Etaamb.openjustice.be
Arrest van 14 oktober 2021
gepubliceerd op 19 oktober 2021

Politiebesluit van de Minister-President tot behoud van bepaalde sanitaire restricties ter bestrijding van COVID-19 en houdende intrekking van het politiebesluit van 30 september 2021

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2021022262
pub.
19/10/2021
prom.
14/10/2021
ELI
eli/besluit/2021/10/14/2021022262/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 OKTOBER 2021. - Politiebesluit van de Minister-President tot behoud van bepaalde sanitaire restricties ter bestrijding van COVID-19 en houdende intrekking van het politiebesluit van 30 september 2021


De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gelet op artikel 166, § 2 van de Grondwet;

Gelet op artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014;

Gelet op artikel 11 van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, zoals vervangen door de wet van 7 december 1998;

Gelet op artikel 128 van de provinciewet;

Gelet op artikel 4, § 2quater, 1° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten, zoals gewijzigd door de wet van 6 januari 2014;

Gelet op het ministerieel besluit van 13 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 13/03/2020 pub. 13/03/2020 numac 2020030302 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19 type ministerieel besluit prom. 13/03/2020 pub. 19/03/2020 numac 2020040667 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19. - Duitse vertaling sluiten houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals gewijzigd door de ministeriële besluiten van 1 en 28 november 2020, van 11, 19, 20, 21 en 24 december 2020, van 12, 14, 26 en 29 januari 2021, 6 februari 2021, 6, 20 en 26 maart 2021, 24 en 27 april 2021, 7 mei 2021, 4 en woensdag 23 juni 2021, 23 juni 2021, 27 juli 2021 en 27 september 2021;

Gelet op de politiebesluit van de Minister-President van 30 september 2021 met het oog op het behoud van bepaalde beperkingen op het Brusselse grondgebied om de verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan;

Gelet op de vergadering van het Overlegcomité van 20 augustus 2021 en van 17 september 2021;

Gelet op de adviezen van de Risk Assessment Group (hierna RAG) en van het Group Exit Management Strategy (hierna GEMS);

Gelet op de epidemiologische rapporten opgesteld door Sciensano en door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

Gelet op de vergaderingen van de Brusselse Gewestelijke Veiligheidsraad van 15 september en 13 oktober 2021;

Gelet op het voorafgaande overleg met het Nationaal Crisiscentrum en de coronacommissaris die door de federale staat is aangesteld voor het beheer van de COVID-19-crisis;

Gelet op het akkoord van de Federale Ministers van Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken;

Overwegende dat uit de recentste evaluatie van de epidemiologische situatie door de RAG van 8, 15, 22, 29 en 30 september en 6 en 13 oktober 2021 blijkt dat het aantal besmettingen op landelijk niveau daalt, maar dat er grote verschillen zijn tussen de steden en de gewesten;

Daardoor blijft Brussel, zoals dat sinds 12 augustus het geval is, op alarmniveau 4, terwijl de rest van het land zich op niveau 2 bevindt, behalve Luik en de Duitstalige Gemeenschap;

Overwegende dat de RAG benadrukt dat de besmettingen in Brussel in bijna alle leeftijdsgroepen toenemen;

Dat de RAG de waargenomen epidemiologische situatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschouwt als vergelijkbaar met die tijdens de derde golf;

Overwegende dat de deltavariant dominant is (bijna alle besmettingen) en besmettelijker is dan de alfavariant; dat het virus bijgevolg nog sneller onder de bevolking circuleert;

Overwegende dat de overheid vreest dat de seizoenswissel en het minder mooie weer dat daarmee gepaard gaat, een grotere circulatie van het virus in de hand zullen werken, doordat de bevolking zich voor activiteiten vaker in waarschijnlijk minder goed verluchte binnenruimten zal begeven;

Overwegende dat niet meer hoeft te worden aangetoond dat vaccinatie een doeltreffend middel is om de viruscirculatie te beperken;

Dat de volledige vaccinatiegraad van de bevolking ouder dan 18 jaar in Brussel lager is dan in Vlaanderen en in Wallonië;

Dat dit nog meer het geval is in de jongere leeftijdscategorieën;

