gepubliceerd op 02 juni 2004
Interministeriële omzendbrief PLP 35 betreffende de procedure tot indiening van de zonale veiligheidsplannen en de goedkeuring ervan door de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie
7 MEI 2004. - Interministeriële omzendbrief PLP 35 betreffende de procedure tot indiening van de zonale veiligheidsplannen en de goedkeuring ervan door de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie
Aan Mevrouw en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Ter informatie : Aan de Dames en Heren Procureurs-generaal, Aan Mijnheer de Commissaris-generaal van de federale politie, Aan Mijnheer de Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie, Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie 1. Algemeen kader/Situering 1.1. Doelstellingen van deze omzendbrief In de omzendbrief PLP 26 van 5 juni 2002 werd de te volgen procedure omschreven betreffende de goedkeuring van de zonale veiligheidsplannen door de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken. Deze omzendbrief was voor het eerst van toepassing voor de Zonale Veiligheidsplannen (ZVP) 2003.
In overeenstemming met punt 3.1 van de PLP 26, werd de procedure grondig geëvalueerd. Deze oefening heeft de noodzaak tot een aanpassing van de procedure op bepaalde punten aangetoond, om een betere transparantie te verzekeren op het niveau van de instanties die federaal betrokken zijn en om de procedure beter te kunnen plaatsen binnen de geïntegreerde beleidscyclus.
Het zonale veiligheidsplan en de goedkeuring ervan past in feite in een globale context. Het ZVP, dat de planning van de politieactiviteit op lokaal vlak beoogt, maakt deel uit van een ruimer proces in het kader van een integrale en geïntegreerde aanpak van de veiligheid en wordt dan ook noodzakelijk uitgewerkt, rekening houdend met de verschillende andere planningsinstrumenten die voorzien zijn op zowel federaal (beleidslijnen van de ministers, nationaal veiligheidsplan) als lokaal vlak (beleidslijnen van de burgemeesters).
Tegelijkertijd is het zonaal veiligheidsplan een hefboom in de organisatieontwikkeling van de lokale politie. Dit plan biedt de mogelijkheid tot het uitstippelen van een werking gebaseerd op de principes van gemeenschapsgerichte politie, tot een optimale kwaliteit en tot het maken van beleidskeuzes die uiteindelijk vertaald worden in het financieel meerjarenplan.
De Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie hebben een gezamenlijke kadernota 'integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid' opgesteld. De zones dienen bij de redactie van het ZVP met deze kadernota rekening te houden, op dezelfde manier als bij het voorgaande zonaal plan werd rekening gehouden met het Federaal Veiligheidsplan. Deze kadernota is raadpleegbaar op de website van de AD VPB : www.vps.fgov.be.
Anderzijds heeft de wet van 10 april 2003 (Belgisch Staatsblad van 23 mei 2003) het artikel 36 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (hierna WGP) gewijzigd, door te voorzien dat het ZVP tweejaarlijks en niet jaarlijks wordt opgesteld.
De omzendbrief GPI 38 van 13 mei 2003 betreffende het tweejaarlijkse karakter van de ZVP (Belgisch Staatsblad van 23 mei 2003) schetste in dit kader de mogelijkheden die, gedurende de overgangsperiode, aan de zones geboden werden betreffende de actieplannen.
Deze verandering kwam er naar analogie met het nationale veiligheidsplan dat ook van een éénjaarlijks naar een tweejaarlijks plan werd gebracht.
Volgens de progammawet van 22-12-2003 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2003), wordt het huidige nationale veiligheidsplan naar een vierjaarlijks plan gebracht alsook de ZVP. De wetgever (1) is van mening dat de huidige tweejaarlijkse termijn onvoldoende rekening houdt met het geheel van het gewenste veiligheidsbeleid en met de termijn, noodzakelijk voor de inplaatsstelling van de maatregelen nodig voor de uitvoering van het beleid. Bovendien lijkt een termijn van vier jaar realistischer om een grondige en objectieve analyse van de doeltreffendheid van de genomen maatregelen uit te voeren. Deze evaluatie zal de overheid moeten toelaten het volgende plan bij te sturen.
Ten gevolge van deze aanpassingen zal het nieuwe NVP 2004-2007 een leidraad zijn voor de redactie van de volgende zonale veiligheidsplannen 2005-2008.
Rekening houdend met de hierboven geschetste aanpassingen van de wet met betrekking tot het opstellen van een ZVP, werd besloten een nieuwe tekst op te stellen die de omzendbrieven PLP 26 en GPI 38 zal vervangen. Hoewel aan het verloop van de procedure zelf fundamenteel niet werd geraakt, werd geopteerd voor een nieuwe omzendbrief die de zaken duidelijk op een rij zet en de procedure op bepaalde punten verder uitwerkt.
