gepubliceerd op 09 juli 2021
Wet houdende diverse financiële bepalingen
27 JUNI 2021. - Wet houdende diverse financiële bepalingen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL 1. - INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.§ 1. De artikelen 201 tot 204 en de artikelen 228, 229, 236 en 237 van deze wet zorgen voor de omzetting in Belgisch recht, wat de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen betreft, van de bepalingen van Richtlijn 2019/2177 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten, en van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering. § 2. Artikel 415 van deze wet zorgt voor de gedeeltelijke omzetting in Belgisch recht van Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU. § 3. Artikel 416 van deze wet zorgt voor de omzetting in Belgisch recht van Richtlijn (EU) 2020/1504 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten TITEL 2. - AUTONOME FINANCIELE BEPALINGEN HOOFDSTUK 1. - Bepalingen tot verlenging van de aan bepaalde verbintenissen van Dexia Crédit Local NV toegekende Staatswaarborg
Art. 3.De Staat waarborgt de hoofdsom, de intresten en de bijhorigheden van de financieringen aangegaan door Dexia Crédit Local SA bij kredietinstellingen en institutionele deponenten en van de obligaties en schuldinstrumenten die zij uitgeeft en die bestemd zijn voor institutionele beleggers of andere, in de zin van de op hen toepasselijke regelgeving, gekwalificeerde beleggers, met inbegrip van de rechtstreekse of onrechtstreekse dochtervennootschappen van Dexia NV of Dexia Crédit Local SA. De Koning mag de criteria bepalen omtrent het institutionele of gekwalificeerde karakter van de deponenten en de beleggers.
Art. 4.De bedragen in hoofdsom van de verbintenissen gedekt door de waarborg van de Belgische Staat zullen 39 750 000 000 euro niet overschrijden, benevens de intresten en de bijhorigheden.
Verbintenissen genieten de garantie indien, op de datum waarop zij worden aangegaan, het uitstaande gewaarborgd bedrag in hoofdsom de bovenvermelde limiet niet overschrijdt, rekening houdend, voor de verbintenissen in vreemde valuta's, met de tegenwaarde in euro op die datum van hun uitstaande hoofdsom.
De door de waarborg gedekte verbintenissen mogen worden aangegaan vanaf 1 januari 2022 tot uiterlijk 31 december 2031, en mogen een looptijd hebben van maximum tien jaar.
Art. 5.De Koning stelt de voorwaarden en de modaliteiten van de waarborg vast evenals de aan de Staat verschuldigde vergoeding. Hij voorziet dat de waarborg gezamenlijk met de Franse Republiek wordt toegekend, met haar akkoord, mits respectievelijke bijdragen van 53 % door de Staat en 47 % door de Franse Republiek.
Art. 6.Artikel 8.21 van het Burgerlijk wetboek is niet van toepassing op de door de Staat of de Franse Republiek aangegane waarborgen van verbintenissen van Dexia Crédit Local SA. HOOFDSTUK 2. - Bepalingen betreffende de overdracht van het gehele vermogen van het Kringloopfonds in vereffening en de opheffing ervan
Art. 7.§ 1. Alle activa en passiva en alle rechten en plichten van het Kringloopfonds, opgericht door hoofdstuk XI van titel IV, van de programmawet van 8 april 2003, die de artikelen 90 tot 99 bevat, gewijzigd bij de programmawet van 8 juni 2008, en in vereffening gesteld overeenkomstig deel 1, boek 2, titel 8, hoofdstuk 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, die de artikelen 2:70 tot 2:108 bevat, worden van rechtswege en zonder tegenprestatie overgedragen aan de Belgische Staat. In afwijking van de artikelen 2:100 tot 2:104 van hetzelfde Wetboek gebeurt deze overdracht op de dag waarop dit artikel in werking treedt en zonder de sluiting van de vereffening van het Kringloopfonds af te wachten.
De Koning wijst, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de administratie aan die belast is met het verdere beheer van de lopende kredieten en participaties van het Kringloopfonds in vereffening. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde overdracht is zonder verdere formaliteiten tegenstelbaar aan derden vanaf de dag waarop dit artikel in werking treedt.
Art. 8.Opgeheven worden: 1° in titel IV, van de programmawet van 8 april 2003, hoofdstuk XI, die de artikelen 90 tot 99 bevat, gewijzigd bij de programmawet van 8 juni 2008;2° de artikelen 80 en 81 van de programmawet van 8 juni 2008;3° het koninklijk besluit van 3 mei 2003 tot uitvoering van hoofdstuk 11 van titel IV van de programmawet van 8 april 2003 betreffende de oprichting van het"Kringloopfonds". TITEL 3. - WIJZIGINGEN VAN DE SECTORALE TOEZICHTSWETTEN VOOR DE BANK- EN FINANCIELE SECTOR HOOFDZAKELIJK TER AANPASSING AAN DE BEPALINGEN VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN, EN TOT OMZETTING VAN RICHTLIJN 2019/2177 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 18 DECEMBER 2019 HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
Art. 9.In artikel 54bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2008, vervangen bij de wet van 13 maart 2016 en gewijzigd bij de wet van 23 november 2017, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Indien een dergelijke verzekeringsonderneming betrokken is bij een herstructurering van vennootschappen als bedoeld in Deel 4, Boek 12 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, stelt de Nationale Bank van België Fedris hiervan onverwijld in kennis.". HOOFDSTUK 2. - Wijziging in de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België
Art. 10.In artikel 36/33 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014, wordt paragraaf 3 vervangen als volgt: " § 3. Niettegenstaande de beroepsgeheimregeling waaraan zij in voorkomend geval onderworpen zijn, en ongeacht hun niveau van autonomie, werken de publiekrechtelijke entiteiten samen met de Bank opdat deze laatste over alle informatie en, in voorkomend geval, alle expertise beschikt die zij nodig heeft voor de uitvoering van haar opdracht bedoeld in dit hoofdstuk. Deze samenwerking kan een wederzijdse uitwisseling van informatie tussen de betrokken entiteiten en de Bank inhouden. Deze informatie wordt aan de Bank meegedeeld uit eigen beweging of op haar verzoek. Vertrouwelijke informatie die in voorkomend geval door de Bank aan de betrokken ontvangende entiteit wordt verstrekt, valt voor deze laatste onder de in artikel 35, § 1 bedoelde beroepsgeheimregeling en mag alleen worden gebruikt voor de goede uitvoering van de in deze paragraaf bedoelde samenwerking.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening
Art. 11.In artikel 2, eerste lid, 24°, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, ingevoegd door de wet van 11 januari 2019, worden de woorden "artikel 11 of artikel 12 van het Wetboek van vennootschappen van 7 mei 1999" vervangen door de woorden "artikel 1:20 of artikel 1:21 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 12.Artikel 9, derde lid, van dezelfde wet wordt opgeheven.
Art. 13.In artikel 36, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "rechtbank van eerste aanleg" vervangen door het woord "ondernemingsrechtbank".
Art. 14.In artikel 38, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "rechtbank van eerste aanleg" vervangen door het woord "ondernemingsrechtbank".
Art. 15.In artikel 91, § 1, 6°, tweede lid, van dezelfde wet, vervangen door de wet van 11 januari 2019, worden de woorden "artikel 11, 1°, van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:20, 1° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 16.In artikel 103, zesde lid, van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 6 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "boek IV, titel VII, van het Wetboek van vennootschappen" worden vervangen door de woorden "boek 3, titel 4, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° de tweede zin wordt vervangen als volgt: "Ten behoeve van deze wet moeten de woorden "vennoten", "wetboek" en "vennootschap", aangewend in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, worden verstaan als respectievelijk "leden", "wet" en "instelling voor bedrijfspensioenvoorziening".
Art. 17.In artikel 129, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "rechtbank van eerste aanleg" vervangen door het woord "ondernemingsrechtbank". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen aan de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen
Art. 18.In artikel 3 van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 5° worden de woorden "5 en 7 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "1:14 en 1:16 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen"; 2° de bepaling onder 9° wordt vervangen als volgt: "9° "beheervennootschap": een beheervennootschap in de zin van artikel 2, lid 1, b), van richtlijn 2009/65/EG, of een beheerder in de zin van artikel 4, lid 1, b), van richtlijn 2011/61/EU;"; 3° de bepaling onder 20° wordt vervangen als volgt: "20° "richtlijn 2009/65/EG": richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's);"; 4° de bepaling onder 21° wordt vervangen als volgt: "21° "richtlijn 2011/61/EU": richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010;"; 5° de bepaling onder 22° wordt vervangen als volgt: "22° "richtlijn 2014/65/EU": richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU;"; 6° de bepaling onder 24° wordt vervangen als volgt: "24° "het Wetboek van vennootschappen en verenigingen": het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, ingevoerd door de wet van 23 maart 2019;"; 7° de bepalingen onder 26° en 27°, ingevoegd bij de wet van 27 juni 2016, worden opgeheven.
Art. 19.In artikel 10 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, eerste lid, 1°, worden de woorden "richtlijn 2004/39/EG" vervangen door de woorden "richtlijn 2014/65/EU";2° in paragraaf 4bis, ingevoegd door de wet van 27 juni 2016 worden de woorden "Verordening (EG) nr.2273/2003 of" opgeheven.
Art. 20.In artikel 11 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "richtlijn 85/611/EEG" vervangen door de woorden "richtlijn 2009/65/EG of richtlijn 2011/61/EU";2° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "richtlijn 2004/39/EG" vervangen door de woorden "richtlijn 2014/65/EU";3° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "artikel 4, lid 1, punt 9, van richtlijn 2004/39/EG" vervangen door de woorden "artikel 4, lid 1, punt 8) van richtlijn 2014/65/EU";4° in paragraaf 3, eerste lid, 1°, worden de woorden "bijlage I, deel A, punt 4, van richtlijn 2004/39/EG" vervangen door de woorden "richtlijn 2014/65/EU";5° in paragraaf 3, eerste lid, 2°, worden de woorden "richtlijn 85/611/EEG" vervangen door de woorden "richtlijn 2009/65/EG";6° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "artikel 5, lid 1, van richtlijn 85/611/EEG of, met betrekking tot portefeuillebeheer overeenkomstig bijlage I, deel A, punt 4, van richtlijn 2004/39/EG" vervangen door de woorden "richtlijn 2009/65/EG, richtlijn 2011/61/EU of richtlijn 2014/65/EU". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen
Art. 21.In artikel 3 van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 11°, gewijzigd bij de wet van 19 april 2014, worden de woorden "of commanditaire vennootschap op aandelen" opgeheven;2° in de bepaling onder 16°, b) worden de woorden "rekening houdend met de categorie van toegelaten beleggingen waarvoor zij heeft geopteerd conform artikel 7" vervangen door de woorden "overeenkomstig de bepalingen van deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen";3° de bepaling onder 20° /1, ingevoegd door de wet van 25 december 2016, wordt opgeheven;4° de bepaling onder 57° /1 ingevoegd bij de wet van 25 december 2016, wordt opgeheven; 5° een bepaling onder 58° /1 wordt ingevoegd, luidende: "58° /1 "richtlijn 2014/65/EU": richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU;".
Art. 22.In artikel 11 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "(a) op naam gestelde rechten van deelneming, (b) gedematerialiseerde rechten van deelneming of, (c) voor zover de toepasselijke wettelijke bepalingen dit toestaan, aan toonder gestelde rechten van deelneming" vervangen door de woorden "op naam gestelde of gedematerialiseerde rechten van deelneming";2° paragraaf 6 wordt vervangen als volgt: " § 6.In geval van ontbinding, vereffening, fusie of andere herstructurering van een gemeenschappelijk beleggingsfonds zijn de bepalingen van hoofdstuk I van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, voor zover van toepassing op beleggingsvennootschappen met veranderlijk kapitaal en met uitzondering van artikel 2:103 van dat Wetboek, van overeenkomstige toepassing.".
Art. 23.Artikel 12, § 3, eerste lid, wordt vervangen als volgt: " § 3. In geval van ontbinding, vereffening, fusie of andere herstructurering van compartimenten van een gemeenschappelijk beleggingsfonds zijn de bepalingen van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, voor zover van toepassing op beleggingsvennootschappen met veranderlijk kapitaal en met uitzondering van artikel 2:103 van dat Wetboek, van overeenkomstige toepassing."
