-WILRIJK (Atomiumlaan) Km 30,5 = gewestweg « semi-autosnelweg » N5 tussen de provinciegrens met HAINAUT en COUVIN (agglomeratiegrens) (KP 59,4 en 92,7) N25 tussen GREZ-DOICEAU (het rondpunt Comte d'URSEL niet inbegrepen) en NIVELLES (kruispunt rondpunt met de N93 en de R24 niet inbegrepen) (KP 17.2 tot 45.25), met inbegrip van de op- en afritten, uitgezonderd : - de kruispunten N25 - N4 te WAVRE en te MONT-SAINT-GUIBERT - de wisselaar N25 - N23 N25a tussen het kruispunt N4 - N25a niet inbegrepen en de wisselaar E411 - N25a inbegrepen (KP 0 tot 1,1) N31 te BRUGGE (KP 0 tot 12,3) N52 ter hoogte van ANTOING (KP 2 tot 5,2) N54 tussen de R3 (wisselaar inbegrepen) en FONTAINE (kruispunt N54 - N59 niet inbegrepen) (KP 0 tot 5,1) N55 tussen LE ROEULX (wisselaar met de E19 inbegrepen) en SAINT-VAAST (kruispunt N55 - N27 niet inbegrepen) (KP 22,7 tot 29,8) N59 van KP 0 tot 18.7 N60 van KP 43.5 tot 51.3 N81/A28 tussen de wisselaar van WEYLER (kruispunt N81 - route du Zoning niet inbegrepen) en AUBANGE (Franse grens), meer bepaald KP 2,6 tot 14,7. Bemerking : in afwachting van de aanleg van de A28 tussen de E411 en de Franse grens (A30/N54) N89 tussen de wisselaar 25 van de E411 (wisselaar te LIBRAMONT) en BARRIERE DE CHAMPLON N90 van KP 29.1 tot 31.5 en van KP 35.2 tot 45.8 N90 tussen FLOREFFE (kruispunt N922 - N90 niet inbegrepen) en de R9 (KP 35,2 tot 61,7) en tussen de R3 (wisselaar inbegrepen) en het rondpunt MONCEAU niet inbegrepen (KP 31,5 tot 29,1) N97 tussen ONHAYE (KP 22 kruispunt N97 - N936 niet inbegrepen) en CINEY (KP 43 kruispunt N97 - N936 niet inbegrepen) (KP 23,7 tot 42,5) N98 tussen FOSSES-LA-VILLE (kruispunt N98 - N922 niet inbegrepen) en LIGNY (kruispunt N98 - N29 niet inbegrepen) (KP 0 tot 15,6) N395a en N395b (Ring rond KORTRIJK (KP 0 tot 2,2) N552 van KP 7.5 tot 10.5 N568 van KP 4.3 tot KP 10.3

^