Krachtens de nieuwe cyclus en in navolging van wat voorzien was in de PLP 26, zal de procedure beschreven de huidige omzendbrief deel uit maken van een diepgaande evaluatie. 1.2. Wettelijk kader en werkkader Deze ministeriële omzendbrief wordt in toepassing van de artikelen 35 tot 37 van de WGP genomen.
Er moet tevens rekening worden gehouden met drie belangrijke werkinstrumenten : ? het vademecum veiligheidsplannen; ? de handleiding van de beleidscyclus van de lokale politie; ? de handleiding zonale veiligheidsplannen. 1.3. Betrokken diensten Krachtens artikel 37, § 3, van de WGP, wordt het zonale veiligheidsplan, na goedkeuring door de burgemeesters en de procureur des Konings, voor goedkeuring voorgelegd aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie, die er zich over moeten uitspreken binnen de twee maanden vanaf de ontvangst van het plan.
Concreet zijn de volgende instanties betrokken bij de voorbereiding van de beslissing van de Ministers : ? De Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid (AD VPB) - Directie Publieke Veiligheid - bereidt de beslissingen voor van de Minister van Binnenlandse Zaken en legt hem voorstellen voor inzake aangelegenheden die onder de globale strategie vallen en onder de prioriteiten van de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken. In dit kader wordt zij met de goedkeuringsprocedure van de ZVP (2) belast; ? De Dienst voor Strafrechtelijk Beleid (DSB) is een adviesinstantie onder het gezag van de Minister van Justitie. In het kader van zijn opdrachten informeert de Adviseur-generaal voor het strafrechtelijke beleid de Minister van Justitie over elk feit dat van belang is voor de criminaliteitsbestrijding en doet hij hem alle voorstellen die hij nuttig acht (3).
In deze hoedanigheid is de DSB belast met de goedkeuringsprocedure van de ZVP voor de Minister van Justitie. ? De Directie van de relaties met de Lokale Politie (CGL) verzekert de ondersteuning en de evaluatie van de werking van het zonaal veiligheidsoverleg en van de ZVP (4). CGL brengt een technisch advies uit met betrekking tot de ZVP. Dit zal prioritair gebeuren aan de hand van een verslag van de bestuurlijke directeur-coördinator (Dirco). Dit verslag zal toegestuurd worden aan CGL die er, op basis van haar contacten met en ondersteuning aan de lokale politiediensten en na overleg met andere algemene directies en diensten van de federale politie, haar eigen methodologische en technische adviezen aan toevoegt.
Het globale technische advies van CGL zal toegestuurd worden aan de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid van de FOD Binnenlandse Zaken en aan de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid van de FOD Justitie. 2. Herinnering aan de beginselen van de cyclus 2.1. Contextualisering van de goedkeuringsprocedure van de Zonale Veiligheidsplannen Het is belangrijk om de goedkeuringsprocedure opnieuw te situeren in de cyclus van het politiebeleid en om te herinneren aan elke fase en deelfase ervan. De cyclus van de lokale politie bestaat uit vier fases : a. Voorbereiding van het politiebeleid (januari tot maart van het eerste jaar van de beleidscyclus).In deze fase vinden de scanning en de analyse plaats. Tijdens dit eerste jaar van de beleidscyclus kan deze eerste fase evenwel verlengd worden tot en met de maand april. b. Definitie van het politiebeleid (april tot december van het eerste jaar van de beleidscyclus).Deze tweede fase bestaat zelf uit meerdere fases : - Eerst en vooral worden door de zonale veiligheidsraad (verder ZVR) de beleidskeuzes vastgesteld en een voorstel tot zonaal plan wordt uitgewerkt (april tot juni). Dit moet dan goedgekeurd worden door de ZVR en bevat minstens de handtekening van de lokale overheden (burgemeester(s) en procureur des Konings). De gemeente- of politieraad, wat hem betreft, wordt hiervan op de hoogte gehouden en geeft zijn goedkeuring voor de partijen die onder zijn bevoegdheid vallen;
Wanneer het plan door alle lokale partners is goedgekeurd, wordt het uiterlijk op 1 augustus, overgemaakt aan de betrokken administraties van Binnenlandse Zaken en Justitie. Deze administraties bereiden de goedkeuringsprocedure (5) voor. Tevens kunnen zij de zones voorstellen hun plan bij te sturen wanneer het niet conform de criteria is (3.3.2. en 3.3.3.). Beide bevoegde Ministers keuren de eventueel bijgestuurde plannen ten laatste 2 maanden na indiening goed. c. Uitvoering van het politiebeleid gedurende de vier jaar volgend op het goedkeuringsjaar d.m.v. de uitwerking van actieplannen. Gedurende de ganse cyclus verzekert de ZVR een permanente opvolging van de situatie en voert op regelmatige basis tussentijdse evaluaties uit.