Art. 24.In artikel 14 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, tweede lid, 1°, wordt het woord "vijfde" vervangen door het woord "tiende";2° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";3° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "artikel 560 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:155 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 25.In artikel 15, derde lid, van dezelfde wet worden de woorden "statutair doel" vervangen door het woord "voorwerp".
Art. 26.In artikel 16 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" telkens vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";2° in paragraaf 2 worden de woorden "In afwijking van artikel 78 van het Wetboek van Vennootschappen bevat de naam van de bevek en alle stukken die van haar uitgaan," vervangen door de woorden "De naam van de bevek en alle stukken die van haar uitgaan, bevat";3° in paragraaf 3 worden de woorden "maatschappelijk kapitaal" vervangen door de woorden "kapitaal";4° in paragraaf 6 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het eerste lid wordt vervangen als volgt: "De artikelen 2:20, 2:21, 2:84, 2:85, 2:86, 2:96, 2:97, § 2, 2:103, eerste lid, 2° en 4°, 2:108, 3°, 3:6, § 1, 4°, 5°, 6° en 8°, 3:72, 7:2 tot 7:5, 7:8 tot 7:11, 7:14, eerste lid, 1°, 7:19, 7:20, 7:22, eerste en derde lid, 7:29, 7:31, 7:45, 7:47, 7:48, 7:49, eerste lid, 7:50, 7:52, 7:53, 7:58, 7:59, 7:76, 7:77, 7:83, 7:84, 7:101 tot 7:120, 7:128, 7:129, §§ 2 en 3, 7:130, 7:134, § 2, 7:141, § 1, tweede lid, 7:143, 7:152, 7:153, tweede en derde lid, 7:155, 7:177 tot 7:195, 7:198 tot 7:203, 7:208 tot 7:212, 7:214 tot 7:226, 7:228, 7:229, 12:30, § 1, 1°, 12:43, § 1, 1°, 12:53, § 1, 1°, 12:67, § 1, 1° en 12:83, § 1, 1° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen zijn niet van toepassing, onverminderd de overige afwijkingen op het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bepaald door of krachtens deze titel of het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";b) het tweede lid wordt vervangen als volgt: "De oproeping tot de algemene vergadering vermeldt de plaats waar en de datum en het uur waarop de algemene vergadering plaatsvindt, alsook de agenda met opgave van te behandelen onderwerpen en de voorstellen tot besluit.De algemene vergadering kan enkel op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de wijzigingen in de statuten wanneer de voorgestelde wijzigingen nauwkeurig zijn aangegeven in de oproeping."; c) in het derde lid worden de woorden "artikel 559 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:154 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";d) in het vierde lid worden woorden "artikel 560 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:155 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 27.Artikel 17, § 3, eerste lid, wordt vervangen als volgt: " § 3. In geval van ontbinding, vereffening, fusie of andere herstructurering van compartimenten van een bevek zijn de bepalingen van deel 1, boek 2, titel 8, hoofdstuk 1 of van deel 4, boek 12 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, voor zover van toepassing op beveks en met uitzondering van artikel 2:103 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, van overeenkomstige toepassing."
Art. 28.In dezelfde wet wordt een artikel 38/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 38/1.De beleggingsvennootschap stelt een monistisch bestuur in als bedoeld in de artikelen 7:85 tot 7:100 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen."
Art. 29.In artikel 39, §§ 1 en 3, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 25 april 2014 en gewijzigd bij de wet van 5 december 2017, worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur".
Art. 30.In artikel 40 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 25 april 2014, worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" veranderd door het woord "de raad van bestuur".
Art. 31.In artikel 41 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 5, derde lid, ingevoegd door de wet van 5 december 2017, worden de woorden "het wettelijke bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur";2° in paragraaf 7, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017, worden de woorden "het wettelijke bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur";3° in paragraaf 9, tweede lid, worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 32.In artikel 51/1, § 2, eerste lid, ingevoegd door de wet van 25 december 2016, worden de bepalingen onder 2° en 3° vervangen als volgt: "2° zijn geopend bij een entiteit als bedoeld in artikel 4, lid 1, a), b) en c) van de Gedelegeerde richtlijn (EU) 2017/593 van de Commissie van 7 april 2016 tot aanvulling van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het vrijwaren van financiële instrumenten en geldmiddelen die aan cliënten toebehoren, productgovernanceverplichtingen en de regels die van toepassing zijn op het betalen of het ontvangen van provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen; 3° worden aangehouden overeenkomstig de beginselen die zijn opgenomen in artikel 2 van de voormelde Gedelegeerde richtlijn (EU) 2017/593."
Art. 33.In artikel 71, eerste lid, b), worden de woorden "met uitzondering van de gemeentespaarkassen" opgeheven.
Art. 34.In artikel 84, § 1, tweede lid, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "artikelen 444, 533 en 602, en van de bepalingen van boek XI van het Wetboek van Vennootschappen" worden vervangen door de woorden "artikelen 7:7, 7:127, 7:128 en 7:197 en aan de bepalingen van boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° de woorden "artikel 672 van het Wetboek van vennootschappen" worden vervangen door de woorden "artikel 12:3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 35.Artikel 89 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 89.De Koning bepaalt, bij besluit genomen na advies van de FSMA, volgens welke regels de instellingen voor collectieve belegging hun boekhouding voeren, in voorkomend geval, per compartiment, inventarisramingen verrichten en hun jaarrekening opstellen en openbaar maken. Wat de beleggingsvennootschappen betreft, kan Hij afwijken van de artikelen 3:2, 3:3, 3:9 en 3:17 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, alsook de regels genomen met toepassing van boek III van het Wetboek van economisch recht en, onder de voorwaarden van artikel 3:37, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, de regels genomen met toepassing van artikel 3:1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen aanpassen, wijzigen en aanvullen."
Art. 36.In artikel 101, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste en derde lid worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" telkens vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 37.In artikel 105, vijfde lid, van dezelfde wet worden de woorden "artikelen 135 en 136 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikelen 3:66 en 3:67 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 38.In artikel 106, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin van de bepaling onder 4° worden de woorden "artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° in de bepaling onder 4°, b), worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 39.Artikel 109, eerste lid, 2°, van dezelfde wet wordt aangevuld met de woorden "of in vereffening zijn gesteld".
Art. 40.In artikel 115, § 2/1, eerste lid, 1°, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016, worden de woorden "het leidinggevend orgaan" telkens vervangen door de woorden "de raad van bestuur".
Art. 41.In artikel 198 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "de natuurlijke of rechtspersonen" vervangen door de woorden "de natuurlijke of rechtspersoon of -personen";2° in het tweede lid worden de woorden "natuurlijke of rechtspersonen" vervangen door de woorden "natuurlijke of rechtspersoon of -personen".
Art. 42.In artikel 199 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur";2° een paragraaf 3 wordt ingevoegd, luidende: " § 3.Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 210, stelt de beheervennootschap een monistisch bestuur in als bedoeld in de artikelen 7:85 tot 7:100 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.".
Art. 43.In artikel 200 van dezelfde wet, vervangen door de wet van 25 april 2014, worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur".
Art. 44.In artikel 201 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 5, derde lid, ingevoegd door de wet van 5 december 2017, worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur";2° in paragraaf 7, eerste lid, ingevoegd door de wet van 5 december 2017, worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur";3° in paragraaf 8, eerste lid, worden de woorden "wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "raad van bestuur";4° paragraaf 10, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017, wordt vervangen als volgt: " § 10.Onverminderd de bevoegdheden van de raad van bestuur inzake de vaststelling van het algemeen beleid als bepaald bij het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, nemen de personen belast met de effectieve leiding van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, onder toezicht van de raad van bestuur, de nodige maatregelen voor de naleving van het bepaalde bij de paragrafen 1 tot en met 9, en het bepaalde bij artikel 202, § 5.
Onverminderd de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, dient de raad van bestuur van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, in voorkomend geval via het auditcomité, minstens jaarlijks te controleren of de vennootschap beantwoordt aan het bepaalde bij de paragrafen 1 tot en met 8 en het eerste lid van deze paragraaf, en neemt hij kennis van de genomen passende maatregelen.
De raad van bestuur beoordeelt in het bijzonder de goede werking van de in paragrafen 4 tot 6 bedoelde onafhankelijke controlefuncties.
De personen belast met de effectieve leiding lichten minstens jaarlijks de raad van bestuur, de FSMA en de erkend commissaris in over de naleving van het bepaalde bij het eerste lid van deze paragraaf en over de genomen passende maatregelen.
De informatieverstrekking aan de FSMA en de erkend commissaris gebeurt volgens de modaliteiten die de FSMA bepaalt."
Art. 45.In artikel 207 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 april 2014, 25 april 2014 en 15 april 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, vijfde lid, wordt de bepaling onder b) vervangen als volgt: "b) indien de kandidaat-verwerver een natuurlijke of rechtspersoon is die niet aan toezicht onderworpen is ingevolge richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG, richtlijn 2009/65/EG, richtlijn 2011/61/EU, richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), of richtlijn 2014/65/EU."; 2° in paragraaf 6, eerste lid, worden de woorden "artikel 516, § 1, van het Wetboek van vennootschappen" worden vervangen door de woorden "artikel 7:84, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";3° in paragraaf 6, derde lid, worden de woorden "artikel 516, § 3, van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:84, § 3, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";4° in paragraaf 8, tweede lid, wordt de tweede zin opgeheven.
Art. 46.Artikel 209 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 209.De kennisgevingsverplichtingen als bedoeld in artikel 207 gelden ook bij overschrijding of onderschrijding van drempels als bedoeld in dat artikel ingevolge het bestaan van dubbele of meervoudige stemrechten, of door de verwerving van eigen aandelen door de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, of door enige andere situatie die leidt tot een wijziging van de omvang van een deelneming die niet het gevolg is van een verwerving of vervreemding.
Bij een wijziging van de drempel als bedoeld in artikel 207, § 1, ingevolge de toepassing van het eerste lid, wordt de beoordeling als bedoeld in artikel 207, § 2 tot 4, uitgevoerd, met dien verstande dat de in die bepalingen bedoelde verwerving dan tot doel heeft de omvang van de deelneming te wijzigen."
Art. 47.Artikel 210 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 210.Beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging kunnen een directiecomité oprichten dat de bevoegdheden heeft van de directieraad als bedoeld in artikel 7:110 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, onverminderd de bepalingen van deze wet, en dat uitsluitend bestaat uit leden van de raad van bestuur. De aldus overgedragen bevoegdheden mogen niet gelijktijdig door de raad van bestuur worden uitgeoefend.
Het persoonlijk statuut van de leden van het directiecomité voldoet aan de eisen die gesteld worden aan de leden van de directieraad als bedoeld in artikel 7:107 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, inzonderheid in het tweede lid van dat artikel 7:107."
Art. 48.In dezelfde wet wordt een artikel 210/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 210/1.§ 1. Wanneer een lid van het directiecomité een rechtstreeks of onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met het belang van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging naar aanleiding van een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van het directiecomité, moet het betrokken lid dit mededelen aan de andere leden vóór het directiecomité een besluit neemt. Zijn verklaring en toelichting over de aard van dit strijdig belang worden opgenomen in de notulen van de vergadering van het directiecomité dat de beslissing moet nemen. Het directiecomité mag deze beslissing niet delegeren.
Het directiecomité omschrijft in de notulen de aard van de in het eerste lid bedoelde beslissing of verrichting en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging en verantwoordt het genomen besluit, en bezorgt een afschrift van deze notulen aan de raad van bestuur tijdens zijn volgende vergadering. In het jaarverslag als bedoeld in artikel 3:5 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen wordt dit deel van de notulen in zijn geheel opgenomen.
De notulen van de vergadering van het directiecomité worden aan de commissaris meegedeeld. In het in artikel 3:74 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bedoelde verslag beoordeelt de commissaris, in een afzonderlijke sectie, de vermogensrechtelijke gevolgen voor de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging van de besluiten van het directiecomité, zoals door hem omschreven, waarvoor een strijdig belang als bedoeld in het eerste lid bestaat.
Het lid met een belangenconflict als bedoeld in het eerste lid mag niet deelnemen aan de beraadslagingen van het directiecomité over deze verrichtingen of beslissingen, noch aan de stemming in dat verband.
