gepubliceerd op 13 mei 1999
Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering, het Veldwetboek, de provinciewet, de nieuwe gemeentewet, de wet op het politieambt, de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, de wet op de riviervisserij, de jachtwet en de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus
19 APRIL 1999. - Wet tot wijziging van het Wetboek van strafvordering, het Veldwetboek, de provinciewet, de nieuwe gemeentewet, de wet op het politieambt, de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, de wet op de riviervisserij, de jachtwet en de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (1 )
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 2.In artikel 9 van het Wetboek van strafvordering, gewijzigd bij de wetten van 10 juli 1967, van 10 oktober 1967, van 11 februari 1986, van 3 augustus 1992, van 4 maart 1997 en van 12 maart 1998, vervallen de woorden "door de burgemeesters en de schepenen".
Art. 3.Artikel 16, derde lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 oktober 1967, de wet van 11 februari 1986 en het koninklijk besluit van 5 augustus 1991, wordt vervangen als volgt : « Zij volgen de weggenomen voorwerpen naar de plaats waarheen deze zijn overgebracht, en stellen ze in bewaring; zij mogen echter de huizen, werkhuizen, gebouwen, belendende binnenplaatsen en besloten erven niet betreden, dan in tegenwoordigheid van een politieambtenaar, bekleed met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings; het proces-verbaal dat daarvan moet worden opgemaakt, wordt getekend door degene in wiens tegenwoordigheid het is opgemaakt.".
Art. 4.In artikel 18 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 15 december 1928, worden de woorden "de termijn bepaald bij artikel 15" vervangen door de woorden "drie dagen, daarin begrepen de dag waarop het feit dat zij in behandeling hebben gehad, te hunner kennis is gekomen".
Art. 5.In artikel 20 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 11 februari 1986, worden de woorden "de bij artikel 15 bepaalde termijn" vervangen door de woorden "drie dagen, daarin begrepen de dag waarop het feit dat zij in behandeling hebben gehad, te hunner kennis is gekomen,".
Art. 6.In de artikelen 28ter, § 3, eerste lid, en 56, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 12 maart 1998, worden de woorden "politiediensten" vervangen door de woorden "politiediensten bedoeld in artikel 2 van de wet op het politieambt, en alle andere officieren van gerechtelijke politie".
Art. 7.In artikel 343 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1931 en van 10 oktober 1967, worden de woorden "de rijkswacht" vervangen door de woorden "de betrokken politiedienst" . HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het Veldwetboek
Art. 8.In artikel 61, eerste lid, van het Veldwetboek, vervangen bij de wet van 30 januari 1924 en gewijzigd bij de wet van 11 februari 1986, wordt het woord "wachters" vervangen door het woord "veldwachters" en het woord "plattelandsgemeenten" door het woord "gemeenten".
Art. 9.In artikel 63, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 30 januari 1924 en gewijzigd bij de wet van 11 februari 1986, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het eerste lid wordt vervangen als volgt : "Zij treden in dienst na in handen van de vrederechter van het kanton van hun verblijfplaats de volgende eed te hebben afgelegd : "Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk.""; b) in het derde lid wordt het woord "wachters" vervangen door het woord "veldwachters".
Art. 10.Artikel 64 van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 11 februari 1986, wordt hersteld in de volgende lezing : "
Art. 64.- De Koning bepaalt de nadere regels inzake de wijze van aanstelling, opleiding, het uniform, de kentekens, legitimatiekaart, bewapening, leeftijdsvoorwaarden, onverenigbaarheden en nationaliteitsvoorwaarde van de bijzondere veldwachters.".
Art. 11.In artikel 67, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 11 februari 1986 en van 7 december 1998, vervallen de woorden ", evenals de rijkswacht,".
Art. 12.In artikel 68 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 11 februari 1986, vervallen de woorden "hetzij van de vrederechter, hetzij van de burgemeester of zijn gemachtigde, hetzij".
Art. 13.Artikel 71 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 februari 1986, wordt vervangen als volgt : "
Art. 71.- Wanneer hun middelen ontoereikend blijken, hebben de bijzondere veldwachters het recht om de bijstand van de politieambtenaren van de lokale politie te vragen tot beteugeling van wanbedrijven en overtredingen inzake veld- of bospolitie alsook tot opsporing en inbeslagneming van de voortbrengselen van de bodem die gestolen of wederrechtelijk afgesneden dan wel bedrieglijk verkocht of gekocht zijn.".
Art. 14.In artikel 76 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 11 februari 1986, wordt tussen het woord "De" en het woord "veldwachters" het woord "bijzondere" ingevoegd.