Deze evaluaties hebben een directe weerslag op de redactie van de volgende zonale veiligheidsplannen. d. Eindevaluatie van het politiebeleid : Deze volgt onmiddellijk op het einde van de uitvoeringsfase (elk laatste jaar van de beleidscyclus).Deze fase duurt tussen drie maanden en één jaar, maar het resultaat moet beschikbaar zijn voor de volgende cyclus. Om het volgende zonaal veiligheidsplan op te stellen, zal de zone zich op de tussentijdse evaluatie baseren.
Elke fase van dit proces is belangrijk om te komen tot een kwaliteitsvol ZVP dat rekening houdt met de werkelijke problemen die in de zone voorkomen en dat bijdraagt tot het aanpakken van de problemen met behulp van actieplannen. Vanuit dit oogpunt is het belangrijk te wijzen op het strategische karakter van het ZVP, bevestigd door de vierjaarlijkse cyclus. Het ZVP is een plan met een lange-termijn-visie. De jaarlijkse actieplannen zijn operationeel en gericht op de korte-termijn-uitvoering.
De volledige handleiding van de beleidscyclus van de lokale politie is raadpleegbaar op de website www.infozone.be.
De wijziging van de frequentie voor het plan en de verlenging ervan doen op geen enkele wijze afbreuk aan de mogelijkheden van de overheden om, indien dit tijdens de uitvoering ervan noodzakelijk zou blijken, het plan aan te passen om het gewenste resultaat inzake het veiligheidsbeleid te behalen (6). Gedurende de vierjaarlijkse cyclus van het ZVP, is het mogelijk dat bepaalde zaken dienen aangepast of gewijzigd te worden, hetzij op initiatief van de ZVR, hetzij ten gevolge van een aanpassing aangebracht vanuit het federale niveau.
Deze wijzigingen vinden plaats onder de verantwoordelijkheid van de lokale autoriteiten. Voor deze aanpassingen is de goedkeuringsprocedure, zoals in deze omzendbrief beschreven, niet van toepassing. Wel worden de wijzigingen gemotiveerd weergegeven in het verslag van de zonale veiligheidsraad en ter informatie bezorgd aan de betrokken administraties van de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken.
Een eerste toepassing van de programmawet van 22 december 2003 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2003) start in 2004 met de voorbereiding van de ZVP 2005-2008. De nieuwe plannen mogen op geen enkele manier een loutere verlenging zijn van de bestaande plannen 2003-2004. Ter herhaling verwijzen we opnieuw naar het NVP 2004-2007 waarmee rekening dient te worden gehouden bij de invoer van de nieuwe beleidscyclus voor de politie. 2.2. Afstemming op het Nationaal Veiligheidsplan Het Nationaal Veiligheidsplan 2004-2007 (NVP) beoogt het algemeen politiebeleid inhoud te geven en te coördineren. Volgende krachtlijnen worden hierin beschreven : - het NVP helpt een integrale en geïntegreerde politiële aanpak van de veiligheid door de politiediensten en de samenwerking van hun optreden te verzekeren. Dit NVP moet beschouwd worden als een politieplan. De lokale politiediensten moeten er, in overleg met de bevoegde overheden, rekening mee houden bij het opstellen van hun plannen. - Om tot een integrale en geïntegreerde politiële aanpak van de veiligheid in dit land te komen, zijn een echte geïntegreerde werking van en samenwerking tussen de beide politieniveaus absoluut noodzakelijk. Beide niveaus, ook al zijn ze aan eigen gezagsregels onderworpen en worden ze verschillend aangestuurd, mogen niet enkel aandacht hebben voor hun eigen actieterrein, maar moeten beseffen dat ze deel uitmaken van een geïntegreerde politie en dat ze samen één gemeenschappelijk doel nastreven, met name de veiligheid in België verhogen. - Dit wil zeggen dat onderstaande prioritaire fenomenen, naast specifieke lokale prioriteiten zoals bijvoorbeeld de overlast, ingeschreven worden in de zonale veiligheidsplannen voorzover de zone hiermee geconfronteerd wordt : o Verkeersveiligheid (verkeersongevallen met lichamelijk letsel); o Illegale immigratie en mensensmokkel; o Mensenhandel; o Terrorisme; o Eigendomsdelicten, inzonderheid gepleegd door rondtrekkende dadergroepen; o Drugs; o Leefmilieu beperkt tot afvalfraude; o Grote financiële en economische criminaliteit; o Wapenzwendel In het Nationaal Veiligheidsplan worden, eveneens in deel twee, mogelijke maatregelenen intiatieven voor het lokale niveau weergegeven. Dit Nationaal Veiligheidsplan kan men raadplegen op de site van de AD VPB (www.vps.fgov.be) en van CGL (www.infozone.be). 