Wanneer alle leden een belangenconflict hebben, wordt de beslissing of de verrichting aan de raad van bestuur voorgelegd; ingeval de raad van bestuur de beslissing of de verrichting goedkeurt, kan het directiecomité ze uitvoeren. § 2. Onverminderd het recht voor de in de artikelen 2:44 en 2:46 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen genoemde personen om de nietigheid of de opschorting van het besluit van het directiecomité te vorderen, kan de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging de nietigheid vorderen van besluiten of verrichtingen die hebben plaatsgevonden met overtreding van de in dit artikel bepaalde regels, indien de wederpartij bij die beslissingen of verrichtingen van die overtreding op de hoogte was of had moeten zijn. § 3. Paragraaf 1 is niet van toepassing wanneer de beslissingen of verrichtingen die tot de bevoegdheid behoren van het directiecomité, betrekking hebben op beslissingen of verrichtingen die tot stand zijn gekomen tussen vennootschappen, waaronder de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, waarvan de ene rechtstreeks of onrechtstreeks ten minste 95 % bezit van de stemmen verbonden aan het geheel van de door de andere uitgegeven effecten, dan wel tussen vennootschappen, waaronder de beheervennootschap van instelling voor collectieve belegging, waarvan ten minste 95 % van de stemmen verbonden aan het geheel van de door elk van hen uitgegeven effecten in het bezit zijn van een andere vennootschap.
Bovendien is paragraaf 1 niet van toepassing wanneer de beslissingen van het directiecomité betrekking hebben op gebruikelijke verrichtingen die plaatshebben onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen."
Art. 49.In artikel 211 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 25 april 2014 en gewijzigd bij de wet van 5 december 2017 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur";2° in het zesde lid, worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur".
Art. 50.In artikel 212, § 1, van dezelfde wet worden de woorden "handelsvennootschap of een vennootschap met handelsvorm" vervangen door de woorden "vennootschap".
Art. 51.In artikel 213/4, derde lid, van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 25 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "het leidinggevend orgaan" worden vervangen door de woorden "de raad van bestuur";2° de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" worden vervangen door de woorden "de raad van bestuur".
Art. 52.In artikel 217, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "handelsvennootschappen of in vennootschappen die de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen" vervangen door de woorden "andere vennootschappen".
Art. 53.In artikel 234, § 2, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur".
Art. 54.Artikel 235, vijfde lid, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "Daartoe kan Hij de ter uitvoering van boek III van het Wetboek van economisch recht genomen regels, alsook, onder de voorwaarden van de artikelen 3:37, eerste lid, en 3:39 van het Wetboek van Vennootschappen, de ter uitvoering van de artikelen 3:1 en 3:30 van het Wetboek van Vennootschappen genomen regels, aanpassen, wijzigen en vervolledigen.".
Art. 55.In artikel 242, § 1, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° in het tweede lid, worden de woorden "Artikel 141, 2° van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Artikel 3:72, 2° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 56.In artikel 246, vijfde lid, van dezelfde wet worden de woorden "artikelen 135 en 136 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikelen 3:66 en 3:67 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 57.In artikel 247, § 1, eerste lid, 4°, b), van dezelfde wet worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 58.In artikel 255, § 2/1, eerste lid, 1°, van dezelfde wet worden de woorden "het leidinggevend orgaan" telkens vervangen door de woorden "de raad van bestuur".
Art. 59.In de inleidende zin van artikel 262, § 3, van dezelfde wet worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 60.In artikel 271/6, § 2, vierde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, worden de woorden "punt (4) van deel I, eerste lid, van bijlage A bij het koninklijk besluit van 3 juni 2007" vervangen door de woorden "bepaling onder 4° van deel I, eerste lid van de bijlage aan het koninklijk besluit van 19 december 2017".
Art. 61.In artikel 271/9, § 5, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, worden de woorden "boek IV, titel IX of boek XI van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "hoofdstuk I van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 62.In artikel 271/10 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "of als commanditaire vennootschap op aandelen" opgeheven;2° in paragraaf 2 worden de woorden "maatschappelijk kapitaal" telkens vervangen door het woord "kapitaal";3° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.De artikelen 3:6, § 1, 4°, 5°, 6° en 8°, 7:2, 7:3, 7:4, 7:11, 7:47 en 7:211 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen alsook de artikelen 7:209 en 7:210 van hetzelfde wetboek, wat het veranderlijk gedeelte van het kapitaal betreft, zijn niet van toepassing op de VBS. Onverminderd artikel 3, 7°, is artikel 7:154 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van toepassing.".
Art. 63.In artikel 271/11 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "artikel 560 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:155 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "boek IV, titel IX of boek XI van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "hoofdstuk 1 van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 64.In artikel 271/12 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "artikelen 568 tot 580 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikelen 7:161 tot 7:176 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "artikelen 568 tot 580" vervangen door de woorden "artikelen 7:161 tot 7:176"; 3° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "Artikel 17, 3°, van de faillissementswet van 8 augustus 1997" vervangen door de woorden "Artikel XX.111, 3°, van het Wetboek economisch recht".
Art. 65.In artikel 271/13 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden de woorden "artikel 78 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 2:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° paragraaf 3 wordt opgeheven.
Art. 66.In artikel 295, eerste lid, van dezelfde wet wordt de eerste zin vervangen als volgt: "Vooraleer er uitspraak gedaan wordt over de opening van een faillissementsprocedure of over een voorlopige ontneming van beheer in de zin van artikel XX.32 van het Wetboek van economisch recht ten aanzien van een instelling voor collectieve belegging of een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, richt de voorzitter van de ondernemingsrechtbank een verzoek om advies aan de FSMA.". HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de wet van 21 december 2013 betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen
Art. 67.In artikel 2 van de wet van 21 december 2013 betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de bepaling onder 3° worden de woorden "de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet en de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet" vervangen door de woorden "de hoofdstukken 1 en 2 van boek VII, titel 4, van het Wetboek economisch recht";b) in de bepaling onder 4°, vervangen door de wet van 21 december 2017, worden de woorden "artikel 15, §§ 1 tot en met 6, van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:24, §§ 1 tot en met 6, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 68.In artikel 3/1 van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 21 december 2017, worden de woorden "artikel 15, §§ 1 tot en met 6, van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:24, §§ 1 tot en met 6, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen". HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen
Art. 69.In artikel 258, § 3, van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, vervangen bij de wet van 6 december 2018, worden de woorden "artikel 5 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:14 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 70.In artikel 304, § 3, eerste lid, a), van dezelfde wet worden de woorden ", alleen of samen met of in overleg met anderen, in rechte of in feite, controle uitoefent in de zin van boek 2, titel II van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "controle uitoefent in de zin van artikel 1:14 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen". HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders
Art. 71.In artikel 3 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de bepaling onder 52°, b), worden de woorden "artikelen 5 tot 9 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikelen 1:14 tot 1:18 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";b) in de bepaling onder 53° worden de woorden "artikel 6, 1°, van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:15, 1°, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";c) in de bepaling onder 54° worden de woorden "artikel 6, 2°, van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:15, 2°, van het Wetboek van vennootschappen verenigingen";d) in de bepaling onder 55° worden de woorden "artikelen 5 tot 9 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikelen 1:14 tot 1:18 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen"; e) in de bepaling onder 65° wordt de bepaling onder b) vervangen als volgt: "b) indien de bewaarder een beleggingsonderneming is waaraan uit hoofde van richtlijn 2014/65/EU een vergunning is verleend, de bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 4, lid 1, 26), van die richtlijn;"; f) de bepalingen onder 82°, 83°, 85° en 87° worden opgeheven; g) de bepaling onder 90° wordt vervangen als volgt: "90° "richtlijn 2014/65/EU": richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU;"; h) de bepaling onder 95° wordt opgeheven; i) een bepaling onder 97° /1 wordt ingevoegd, luidende: "97° /1 "richtlijn 2016/2341": richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening;"; j) een bepaling onder 97° /2 wordt ingevoegd, luidende: "97° /2 "richtlijn 2017/1132": richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht;".
Art. 72.Artikel 22, § 1, van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende: "De AICB's en de beheervennootschappen van AICB's als bedoeld in het eerste lid mogen niet zijn opgericht in de vorm van een besloten vennootschap.".
Art. 73.In artikel 41, 3° en 4°, van dezelfde wet worden de woorden "wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door het woord "bestuursorgaan".
Art. 74.In artikel 43, derde en vierde lid, van dezelfde wet worden de woorden "wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door het woord "bestuursorgaan".
Art. 75.In artikel 50, § 5, van dezelfde wet worden de woorden "artikelen 130 en volgende van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikelen 3:58 en volgende van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 76.In artikel 51, § 3, eerste lid, 2°, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016, worden de woorden "richtlijn 2004/39/EG" en de woorden "deel B, punt 1, van bijlage I bij richtlijn 2004/39/EG" telkens vervangen door de woorden "richtlijn 2014/65/EU".
Art. 77.In artikel 55 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "een in artikel 18, lid 1, a), b) en c), van richtlijn 2006/73/EG beschreven entiteit" vervangen door de woorden "een entiteit als bedoeld in artikel 4, lid 1, a), b) en c) van de Gedelegeerde richtlijn (EU) 2017/593 van de Commissie van 7 april 2016 tot aanvulling van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het vrijwaren van financiële instrumenten en geldmiddelen die aan cliënten toebehoren, productgovernanceverplichtingen en de regels die van toepassing zijn op het betalen of het ontvangen van provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen";2° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "artikel 16 van richtlijn 2006/73/EG" vervangen door de woorden "artikel 2 van bovenvermelde richtlijn 2017/593";3° in paragraaf 2, 1°, b), worden de woorden "artikel 16 van richtlijn 2006/73/EG" vervangen door de woorden "artikel 2 van bovenvermelde richtlijn 2017/593".
Art. 78.In artikel 61, § 4, eerste lid, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "Wetboek van vennootschappen" worden vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° de woorden "artikel 141 van het Wetboek van vennootschappen" worden vervangen door de woorden "artikel 3:72 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 79.In artikel 67/1 van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 25 december 2016, wordt het vijfde lid vervangen als volgt: "Daartoe kan Hij de ter uitvoering van boek III van het Wetboek van economisch recht genomen regels, alsook, onder de voorwaarden van de artikelen 3:37, eerste lid, en 3:39 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, de ter uitvoering van de artikelen 3:1 en 3:30 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen genomen regels, aanpassen, wijzigen en vervolledigen.".
Art. 80.In artikel 78, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "artikelen 514 tot 516 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikelen 7:83 en 7:84 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 81.In artikel 79, § 4, van dezelfde wet worden de woorden "wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door het woord "bestuursorgaan".
Art. 82.In artikel 80, §§ 3 en 4, van dezelfde wet worden de woorden "wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door het woord "bestuursorgaan".
Art. 83.In artikel 81 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 en in paragraaf 3, 1°, worden de woorden "wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door het woord "bestuursorgaan";2° in paragraaf 2, 3°, worden de woorden "artikel 22, lid 2 van richtlijn 77/91/EEG" vervangen door de woorden "artikel 63, lid 2 van richtlijn 2017/1132".
Art. 84.In artikel 83, § 2, van dezelfde wet worden de woorden "artikel 20, lid 1, onder b) tot en met h), van richtlijn 77/91/EEG" vervangen door de woorden "artikel 61, lid 1, onder b) tot en met h), van richtlijn 2017/1132".
Art. 85.In artikel 186 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "(a) op naam gestelde rechten van deelneming, (b) gedematerialiseerde rechten van deelneming of, (c) voor zover de toepasselijke wettelijke bepalingen dit toestaan, aan toonder gestelde rechten van deelneming" vervangen door de woorden "op naam gestelde of gedematerialiseerde rechten van deelneming";2° paragraaf 5 wordt vervangen als volgt: " § 5.In geval van ontbinding, vereffening, fusie of andere herstructurering van compartimenten van een bevek zijn de bepalingen van deel 1, boek 2, titel 8, hoofdstuk 1 of van deel 4, boek 12 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, voor zover van toepassing op beleggingsvennootschappen met veranderlijk kapitaal en met uitzondering van artikel 2:103 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, van overeenkomstige toepassing.".
Art. 86.In artikel 187, § 3, van dezelfde wet wordt het eerste lid vervangen als volgt: " § 3. In geval van ontbinding, vereffening, fusie of andere herstructurering van compartimenten van een gemeenschappelijk beleggingsfonds zijn de bepalingen van hoofdstuk 1 van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, voor zover van toepassing op beleggingsvennootschappen met veranderlijk kapitaal en met uitzondering van artikel 2:103 van dat wetboek, van overeenkomstige toepassing.".
