Etaamb.openjustice.be
Protocol van 05 juni 2009
gepubliceerd op 15 juli 2009

Protocolakkoord tussen de Staat, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest inzake slachtofferzorg

bron
federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, ministerie van de franse gemeenschap en waalse overheidsdienst
numac
2009000448
pub.
15/07/2009
prom.
05/06/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 JUNI 2009. - Protocolakkoord tussen de Staat, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest inzake slachtofferzorg


Overwegende dat de bevoegdheden met betrekking tot slachtofferzorg verdeeld zijn tussen de Staat en de Gemeenschappen;

Overwegende dat een structurele samenwerking tussen de Staat, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest noodzakelijk is om tot een kwaliteitsvolle zorg- en dienstverlening aan slachtoffers te komen;

Overwegende dat een optimale en goed uitgebouwde slachtofferzorg alle gevolgen van het slachtofferschap in de mate van het mogelijke moet beperken en herstellen.

Overwegende dat het Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid pleit voor de afsluiting van een samenwerkingsakkoord teneinde een optimale samenwerking te bereiken tussen politionele slachtofferbejegening, slachtofferonthaal en slachtofferhulp;

De ondertekenende partijen komen overeen wat volgt :

Artikel 1.In afwachting van de afsluiting van een samenwerkingsakkoord, regelt dit protocolakkoord bij wijze van overgangsmaatregel de samenwerking tussen de partijen, door de bepalingen in het bijgevoegde document toe te passen.

De ondertekenende partijen wensen dat er een samenwerkingsakkoord wordt afgesloten binnen de 18 maanden na ondertekening van dit protocolakkoord. Hiertoe zal een werkgroep, bestaande uit de vertegenwoordigers van de ondertekenende partijen en hun administratie, verzocht worden bijeen te komen op initiatief van het Nationaal Forum.

Art. 2.Dit protocolakkoord heeft geen enkele nieuwe weerslag op de begroting, aangezien het de reeds bestaande voorzieningen betreft.

Art. 3.Met respect voor de bevoegdheden van de ondertekenende partijen, wordt door elk van deze partijen binnen de 18 maanden na ondertekening van dit protocol nagegaan op welke wijze de coördinatie kan geoptimaliseerd worden van de betrokken diensten in dit samenwerkingsakkoord.

Brussel, 5 juni 2009, in vijf originele exemplaren.

Voor de Staat : De Minister van Binnenlandse Zaken, G. DE PADT De Minister van Justitie, S. DE CLERCK Voor de Franse Gemeenschap : De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid Mevr. C. FONCK Voor het Waalse Gewest : De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, R. DEMOTTE

Bijlage bij het protocolakkoord tussen de Staat, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest inzake slachtofferzorg HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit protocolakkoord wordt verstaan onder : 1° slachtoffer : de natuurlijke persoon, evenals zijn na(ast)bestaanden, die als direct gevolg van handelen of nalaten in strijd met de strafwetgeving schade heeft geleden, met inbegrip van een lichamelijk of geestelijk letsel, een psychisch lijden of een economisch verlies;2° na(ast)bestaande : de rechthebbende van het slachtoffer of elke persoon die een bijzondere affectieve band heeft met het slachtoffer;3° slachtofferzorg : de hulp- en dienstverlening in de breedste betekenis, die vanuit de verschillende maatschappelijke sectoren, hetzij politieel, justitieel, sociaal of medisch, aan slachtoffers wordt geboden;4° slachtofferbeleid : het geheel van bestuursdaden van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten in verband met de slachtofferzorg;5° politionele slachtofferbejegening : de dienstverlening aan slachtoffers door de politie, waarbij de eerste opvang en het onthaal van het slachtoffer evenals het verstrekken van een goede basisinformatie aan het slachtoffer centraal staan;6° dienst politionele slachtofferbejegening : de dienst binnen de federale of de lokale politie die instaat, enerzijds, voor de sensibilisering en permanente vorming van de politieambtenaren inzake politionele slachtofferbejegening en, anderzijds, voor het bieden van deze gespecialiseerde slachtofferbejegening zonder afbreuk te doen aan de wettelijke verplichtingen inzake slachtofferbejegening van elke individuele politieambtenaar;7° slachtofferonthaal : de bijstand aan slachtoffers in de verschillende fasen van de gerechtelijke procedure;8° dienst slachtofferonthaal : de justitieassistenten van het justitiehuis die, zowel tijdens het gerechtelijk onderzoek als tijdens de strafuitvoering, specifieke informatie verstrekt aan slachtoffers en na(ast)bestaanden in een individueel dossier en die de nodige bijstand verleent of organiseert op emotioneel moeilijke momenten tijdens de gerechtelijke procedure;9° slachtofferhulp : de sociale hulpverlening aan en psychologische begeleiding van slachtoffers die wordt geboden door de diensten voor slachtofferhulp;10° hulpverleningsdiensten : de diensten « d'aide sociale aux justiciables », erkend en gesubsidieerd door het Waalse Gewest, die hulp verlenen aan slachtoffers;11° team « SOS-Enfants » : de multidisciplinaire dienst, erkend door de Franse Gemeenschap, gespecialiseerd in het vaststellen en het behandelen van gevallen van kindermishandeling, die een aangepaste hulp wil bieden aan het kind als slachtoffer of in geval van gevaar voor mishandeling;12° publieke of private dienst « aide à la jeunesse » : de dienst bedoeld in het artikel 31 of 43 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 betreffende hulpverlening aan jongeren, die belast is met het verlenen van gespecialiseerde hulp aan jongeren die slachtoffer zijn van mishandeling, onder de verantwoordelijkheid van een aangestelde adviseur, 13° diensten voor geestelijke gezondheidszorg : ambulante zorgstructuren die, via een multidisciplinaire aanpak en in samenwerking met andere diensten of personen betrokken in de geestelijke gezondheidszorg, instaan voor de opvang, de diagnose en de psychiatrische, psychologische en psychosociale behandeling. HOOFDSTUK II. - Doelstelling