2.3. De instanties van de cyclus en hun rol ? Zonale veiligheidsraad (ZVR) - Artikel 35 WGP - De zonale veiligheidsplannen worden besproken, voorbereid en uitgewerkt binnen de ZVR. Bijgevolg zijn de politieoverheden (procureur des Konings en burgemeesters) en de politiediensten, van in het begin betrokken bij het ZVP, waarvoor zij overigens allemaal verantwoordelijk zijn. - Het door de burgemeesters en de procureur des Konings goedgekeurde en ondertekende ZVP wordt voor goedkeuring door de Voorzitter naar de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid en naar de Directie Publieke Veiligheid gestuurd. - De burgemeester-voorzitter, bestemmeling van de brief tot goedkeuring van het ZVP, dient deze, en de informatie die ze bevat, mee te delen aan de leden van de ZVR. - Als de geplande capaciteit van de zone ontoereikend is om haar opdrachten uit te voeren, zoekt de ZVR naar oplossingen; - De ZVR is eveneens verantwoordelijk voor de evaluatie van de uitvoering van het ZVP. ? Provinciaal overleg - Artikel 162 WGP/Artikel 9/2 WPA (7) In elke provincie wordt een Provinciaal Overleg georganiseerd tussen de gouverneur, de procureur-generaal bij het Hof van Beroep, de bestuurlijke directeurs-coördinator, de gerechtelijke directeurs en de vertegenwoordigers van de lokale politie. Ze speelt een belangrijke rol bij de steun aan de politiezones. Het doel is de ZVP en de interzonale samenwerking te stimuleren.
Opdat een dergelijke ondersteuning zou kunnen worden georganiseerd, is het natuurlijk belangrijk dat de politiezones hun ZVP overmaken aan de gouverneur.
Op deze manier zullen er nauwere banden worden aangehaald tussen het federaal en provinciaal niveau zodat een geïntegreerde visie versterkt wordt. De ADVPB zal op haar beurt de gouverneur regelmatig informeren over de stand van zaken betreffende de indiening en goedkeuring van de ZVP. ? De Dirco brengt verslag uit bij CGL over het zonale plan en de werking van de zonale veiligheidsraad. Enerzijds is de Dirco ingevolge de opdracht hem gegeven bij artikel 104, vijfde lid, WGP, van nabij betrokken bij het verlenen van ondersteuning in het raam van zijn verantwoordelijkheid met betrekking tot het opstellen en opvolgen van het ZVP en dit via zijn deelname aan de Zonale Veiligheidsraad en is hij in die zin te beschouwen als de federale partner van het lokale niveau. Het is de taak van de Dirco bij het overleg binnen de ZVR, de andere leden in te lichten over de inhoud van het NVP opdat er daadwerkelijk rekening mee gehouden zou worden bij de voorbereiding van het ZVP. Anderzijds heeft de Dirco ook de wettelijke opdracht om verslag uit te brengen over de uitvoering door de lokale politie van de federale opdrachten zoals deze bepaald worden in de artikelen 61 tot en met 64 van de WGP. Vanuit het arrondissementeel niveau (Dirco en Dirjud) wordt een verslag verwacht, waarbij in het bijzonder de Dirco inzake zijn wettelijke verplichting van rapportering aan de Commissaris-generaal zal worden betrokken (artikel 104, zesde lid WGP).
Een handleiding, opgesteld door de Directie van de Relaties met de Lokale Politie in samenwerking met de Dirco's, zal de rol van de bestuurlijke directeur-coördinator in dit kader benadrukken. 3. Goedkeuringsprocedure Krachtens artikel 36 van de WGP, hebben alle politiezones de verplichting om een ZVP op te stellen. 3.3. Termijn Rekening houdende met deze verplichting en de goedkeuringstermijn van 2 maanden (eventueel vermeerderd met één maand bij niet-goedkeuring van het plan), moeten de ZVP uiterlijk op 1 augustus worden ingediend.