Art. 87.In artikel 189 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, tweede lid, 1°, wordt het woord "vijfde" vervangen door het woord "tiende";2° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";3° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "artikel 560 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:155 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 88.In artikel 190, derde lid, van dezelfde wet worden de woorden "statutair doel" vervangen door het woord "voorwerp".
Art. 89.In artikel 191 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" telkens vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";2° in paragraaf 2 worden de woorden "In afwijking van artikel 78 van het Wetboek van Vennootschappen bevat de naam van de bevek en alle stukken die van haar uitgaan," vervangen door de woorden "De naam van de bevek en alle stukken die van haar uitgaan, bevat;3° in paragraaf 3 worden de woorden "maatschappelijk kapitaal" vervangen door het woord "kapitaal";4° in paragraaf 6 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het eerste lid wordt vervangen als volgt: "De artikelen 2:20, 2:21, 3:6, § 1, 4°, 5°, 6° en 8°, 2:84, 2:85, 2:86, 2:96, 2:97, § 2, 2:103, eerste lid, 2° en 4°, 2:108, 3°, 3:72, 7:2 tot 7:5, 7:8 tot 7:11, 7:14, eerste lid, 1°, 7:19, 7:20, 7:22, eerste en derde lid, 7:29, 7:31, 7:45, 7:47 en 7:48, 7:49, eerste lid, 7:50, 7:52, 7:53, 7:58, 7:59, 7:76, 7:77, 7:83, 7:84, 7:101 tot 7:120, 7:128, 7:129, §§ 2 en 3, 7:130, 7:134, § 2, 7:141, § 1, tweede lid, 7:143, 7:152, 7:153, tweede en derde lid, 7:155, 7:177 tot 7:195, 7:198 tot 7:203, 7:208 tot 7:212, 7:214 tot 7:226, 7:228, 7:229, 12:30, § 1, 1°, 12:43, § 1, 1°, 12:53, § 1, 1°, 12:67, § 1, 1° en 12:83, § 1, 1° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen zijn niet van toepassing, onverminderd de overige afwijkingen op het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bepaald door of krachtens deze titel of het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";b) het tweede lid wordt vervangen als volgt: "De oproeping tot de algemene vergadering vermeldt de plaats waar en de datum en het uur waarop de algemene vergadering plaatsvindt, alsook de agenda met opgave van te behandelen onderwerpen en de voorstellen tot besluit.De algemene vergadering kan enkel op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de wijzigingen in de statuten wanneer de voorgestelde wijzigingen nauwkeurig zijn aangegeven in de oproeping."; c) in het derde lid worden de woorden "artikel 559 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:154 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";d) in het vierde lid worden de woorden "artikel 560 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:155 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 90.In artikel 192, § 3, wordt het eerste lid, vervangen als volgt: "In geval van ontbinding, vereffening, fusie of andere herstructurering van compartimenten van een bevek zijn de bepalingen van deel 1, boek 2, titel 8, hoofdstuk 1 of van deel 4, boek 12 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, voor zover van toepassing op beveks en met uitzondering van artikel 2:103 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, van overeenkomstige toepassing.".
Art. 91.Artikel 194, § 5, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: " § 5. In geval van ontbinding, vereffening of herstructurering van een gemeenschappelijk beleggingsfonds met een vast aantal rechten van deelneming zijn de bepalingen van deel 1, boek 2, titel 8, hoofdstuk 1 of van deel 4, boek 12 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen van overeenkomstige toepassing.".
Art. 92.In artikel 195 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "of als commanditaire vennootschap op aandelen" opgeheven;2° in het tweede lid worden de woorden "statutair doel" vervangen door het woord "voorwerp".
Art. 93.In artikel 196 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 18 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° in paragraaf 2 worden de woorden "artikel 78 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 2:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";3° in paragraaf 3, gewijzigd bij de wet van 18 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid worden de woorden "maatschappelijk kapitaal" vervangen door het woord "kapitaal" en de woorden "artikel 634 van het Wetboek van vennootschappen" worden vervangen door de woorden "artikel 7:229 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";b) in het tweede lid worden de woorden "maatschappelijk kapitaal" vervangen door het woord "kapitaal" en de woorden "artikel 439 van het Wetboek van vennootschappen" worden vervangen door de woorden "artikel 7:2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";4° in paragraaf 4, gewijzigd bij de wet van 18 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het eerste lid wordt vervangen als volgt: "De artikelen 3:24, 3:72, 7:2, 7:3, 7:11, 7:31, 7:47, 7:52, 7:53, 7:58, 7:59, 7:76 en 7:211 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn niet van toepassing";b) in het tweede lid worden de woorden "artikel 559 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:154 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";c) in het derde lid, 1°, worden de woorden "artikelen 616 tot 619, 633 en 634 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikelen 7:211 tot 7:214, 7:228 en 7:229 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen"; d) in het derde lid, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt: "2° wordt de fractiewaarde voor elk afzonderlijk compartiment vastgesteld voor de toepassing van de artikelen 7:7, 7:178, 7:197, 7:215 en 7:220 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen."; 5° in paragraaf 5 worden de woorden "artikel 599 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:194 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 94.In artikel 196/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° paragraaf 3, eerste lid, wordt vervangen als volgt: " § 3.In geval van ontbinding, vereffening, fusie of andere herstructurering van compartimenten van een bevak zijn de bepalingen van deel 1, boek 2, titel 8, hoofdstuk 1 of van deel 4, boek 12 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen van overeenkomstige toepassing.".
Art. 95.In dezelfde wet wordt er een artikel 205/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 205/1.De beleggingsvennootschap met een veranderlijk aantal rechten van deelneming stelt een monistisch bestuur in als bedoeld in de artikelen 7:85 tot 7:100 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.".
Art. 96.In artikel 206, § 1, eerste lid, en § 3, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017, worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door de woorden "de raad van bestuur".
Art. 97.In artikel 207 van dezelfde wet worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur".
Art. 98.In artikel 208 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragrafen 4/1 en 5, respectievelijk ingevoegd en gewijzigd bij de wet van 5 december 2017, worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door de woorden "de raad van bestuur";2° paragraaf 8, ingevoegd bij de wet van 11 juli 2018, wordt vervangen als volgt: " § 8.Onverminderd de bevoegdheden van de raad van bestuur inzake de vaststelling van het algemeen beleid als bepaald bij het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, nemen de personen belast met de effectieve leiding van de beleggingsvennootschap onder toezicht van de raad van bestuur de nodige maatregelen voor de naleving van het bepaalde bij de artikelen 26, 27, §§ 1 en 2, eerste en tweede lid, 28, 29, § 1, eerste lid, 6°, 40 tot 43, 44, tweede en derde lid, 47, § 1, bij paragrafen 2 tot 7 van dit artikel en bij de artikelen 18, lid 3 en 4, 22, 25, 31, 33, 35, 39 tot 48 en 57 tot 66 van Verordening 231/2013, alsook de ter uitvoering ervan genomen bepalingen.
Onverminderd de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, dient de raad van bestuur van de beleggingsvennootschap minstens jaarlijks te controleren of de vennootschap beantwoordt aan het bepaalde bij de artikelen 26, 27, §§ 1 en 2, eerste en tweede lid, 28, 29, § 1, eerste lid, 6°, 40 tot 43, 44, tweede en derde lid, 47, § 1, bij paragrafen 2 tot 7 van dit artikel en bij de artikelen 18, lid 3 en 4, 22, 25, 31, 33, 35, 39 tot 48 en 57 tot 66 van Verordening 231/2013 en het eerste lid van deze paragraaf, alsook de ter uitvoering ervan genomen bepalingen, en neemt het kennis van de genomen passende maatregelen.
De personen belast met de effectieve leiding lichten minstens jaarlijks de raad van bestuur, de FSMA en de erkende commissaris in over de naleving van het bepaalde bij het eerste lid van deze paragraaf en over de genomen passende maatregelen.
De informatieverstrekking aan de FSMA en de erkende commissaris gebeurt volgens de modaliteiten die de FSMA bepaalt.".
Art. 99.In artikel 209, § 1, 3°, c), van dezelfde wet worden de woorden "de artikelen 183bis tot 183sexies van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 12, § 1, tweede lid en § 4, en van artikel 16, §§ 1 tot 4 van de wet van 7 december 2016.
Art. 100.In artikel 247, tweede lid, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "artikelen 444, 533 en 602, en van de bepalingen van boek XI van het Wetboek van vennootschappen" worden vervangen door de woorden "artikelen 7:7, 7:127, 7:128 en 7:197, en van de bepalingen van boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° de woorden "artikel 672 van het Wetboek van vennootschappen" worden vervangen door de woorden "artikel 12:3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 101.Artikel 253 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 28 december 2016 et 25 december 2016, wordt vervangen als volgt: "
Art. 253.De Koning bepaalt, bij besluit genomen na advies van de FSMA, volgens welke regels de AICB hun boekhouding voeren, in voorkomend geval, per compartiment, inventarisramingen verrichten en hun jaarrekening opstellen en openbaar maken. Wat de beleggingsvennootschappen betreft, kan Hij afwijken van de artikelen 3:2, 3:3, 3:9 en 3:17 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, alsook de regels genomen met toepassing van boek III van het Wetboek van Economisch recht en, onder de voorwaarden van artikel 3:37, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, de regels genomen met toepassing van artikel 3:1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen aanpassen, wijzigen en aanvullen.".
Art. 102.In artikel 284, § 4, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016, worden de woorden "boek IV, titel IX of boek XI van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "hoofdstuk 1 van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 103.In artikel 285 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "of als commanditaire vennootschap op aandelen" opgeheven; 2° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen als volgt: "De artikelen 2:20, 2:21, 3:6, § 1, 4°, 5°, 6° en 8°, 3:72, 7:2 tot 7:5, 7:8 tot 7:11, 7:14, eerste lid, 1°, 7:19, 7:20, 7:22, eerste lid, 7:31, 7:45, 7:47, 7:49, eerste lid, 7:50, 7:58, 7:59, 7:76, 7:77, 7:83, 7:84, 7:152, 7:155, 7:177 tot 7:195, 7:198 tot 7:203, 7:208 tot 7:212, 7:214 tot 7:226, 7:228 en 7:229 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn niet van toepassing."; 3° in paragraaf 1, vierde lid, worden de woorden "artikel 559 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:154 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";4° in paragraaf 1, vijfde lid, worden de woorden "artikel 560 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:155 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";5° in paragraaf 2 worden de woorden "statutair doel" vervangen door het woord "voorwerp";6° in paragraaf 3 worden de woorden "artikel 78 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen" vervangen door de woorden "artikel 2:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";7° paragraaf 4 wordt opgeheven;8° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "boek IV, titel IX of boek XI van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "hoofdstuk 1 van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 104.In artikel 287, paragraaf 4, van dezelfde wet worden de woorden "boek IV, titel IX of boek XI van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "hoofdstuk 1 van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 105.In artikel 288 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, derde lid, ingevoegd door de wet van 2 mei 2019, worden de woorden "artikel 439 van het Wetboek van vennootschap" vervangen door de woorden "artikel 7:2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen" en de woorden "commanditaire vennootschap op aandelen" worden opgeheven;2° in paragraaf 2 worden de woorden "statutair doel" vervangen door het woord "voorwerp";3° in paragraaf 3 worden de woorden "artikel 78 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen" vervangen door de woorden "artikel 2:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";4° paragraaf 4 wordt opgeheven;5° in paragraaf 5, eerste lid, ingevoegd door de wet van 18 december 2016, worden de woorden "boek IV, titel IX of boek XI van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "hoofdstuk 1 van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 106.In artikel 290/1 van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 3 augustus 2016 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "artikel 105 van het Wetboek van vennootschappen" worden vervangen door de woorden "de artikelen 3:2, 3:3, 3:9 en 3:17 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° de woorden "artikel 122, eerste lid, van het Wetboek van vennootschappen, de regels genomen met toepassing van artikel 92 van het Wetboek van vennootschappen" worden vervangen door de woorden "artikel 3:37, eerste lid van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, de regels genomen met toepassing van artikel 3:1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 107.In artikel 293, § 4, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016, worden de woorden "boek IV, titel IX of boek XI van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "hoofdstuk 1 van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 108.In artikel 294 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "of als commanditaire vennootschap op aandelen" opgeheven; 2° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen als volgt: "De artikelen 2:20, 2:21, 3:6, § 1, 4°, 5°, 6° en 8°, 3:72, 7:2 tot 7:5, 7:8 tot 7:11, 7:14, eerste lid, 1°, 7:19, 7:20, 7:22, eerste lid, 7:31, 7:45, 7:47, 7:49, eerste lid, 7:50, 7:58, 7:59, 7:76, 7:77, 7:83, 7:84, 7:152, 7:155, 7:177 tot 7:195, 7:198 tot 7:203, 7:208 tot 7:212, 7:214 tot 7:226, 7:228 en 7:229 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn niet van toepassing."; 3° in paragraaf 1, vierde lid, worden de woorden "artikel 559 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:154 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";4° in paragraaf 1, vijfde lid, worden de woorden "artikel 560 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:155 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";5° in paragraaf 2 worden de woorden "statutair doel" vervangen door het woord "voorwerp";6° in paragraaf 3 worden de woorden "artikel 78 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen" vervangen door de woorden "artikel 2:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";7° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "boek IV, titel IX of boek XI van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "hoofdstuk 1 van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 109.In artikel 296, § 4, van dezelfde wet worden de woorden "boek IV, titel IX of boek XI van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "hoofdstuk 1 van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 110.In artikel 297 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden de woorden "statutair doel" vervangen door het woord "voorwerp";2° in paragraaf 3 worden de woorden "artikel 78 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen" vervangen door de woorden "artikel 2:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";3° in paragraaf 4, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 18 december 2016, worden de woorden "boek IV, titel IX of boek XI van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "hoofdstuk 1 van deel 1, boek 2, titel 8, en van deel 4, boek 12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 111.In artikel 299 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "De private privak wordt opgericht als besloten vennootschap, commanditaire vennootschap of als naamloze vennootschap."; 2° in het tweede lid worden de woorden "doel" vervangen door het woord "voorwerp";3° het derde lid wordt vervangen als volgt: "Ingeval van een private privak die beschikt, overeenkomstig de door de Koning bepaalde voorwaarden, over verschillende compartimenten 1° zijn de artikelen 5:142 tot 5:144, 5:153, 5:154, 7:2, 7:211 tot 7:214, 7:228 en 7:229 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van toepassing op elk afzonderlijk compartiment; 2° wordt de fractiewaarde voor elk afzonderlijk compartiment vastgesteld voor de toepassing van de artikelen 7:7, 7:178, 7:197, 7:215 en 7:220 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen."; 4° in het vierde lid, vervangen bij de wet van 2 mei 2019, worden de woorden "of een commanditaire vennootschap op aandelen" opgeheven en worden de woorden "artikel 439 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 112.In artikel 299/3, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 26 maart 2018, worden de woorden "maatschappelijk kapitaal" telkens vervangen door het woord "kapitaal".