Dat de in vergelijking met de andere gewesten lagere vaccinatiegraad in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de sterke viruscirculatie waarmee sommige gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest daardoor te maken krijgen, nu leiden tot een toegenomen belasting van de Brusselse ziekenhuizen;

Overwegende dat in Brussel 20 % van de bedden op intensieve zorgen bezet is, terwijl dat percentage landelijk ongeveer 10 % bedraagt;

Overwegende dat de overheid vindt dat het essentieel is om het gezondheidszorgsysteem en de ziekenhuisinfrastructuur te vrijwaren, niet alleen om patiënten met COVID-19 op te vangen, maar ook om ervoor te zorgen dat patiënten met andere pathologieën kunnen worden opgevolgd; dat een verzadiging van het ziekenhuissysteem leidt tot een reorganisatie van de verzorgingsdiensten (waarbij ook patiënten naar andere gewesten worden overgebracht) en tot een wijziging van de prioriteiten op het vlak van de medische verzorging van patiënten; dat daardoor andere pathologieën minder zullen kunnen worden opgespoord en opgevolgd; dat het daarom van het allergrootste belang is om het gezondheidszorgsysteem te vrijwaren teneinde het basisrecht van de bevolking op leven en gezondheid te waarborgen;

Overwegende dat de diensten van de GGC tijdens de vergadering van de Gewestelijke Veiligheidsraad van 15 september en 13 oktober 2021 een overzicht hebben gegeven van de epidemiologische situatie en de vaccinatietoestand in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Dat de doelstelling van deze vergaderingen eveneens was de grote lijnen te presenteren van de Brusselse operationele uitvoering van de aan de deelstaten geboden mogelijkheid om het gebruik van het COVID Safe Ticket (hierna CST) uit te breiden naar verschillende sectoren;

Overwegende dat de GEMS op 18 augustus en 31 augustus 2021 adviezen heeft uitgebracht ter zake;

Overwegende dat de uitbreidingen van het gebruik van het CST zijn toegestaan door een samenwerkingsakkoord van 27 september 2021Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 27/09/2021 pub. 01/10/2021 numac 2021033376 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België sluiten houdende wijziging van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF, de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België;

Dat in het licht van de achteruitgang van de epidemiologische toestand op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sinds het einde van de zomer en van de vaststelling dat de vaccinatiegraad nog steeds te laag is, het Verenigd College het advies van de RAG gevraagd heeft over de noodzaak om het gebruik van het CST uit te breiden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Dat de RAG op 30 september 2021 zijn advies heeft doorgestuurd met de stelling dat in Brussel dreigingsniveau 4 gold (ook vandaag nog) en dat het akkoord kon gaan met de gevraagde uitbreidingen;

Dat de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie op 8 oktober 2021 een ordonnantie heeft aangenomen betreffende de uitbreiding van het COVID Safe Ticket in geval van noodzakelijkheid voortvloeiend uit een specifieke epidemiologische situatie; dat de inwerkingtreding van deze ordonnantie voorzien is op 15 oktober 2021;

Overwegende dat de uitbreidingen die op deze basis worden uitgevaardigd een aanvulling vormen bij de beheersmaatregelen die zijn ingevoerd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de circulatie van het virus te beperken en een nieuwe sluiting van bepaalde sectoren van de maatschappij te voorkomen;

Dat de Overheid met het oog op de evenwichtigheid en de proportionaliteit van de maatregelen die aan de burgers worden opgelegd, voor wat betreft de in Brussel aangenomen uitbreidingen van het CST, de sanitaire restricties wenst te beperken tot de situaties en plaatsen die het grootste risico inhouden aangezien zij niet aan een CST zijn onderworpen;

Dat moet worden benadrukt dat dit politiebesluit geldt onverminderd de mondmaskerplicht en de social distancing die uitdrukkelijk worden geregeld door de CST-ordonnantie en het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten; dat hieruit volgt dat dit politiebesluit de verplichtingen inzake voorzorgsmaatregelen aanvult waar dit nodig blijkt;

Overwegende dat dit politiebesluit het dragen van een mondmasker en de naleving van de social distancing oplegt voor een aantal plaatsen en evenementen;