Aangezien het gaat over een uiterste datum, mogen de zones vanzelfsprekend hun ZVP ook vóór deze vervaldatum indienen. Wij wijzen op het belang van de naleving van deze termijn opdat de hele procedure uiterlijk in de loop van de maand december kan worden afgesloten. De uitvoering kan dan vanaf de maand januari van start gaan. 3.4. Ontvankelijkheid De goedkeuringstermijn van 2 maanden begint slechts te lopen wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : - het plan moet minstens door de burgemeester(s) en de procureur des Konings worden ondertekend; - de voorzitter van de ZVR stuurt per post of via elektronische weg een exemplaar naar het volgende adres : ? Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid Directie Publieke Veiligheid Ter attentie van Laura SZABO - Directeur Koningsstraat 56 1000 Brussel ? vpb.spuv@ibz.fgob.be (NL) psp.spuv@ibz.fgob.be (FR) De AD VPB is belast om zonder uitstel een exemplaar van het ZVP toe te sturen naar de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid, dat eveneens belast is met de goedkeuring van de ZVP, en naar de Directie van de relaties met de lokale politie (CGL) voor advies.
Eens het plan ontvankelijk wordt verklaard, stuurt de AD VPB systematisch een ontvangstmelding naar de voorzitter van de ZVR. De ontvangstmelding dient als startdatum voor de goedkeuringsperiode.
Wanneer het ZVP niet ontvankelijk is, zal eveneens een brief naar de voorzitter van de ZVR worden gestuurd, met de vraag om de aangegeven punten te remediëren. Met deze brief begint de goedkeuringsperiode nog niet te lopen. 3.5. Goedkeuring van het ZVP 3.5.1. Algemeen Om het goedkeuringsproces te vergemakkelijken worden de zones gevraagd alleszins een elektronische versie van hun plan te sturen, hetzij via e-mail, hetzij via een diskette of CD-Rom : - vpb.spuv@ibz.fgob.be (NL) - psp.spuv@ibz.fgob.be (FR) - of naar het adres hierboven vermeld voor het verzenden van een diskette of CD-Rom 3.5.2. Vormelijke en inhoudelijke criteria ? Vormelijke criteria Er wordt sterk aanbevolen om het stramien te volgen dat is opgenomen in de handleiding zonale veiligheidsplannen. Hierdoor ontstaat een evenwicht tussen enerzijds een bepaalde uniformiteit die het lezen en het begrijpen van de ZVP vergemakkelijkt en waarbij men zich ervan vergewist dat dit alle belangrijke punten in aanmerking neemt, en anderzijds een dynamische reflectie, gericht op het oplossen van de problemen die eigen zijn aan de zone. ? Inhoudelijke criteria : voornaamste elementen waar de goedkeurende diensten aandacht aan besteden. - De samenhang en conformiteit van het ZVP met het nationale veiligheidsplan en de actuele beleidslijnen van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken, alsook, indien het bestaat, het lokaal veiligheidsplan; - De aangewende objectieve en subjectieve bronnen; - Krachtens artikel 37 van de WGP, wordt het ZVP opgesteld, rekening houdend met het NVP. De zone is niet gehouden alle prioriteiten van het NVP te kiezen (kwaliteit heeft voorrang op kwantiteit), maar motiveert waarom bepaalde prioriteiten weerhouden zijn en anderen niet. - De samenhang tussen van het ZVP met andere beleidsinstrumenten op het vlak van preventie en veiligheid (veiligheids- en preventiecontract) - De tussentijdse evaluatie van het vorige ZVP. Het betreft volgende elementen : - prioriteiten weerhouden in het ZVP 2003 - 2004; - type van scenario gekozen voor elk weerhouden fenomeen (prioriteit, bijzonder aandachtspunt,); - gevoerde acties en resultaten hiervan; - conclusie : wat moet worden voortgezet, aangepast of geschrapt. - De naleving van organisatie- en werkingsnormen; - Personeelskaders (minimale normen van de effectieven - KB van 5 september 2001); - Het betrekken en informeren van de bevolking. 3.5.3. Beslissing van goedkeuring of niet-goedkeuring ? Administratieve afhandeling Wanneer bij het onderzoek van het plan bepaalde vormelijke gebreken of terkortkomingen blijken, kunnen de betrokken administraties, bij gezamenlijk akkoord, de zone uitnodigen om het dossier te vervolledigen.
Voorbeelden zijn : - het ontbreken van bijlagen; - in geval van onduidelijkheden vraag om verklaring, - ontbreken van een organigram - ...
De goedkeuringstermijn van 2 maanden wordt op de dag van terugzending van het plan stopgezet en zal opnieuw beginnen lopen op het moment dat het gewijzigde plan terug bij de AD VPB toekomt. ? Beslissing Krachtens artikel 37, § 3, van de WGP wordt het plan, na goedkeuring door de burgemeester(s) en de procureur des Konings, voor goedkeuring voorgelegd aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie die er zich over moeten uitspreken binnen de twee maanden vanaf de ontvangst van het plan. Na deze termijn wordt hun goedkeuring als gegeven geacht.