Art. 2.Dit protocol beoogt een structurele samenwerking inzake slachtofferzorg tussen de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, de Federale Overheidsdienst Justitie, de Franse Gemeenschap en de hulpverleningsdiensten voor slachtofferhulp erkend door het Waalse Gewest, alsook het personeel actief in het kader van de acties van het Waalse Gewest, bedoeld in artikel 4, al. 2, van dit protocolakkoord.

Deze structurele samenwerking is noodzakelijk in functie van een kwaliteitsvolle zorg- en dienstverlening aan slachtoffers. Een optimale en goed uitgebouwde slachtofferzorg moet alle gevolgen van het slachtofferschap in de mate van het mogelijke beperken en herstellen. HOOFDSTUK III. - Bevoegdheden en opdrachten

Art. 3.De Staat is bevoegd voor : 1° het niet-justitiële beleid inzake politie en veiligheid en in het bijzonder de politionele slachtofferbejegening;2° het strafrechtelijk beleid en in het bijzonder het gerechtelijk slachtofferbeleid.In dat kader waarborgt de Staat de rechten van het slachtoffer binnen de gerechtelijke procedure waaronder slachtofferonthaal.

Art. 4.Het Waalse Gewest heeft hoofdzakelijk als opdracht om, via de hulpverleningsdiensten, sociale hulp en psychologische begeleiding te bieden aan personen die worden geconfronteerd met de directe en indirecte gevolgen van slachtofferschap.

Het Waalse Gewest is bovendien bevoegd voor de hulp aan gemeenten met het oog op specifieke lokale acties in de strijd tegen elke vorm van onzekerheid, armoede en onveiligheid.

Het Waalse Gewest is eveneens bevoegd voor de erkenning van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg.

Art. 5.De Franse Gemeenschap is bevoegd om, via de publieke of private dienst « aide à la jeunesse » en de teams « SOS-Enfants », aangepaste hulp te bieden aan kinderen die slachtoffer zijn van elke vorm van mishandeling en aan hun leefomgeving. HOOFDSTUK IV. - Verbintenissen

Art. 6.Elke persoon die in contact treedt met hulpvragers dient hun ideologische, filosofische of religieuze overtuiging te respecteren en is ertoe gehouden het beroepsgeheim te respecteren.