Art. 113.In artikel 300 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° in paragraaf 2 worden de woorden "artikel 78 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 2:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";3° paragraaf 3, gewijzigd bij de wet van 18 december 2016, wordt vervangen als volgt: " § 3.In afwijking van de artikelen 3:2, tweede lid, en 3:3, tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen moet de private privak in alle gevallen een jaarrekening opstellen volgens de regels die de Koning heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 3:1, § 1, van dat Wetboek."; 4° in paragraaf 4 worden de woorden "artikel 97 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 3:9 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen" en de woorden "artikelen 98" worden vervangen door de woorden "artikelen 3:10";5° in paragraaf 5 worden de woorden "artikel 141, 1° en 2° van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 3:72, 1° en 2° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen", worden de woorden "artikel 142" vervangen door de woorden "artikel 3:73", en worden de woorden "artikel 144, eerste lid, 8° " vervangen door de woorden "artikel 3:75, § 1, eerste lid, 8° ";6° paragraaf 6 wordt vervangen als volgt: " § 6.In afwijking van de artikelen 2:88 en 2:99 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen mag de beleggingsvennootschap geen nieuwe beleggingen meer verrichten in niet-genoteerde vennootschappen na het proces-verbaal van de invereffeningstelling en moeten in alle gevallen tijdens de vereffening jaarrekeningen worden opgemaakt volgens de regels die de Koning heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 3:1, § 1, van dat Wetboek.".
Art. 114.In artikel 316 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "natuurlijke of rechtspersonen" vervangen door de woorden "natuurlijke of rechtspersoon of -personen";2° in het tweede lid worden de woorden "natuurlijke of rechtspersonen" vervangen door de woorden "natuurlijke of rechtspersoon of -personen".
Art. 115.In artikel 317 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur";2° een paragraaf 3 wordt ingevoegd, luidende: " § 3.Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 323, stelt de beheervennootschap een monistisch bestuur in als bedoeld in de artikelen 7:85 tot 7:100 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.".
Art. 116.In artikel 318 worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur".
Art. 117.In artikel 319 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragrafen 3/1 en 4, respectievelijk ingevoegd en gewijzigd bij de wet van 5 december 2017, en in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door de woorden "de raad van bestuur";2° paragraaf 7, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, wordt vervangen als volgt: " § 7.Onverminderd de bevoegdheden van de raad van bestuur inzake de vaststelling van het algemeen beleid als bepaald bij het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, nemen de personen belast met de effectieve leiding van de beheervennootschap, in voorkomend geval het directiecomité, onder toezicht van de raad van bestuur de nodige maatregelen voor de naleving van het bepaalde bij de artikelen 26, 27, §§ 1 en 2, eerste en tweede lid, 28, 29, § 1, eerste lid, 6°, 40 tot 43, 44, tweede en derde lid, 47, § 1, bij paragrafen 2 tot 5 van dit artikel en bij de artikelen 18, §§ 3 en 4, 22, 25, 31, 33, 35, 39 tot 48 en 57 tot 66 van Verordening 231/2013, en van de ter uitvoering ervan genomen bepalingen.
Onverminderd de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, dient de raad van bestuur van de beheervennootschap, in voorkomend geval via het auditcomité, minstens jaarlijks te controleren of de vennootschap beantwoordt aan het bepaalde bij de artikelen 26, 27, §§ 1 en 2, eerste en tweede lid, 28, 29, § 1, eerste lid, 6°, 40 tot 43, 44, tweede en derde lid, 47, § 1, bij paragrafen 2 tot 5 van dit artikel en bij de artikelen 18, §§ 3 en 4, 22, 25, 31, 33, 35, 39 tot 48 en 57 tot 66 van Verordening 231/2013 en het eerste lid van deze paragraaf, alsook van de ter uitvoering ervan genomen bepalingen, en neemt het kennis van de genomen passende maatregelen.
De personen belast met de effectieve leiding, in voorkomend geval het directiecomité, lichten minstens jaarlijks de raad van bestuur, de FSMA en de erkende commissaris in over de naleving van het bepaalde bij het eerste lid van deze paragraaf en over de genomen passende maatregelen.
De informatieverstrekking aan de FSMA en de erkende commissaris gebeurt volgens de modaliteiten die de FSMA bepaalt.".
Art. 118.In artikel 320, § 1, 3°, c) van dezelfde wet worden de woorden "de artikelen 183bis tot 183sexies van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 12, § 1, tweede lid en § 4, en van artikel 16, §§ 1 tot 4 van de wet van 7 december 2016".
Art. 119.In artikel 321 van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, vijfde lid wordt de bepaling onder b) vervangen als volgt: "b) indien de kandidaat-verwerver een natuurlijke of rechtspersoon is die niet aan toezicht onderworpen is ingevolge richtlijn 2006/48/EG, richtlijn 2009/65/EG, richtlijn 2011/61/EU, richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), of richtlijn 2014/65/EU."; 2° in paragraaf 6, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 10 april 2014 en gewijzigd bij de wet van 15 april 2018, worden de woorden "artikel 516, § 1 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:84, § 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";3° in paragraaf 6, derde lid, ingevoegd bij de wet van 10 april 2014, worden de woorden "Artikel 516, § 3 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Artikel 7:84, § 3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";4° in paragraaf 8, tweede lid, wordt de tweede zin opgeheven.
Art. 120.In dezelfde wet wordt er een artikel 322/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 322/1.De kennisgevingsverplichtingen als bedoeld in artikel 321, § 1 gelden ook bij overschrijding of onderschrijding van drempels als bedoeld in dat artikel ingevolge het bestaan van dubbele of meervoudige stemrechten, of door de verwerving van eigen aandelen door de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, of door enige andere situatie die leidt tot een wijziging van de omvang van een deelneming die niet het gevolg is van een verwerving of vervreemding.
Bij een wijziging van de drempel als bedoeld in artikel 321, § 1 ingevolge de toepassing van het eerste lid, wordt de beoordeling als bedoeld in artikel 321, § 2 tot 4 uitgevoerd, met dien verstande dat de in die bepalingen bedoelde verwerving dan tot doel heeft de omvang van de deelneming te wijzigen.".
Art. 121.Artikel 323 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 323.Beheervennootschappen van AICB's kunnen een directiecomité oprichten dat de bevoegdheden heeft van de directieraad als bedoeld in artikel 7:110 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, onverminderd de bepalingen van deze wet, en dat uitsluitend bestaat uit leden van de raad van bestuur. De aldus overgedragen bevoegdheden mogen niet gelijktijdig door de raad van bestuur worden uitgeoefend.
Het persoonlijk statuut van de leden van het directiecomité voldoet aan de eisen die gesteld worden aan de leden van de directieraad als bedoeld in artikel 7:107 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, inzonderheid in het tweede lid van dat artikel 7:107.".
Art. 122.In dezelfde wet wordt een artikel 323/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 323/1.§ 1. Wanneer een lid van het directiecomité een rechtstreeks of onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met het belang van de beheervennootschap van AICB's naar aanleiding van een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van het directiecomité, moet het betrokken lid dit mededelen aan de andere leden vóór het directiecomité een besluit neemt. Zijn verklaring en toelichting over de aard van dit strijdig belang worden opgenomen in de notulen van de vergadering van het directiecomité dat de beslissing moet nemen. Het directiecomité mag deze beslissing niet delegeren.
Het directiecomité omschrijft in de notulen de aard van de in het eerste lid bedoelde beslissing of verrichting en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de beheervennootschap van AICB's en verantwoordt het genomen besluit, en bezorgt een afschrift van deze notulen aan de raad van bestuur tijdens zijn volgende vergadering. In het jaarverslag als bedoeld in artikel 3:5 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen wordt dit deel van de notulen in zijn geheel opgenomen.
De notulen van de vergadering van het directiecomité worden aan de commissaris meegedeeld. In het in artikel 3:74 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bedoelde verslag beoordeelt de commissaris, in een afzonderlijke sectie, de vermogensrechtelijke gevolgen voor de beheervennootschap van AICB's van de besluiten van het directiecomité, zoals door hem omschreven, waarvoor een strijdig belang als bedoeld in het eerste lid bestaat.
Het lid met een belangenconflict als bedoeld in het eerste lid mag niet deelnemen aan de beraadslagingen van het directiecomité over deze verrichtingen of beslissingen, noch aan de stemming in dat verband.
Wanneer alle leden een belangenconflict hebben, wordt de beslissing of de verrichting aan de raad van bestuur voorgelegd; ingeval de raad van bestuur de beslissing of de verrichting goedkeurt, kan het directiecomité ze uitvoeren. § 2. Onverminderd het recht voor de in de artikelen 2:44 en 2:46 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen genoemde personen om de nietigheid of de opschorting van het besluit van het directiecomité te vorderen, kan de beheervennootschap van AICB's de nietigheid vorderen van besluiten of verrichtingen die hebben plaatsgevonden met overtreding van de in dit artikel bepaalde regels, indien de wederpartij bij die beslissingen of verrichtingen van die overtreding op de hoogte was of had moeten zijn. § 3. Paragraaf 1 is niet van toepassing wanneer de beslissingen of verrichtingen die tot de bevoegdheid behoren van het directiecomité, betrekking hebben op beslissingen of verrichtingen die tot stand zijn gekomen tussen vennootschappen, waaronder de beheervennootschap van AICB's, waarvan de ene rechtstreeks of onrechtstreeks ten minste 95 % bezit van de stemmen verbonden aan het geheel van de door de andere uitgegeven effecten, dan wel tussen vennootschappen, waaronder de beheervennootschap van AICB, waarvan ten minste 95 % van de stemmen verbonden aan het geheel van de door elk van hen uitgegeven effecten in het bezit zijn van een andere vennootschap.
Bovendien is paragraaf 1 niet van toepassing wanneer de beslissingen van het directiecomité betrekking hebben op gebruikelijke verrichtingen die plaatshebben onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen.".