In dit geval kunnen twee vormen van goedkeuring worden gegeven : - Volstrekte goedkeuring : de eventuele opmerkingen die in dit geval worden gemaakt, tasten de kwaliteit van het plan niet aan. Het gaat eerder over raadgevingen om de kwaliteit van het plan nog te verbeteren naar de volgende oefening toe (voorbeelden : onduidelijke structuur,...). - Goedkeuring met opmerkingen : de opmerkingen gaan over meer fundamentele elementen, over nalatigheden met een bepaalde ernst waarvoor een oplossing wordt verwacht in het volgende plan. Deze goedkeuring moet worden beschouwd als een waarschuwing : indien de zone er geen rekening mee houdt bij de opmaak van het volgende plan, kan dat aanleiding geven tot een niet-goedkeuring (voorbeelden : niet bereikte of niet aangetoonde organisatie- en werkingsnormen, onbetekenende en ontoereikende evaluatie van het vorige ZVP,).
Indien de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie het plan niet - geheel of gedeeltelijk - goedkeuren, moet de zone hen een nieuwe versie voorleggen binnen de termijn van één maand. In dit geval wordt de termijn voor goedkeuring teruggebracht tot één maand.
Redenen om het plan niet goed te keuren zijn er wanneer zware en niet gerechtvaardigde nalatigheden worden vastgesteld, die een evaluatie verhinderen (voorbeelden : geen tussentijdse evaluatie van het vorige ZVP, geen rekening gehouden met de opmerkingen opgenomen in de vorige goedkeuring zoals hiervoor vermeld). ? Betekening van de beslissing De AD VPB stuurt de beslissing naar de burgemeester-voorzitter van de ZVR die, op zijn beurt, de andere leden van de ZVR hierover inlicht op een extra vergadering.
Wij vragen de leden van de ZVR om deze informatie eveneens te verspreiden naar hun respectieve instanties. 3.6. Uitvoering van het ZVP Eens het ZVP is goedgekeurd door de ministers, is het vanzelfsprekend dat het wordt uitgevoerd. Daartoe beschikt de zone over vier jaar. Wij herinneren eraan dat de korpschef verantwoordelijk is voor de uitvoering van het lokale politiebeleid (artikel 44 WGP), onder het gezag van de burgemeester en van het politiecollege (artikel 45 WGP).
Eerst en vooral moeten de keuzes die worden gemaakt in het zonale veiligheidsplan, hetzij vertaald worden in projecten of bijzondere aandachtspunten (en in beide gevallen zijn actieplannen, min of meer consequent, uitgewerkt), hetzij geïntegreerd worden in het reguliere werk.
Actieplannen worden opgesteld om te beantwoorden aan complexe fenomenen van een zekere omvang, die samen met de andere partners van de veiligheidsketen worden aangepakt. In dit opzicht wordt systematisch aandacht geschonken aan de politionele preventieve werking. Hiervoor zijn bijzondere middelen en capaciteit onontbeerlijk.
De uitwerking van de plannen wordt bij voorkeur gerealiseerd door een projectteam onder leiding van een projectleider (8).
Het oplossen van minder grootschalige problemen kan worden geïntegreerd in de dagelijkse politietaken.
Ook al duurt de uitvoeringsfase vier jaar, de actieplannen blijven jaarlijks. Deze moeten immers flexibel blijven en kunnen worden aangepast naar aanleiding van de tussentijdse evaluatie.
Om de opvolging van deze uitvoeringsfase te kunnen verzekeren, moeten op voorhand duidelijke indicatoren worden ontwikkeld. Het doel is dat de implementatie van het ZVP kan worden geëvalueerd. Deze tussentijdse evaluaties zullen moeten worden voorgelegd aan de ZVR, waarna aanpassingen mogelijk zijn.
Na de uitvoeringsperiode van vier jaar, zal er eveneens een globale evaluatie van deze uitvoeringsperiode, waarvoor de ZVR verantwoordelijk is, moeten worden gerealiseerd.
Deze evaluaties vormen natuurlijk een noodzakelijke basis voor de voorbereiding van het volgende ZVP. 4. Federale ondersteuning op lokaal vlak 4.1. Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid (AD VPB) De AD VPB blijft ter beschikking van de lokale en provinciale overheden en van de politiezones voor alle inlichtingen betreffende : - deze omzendbrief en de procedure hieromtrent; - de federale prioriteiten en meer bepaald van de Minister van Binnenlandse Zaken; - de opvolgingsstaat van de ZVP. Door een betere opvolging van de ZVR en van het Provinciaal Overleg, alsook van de actuele toestand in de zones, zowel op het vlak van het intern beheer als van de onveiligheidsfenomenen, wenst de AD VPB een opbouwende steun op lokaal vlak te leveren. 4.2. Dienst Strafrechtelijk Beleid (DSB) De DSB houdt zich ter beschikking van de lokale gerechtelijke overheden voor alle inlichtingen betreffende : - deze omzendbrief; - de federale prioriteiten en meer bepaald van de Minister van Justitie; - de uitwerking van de ZVP in het algemeen.
