gepubliceerd op 08 augustus 2023
Decreet over de verwerking van de persoonsgegevens in het kader van een multidisciplinaire samenwerking bij deelname aan een casusoverleg op basis van artikel 458ter van het Strafwetboek
30 JUNI 2023. - Decreet over de verwerking van de persoonsgegevens in het kader van een multidisciplinaire samenwerking bij deelname aan een casusoverleg op basis van artikel 458ter van het Strafwetboek (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet over de verwerking van de persoonsgegevens in het kader van een multidisciplinaire samenwerking bij deelname aan een casusoverleg op basis van artikel 458ter van het Strafwetboek
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.
Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder: 1° algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);2° betrokken persoon: de persoon die het voorwerp van bespreking is op een casusoverleg;3° casusoverleg: een overleg als vermeld in artikel 458ter van het Strafwetboek, waarop casus per casus multilateraal informatie wordt uitgewisseld.
Art. 3.Dit decreet is van toepassing op casusoverleg dat georganiseerd wordt, hetzij bij een met redenen omklede toestemming van de procureur des Konings, hetzij bij of krachtens een wet, decreet of ordonnantie waarin een regeling met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, zoals voorzien in dit decreet, ontbreekt.
Art. 4.§ 1. Organisaties die onder de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest vallen, kunnen in het kader van een multidisciplinaire samenwerking persoonsgegevens als vermeld in artikel 5, eerste lid, van dit decreet verwerken als al de volgende voorwaarden zijn vervuld: 1° de verwerking van die persoonsgegevens past in hun deelname aan een casusoverleg;2° de verwerking is noodzakelijk om een van de volgende doelstellingen van het casusoverleg te realiseren: a) de fysieke en psychische integriteit van de betrokken persoon of van derden beschermen;b) de misdrijven, vermeld in boek 2, titel Iter, van het Strafwetboek, of de misdrijven die zijn gepleegd in het raam van een criminele organisatie als vermeld in artikel 324bis van het Strafwetboek, voorkomen;3° de organisatie wordt door een bepaalde expertise of door haar kennis van de betrokken persoon geacht een noodzakelijke bijdrage te kunnen leveren aan een geïndividualiseerde casusgerichte opvolging. § 2. De organisaties, vermeld in paragraaf 1, verwerken de persoonsgegevens, vermeld in artikel 5, eerste lid, van dit decreet, conform artikel 6, lid 1, e), van de algemene verordening gegevensbescherming.
De verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in artikel 5, eerste lid, van dit decreet, kan ook de verwerking omvatten van de bijzondere categorieën van persoonsgegevens, vermeld in artikel 9, lid 1, van de voormelde verordening. De voormelde verwerkingen worden beschouwd als noodzakelijke verwerkingen om redenen van zwaarwegend algemeen belang als vermeld in artikel 9, lid 2, g), van de voormelde verordening.
De verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in artikel 5, eerste lid, van dit decreet, kan ook de verwerking omvatten van persoonsgegevens als vermeld in artikel 10 van de voormelde verordening. § 3. De organisaties, vermeld in paragraaf 1, treden elk individueel op als verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in artikel 5, eerste lid, van dit decreet.
Art. 5.Als dat noodzakelijk is om de doelstelling van het betreffende casusoverleg te realiseren, kunnen de organisaties, vermeld in artikel 4, § 1, de volgende persoonsgegevens verwerken: 1° de identificatiegegevens, met name de naam, de voornamen, het adres en de geboortedatum;2° de contactgegevens;3° de gegevens over beroep, beroepsbekwaamheid, opleiding en vorming;4° de leeftijd, het geslacht, de nationaliteit, de burgerlijke staat en het verblijfsstatuut;5° de gegevens over schulden en solvabiliteit;6° de gegevens over de levensstijl, de vrijetijdsbesteding en de sociale context;7° de gegevens over de gezinssamenstelling;8° de gegevens over de woonomstandigheden;9° de politionele en gerechtelijke gegevens;10° de gegevens over de gezondheid;11° de gegevens over risicosituaties en -gedragingen;12° de gegevens waaruit herkomst of afkomst blijkt;13° de gegevens waaruit politieke, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen blijken;14° de gedragsgegevens;15° andere gegevens die noodzakelijk zijn om de doelstelling van het casusoverleg te realiseren. De personen van wie de persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, kunnen worden verwerkt, zijn de betrokken personen en hun relaties en contacten.
De persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, kunnen op de volgende wijzen worden verwerkt: 1° de organisaties, vermeld in artikel 4, § 1, die deelnemen aan een casusoverleg, kunnen persoonsgegevens delen met en ontvangen van andere deelnemers aan casusoverleg op voorwaarde dat die deelnemers door een bepaalde expertise of door hun kennis van de betrokken persoon geacht worden een noodzakelijke bijdrage te kunnen leveren aan een geïndividualiseerde casusgerichte opvolging;2° de organisaties, vermeld in artikel 4, § 1, die deelnemen aan een casusoverleg, kunnen de persoonsgegevens opnemen in een gezamenlijke dossieromgeving als voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in het vierde lid;3° de organisaties, vermeld in artikel 4, § 1, die deelnemen aan een casusoverleg, kunnen persoonsgegevens delen met de organisator van het casusoverleg als dat noodzakelijk is om de aanmelding van een casus te realiseren;4° de persoonsgegevens kunnen worden ontvangen door politiediensten als vermeld in artikel 2 van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, het openbaar ministerie, het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen en andere federale actoren indien zij door een bepaalde expertise of door hun kennis van de betrokken persoon geacht worden een noodzakelijke bijdrage te kunnen leveren aan een geïndividualiseerde casusgerichte opvolging. Voor de dossieromgeving, vermeld in het derde lid, 2°, worden passende maatregelen voor de beveiliging genomen, waaronder het voorzien in een behoorlijk gebruikers- en toegangsbeheer, conform de geheimhoudingsplicht, vermeld in artikel 458ter, § 2, van het Strafwetboek, en conform de beveiliging van de verwerking, vermeld in artikel 32 van de algemene verordening gegevensbescherming. In voorkomend geval worden de maatregelen toegepast, vermeld in artikel 9 en 10, § 2, van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens type wet prom. 30/07/2018 pub. 30/03/2021 numac 2021030655 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
De persoonsgegevens die verkregen zijn in het kader van een casusoverleg, worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor het doeleinde van de gegevensverwerking, vermeld in artikel 4, § 1, 2°. De maximale bewaartermijn zal alleszins niet langer dan 30 jaar na afsluiting van het dossier zijn, tenzij bepaalde toepasselijke regelgeving een langere maximale bewaartermijn vooropstelt. Als persoonsgegevens conform artikel 5, derde lid, 2°, worden opgenomen in een gezamenlijke dossieromgeving, bepalen de deelnemers voor de start van het eerste casusoverleg een maximale bewaartermijn voor de persoonsgegevens die bewaard worden in de gezamenlijke dossieromgeving.
Art. 6.De organisaties, vermeld in artikel 4, § 1, nemen de passende maatregelen voor de transparantie ten aanzien van de betrokkenen. De voormelde maatregelen hebben onder meer tot doel dat de globale regeling over de gegevensverwerking in het kader van dit decreet voldoende duidelijk is voor de betrokkenen. Dit houdt minstens in dat de organisaties, vermeld in artikel 4, § 1, transparant zijn over de mogelijkheid tot deelname aan een casusoverleg en de geheimhoudingsplicht die daaruit voortvloeit. De communicatie over deze regeling wordt ter beschikking gesteld in een beknopte, transparante, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm en in duidelijke en eenvoudige taal.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 30 juni 2023.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, B. SOMERS De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR _______ Nota (1) Zitting 2022-2023 Documenten: - Ontwerp van decreet : 1723 - Nr. 1 - Verslag : 1723 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1723 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 28 juni 2023.