Art. 123.In artikel 324 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur";2° in het zesde lid worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur".
Art. 124.In artikel 325, § 1, van dezelfde wet worden de woorden "handelsvennootschap of een vennootschap met handelsvorm" vervangen door het woord "vennootschap".
Art. 125.In artikel 329, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "handelsvennootschappen of in vennootschappen die de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen" vervangen door het woord "vennootschap".
Art. 126.In artikel 332, § 2, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "het wettelijk bestuursorgaan" vervangen door de woorden "de raad van bestuur".
Art. 127.In artikel 347 van dezelfde wet wordt paragraaf 1 opgeheven.
Art. 128.In artikel 351 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" telkens vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° in paragraaf 2 worden de woorden "Artikel 141, 2° van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Artikel 3:72° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen" en de woorden "Wetboek van vennootschappen" worden telkens vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 129.In artikel 355, vijfde lid, van dezelfde wet worden de woorden "artikelen 135 en 136 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikelen 3:66 en 3:67 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 130.In artikel 357, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 5°, a), worden de woorden "artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° in het tweede lid, b), worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 131.In artikel 490, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 15 april 2018, wordt de eerste zin "Vooraleer er uitspraak gedaan wordt over de opening van een faillissementsprocedure of over een voorlopige ontneming van beheer in de zin van artikel 8 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 ten aanzien van een openbare AICB of een beheervennootschap die openbare AICB's beheert, richt de voorzitter van de ondernemingsrechtbank een verzoek om advies aan de FSMA." vervangen als volgt: "Vooraleer er uitspraak gedaan wordt over de opening van een faillissementsprocedure of over een voorlopige ontneming van beheer in de zin van artikel XX.32 van het Wetboek van economisch recht ten aanzien van een openbare AICB of een beheervennootschap die openbare AICB's beheert, richt de voorzitter van de ondernemingsrechtbank een verzoek om advies aan de FSMA.". HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van de wet van 25 april 2014 inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten
Art. 132.In artikel 4 van de wet van 25 april 2014 inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, gewijzigd bij de wet van 25 oktober 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 3°, c) wordt vervangen als volgt: "c) de verzekeringsondernemingen die zijn onderworpen aan de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen;"; b) de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt: "4° "controle": controle als bedoeld in boek 1, titel 4, hoofdstuk 1, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;".
Art. 133.In artikel 8 van dezelfde wet wordt het woord "handelsvennootschap" vervangen door het woord "vennootschap".
Art. 134.In de artikelen 12, § 1, en 17, eerste en zesde lid, van dezelfde wet worden de woorden "wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door het woord "bestuursorgaan".
Art. 135.In artikel 22, § 3, b) van dezelfde wet worden de woorden "artikelen 11 en 12 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikelen 1:20 en 1:21 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen". HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingen van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen
Art. 136.In artikel 1, § 3, van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 november 2017, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "Voor de toepassing van deze wet worden diensten die bestaan in het in ontvangst nemen van terugbetaalbare gelden en het verlenen van kredieten en die uitsluitend worden aangeboden of verstrekt aan Amerikaanse onderdanen die tewerkgesteld zijn in de militaire bases, of bij de ondersteunende diensten ervan, van het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Mogendheden in Europa (SHAPE) die aanwezig zijn op het Belgische grondgebied in het kader van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), of bij de vertegenwoordiging van de regering van de Verenigde Staten op het Belgische grondgebied, evenals aan dergelijke personen die gepensioneerd zijn, en aan personen die deel uitmaken van het gezin van de voornoemde Amerikaanse onderdanen, beschouwd als diensten die niet aan het publiek in België worden aangeboden of verstrekt.".
Art. 137.In artikel 3 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 26°, vervangen bij de wet van 13 maart 2016, wordt vervangen als volgt: "26° de begrippen controle, deelneming, deelnemingsverhouding, moederonderneming, dochteronderneming, consortium en verbonden onderneming: de omschrijving die hiervan wordt gegeven in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, waarbij deze begrippen ook de in het genoemde Wetboek bedoelde situaties met verenigingen omvatten, wanneer de juridische aard van de vereniging dit toelaat;"; b) in de bepaling onder 45° worden de woorden "in de zin van artikel 525 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "in de zin van de artikelen 6:67, tweede lid of 7:121, tweede lid van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";c) het artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 83°, luidende: "83° onafhankelijk bestuurder of onafhankelijk lid van het wettelijk bestuursorgaan: personen die voldoen aan de criteria die zijn vastgesteld door de Europese Bankautoriteit, in voorkomend geval samen met de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten, en aan de volgende criteria: a) gedurende een tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan hun benoeming, noch in de kredietinstelling of in de beursvennootschap, noch in een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, een mandaat van uitvoerend lid van het bestuursorgaan, een functie van lid van de directieraad of van het directiecomité of van persoon belast met het dagelijks bestuur hebben uitgeoefend;b) niet meer dan drie opeenvolgende mandaten als niet-uitvoerend lid in het bestuursorgaan hebben uitgeoefend, zonder dat dit tijdvak langer mag zijn dan twaalf jaar;c) gedurende een tijdvak van drie jaar voorafgaand aan hun benoeming, geen deel hebben uitgemaakt van het leidinggevend personeel in de zin van artikel 19, 2°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, van de kredietinstelling of van de beursvennootschap of van een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;d) geen vergoeding of ander belangrijk voordeel van vermogensrechtelijke aard ontvangen of hebben ontvangen van de kredietinstelling, of van de beursvennootschap of van een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, buiten de tantièmes en de vergoeding die zij eventueel ontvangen of hebben ontvangen als niet-uitvoerend lid van het bestuursorgaan of als lid van het toezichthoudend orgaan;e) i) geen maatschappelijke rechten bezitten die een tiende of meer vertegenwoordigen van het kapitaal, van het eigen vermogen of van een soort aandelen of van de stemrechten van de kredietinstelling of van de beursvennootschap; ii) indien zij maatschappelijke rechten bezitten die een quotum van minder dan 10 % vertegenwoordigen: - mogen die maatschappelijke rechten samen met de maatschappelijke rechten die in dezelfde kredietinstelling of beursvennootschap worden aangehouden door vennootschappen waarover de onafhankelijke bestuurder controle heeft, geen tiende bereiken van het kapitaal, van het eigen vermogen, van de stemrechten of van een soort aandelen van de kredietinstelling of van de beursvennootschap; of - mogen de daden van beschikking over die aandelen of de uitoefening van de daaraan verbonden rechten niet onderworpen zijn aan overeenkomsten of aan eenzijdige verbintenissen die het onafhankelijk lid van het wettelijk bestuursorgaan heeft aangegaan; - in geen geval een aandeelhouder vertegenwoordigen die onder de voorwaarden valt van dit punt; f) geen significante zakelijke relatie hebben of in het voorbije boekjaar hebben gehad met de kredietinstelling of met de beursvennootschap of met een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen of Verenigingen, noch rechtstreeks noch als vennoot, aandeelhouder, lid van het bestuursorgaan of lid van het leidinggevend personeel in de zin van artikel 19, 2°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, van een vennootschap of persoon die een dergelijke relatie onderhoudt;g) in de voorbije drie jaar geen vennoot of werknemer zijn geweest van de huidige of vorige commissaris van de kredietinstelling of van de beursvennootschap of van een daarmee verbonden vennootschap of persoon in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;h) geen uitvoerend lid zijn van het bestuursorgaan van een andere vennootschap waarin een uitvoerend lid van het bestuursorgaan van de kredietinstelling of van de beursvennootschap zitting heeft in de hoedanigheid van niet-uitvoerend lid van het bestuursorgaan of lid van het toezichthoudend orgaan, en geen andere belangrijke banden hebben met de uitvoerende leden van het bestuursorgaan van de kredietinstelling of van de beursvennootschap uit hoofde van functies bij andere vennootschappen of organen;i) geen echtgenoot, wettelijk samenwonende partner of bloed- of aanverwanten tot de tweede graad hebben die in de kredietinstelling of in de beursvennootschap of in een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, een mandaat van lid van het bestuursorgaan, lid van de directieraad, lid van het directiecomité, persoon belast met het dagelijks bestuur of lid van het leidinggevend personeel, in de zin van artikel 19, 2°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, uitoefenen, of die zich in een van de andere in de punten a) tot h) beschreven gevallen bevinden. Het benoemingsbesluit maakt melding van de motieven op grond waarvan de hoedanigheid van onafhankelijk bestuurder wordt toegekend. De Koning, alsook de statuten, kunnen in bijkomende of strengere criteria voorzien.
Mits hiervoor een terdege onderbouwde rechtvaardiging wordt verstrekt en onder voorbehoud van een andersluidende beoordeling door de toezichthouder, die de gegrondheid van deze rechtvaardiging verifieert, kan een kredietinstelling of een beursvennootschap van de voornoemde criteria afwijken.".
Art. 138.Artikel 16 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 16.Iedere kredietinstelling naar Belgisch recht moet worden opgericht in een van de volgende vennootschapsvormen: coöperatieve vennootschap, naamloze vennootschap, Europese vennootschap of Europese coöperatieve vennootschap, met inachtneming van de specifieke vereisten die neergelegd zijn in deze wet of in de Europese regelgeving.".
Art. 139.Artikel 17 van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende: "In afwijking van artikel 6:4 en van de bepalingen van Boek 6, Titel 6 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen moet iedere kredietinstelling die is opgericht als coöperatieve vennootschap over een kapitaal beschikken waarvan het vast gedeelte niet lager mag zijn dan het in het eerste lid bedoelde bedrag.".
Art. 140.Artikel 20, § 1, 2°, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, wordt aangevuld met de bepaling onder z/10, luidende: "z/10 de artikelen 1:36, 2:108, 3:43, 3:44, 3:45, 3:96, 3:97, 5:158, 6:128, 7:232 en 16:32 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;".
Art. 141.In artikel 23 van dezelfde wet wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Het wettelijk bestuursorgaan is een collegiaal orgaan. In dit verband kan de kredietinstelling artikel 7:101, § 1, tweede lid van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen niet toepassen. Het wettelijk bestuursorgaan draagt de algemene verantwoordelijkheid voor de kredietinstelling.".
Art. 142.In artikel 24 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.Iedere kredietinstelling die als naamloze vennootschap is opgericht, richt een collegiaal orgaan op, "directiecomité" genaamd, waaraan alle bevoegdheden van de directieraad als bedoeld in artikel 7:110 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen worden overgedragen, zonder afbreuk te doen aan het bepaalde in deze wet, en dat uitsluitend is samengesteld uit leden van de raad van bestuur. De aldus overgedragen bevoegdheden mogen niet gelijktijdig door de raad van bestuur worden uitgeoefend.
Onverminderd de bepalingen van deze wet of de rechtstreeks toepasselijke normen van het Europees recht, dient het juridisch statuut van de leden van het directiecomité te voldoen aan de vereisten die voor de leden van de in artikel 7:107 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bedoelde directieraad zijn vastgesteld, inzonderheid het tweede lid van dat artikel 7:107."; 2° in paragraaf 4 worden de woorden "als bedoeld in artikel 525 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "als bedoeld in artikel 7:121 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 143.Artikel 24bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 23 maart 2019, wordt artikel 59/1 van titel II, hoofdstuk III, onderafdeling II met als opschrift "Door het directiecomité te nemen maatregelen".
Art. 144.In artikel 25 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.De statuten van de kredietinstellingen die anders dan als naamloze vennootschap zijn opgericht, voorzien in de oprichting, binnen het wettelijk bestuursorgaan, van een collegiaal orgaan dat uitsluitend is samengesteld uit leden van het wettelijk bestuursorgaan, "directiecomité" genaamd, waaraan alle bestuurs- en beheersbevoegdheden van het wettelijk bestuursorgaan worden overgedragen, met uitsluiting van de vaststelling van het algemeen beleid en van de handelingen die bij het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen of bij deze wet zijn voorbehouden aan het wettelijk bestuursorgaan. De aldus overgedragen bevoegdheden mogen niet gelijktijdig door het wettelijk bestuursorgaan worden uitgeoefend.
