Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 25 mei 2020
gepubliceerd op 25 mei 2020

Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2020030933
pub.
25/05/2020
prom.
25/05/2020
ELI
eli/besluit/2020/05/25/2020030933/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 MEI 2020. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 23/03/2020 numac 2020030347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken


De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, artikel 4;

Gelet op de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, artikelen 11 en 42;

Gelet op de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid, artikelen 181, 182 en 187;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 23/03/2020 numac 2020030347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op artikel 8, § 2, 1° en 2°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging is dit besluit uitgezonderd van de regelgevingsimpactanalyse;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 mei 2020;

Gelet op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, gegeven op 25 mei 2020;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, eerste lid;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die niet toelaat te wachten op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binnen een verkorte termijn van vijf dagen, onder meer omwille van de zeer snelle evolutie van de situatie in België en in de naburige landen, en van de noodzaak om maatregelen te overwegen die gegrond zijn op epidemiologische resultaten die van dag op dag evolueren en waarvan de laatste de maatregelen beslist tijdens de Nationale Veiligheidsraad die is bijeengekomen op 13 mei 2020 hebben gerechtvaardigd; dat het zodoende dringend is om bepaalde maatregelen te hernieuwen en om andere aan te passen;

Overwegende het overleg tussen de regeringen van de deelstaten en de bevoegde federale overheden binnen de Nationale Veiligheidsraad, die is bijeengekomen op 10, 12, 17 en 27 maart 2020, op 15 en 24 april 2020, alsook op 6, 13 en 20 mei 2020;

Overwegende artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dat het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen verankert; dat dit beginsel inhoudt dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;

Overwegende de verklaring van de WHO omtrent de karakteristieken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid en het sterfterisico;

Overwegende de kwalificatie van het coronavirus COVID-19 als een pandemie door de WHO op 11 maart 2020;

Overwegende dat de WHO op 16 maart 2020 het hoogste dreigingsniveau heeft uitgeroepen aangaande COVID-19 dat de wereldeconomie destabiliseert en zich snel verspreidt over de wereld;

Overwegende de verklaring van de regionale Directeur van de WHO voor Europa van 16 april 2020, die benadrukt dat Europa het meest getroffen continent blijft, hoewel enkele Europese landen een kalmere periode kennen, en die deze landen aanspoort om hun inspanningen niet te stoppen ondanks de complexiteit, de onzekerheden en de bevragingen over de duur en over de nodige opofferingen, en om een gepaste strategie aan te nemen die moet garanderen dat de overdracht van het virus gecontroleerd wordt en dat de maatregelen die een versoepeling van de beperkingen en de overgang naar een "nieuw normaal" beogen, worden geregeld volgens de principes van de volksgezondheid;

Overwegende de verspreiding van het coronavirus COVID-19 op Europees grondgebied, en in België ; dat het totaal aantal besmettingen blijft stijgen en dat een nieuwe ziektegolf hoe dan ook vermeden moet worden;

Overwegende de urgentie en het risico voor de volksgezondheid die het coronavirus COVID-19 met zich meebrengt voor de Belgische bevolking;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen treft;

Overwegende dat het coronavirus COVID-19 zich via de lucht lijkt over te dragen van mens op mens; dat de overdracht van de ziekte lijkt plaats te vinden via alle mogelijke emissies via de mond en de neus;

Overwegende het aantal besmettingsgevallen dat werd gedetecteerd en het aantal sterfgevallen dat zich heeft voorgedaan in België sinds 13 maart 2020;

Overwegende de adviezen van CELEVAL;

Overwegende het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO van 22 april 2020;

Overwegende dat het gevaar zich uitstrekt over het gehele nationale grondgebied; dat het van algemeen belang is dat er een coherentie bestaat bij het nemen van maatregelen voor de handhaving van de openbare orde, teneinde de efficiëntie ervan te maximaliseren;