Art. 7.In het kader van zijn bevoegdheid, bedoeld in artikel 3, 1° van dit protocolakkoord, en in uitvoering van artikel 46 van de wet van 5 augustus 1992 op het Politieambt en de daaraan gekoppelde onderrichtingen, verbindt de Staat zich ertoe : 1° de maatregelen te nemen opdat de belangen van het slachtoffer van een misdrijf als volgt worden erkend : 1.de politiediensten te voorzien van de geschikte materiële omstandigheden voor het onthaal, de eerste opvang en het verhoor van slachtoffers; 2. aan slachtoffers de nodige informatie te verstrekken over hun rechten in de gerechtelijke procedure, het verloop van de strafrechtspleging, de verklaring benadeelde persoon en de burgerlijke partijstelling en de mogelijkheden tot doorverwijzing naar de hulpverleningsdiensten;3. ervoor zorgen dat slachtoffers de nodige informatie kunnen laten opnemen in het proces-verbaal over de geleden materiële en immateriële schade, alsook over hun verzoek om uitvoerig op de hoogte te worden gehouden;4. de politieambtenaren kunnen hierin worden bijgestaan door een dienst politionele slachtofferbejegening; 2° een gepaste en permanente opleiding te voorzien inzake slachtofferbejegening voor alle politieambtenaren, o.a. door de dienst politionele slachtofferbejegening van het korps in te schakelen bij de interne vorming; 3° een contactpersoon en een plaatsvervanger te voorzien op het niveau van de Federale Politie, om op een structurele manier een permanente dialoog tussen en een samenwerking met andere instanties inzake slachtofferzorg, zowel op federaal, lokaal als gemeenschaps- en gewestniveau, te bevorderen;

Art. 8.In het kader van zijn bevoegdheid bedoeld in artikel 3, 2°, van dit protocolakkoord, verbindt de Staat er zich toe : 1° de nodige maatregelen te nemen opdat de belangen van het slachtoffer worden erkend en opdat het slachtoffer partij kan zijn binnen de gerechtelijke procedure;2° een beleid te voeren dat streeft naar een zorgvuldige en correcte bejegening van slachtoffers.In het kader van dit beleid wordt aan slachtoffers de waarborg gegeven dat zij informatie krijgen over hun positie in de gerechtelijke procedure, het verloop van de strafrechtspleging, de mogelijke strafuitvoering door de dader van de feiten en de mogelijkheden om herstel te bekomen van de geleden schade. De personeelsleden van parketten en rechtbanken, alsook van de justitiehuizen, verstrekken deze informatie; 3° de mogelijkheden te optimaliseren die het slachtoffer kan aanwenden om herstel te bekomen van geleden materiële en immateriële schade;4° een gepaste en permanente opleiding inzake slachtofferzorg te organiseren voor de magistratuur en het personeel van rechtbanken en parketten;5° via het College van Procureurs-generaal een uniform slachtofferbeleid binnen de rechterlijke orde te bevorderen.Daartoe wordt een lid van het College specifiek met belast het gerechtelijk slachtofferbeleid; 6° een contactpersoon en plaatsvervanger te voorzien op het niveau van de Federale Overheidsdienst Justitie, binnen het Directoraat-generaal Justitiehuizen, om op een structurele manier een permanente dialoog tussen en samenwerking met andere instanties inzake slachtofferzorg, zowel op federaal als op gemeenschaps- en gewestniveau, te bevorderen.

Art. 9.In het kader van zijn bevoegdheid bedoeld in artikel 4 van dit protocolakkoord, stelt het Waalse Gewest alles in het werk om : 1° de informatie over de erkende hulpverleningsdiensten in het gerechtelijk arrondissement over te maken aan de politiediensten;2° de adressen van de door het Waalse Gewest aangewezen voorzieningen bedoeld in artikel 1, 10° en 13°, te bezorgen aan de contactpersonen bedoeld in artikel 7, 3° en artikel 8, 6°, evenals elke adreswijziging;3° een contactpersoon en een plaatsvervanger te voorzien om op een structurele manier een permanente dialoog tussen en samenwerking met andere instanties inzake slachtofferzorg, zowel op federaal als op gemeenschaps- en gewestniveau, te bevorderen.

Art. 10.In het kader van haar bevoegdheid bedoeld in artikel 5 van dit protocolakkoord, verbindt de Franse Gemeenschap er zich toe : 1° de informatie over de erkende hulpverleningsdiensten in het gerechtelijk arrondissement over te maken aan de politiediensten;2° de adressen van de door de Franse Gemeenschap aangewezen voorzieningen bedoeld in artikel 1, 11° en 12°, te bezorgen aan de contactpersonen bedoeld in artikel 7, 3° en artikel 8, 6°, evenals elke adreswijziging;3° een contactpersoon en plaatsvervanger te voorzien om op een structurele manier een permanente dialoog tussen en samenwerking met andere instanties inzake slachtofferzorg, zowel op federaal als op gemeenschaps- en gewestniveau, te bevorderen.