Dat de gezondheidsmaatregelen die gelden op werkplekken reeds geregeld worden door het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten;

Dat dit besluit bepaalt dat er gepaste preventiemaatregelen worden uitgewerkt op ondernemings-, verenigings- of dienstniveau en genomen worden met naleving van de geldende regels inzake sociaal overleg en in samenspraak met de diensten voor preventie en bescherming op het werk; dat er eveneens een generieke gids ter beschikking is van de werkgevers op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;

Dat niettemin de noodzaak blijft bestaan om te voorzien in de bescherming van de burger in delen van werkplekken die toegankelijk zijn voor het publiek; dat derhalve maatregelen genomen dienen te worden ter zake;

Overwegende dat krachtens dit politiebesluit de maskerdracht verplicht blijft op alle plaatsen en evenementen die staan opgesomd in artikel 2, behalve indien een CST moet worden getoond om hiertoe toegang te krijgen; dat in deze hypothese de maskerplicht en de social distancing niet langer vereist zijn;

Dat bij de opheffing van de preventiemaatregelen evenwel een uitzondering moet gelden, met name voor de residentiële zorginstellingen voor kwetsbare personen zoals deze in de CST-ordonnantie staan omschreven;

Dat ook al dient een CST voorgelegd te worden om toegang te krijgen tot deze inrichtingen, het dragen van een mondmasker verplicht blijft gelet op de kwetsbaarheid van bewoners en patiënten;

Dat dit politiebesluit bovendien de door de CST-ordonnantie opgelegde mondmaskerplicht niet opheft voor personen die het CST niet hoeven voor te leggen om toegang te krijgen tot een plaats of evenement waar een CST vereist is om toegang te krijgen;

Overwegende dat in artikel 27, § 1, derde lid van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, bepaald is dat "wanneer de burgemeester of de gouverneur door het gezondheidsorganisme van de betrokken gefedereerde entiteit wordt ingelicht over een plaatselijke toename van de epidemie op diens grondgebied, of wanneer hij dit vaststelt, hij bijkomende maatregelen moet nemen vereist door de situatie";

Overwegende dat de woorden "de gouverneur" in voormelde wettelijke bepaling voor wat het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, begrepen moeten worden als "de minister-president";

Overwegende dat, zoals de Raad van State in arrest nr. 247.452 van 27 april 2020 benadrukt, de minister van Binnenlandse Zaken bij de keuze van de maatregelen om de gezondheidscrisis aan te pakken over "de ruimste beoordelingsbevoegdheid" beschikt;

Overwegende dat de minister-president vanuit een gelijkaardige redenering over de ruimste beoordelingsbevoegdheid beschikt om binnen zijn bestuurlijke politiebevoegdheid bijkomende maatregelen te nemen om de coronacrisis aan te pakken;

Overwegende dat de Raad van State in arrest nr. 241.671 van 30 mei 2018 benadrukt dat: "iedere bestuurlijke politiewet de bevoegde overheden machtigt preventieve maatregelen te nemen om verstoringen van de openbare orde, nog voor zij zich voordoen, te vermijden" en dat "de overheid in dat verband over een ruime beoordelingsbevoegdheid beschikt en rekening kan houden met iedere mogelijk gevaarlijke situatie en met ieder risico, hoe klein ook, voor de openbare veiligheid";

Dat de lokale overheden bijgevolg de mogelijkheid behouden om, naast de maatregelen die al door de federale overheid zijn uitgevaardigd, omwille van de bijzondere gezondheidssituatie op hun grondgebied bijkomende maatregelen goed te keuren;

Overwegende dat een overheid in het licht van de vastgestelde gezondheidstoestand en het basisrecht van de bevolking op leven en gezondheid naar aanleiding van een gezondheidscrisis vanuit een normale voorzichtigheid en plichtsbewustzijn niet anders kan dan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een bepaald aantal beperkende gezondheidsmaatregelen die in verhouding staan tot de epidemiologische situatie waarin het zich bevindt, te behouden;

Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "een mondmasker of elk ander alternatief in stof": hiervoor wordt verwezen naar de definitie vermeld in artikel 1, 15°, van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;2° "de CST-ordonnantie": de ordonnantie van de Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 8 oktober 2021 betreffende de uitbreiding van het COVID Safe Ticket in geval van noodzakelijkheid voortvloeiend uit een specifieke epidemiologische situatie";3° "CERM": hiervoor wordt verwezen naar de definitie vermeld in artikel 1, 18°, van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten;4° "CIRM": hiervoor wordt verwezen naar de definitie vermeld in artikel 1, 19°, van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten;5° « residentiële zorginstellingen voor kwetsbare personen »: hiervoor wordt verwezen naar artikel 2, 11°, van de CST-ordonnantie. HOOFDSTUK 2. - Het dragen van een mondmasker en social distancing

Art. 2.§ 1. Onverminderd de maatregelen die reeds zijn uitgevaardigd op het federaal niveau en in de CST-ordonnantie is het dragen van een mondmasker of een stoffen alternatief verplicht voor iedereen die ouder is dan 12 jaar: - In residentiële zorginstellingen voor kwetsbare personen; - In de publiek toegankelijke ruimten van bedrijven, overheidsbesturen en verenigingen; - Van bij de ingang van een station, in een (pre)metrostation, op het perron of aan een halte, in een bus, een (pre)metro, een tram, een trein of enig ander door de overheid ingericht vervoermiddel; - In de winkels en de winkelcentra; - In de winkelstraten en op elke private of publieke druk bezochte plaats, zoals bepaald door de bevoegde lokale overheid en afgebakend met een aanplakking die de tijdstippen preciseert waarop de verplichting van toepassing is; - Op de markten, kermissen, braderijen, jaarmarkten, brocante- en rommelmarkten; - In de bibliotheken, de spelotheken en de mediatheken; - In de auditoria; - In de gebouwen voor een eredienst en de gebouwen bestemd voor de openbare uitoefening van niet-confessionele morele dienstverlening; - Tijdens betogingen. - - In de publiek toegankelijke ruimten van de inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, recreatieve en evenementensector.

Met uitzondering van de residentiële zorginstellingen voor kwetsbare personen en onverminderd de CST-ordonnantie is het niet verplicht een mondmasker te dragen op de plaatsen en evenementen bedoeld in het eerste lid waarvan de toegang de voorlegging van een COVID Safe Ticket vereist. § 2. Wanneer het dragen van een mondmasker of een stoffen alternatief wegens medische redenen niet mogelijk is, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.

De personen die in de onmogelijkheid zijn een mondmasker, een stoffen alternatief of een gelaatsscherm te dragen omwille van een beperking, gestaafd door middel van een medisch attest, moeten niet voldoen aan de bepalingen van dit besluit die deze verplichting voorzien.

Art. 3.De regels inzake social distancing moeten worden nageleefd: 1° in de publiek toegankelijke ruimten van bedrijven, overheidsbesturen en overheidsgebouwen;2° in de publiek toegankelijke ruimten van de inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, recreatieve en evenementensector wanneer de toegang hiertoe niet valt binnen het toepassingsgebied en de modaliteiten vastgesteld in de CST-ordonnantie; De bepalingen van dit artikel dienen eveneens te worden nageleefd door de personen die buiten de inrichting wachten. HOOFDSTUK 4. - Erediensten en plechtigheden

Art. 5.§ 1. Een maximum van 200 personen, kinderen tot en met 12 jaar, de ambtenaar van de burgerlijke stand en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld, mogen tegelijkertijd aanwezig zijn bij de volgende activiteiten in de gebouwen die daarvoor bestemd zijn, ongeacht het aantal ruimtes binnen het gebouw: 1° burgerlijke huwelijken;2° de collectieve uitoefening van de eredienst en de collectieve uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een niet-confessionele levensbeschouwelijke vereniging;3° de individuele uitoefening van de eredienst en de individuele uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een niet-confessionele levensbeschouwelijke vereniging;4° het individueel of collectief bezoek aan een gebouw voor de eredienst of een gebouw voor de openbare uitoefening van niet-confessionele morele dienstverlening. Een maximum van 200 personen, kinderen tot en met 12 jaar en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld, mag tegelijkertijd aanwezig zijn bij begrafenissen en crematies in afzonderlijke ruimtes van de gebouwen die daarvoor bestemd zijn.