Art. 15.In artikel 84 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 11 februari 1986, worden de woorden "de leden van het personeel van de gemeentepolitie" vervangen door de woorden "de politieambtenaren van de lokale politie". HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van de provinciewet
Art. 16.In artikel 134 van de provinciewet, opnieuw opgenomen door de wet van 7 december 1998, wordt het woord "provinciegouverneur" vervangen door het woord "gouverneur".
Art. 17.In artikel 135 van dezelfde wet, wordt het woord "zij" vervangen door de woorden "de arrondissementscommissarissen". HOOFDSTUK V. - Wijzigingen van de nieuwe gemeentewet
Art. 18.Artikel 71, 7°, van de nieuwe gemeentewet wordt vervangen als volgt : "7° de politieambtenaren en de ambtenaren van de openbare macht;".
Art. 19.In artikel 123, 10°, van dezelfde wet, wordt het woord "gemeentelijk" vervangen door het woord "lokale".
Art. 20.In artikel 265, § 2, laatste lid, en § 3, laatste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 december 1998, worden de woorden ", aan de politieraad of aan het politiecollege" achter de woorden "aan de gemeente" ingevoegd.
Art. 21.In artikel 266, eerste lid, van dezelfde wet, worden de woorden ", de politieraad of het politiecollege" tussen de woorden "overheidspersonen" en "die" ingevoegd. HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt
Art. 22.In de Franse tekst van de artikelen 16, eerste lid, en 22, tweede lid, van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, gewijzigd bij de wet van 7 december 1998, wordt het woord "chargées" vervangen door het woord "chargés".
Art. 23.In de Franse tekst van artikel 18, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 december 1998, wordt het woord "Elles" vervangen door het woord "Ils".
Art. 24.In de Franse tekst van artikel 25, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 december 1998, wordt het woord "confiés" vervangen door het woord "confiées".
Art. 25.In artikel 28, § 4, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 december 1998, worden de woorden "kunnen", "hun" en "zij bepalen" respectievelijk vervangen door de woorden "kan", "haar" en "zij bepaalt". HOOFDSTUK VII. - Wijzigingen van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten
Art. 26.In artikel 21 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, vervangen door de wet van 18 juli 1997, wordt het woord "wachters" vervangen door het woord "veldwachters". HOOFDSTUK VIII. - Wijzigingen van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij
Art. 27.In artikel 32 van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, gewijzigd bij de wet van 11 juli 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid wordt het woord "veldwachters" vervangen door het woord "politieambtenaren" en vervallen de woorden "de rijkswachters";b) in het tweede lid wordt het woord "rijkswachters" vervangen door het woord "politieambtenaren";c) in het derde lid vervallen de woorden "de veldwachters". HOOFDSTUK IX. - Wijzigingen van de jachtwet van 28 februari 1882
Art. 28.In artikel 24, eerste lid, van de jachtwet van 28 februari 1882, gewijzigd bij de wet van 11 februari 1986, worden de woorden "beëdigde jachtwachters" vervangen door de woorden "bijzondere veldwachters".
Art. 29.In artikel 24, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 februari 1986, worden de woorden "burgemeesters en schepenen, door leden van de gemeentepolitie bekleed met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, rijkswachters" vervangen door de woorden "politieambtenaren bekleed met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie". HOOFDSTUK X. - Wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus
Art. 30.In de Franse tekst van artikel 89, tweede lid, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, vervalt het woord "communal". HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen
Art. 31.Artikel 2 treedt in werking op dezelfde datum als artikel 213 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
De artikelen 4, 5 en 7 treden in werking op dezelfde datum als artikel 214 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
De artikelen 3 en 12 treden in werking op dezelfde datum als artikel 215 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
De artikelen 8, 9, 11, 13 tot 15 en 26 tot 29 treden in werking op dezelfde datum als artikel 230 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
De artikelen 16 en 17 treden in werking op dezelfde datum als artikel 229 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
De artikelen 18 tot 21 treden in werking op dezelfde datum als artikel 207 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
De artikelen 22, 23, 24 en 25 treden respectievelijk in werking op dezelfde datum als de artikelen 169, 174, 179 en 182 van de wet van 7 december I998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
Artikel 30 treedt in werking op dezelfde datum als artikel 89 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 19 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Justitie, T. VAN PARYS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ Nota (1) Gewone zitting 1998-1999 Kamer van volksvertegenwoordigers. Parlementaire Stukken. - Wetsvoorstel, nr. 1979/1. - Amendementen, nr. 1979/2. - Verslag, nr. 1979/3. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 1979/4. - Amendementen, nr. 1979/5. - Bijkomend verslag, nr. 1979/6. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 1979/7. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 1979/8.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 2 en 4 maart 1999.
Senaat.
Parlementaire Stukken. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 1-1304/1. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, nr. 1-1304/2.