Art. 11.§ 1. Onverminderd de toepassing van de artikelen 7 tot 10 van dit protocolakkoord nemen de partijen, voor wat betreft de samenwerking en verwijzing, de verplichtingen op zich, bedoeld in de volgende paragrafen. § 2. De Staat verbindt er zich toe dat de politiediensten : 1° alle slachtoffers informeren over het bestaan van de hulpverleningsdiensten, hun opdrachten en hun gegevens.Deze informatie wordt systematisch en via een hiertoe opgesteld formulier verstrekt; 2° aan slachtoffers van gewelddaden en aan slachtoffers die met de dader werden geconfronteerd, systematisch een formulier van rechtstreekse verwijzing voorleggen volgens volgend schema : 1.op het moment van de vaststelling van de feiten of de klachtneerlegging, vult de politiedienst een verwijsformulier in, volgens het model in bijlage (dat slechts een indicatieve waarde heeft), dat de wens van het slachtoffer uitdrukt om door de hulpverleningsdienst te worden gecontacteerd; 2. de politiedienst maakt het formulier zo snel mogelijk over aan de hulpverleningsdienst;3. in geval van hoogdringendheid en mits toestemming van het slachtoffer, neemt de politiedienst telefonisch contact op met de hulpverleningsdienst;3° slachtoffers die onmiddellijke residentiële opvang nodig hebben bij voorkeur rechtstreeks in contact brengen met een gepast residentieel opvangcentrum;4° minderjarige slachtoffers van mishandeling verwijzen naar de publieke of private diensten « aide à la jeunesse » of naar de teams « SOS-Enfants », alsook vrouwen slachtoffer van fysiek of seksueel geweld naar een vluchthuis voor mishandelde vrouwen;5° het aanbod van verwijzing van het slachtoffer vermelden in het proces-verbaal.De beslissing van het slachtoffer wordt echter niet vermeld; 6° indien een dienst politionele slachtofferbejegening is tussengekomen, de slachtoffers die nood hebben aan psychosociale hulp, verwijzen naar de hulpverleningsdiensten, nadat ze hun opdracht van eerste opvang hebben vervuld. § 3. De parketmagistraat of de onderzoeksrechter kunnen beroep doen op de dienst slachtofferonthaal.

De Staat zal erop toezien dat slachtoffers die zich rechtstreeks tot de rechterlijke macht wenden, geïnformeerd worden over het bestaan van de hulpverleningsdiensten, hun opdrachten en hun gegevens.

Aan slachtoffers van gewelddaden en aan slachtoffers die met de dader geconfronteerd werden, en die zich rechtstreeks tot de rechterlijke macht wenden, zal het personeel van het parket of de rechtbank tenminste voorstellen om te worden verwezen naar een hulpverleningsdienst, een dienst « aide à la jeunesse », een team « SOS-Enfants », een vluchthuis voor mishandelde vrouwen of een residentieel opvangcentrum. § 4. Het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap stellen alles in het werk opdat de hulpverleningsdiensten : 1° zo snel mogelijk contact opnemen met de slachtoffers die vermeld staan op de van de politiediensten ontvangen verwijsformulieren;2° feedback geven aan de politionele diensten die rechtstreeks hebben verwezen, volgens het hierbij gevoegde model (dat slechts een indicatieve waarde heeft);3° de slachtoffers die er nood aan hebben, verwijzen naar een gepaste oplossing. Het Waalse Gewest verbindt er zich toe erover te waken dat het personeel actief in het kader van de acties bedoeld in artikel 4, al. 2, van dit protocolakkoord, het verwijsbeleid van slachtoffers van de politie- en gerechtelijke diensten naar de hulpverleningsdiensten, versterken. HOOFDSTUK V. - Overlegstructuren

Art. 12.§ 1. Het Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid vormt een overlegplatform voor de vertegenwoordigers van de bevoegde ministers en diensten van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten en alle instanties en diensten die bij de slachtofferzorg betrokken zijn. § 2. Het Forum heeft als opdracht : 1° de samenwerking en het overleg te bevorderen tussen de diensten van de Staat en die van de Gemeenschappen en de Gewesten, alsook met de arrondissementele raden bedoeld in artikel 13 en de instanties en diensten die bij de slachtofferzorg betrokken zijn;2° op eigen initiatief of op verzoek van de bevoegde ministers, hen advies te verstrekken over elke aangelegenheid die van belang is voor de ontwikkeling van het slachtofferbeleid;3° de toepassing van dit protocolakkoord te evalueren en hierover te rapporteren aan de bevoegde ministers.