Onverminderd de bepalingen van deze wet of de rechtstreeks toepasselijke normen van het Europees recht, dient het juridisch statuut van de leden van het directiecomité te voldoen aan de vereisten die voor de leden van de in artikel 7:107 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bedoelde directieraad zijn vastgesteld, inzonderheid het tweede lid van dat artikel 7:107."; 2° in paragraaf 4 worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 145.Artikel 27 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 december 2016, wordt vervangen als volgt: "
Art. 27.Onverminderd de taken van het wettelijk bestuursorgaan richt iedere kredietinstelling binnen dit orgaan de volgende comités op: 1° een auditcomité;2° een risicocomité;3° een remuneratiecomité;4° een benoemingscomité, die uitsluitend zijn samengesteld uit leden van het wettelijk bestuursorgaan die er geen uitvoerend lid van zijn en waarvan minstens één lid onafhankelijk is in de zin van artikel 3, 83° ;een lid mag niet in meer dan drie van de voornoemde comités zetelen.
De meerderheid van de leden van het auditcomité is onafhankelijk in de zin van artikel 3, 83°. De voorzitter van het auditcomité wordt benoemd door de leden van het comité.".
Art. 146.In artikel 28 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Het auditcomité heeft minstens de in artikel 7:99, § 4 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen opgenomen taken";2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.De erkend commissaris is belast met de in artikel 7:99, § 7 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen opgenomen opdrachten.".
Art. 147.Artikel 32 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 32.De artikelen 27, 28 en 30 doen geen afbreuk aan de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen over het auditcomité en het remuneratiecomité in genoteerde vennootschappen in de zin van artikel 1:11 van dit Wetboek.".
Art. 148.In artikel 51 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 15 april 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "de in artikel 516, §§ 1 en 4 van het Wetboek van Vennootschappen bedoelde maatregelen" vervangen door de woorden "de in artikel 7:84, § 1 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bedoelde maatregelen"; 2° het derde lid wordt vervangen als volgt: "Artikel 7:84, § 3 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is van toepassing.".
Art. 149.In artikel 53, derde lid, van dezelfde wet wordt de zin "Zij delen de Bank evenzo mee voor hoeveel aandelen en voor hoeveel hieraan verbonden stemrechten zij een kennisgeving van verwerving of vervreemding hebben ontvangen overeenkomstig artikel 515 van het Wetboek van Vennootschappen, ingeval een dergelijke kennisgeving aan de Bank niet statutair is voorgeschreven." opgeheven.
Art. 150.In dezelfde wet wordt een artikel 53/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 53/1.De in de artikelen 46, 50, 52 en 53 bedoelde kennisgevingsverplichtingen gelden ook ingeval het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de in die bepalingen bedoelde drempels zou bereiken of overschrijden of, in voorkomend geval, zou worden verlaagd tot onder voornoemde drempels als gevolg van een situatie die een wijziging van het niveau van een deelneming inhoudt die niet voortvloeit uit een verwerving of overdracht, met name het bestaan van meervoudige stemrechten of een verwerving van eigen aandelen door de kredietinstelling.
Ingeval een in artikel 46 bedoelde drempel wordt bereikt of overschreden als gevolg van de toepassing van het eerste lid, is de in de artikelen 47 tot en met 49 bedoelde beoordeling van toepassing, met dien verstande dat de in die bepalingen bedoelde verwerving in dat geval moet worden opgevat als een wijziging van het niveau van deelneming.".
Art. 151.In artikel 61 van dezelfde wet, waarvan de bestaande tekst paragraaf 2 zal vormen, wordt een paragraaf 1 ingevoegd, luidende: " § 1. De personen die verantwoordelijk zijn voor de in artikel 35 bedoelde onafhankelijke controlefuncties besteden de nodige tijd aan de uitoefening van hun functies in de instelling.
De in artikel 62, § 3 bedoelde interne regels moeten ervoor zorgen dat een externe functie die door een in het eerste lid bedoelde persoon wordt uitgeoefend, geen afbreuk kan doen aan de beschikbaarheid die vereist is voor de uitoefening van zijn onafhankelijke controlefunctie en moeten voorkomen dat er belangenconflicten ontstaan met de uitoefening van die functie.".
Art. 152.In artikel 62 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "en de leden van het directiecomité" ingevoegd tussen de woorden "De leden van het wettelijk bestuursorgaan" en de woorden "en, bij ontstentenis van een directiecomité,";2° in paragraaf 2 worden de woorden "van een handelsvennootschap of een vennootschap met handelsvorm" vervangen door de woorden "van een vennootschap";3° in paragraaf 5 wordt het woord "handelsvennootschappen" vervangen door het woord "vennootschappen";4° in paragraaf 6, vervangen bij de wet van 18 december 2015 en gewijzigd bij de wet van 25 oktober 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "in een burgerlijke patrimoniumvennootschap" worden vervangen door de woorden "in een patrimoniumvennootschap";a) het woord "handelsvennootschappen" wordt vervangen door het woord "vennootschappen";5° in paragraaf 9, derde lid, gewijzigd bij de wet van 18 december 2015, wordt het woord "handelsvennootschappen" vervangen door het woord "vennootschappen".
Art. 153.In dezelfde wet wordt een artikel 62/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 62/1.De leden van het wettelijk bestuursorgaan en de leden van het directiecomité mogen geen functie als loontrekkende uitoefenen in de kredietinstelling of in een vennootschap waarin de kredietinstelling een deelneming heeft.
De toezichthouder kan per geval toestaan dat een kredietinstelling voor de leden van haar wettelijk bestuursorgaan afwijkt van de in het eerste lid bedoelde verplichting wanneer zij voornemens is in haar wettelijk bestuursorgaan personen te benoemen die loontrekkende en werknemersvertegenwoordiger zijn in bijkantoren die gevestigd zijn in een lidstaat waar de medezeggenschap van werknemersvertegenwoordigers in het toezichthoudend orgaan wettelijk is verankerd of in entiteiten waarin de kredietinstelling een deelneming heeft, vanwege haar internationale dimensie of omdat zij deel uitmaakt van een groep waartoe entiteiten behoren die onderworpen zijn aan een ander rechtsstelsel waarin de medezeggenschap van werknemersvertegenwoordigers in het toezichthoudend orgaan wettelijk verankerd is, indien deze afwijking naar het oordeel van de toezichthouder geen afbreuk doet aan het passende karakter van het governancesysteem van de kredietinstelling, en met name niet aan de adequaatheid van het toezicht op de effectieve leiding. De toezichthouder kan aan een op grond van dit lid verleende afwijking voorwaarden verbinden om het passende karakter van de governance van de instelling te waarborgen.".
Art. 154.In de artikelen 72, § 2, en 72/1, respectievelijk vervangen en ingevoegd bij de wet van 2 mei 2019, 205, 206, 210, gewijzigd bij de wet van 25 oktober 2016, 220 en 225, gewijzigd bij de wetten van 25 oktober en 21 november 2017, van dezelfde wet worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" telkens vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 155.In artikel 75/1, § 3, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 28 april 2020, worden de woorden "de grootte van het belang" vervangen door "het niveau van de deelneming".
Art. 156.In artikel 77, eerste lid, 2°, van dezelfde wet worden de woorden "of stemrechtverlenende" ingevoegd tussen het woord "kapitaalvertegenwoordigende" en het woord "effecten".
Art. 157.In artikel 92, tweede lid, van dezelfde wet wordt de zin "In afwijking van deze bepalingen deelt de toezichthouder mee welk het eigenvermogenspeil van de betrokken financiële instelling is, alsook het bedrag van de geconsolideerde solvabiliteitscoëfficiënt van de kredietinstelling(en) waarvan de financiële instelling een dochteronderneming is." vervangen als volgt: "In afwijking van deze bepalingen deelt de toezichthouder mee welk het eigenvermogenspeil van de betrokken financiële instelling is, alsook het bedrag van de geconsolideerde solvabiliteitscoëfficiënt en het totaal van de risicoposten berekend in overeenstemming met artikel 92, leden 3 en 4, van Verordening nr. 575/2013 van de kredietinstelling(en) waarvan de financiële instelling een dochteronderneming is.".
Art. 158.In artikel 131, § 2, van dezelfde wet wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Onverminderd artikel 7:97 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen telt de raad van bestuur van een handelsentiteit naar Belgisch recht ten minste één onafhankelijke bestuurder in de zin van artikel 3, 83°. ".
Art. 159.In artikel 134 van dezelfde wet wordt paragraaf 1/1 opgeheven.
Art. 160.In artikel 212 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2020, worden de woorden "24bis," vervangen door "59/1,".
Art. 161.In artikel 224, vijfde lid, van dezelfde wet worden de woorden "de artikelen 135 en 136 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "de artikelen 3:66 en 3:67 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 162.In artikel 225/1, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 december 2015 en vervangen bij de wet van 7 december 2016, worden de woorden "van het in artikel 220, in de artikelen 144 en 148 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "van het in de artikelen 3:75 en 3:80 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 163.In artikel 236, § 1, 2°, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 25 oktober 2016, worden de woorden "de vervanging gelasten van alle of een deel van de leden van het wettelijk bestuursorgaan van de instelling binnen een termijn die hij bepaalt en" vervangen door de woorden "de vervanging gelasten van alle of een deel van de leden van het wettelijk bestuursorgaan, van het directiecomité en/of in voorkomend geval van de personen belast met de effectieve leiding van de instelling, binnen een termijn die zij bepaalt en, zo binnen deze termijn geen vervanging geschiedt, één of meerdere leden van het wettelijk bestuursorgaan, van het directiecomité en/of in voorkomend geval van de personen belast met de effectieve leiding van de instelling ontslaan of".
Art. 164.In artikel 237, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 18 december 2015, wordt het woord "beslissingen" telkens vervangen door het woord "maatregelen".
Art. 165.In artikel 239, § 2, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 12° wordt vervangen als volgt: "12° in afwijking van artikel 3:73 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen zijn de aangesloten instellingen met de rechtsvorm van een coöperatieve vennootschap niet verplicht om een of meer commissarissen te benoemen, ongeacht hun omvang.Wanneer zij geen commissaris hebben benoemd, zijn de artikelen 3:100 en 3:101 van hetzelfde Wetboek van toepassing. Van de aangesloten instellingen wordt niet vereist dat zij afzonderlijk hun jaarrekening neerleggen zoals vereist door artikel 106, § 1. De vennoten van de aangesloten instellingen en iedere belanghebbende hebben in elk geval het recht om, ter plaatse, kennis te nemen van de laatste jaarrekening van deze instellingen;"; 2° in de bepaling onder 13° worden de woorden "in afwijking van artikel 66, tweede lid van het Wetboek van Vennootschappen kunnen de aangesloten instellingen met de rechtsvorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid" vervangen door de woorden "in afwijking van artikel 2:5, § 1, tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen kunnen de aangesloten instellingen met de rechtsvorm van een coöperatieve vennootschap".
Art. 166.In artikel 295/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 2 mei 2019, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt: " § 1. De afwikkelingsmaatregelen en beschikkingsbeslissingen van de afwikkelingsautoriteit hebben van rechtswege uitwerking en zijn van toepassing op de kredietinstelling in afwikkeling evenals op de getroffen schuldeisers en aandeelhouders op de datum vastgesteld door de afwikkelingsautoriteit, en zijn tegenstelbaar aan derden onder de voorwaarden bepaald in artikel 2:18 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Deze maatregelen en beslissingen hebben uitwerking niettegenstaande elke andersluidende bepaling van in het bijzonder, doch niet uitsluitend, het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Deze rechtsuitwerking heeft eveneens betrekking op de accessoires van de overgedragen vorderingen en de zakelijke of persoonlijke zekerheden als waarborg daarvan.".
Art. 167.In artikel 312, § 5, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 oktober 2016 en gewijzigd bij de wetten van 21 november 2017 en 30 juli 2018, worden in de Franse tekst de woorden "auxquels elle souhaite recourir" vervangen door de woorden "auxquels il souhaite recourir".
Art. 168.In artikel 333, § 1, tweede lid, 3°, van dezelfde wet, wordt het woord "handelsvennootschappen" vervangen door het woord "vennootschappen".
Art. 169.Artikel 368 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 368.Alvorens een voorstel tot ontbinding in de zin van artikel 2:71 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen te formuleren voor een in Boek II bedoelde kredietinstelling, raadpleegt het wettelijk bestuursorgaan van de betrokken kredietinstelling de toezichthouder.
Over een in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen vastgelegde grond tot gerechtelijke ontbinding van een kredietinstelling kan maar een uitspraak worden gedaan na eensluidend advies van de toezichthouder. Om dit advies wordt verzocht volgens de in artikel 378 voorgeschreven procedure.