De DSB zal eveneens nauwer betrokken zijn bij de opvolging van de werkzaamheden van de ZVR, van het Provinciaal Overleg en van het rechercheoverleg in de materies die haar aanbelangen en zal, met name via de expertisenetwerken « politie » en « strafrechtelijk beleid » van het College van Procureurs-generaal, de relevante beleidsinformatie in kaart brengen om nuttige beleidsaanbevelingen te formuleren. 4.3. Directie van de Relaties met de lokale politie (CGL) Gedurende de hele cyclus van het politiebeleid kunnen de politiezones methodologische ondersteuning krijgen van CGL, met name : - via de methodologische hulpmiddelen en de verschillende handleidingen ontwikkeld in samenwerking met talrijke partners en meer bepaald de testzones; - via meer rechtstreekse technische en methodologische steun (bij de voorbereiding en de uitwerking van het ZVP, de uitwerking van de actieplannen, de opvolging en de « rapportering » van de uitvoering binnen de ZVR); - via een voortdurende informatieverstrekking over deze materie; - via opleidingen (voornamelijk van de medewerkers van het politiebeleid en procesmedewerkers binnen de zones en provinciale netten); - ondersteuning en opvolging van het provinciaal overleg en de zonale veiligheidsraden om toe te laten de methodologische instrumenten en ondersteuning zo goed mogelijk toe te passen. 5. Informatie-uitwisseling In het kader van dit geïntegreerde proces is het belangrijk om de dialoog en de informatie-uitwisseling zo optimaal mogelijk te laten verlopen. De AD VPB zal de informatie, die uitgaat van de bestuurlijke overheden, opvolgen : de besluiten en de verslagen van het College van Burgemeester en Schepenen of van het Politiecollege en van de Gemeenteraad of Politieraad, opgemaakt op het vlak van de veiligheid en van de politie, moeten worden overgemaakt aan de AD VPB; ? De DSB richt zich voornamelijk op de informatie die uitgaat van de gerechtelijke overheden (College van Procureurs-generaal, procureur des Konings, referentienetwerken van het College...); ? De verslagen van de ZVR worden naar de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid gestuurd, die een kopie zal overmaken aan de andere betrokken instanties (9); ? De verslagen van Provinciaal Overleg worden naar de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid gestuurd, die een kopie zal overmaken aan de andere betrokken instanties (art. 162 WGP) (10); ? De actieplannen, die een deel uitmaken van het ZVP, worden in het najaar naar CGL gestuurd : ter herinnering stuurt de Voorzitter van de zonale veiligheidsraad de definitief goedgekeurde actieplannen naar CGL die belast is met de inventarisatie ervan, en dit met het oog op een brede informatie-uitwisseling tussen de politiezones en in het perspectief van een gegevensbank « goede praktijken ».
De informatie-uitwisseling gebeurt bij voorkeur via elektronische weg.
Deze omzendbrief vervangt en heft de omzendbrief PLP 26 van 5 juni 2002 houdende onderrichtingen betreffende de procedure tot indiening en goedkeuring van de zonale veiligheidsplannen ( Belgisch Staatsblad van 16 juni 2002) en de omzendbrief GPI 38 van 13 mei 2003 betreffende het tweejaarlijkse karakter van de zonale veiligheidsplannen (Belgisch Staatsblad van 23 mei 2003) op.
Om af te sluiten wens ik er op te wijzen dat het ZVP een strategisch beleidsinstrument is waarvan het beleidsresultaat de bevolking ten goede moet komen. Deze moet bijgevolg betrokken en goed geïnformeerd te worden. Zodoende dient in het ZVP zelf reeds aangegeven te worden op welke wijze dit gebeurt en zal gebeuren.
Gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, in het Bestuursmemoriaal te willen vermelden.
Wij zouden het ten zeerste op prijs stellen indien u het voorgaande zou meedelen aan de burgemeesters van uw provincie.