Art. 13.§ 1. Er bestaat in ieder gerechtelijk arrondissement een arrondissementele raad voor het slachtofferbeleid, die minstens tweemaal per jaar bijeenkomt. § 2. De arrondissementele raad heeft als opdracht : 1° de in het protocolakkoord opgenomen bepalingen te concretiseren en te implementeren in functie van een integrale slachtofferzorg, rekening houdend, enerzijds, met de specifieke situatie van de regio en, anderzijds, met de noden van de slachtoffers;2° de samenwerking tussen de bevoegde diensten van de Staat en de Franse Gemeenschap, de hulpverleningsdiensten en het personeel actief in het kader van de acties bedoeld in artikel 4, al.2, van dit protocolakkoord te ondersteunen en op te volgen, o.m. door de nodige beleidsmaatregelen voor te stellen en uit te werken; 3° moeilijkheden die zich voordoen m.b.t. het slachtofferbeleid te rapporteren aan de bevoegde overheden en mogelijke verbeteringen voor te stellen. § 3. De arrondissementele raad is minimaal samengesteld uit : 1° de procureur des Konings en/of de verbindingsmagistraat;2° een vertegenwoordiger van de hulpverleningsdienst(en), van de publieke of private diensten « aide à la jeunesse » en van de teams « SOS-Enfants »;3° de korpschefs van de politiezones of hun vertegenwoordiger, eventueel vergezeld van een vertegenwoordiger van de dienst voor politionele slachtofferbejegening;4° de directeur-coördinator van de federale politie of zijn vertegenwoordiger;5° een vertegenwoordiger van de balie;6° de directeur van het justitiehuis van het arrondissement;7° een justitieassistent van de dienst slachtofferonthaal;8° enige andere dienst, naargelang het onderwerp van de vergadering, uitgenodigd door de voorzitter. § 4. De leden van de arrondissementele raad kiezen tweejaarlijks een voorzitter en een ondervoorzitter. De justitieassistent is niet verkiesbaar.

Het secretariaat van de arrondissementele raad wordt waargenomen bij beurtrol.

Art. 14.§ 1. De arrondissementele raad voor slachtofferbeleid kan één of meerdere psychosociale welzijnsteams slachtofferzorg oprichten. De leden van het welzijnsteam bepalen onderling de frequentie van hun vergaderingen. § 2. Het welzijnsteam heeft als opdracht : 1° binnen de lijnen van dit protocolakkoord, de samenwerking te bevorderen met het welzijnsteam en met andere diensten en personen die een bijdrage leveren aan de individuele slachtofferzorg binnen het territoriale werkingsgebied van het welzijnsteam;2° de arrondissementele raad voor het slachtofferbeleid te informeren en te adviseren. § 3. Het welzijnsteam is minimaal samengesteld uit : 1° een justitieassistent van de dienst slachtofferonthaal;2° een personeelslid van een dienst voor politionele slachtofferbejegening;3° een personeelslid van een hulpverleningsdienst. Het secretariaat van het welzijnsteam wordt waargenomen bij beurtrol.

Bijlage A. - Verwijsformulier naar dienst slachtofferhulp Ik, ondertekende, . . . . . machtig de dienst slachtofferhulp van het gerechtelijk arrondissement van . . . . . mij te contacteren betreffende mijn klacht aangaande . . . . .

Adres : . . . . .

Telefoonnummer : . . . . .

Verbalisant : . . . . .

Nummer van het PV : . . . . .

Politiedienst : . . . . .

Datum van klachtneerlegging : . . . . .

Handtekening van het slachtoffer en datum : .................................................................................

Formulier te verzenden door de politiedienst naar de dienst slachtofferhulp

Bijlage : B. Feedback van de dienst slachtofferhulp 1. Naam van de persoon die het slachtoffer heeft gecontacteerd : .. . . .

Functie . . . . . 2. Het slachtoffer is gekomen* is niet gekomen* naar de dienst slachtofferhulp.3. Het slachtoffer wordt heden ten dage gevolgd door : Naam : .. . . .

Functie : . . . . .

Telefoonnummer : . . . . .

Met vriendelijke groeten, Date Stempel Handtekening * Schrappen wat niet past Formulier te bezorgen aan de politiedienst samen met het kopie van het oorspronkelijk verwijsformulier

^