Overwegende dat, gezien wat voorafgaat, de bijeenkomsten in besloten of overdekte plaatsen, maar ook in open lucht, een specifieke bedreiging vormen voor de volksgezondheid ;

Overwegende dat een politiemaatregel houdende het samenscholingsverbod bijgevolg onontbeerlijk en proportioneel is;

Overwegende dat het voormelde verbod van die aard is om, enerzijds, het aantal acute besmettingen te verminderen en er bijgevolg voor te zorgen dat de diensten van de intensieve zorg de zwaarst getroffen patiënten in de beste omstandigheden kunnen ontvangen, en om, anderzijds, meer tijd te geven aan de wetenschappers om efficiënte behandelingen en vaccins te ontwikkelen;

Overwegende dat het noodzakelijk is, teneinde de verspreiding van het virus te blijven beperken, om de algemene maatregelen tot inperking van verplaatsingen en tot social distancing te verlengen, waarbij tegelijkertijd enkele bijkomende versoepelingen worden voorzien om deze maatregelen gradueel af te bouwen; dat de gezondheidssituatie regelmatig wordt geëvalueerd; dat dit betekent dat een terugkeer naar striktere maatregelen nooit is uitgesloten;

Overwegende het verslag van 22 april 2020 van de GEES (Groep van Experts die belast zijn met de Exit Strategy) dat een gefaseerde aanpak voor het geleidelijk afbouwen van de maatregelen bevat en dat voornamelijk gebaseerd is op drie essentiële aspecten, met name het dragen van een mondmasker, testing en tracing ; dat het verslag een evenwicht tracht te verzekeren tussen het behoud van de gezondheid, zij het fysiek of mentaal, het vervullen van de pedagogische opdrachten op vlak van onderwijs en de heropstart van de economie; dat de GEES is samengesteld uit deskundigen van verschillende vakdomeinen, waaronder artsen, virologen en economen;

Overwegende de adviezen van de GEES;

Overwegende het Phoenixplan van Comeos voor een herstart van de handel;

Overwegende de "Gids betreffende de opening van de handelszaken om de verspreiding van het COVID-19-virus tegen te gaan", op de website van de Federale Overheidsdienst Economie;

Overwegende de "Gids om de verspreiding van COVID-19 op de werkplaats tegen te gaan", op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;

Overwegende de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, en de uitvoeringsbesluiten;

Overwegende het overleg van 22 mei 2020 in het Overlegcomité;

Overwegende dat de evolutie van de cijfers inzake nieuwe besmettingen het mogelijk maakt om thans ook bepaalde buitenspeeltuinen onder bepaalde voorwaarden kunnen heropenen;

Overwegende dat, onverminderd de individuele verantwoordelijkheid van eenieder om de social distancing te respecteren, de bevoegde overheden elke volkstoeloop op toeristische of andere plaatsen dienen te voorkomen;

Overwegende de dringende noodzakelijkheid, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1, paragraaf 7 van het ministerieel besluit van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 23/03/2020 numac 2020030347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, wordt vervangen als volgt: " § 7. De inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, recreatieve, toeristische, sportieve en horecasector zijn gesloten.

Het terrasmeubilair van de horecasector moet naar binnen gebracht worden. Levering van maaltijden en maaltijden om mee te nemen zijn toegestaan.

De ondernemingen mogen geen culturele, feestelijke, recreatieve, toeristische of sportieve activiteiten organiseren.

In afwijking van het eerste lid mogen open blijven: 1° de hotels en aparthotels, met uitzondering van hun eventuele restaurants, vergaderzalen en recreatiefaciliteiten;2° de noodzakelijke infrastructuren voor de uitoefening van fysieke activiteiten in de buitenlucht die geen fysieke contacten impliceren, met uitzondering van de kleedkamers, douches en cafetaria's;3° de culturele bezienswaardigheden;4° de natuurbezienswaardigheden;5° de buurtspeeltuinen in open lucht die onder toezicht staan van een lokale overheid;6° de grote speeltuinen in open lucht in parken die onder toezicht staan van een lokale overheid. In afwijking van het eerste lid zijn de bibliotheken open.