De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL _______ Nota's (1) Ontwerp van Programmawet van 24 november 2003, memorie van toelichting.(2) Ministerieel besluit van 22 april 2003 tot bepaling van de administratieve behandelingsprocedure van de aangelegenheden bedoeld in de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (Belgisch Staatsblad van 23 mei 2003) (3) Koninklijk Besluit van 14 januari 1994 tot oprichting van een Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid, Artikel 4.(Belgisch Staatsblad van 3 maart 1994). (4) Koninklijk besluit van 3 september 2000 met betrekking tot de commissaris-generaal en de algemene directies van de federale politie, art.5, 4° (Belgisch Staatsblad van 23 september 2000) en voornoemd ministerieel besluit van 22 april 2003. (5) De procedure van goedkeuring door de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie kan dus aanvangen vanaf de maand juni van het eerste jaar van de beleidscyclus.(6) Ontwerp van Programmawet van 24 november 2003, memorie van toelichting.(7) Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (8) Zie de handleiding van de beleidscyclus van de lokale politie (9) Dienst Strafrechtelijk Beleid van FOD Justitie en Directie van de Relaties met de lokale Politie van de federale politie. (10) Ibidem
Bijlage 1 aan de omzendbrief PLP 35 : gegevens van de dossierbeheerders DIENST VOOR HET STRAFRECHTELIJK BELEID Hallepoortlaan 5-8 1060 Brussel Fax : 02/542.74.44 Voor de Nederlandstalige plannen : ? Diane REYNDERS - Adviseur-generaal voor het Strafrechtelijk Beleid Tel. : 02/542.74.25 Diane.Reynders@just.fgov.be ? Dossierbeheerder : Christel DEFEVER - adjunct-adviseur Tel. : 02/542.74.93 Christel.Defever@just.fgov.be Voor de Franstalige plannen : ? Freddy GAZAN - Adjunct adviseur-generaal voor het Strafrechtelijk Beleid Tel. : 02/542.74.36 Freddy.Gazan@just.fgov.be ? Dossierbeheerder : Fabienne POLAIN - adjunct-adviseur Tel. : 02/542.74.40 Fabienne.Polain@just.fgov.be ALGEMENE DIRECTIE VEILIGHEIDS-EN PREVENTIE BELEID Directie Publieke Veiligheid Koningsstraat 56 1000 Brussel Fax : 02/500.24.68 Directeur Laura SZABO (FR/NL) - Adviseur Tel. : 02/500.24.58 Voor de Nederlandstalige plannen : ? Arne DORMAELS - adjunct-adviseur (provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant) Tel. : 02/500.24.23 Arne.dormaels@ibz.fgov.be ? Gunter CEUPPENS - adjunct-adviseur (provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant) Tel. : 02/500.24.60 Gunter.ceuppens@ibz.fgov.be Voor de Franstalige plannen : ? Delphine MARTINY-FRYNS - adjunct-adviseur (provincies Luik, Luxemburg en Henegouwen) Tel. : 02/500.22.24 Delphine.martiny-fryns@ibz.fgov.be ? Pierre VANBELLINGEN - adjunct-adviseur (Brussel-Hoofdstad, provincies Waals-Brabant, Namen en Henegouwen) Tel. : 02/500.24.57 Pierre.vanbellingen@ibz.fgov.be DIRECTIE VAN DE RELATIIES MET DE LOKALE POLITIE Victoria Regina Plantsoen 1 1210 BRUSSEL FAX : 02/223.99.45/47 E-MAIL : : cgl@ibz.fgov.be Diensthoofd : Leo EESTERMANS - Diensthoofd politiebeleid Tel. : 02/223.99.05 Voor de Nederlandstalige plannen : ? Jean-Pierre DEVOS (N) - Consultant politiebeleidAanspreekpunt provincies Antwerpen & Vlaans-Brabant Tel. : 02/223.99.39 ? Bart HEYNS (N) - Consultant politiebeleid Aanspreekpunt provincies Limburg & Oost-Vlaanderen Tel. : 02/223.99.37 ? Valère HUVENEERS (N) - Consultant politiebeleid Aanspreekpunt provincie West-Vlaanderen Tel. : 02/223.99.42 ? Thomas WAUTERS (N) - Consultant politiebeleid Aanspreekpunt Brussel-Hoofdstad Tel. : 02/223.99.36 Voor de Franstalige plannen : ? Marylène DECOLLE (F) - verantwoordelijk programma politiebeleid.
Aanspreekpunt Brussel-Hoofdstad Tel. : 02/223.99.35 ? Christian DEMAREZ (F) - Consultant politiebeleid Aanspreekpunt provincies Waals-Brabant & Namen & Luxemburg Tel. : 02/223.99.43 ? Claude JEANMOTTE (F) - Consultant politiebeleid Tel. : 02/223.99.39 ? Maria PINZINO (F) - Consultant politiebeleid Aanspreekpunt provincies Luik & Henegouwen Tel. : 02/223.99.40.