Een maximum van 400 personen, kinderen tot en met 12 jaar, de ambtenaar van de burgerlijke stand en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld, mag tegelijkertijd aanwezig zijn bij de volgende activiteiten: 1° het bezoek aan een begraafplaats naar aanleiding van een begrafenis;2° de activiteiten bedoeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3°, voor zover deze buiten worden georganiseerd op de daartoe bestemde plaatsen, desgevallend overeenkomstig het toepasselijke protocol. § 2. In afwijking van het eerste, tweede en derde lid van de eerste paragraaf kan het maximumaantal aanwezige personen na toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid die gebruik maakt van het CERM of het CIRM indien het van toepassing is, verhoogd worden tot maximum 2000 binnen en 2500 buiten. § 3. Tijdens de activiteiten bedoeld in dit artikel dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd, onverminderd de toepasselijke protocollen: 1° de uitbater of organisator informeert de aanwezigen tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen;2° er wordt een afstand van 1,5 meter tussen elke groep of persoon gegarandeerd, behalve indien die personen tot hetzelfde huishouden behoren;3° het bedekken van de mond en neus met een mondmasker is verplicht en het dragen van andere persoonlijke beschermingsmiddelen wordt steeds sterk aanbevolen;4° de activiteit moet zo worden georganiseerd dat de regels inzake social distancing kunnen worden nageleefd, ook door de personen die buiten de inrichting of de gebouwen wachten;5° de uitbater of organisator stelt de nodige middelen voor handhygiëne ter beschikking van het personeel en de aanwezigen;6° de uitbater of organisator neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;7° de uitbater of organisator zorgt voor een goede verluchting;8° fysieke aanrakingen tussen personen zijn verboden, behalve tussen de leden van een zelfde groep of huishouden;9° als het lichaam tijdens een begrafenis of crematie wordt opgebaard, dient een afstand van 1,5 meter ten opzichte van het opgebaarde lichaam te worden gerespecteerd. HOOFDSTUK 6. - Sancties

Art. 8.Inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden bestraft met de straffen bepaald door artikel 1 van de wet van 6 maart 1818Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/1818 pub. 06/11/2012 numac 2012000631 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet omtrent de straffen tegen de overtreders van algemeene verordeningen uit te spreken of bij provinciale of plaatselijke reglementen vast te stellen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals gewijzigd door de wet van 5 juni 1934 en de wet van 14 juni 1963 betreffende de overtredingen van administratieve reglementen. HOOFDSTUK 7. - Inwerkingtreding, bekendmaking en beroepsmogelijkheden

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 15 oktober 2021.

Art. 10.De maatregelen opgelegd door dit besluit gelden tot en met 30 november.

Art. 11.Het politiebesluit van 30 september 2021 met het oog op het behoud van bepaalde beperkingen op het Brusselse grondgebied om de verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan, wordt ingetrokken.

Art. 11.De bevoegde bestuurlijke overheden op het grondgebied van de Brusselse agglomeratie worden belast met de uitvoering van dit besluit. De politiediensten zijn verantwoordelijk voor de naleving van dit besluit, zo nodig met dwang en/of geweld.

Dit besluit wordt meegedeeld aan het Nationaal Crisiscentrum en aan de burgemeesters, zodat zij het op de gebruikelijke plaatsen voor officiële bekendmakingen kunnen aanplakken.

Brussel Preventie & Veiligheid zorgt voor een zo breed mogelijke verspreiding.

Art. 12.Overeenkomstig artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan een beroep tot nietigverklaring van dit besluit worden ingediend bij de afdeling administratie van de Raad van State wegens schending van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht. Het verzoek tot nietigverklaring moet, op straffe van onontvankelijkheid, worden ingediend binnen de 60 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Het verzoekschrift wordt ofwel per post aangetekend verzonden naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, ofwel wordt het ingediend volgens de elektronische procedure met behulp van de identiteitskaart op de beveiligde website van de Raad van State http://eproadmin.raadvst-consetat.be. Er kan tevens een vordering tot schorsing van het besluit worden ingediend, conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State.

Brussel, 14 oktober 2021.

De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest R. VERVOORT

^