De culturele bezienswaardigheden bedoeld in het vierde lid, 3° zijn: - de musea; - de historische huizen en monumenten; - de kastelen en citadellen.

Wordt verstaan onder "museum": - een structuur erkend als museum of kunsthal door ten minste één van deze entiteiten: de federale regering en de deelstaten; - een permanente instelling ten dienste van de maatschappij en haar ontwikkeling, open voor het publiek, die het materieel en immaterieel patrimonium van de mensheid en haar omgeving verwerft, bewaart, bestudeert, overbrengt en tentoonstelt voor doeleinden van studie, vorming en vermaak door middel van tentoonstellingen, activiteiten voor het publiek en wetenschappelijke publicaties of van vulgarisatie, steeds verwezenlijkt door professionelen.

De natuurbezienswaardigheden bedoeld in het vierde lid, 4° zijn: - de tuinen; - de natuurparken en natuurreservaten; - de dierentuinen en dierenparken.

De volgende modaliteiten zijn van toepassing op de bezoeken aan de culturele bezienswaardigheden bedoeld in het vierde lid, 3° : - de bezoeken zijn individueel of in het gezelschap van personen die onder hetzelfde dak wonen; - de regels van social distancing, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon, worden gerespecteerd; - er wordt een online of telefonisch ticketsysteem ingevoerd; - per 15 m2 wordt één bezoeker toegelaten; - er wordt een maximum aantal bezoekers per tijdspanne bepaald; - er worden éénrichtingsaanduidingen en begeleiding van het publiek voorzien; - het personeel is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de regels van social distancing; - eventuele winkels zijn verplicht de regels bedoeld in paragrafen 2 en 3 na te leven; - eventuele cafetaria's, restaurants, attracties en speeltuinen zijn gesloten, met uitzondering van speeltuinen in open lucht onder toezicht van de uitbater, die elke volkstoeloop moet voorkomen; - het didactisch materiaal wordt gedesinfecteerd na elk gebruik.

De volgende modaliteiten zijn van toepassing op de bezoeken aan de natuurbezienswaardigheden bedoeld in vierde lid, 4° : - de bezoeken zijn individueel of in het gezelschap van personen die onder hetzelfde dak wonen; - de regels van social distancing, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon, worden gerespecteerd; - er wordt een online of telefonisch ticketsysteem ingevoerd; - per 10 m2 van de voor het publiek toegankelijke oppervlakte wordt één bezoeker toegelaten; - er wordt een maximum aantal bezoekers per tijdspanne bepaald; - er worden éénrichtingsaanduidingen en begeleiding van het publiek voorzien; - het personeel is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de regels van social distancing; - eventuele winkels zijn verplicht de regels bedoeld in paragrafen 2 en 3 na te leven; - eventuele cafetaria's, restaurants, attracties en speeltuinen zijn gesloten, met uitzondering van speeltuinen in open lucht onder toezicht van de uitbater, die elke volkstoeloop moet voorkomen.

De volgende modaliteiten zijn van toepassing op de bezoeken aan de speeltuinen bedoeld in het vierde lid, 5° : - de bezoeken zijn voorbehouden voor kinderen tot en met 12 jaar; - de volwassenen die de kinderen begeleiden respecteren de regels van social distancing, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon.

De volgende modaliteiten zijn van toepassing op de bezoeken aan de speeltuinen bedoeld in het vierde lid, 6° : - de bezoeken zijn voorbehouden voor kinderen tot en met 12 jaar; - een maximum van 20 kinderen tegelijk mag aanwezig zijn in de speeltuin; - de volwassenen die de kinderen begeleiden respecteren de regels van social distancing, in het bijzonder het behoud van een afstand van 1,5 meter tussen elke persoon."

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 27 mei 2020.

Brussel, 25 mei 2020.

P. DE CREM

^