De ontbinding van een kredietinstelling en de daaropvolgende vereffening in de zin van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen doen geen afbreuk aan de mogelijkheid om een van de in artikel 236, § 1 bedoelde maatregelen te treffen zonder voorafgaandelijk een termijn vast te stellen.".
Art. 170.In artikel 499 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 oktober 2016, wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende: " § 2/1. In afwijking van artikel 6:4 en van de bepalingen van Boek 6, Titel 6 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen moet iedere beursvennootschap die is opgericht als coöperatieve vennootschap over een kapitaal beschikken waarvan het vast gedeelte niet lager mag zijn dan, afhankelijk van het geval, het in paragraaf 1 of 2 bedoelde bedrag.".
Art. 171.In artikel 503 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2020, worden de woorden "24bis," vervangen door "59/1,".
Art. 172.In artikel 504 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 oktober 2016, worden de woorden "artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 3, 83° ".
Art. 173.Artikel 506 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 oktober 2016, wordt vervangen als volgt: "
Art. 506.De artikelen 28, 30 en 504 doen geen afbreuk aan de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen over het auditcomité en het remuneratiecomité in genoteerde vennootschappen in de zin van artikel 1:11 van dit Wetboek.".
Art. 174.In artikel 517 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 oktober 2016, worden de woorden "Artikel 53 is van toepassing" vervangen door de woorden "De artikelen 53 en 53/1 zijn van toepassing".
Art. 175.In artikel 524 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 oktober 2016, worden de woorden "De artikelen 60 en 61" vervangen door de woorden "De artikelen 59/1, 60, 61 en 62/1".
Art. 176.In artikel 12 van Bijlage II bij dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 18 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";2° in het tweede lid worden de woorden "artikel 554, vijfde lid van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:92, tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 177.In artikel 12, § 1, van Bijlage III bij dezelfde wet worden de woorden "de rechten die vastgesteld zijn in de artikelen 568 tot 580 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "de rechten die vastgesteld zijn in de artikelen 7:162 tot 7:176 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 178.In artikel 14, § 1 van Bijlage III bij dezelfde wet worden de woorden "De artikelen 568 tot 580 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "De artikelen 7:162 tot 7:176 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen". HOOFDSTUK 1 1. - Wijzigingen van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen
Art. 179.In artikel 15 van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de bepaling onder 39° worden de woorden "artikel 6 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:15, 1°, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, met dien verstande dat dit begrip ook de in het genoemde artikel 1:15, 1°, bedoelde situaties met verenigingen omvat wanneer de juridische aard van de vereniging dit toelaat";b) in de bepaling onder 40° worden de woorden "artikel 6 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:15, 2° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, met dien verstande dat dit begrip ook de in het genoemde artikel 1:15, 2° bedoelde situaties met verenigingen omvat wanneer de juridische aard van de vereniging dit toelaat";c) in de bepaling onder 42° worden de woorden "artikel 5 van het Wetboek van Vennootschappen "vervangen door de woorden "artikel 1:14 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, met dien verstande dat dit begrip ook de in het genoemde artikel 1:14 bedoelde situaties met verenigingen omvat wanneer de juridische aard van de vereniging dit toelaat,";d) in de bepaling onder 71° worden de woorden "collectieve liquidatieprocedures als bedoeld in Boek IV, Titel IX, van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "collectieve liquidatieprocedures als bedoeld in Boek 2, Titel 8 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";e) er wordt een bepaling onder 94° ingevoegd, luidende: "94° "onafhankelijk bestuurder of onafhankelijk lid van het wettelijk bestuursorgaan": personen die voldoen aan de criteria die zijn vastgesteld door EIOPA en aan de volgende criteria: a) gedurende een tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan hun benoeming, noch in de verzekerings- of herverzekeringsonderneming, noch in een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, een mandaat van uitvoerend lid van het bestuursorgaan, een functie van lid van de directieraad of van het directiecomité of van persoon belast met het dagelijks bestuur hebben uitgeoefend;b) niet meer dan drie opeenvolgende mandaten als niet-uitvoerend lid in het bestuursorgaan hebben uitgeoefend, zonder dat dit tijdvak langer mag zijn dan twaalf jaar;c) gedurende een tijdvak van drie jaar voorafgaand aan hun benoeming, geen deel hebben uitgemaakt van het leidinggevend personeel in de zin van artikel 19, 2°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming of van een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;d) geen vergoeding of ander belangrijk voordeel van vermogensrechtelijke aard ontvangen of hebben ontvangen van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming of van een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, buiten de tantièmes en de vergoeding die zij eventueel ontvangen of hebben ontvangen als niet-uitvoerend lid van het bestuursorgaan of als lid van het toezichthoudend orgaan;e) i) geen maatschappelijke rechten bezitten die een tiende of meer vertegenwoordigen van het kapitaal, van het eigen vermogen of van een soort aandelen of van de stemrechten van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming; ii) indien zij maatschappelijke rechten bezitten die een quotum van minder dan 10 % vertegenwoordigen: - mogen die maatschappelijke rechten samen met de maatschappelijke rechten die in dezelfde verzekerings- of herverzekeringsonderneming worden aangehouden door vennootschappen waarover de onafhankelijke bestuurder controle heeft, geen tiende bereiken van het kapitaal, van het eigen vermogen, van de stemrechten of van een soort aandelen van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming; of - mogen de daden van beschikking over die aandelen of de uitoefening van de daaraan verbonden rechten niet onderworpen zijn aan overeenkomsten of aan eenzijdige verbintenissen die het onafhankelijk lid van het wettelijk bestuursorgaan heeft aangegaan; - in geen geval een aandeelhouder vertegenwoordigen die onder de voorwaarden valt van dit punt; f) geen significante zakelijke relatie hebben of in het voorbije boekjaar hebben gehad met de verzekerings- of herverzekeringsonderneming of met een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen of Verenigingen, noch rechtstreeks noch als vennoot, aandeelhouder, lid van het bestuursorgaan of lid van het leidinggevend personeel in de zin van artikel 19, 2°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, van een vennootschap of persoon die een dergelijke relatie onderhoudt;g) in de voorbije drie jaar geen vennoot of werknemer zijn geweest van de huidige of vorige commissaris van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming of van een daarmee verbonden vennootschap of persoon in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;h) geen uitvoerend lid zijn van het bestuursorgaan van een andere vennootschap waarin een uitvoerend lid van het bestuursorgaan van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming zitting heeft in de hoedanigheid van niet-uitvoerend lid van het bestuursorgaan of lid van het toezichthoudend orgaan, en geen andere belangrijke banden hebben met de uitvoerende leden van het bestuursorgaan van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming uit hoofde van functies bij andere vennootschappen of organen;i) geen echtgenoot, wettelijk samenwonende partner of bloed- of aanverwanten tot de tweede graad hebben die in de verzekerings- of herverzekeringsonderneming of in een daarmee verbonden vennootschap of persoon zoals bepaald in artikel 1:20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, een mandaat van lid van het bestuursorgaan, lid van de directieraad, lid van het directiecomité, persoon belast met het dagelijks bestuur of lid van het leidinggevend personeel, in de zin van artikel 19, 2°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, uitoefenen, of die zich in een van de andere in de punten a) tot h) beschreven gevallen bevinden. Het benoemingsbesluit maakt melding van de motieven op grond waarvan de hoedanigheid van onafhankelijk bestuurder wordt toegekend. De Koning, alsook de statuten, kunnen in bijkomende of strengere criteria voorzien.
Mits hiervoor een terdege onderbouwde rechtvaardiging wordt verstrekt en onder voorbehoud van een andersluidende beoordeling door de Bank, die de gegrondheid van deze rechtvaardiging verifieert, kan een verzekerings- of herverzekeringsonderneming van de voornoemde criteria afwijken.".
Art. 180.Artikel 33 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 33.Iedere verzekerings- of herverzekeringsonderneming moet worden opgericht in de vorm van een onderlinge verzekeringsvereniging of een van de volgende vennootschapsvormen: coöperatieve vennootschap, naamloze vennootschap, Europese vennootschap of Europese coöperatieve vennootschap, en dit met inachtneming van de specifieke vereisten die neergelegd zijn in deze wet of in de Europese regelgeving.
Verzekeringsondernemingen die overeenkomstig artikel 34, § 2, een niet-levensverzekeringsactiviteit uitoefenen mogen ook worden opgericht in de vorm van een verzekeringsmaatschappij van onderlinge bijstand.
In afwijking van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen gelden voor de in het tweede lid bedoelde verzekerings- of herverzekeringsondernemingen en deze die de vorm van een onderlinge verzekeringsvereniging hebben, niettemin de verplichtingen die krachtens de artikelen 2:7, 2:8, §§ 1 en 3, 2:12, § 2, 2:13, 2:14, 2:18, 2:33, 2:45, 2:46, 2:47, 2:102, 3:10, 3:12, 3:13 en 3:14 van het genoemde Wetboek op vennootschappen rusten.".
Art. 181.In artikel 44 van dezelfde wet wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Het wettelijk bestuursorgaan is een collegiaal orgaan. In dit verband kan de verzekerings- of herverzekeringsonderneming artikel 7:101, § 1, tweede lid van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen niet toepassen. Het wettelijk bestuursorgaan draagt de algemene verantwoordelijkheid voor de verzekerings- of herverzekeringsonderneming.".
Art. 182.In artikel 45 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 23 maart 2019 en 28 april 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.Iedere verzekerings- of herverzekeringsonderneming die als naamloze vennootschap is opgericht, beschikt over een collegiaal orgaan, "directiecomité" genaamd, waaraan alle bevoegdheden van de directieraad als bedoeld in artikel 7:110 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen worden overgedragen, zonder afbreuk te doen aan het bepaalde in deze wet, en dat is samengesteld uit minstens drie leden, waarvan er twee ook lid zijn van de raad van bestuur. De aldus overgedragen bevoegdheden mogen niet gelijktijdig door de raad van bestuur worden uitgeoefend.
Onverminderd de bepalingen van deze wet of de rechtstreeks toepasselijke normen van het Europees recht, dient het juridisch statuut van de leden van het directiecomité te voldoen aan de vereisten die voor de leden van de in artikel 7:107 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bedoelde directieraad zijn vastgesteld, inzonderheid het tweede lid van dat artikel 7:107."; 2° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt: " § 4.Het dagelijks bestuur als bedoeld in artikel 7:121, tweede lid van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen kan niet worden opgedragen aan een niet-uitvoerend lid van de raad van bestuur.".
Art. 183.Artikel 45bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 23 maart 2019, wordt artikel 80/1.
Art. 184.In artikel 46 van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 2 mei 2019, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt: " § 1. De statuten van de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen die anders dan als naamloze vennootschap zijn opgericht, voorzien in de oprichting, binnen het wettelijk bestuursorgaan, van een collegiaal orgaan dat samengesteld is uit minstens drie leden, waarvan er twee ook lid zijn van het wettelijk bestuursorgaan, "directiecomité" genaamd, waaraan alle bestuurs- en beheersbevoegdheden van het wettelijk bestuursorgaan worden overgedragen, met uitsluiting van de vaststelling van het algemeen beleid en van de handelingen die bij het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen of bij deze wet zijn voorbehouden aan het wettelijk bestuursorgaan. De aldus overgedragen bevoegdheden mogen niet gelijktijdig door het wettelijk bestuursorgaan worden uitgeoefend.
Onverminderd de bepalingen van deze wet of de rechtstreeks toepasselijke normen van het Europees recht, dient het juridisch statuut van de leden van het directiecomité te voldoen aan de vereisten die voor de leden van de in artikel 7:107 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bedoelde directieraad zijn vastgesteld, inzonderheid het tweede lid van dat artikel 7:107.".
Art. 185.Artikel 48 van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 7 december 2016, wordt vervangen als volgt: "
Art. 48.Onverminderd de taken van het wettelijk bestuursorgaan richt iedere verzekerings- of herverzekeringsonderneming binnen dit orgaan de volgende comités op: 1° een auditcomité;2° een remuneratiecomité;3° een risicocomité, die uitsluitend zijn samengesteld uit leden van het wettelijk bestuursorgaan die er geen uitvoerend lid van zijn en waarvan minstens één lid onafhankelijk is in de zin van artikel 15, 94°. De voorzitter van het auditcomité wordt benoemd door de leden van het comité.".
Art. 186.In artikel 49 van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 7 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Het auditcomité heeft minstens de in artikel 7:99, § 4 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen opgenomen taken."; 2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.De erkend commissaris is belast met de in artikel 7:99, § 7 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen opgenomen taken.".
Art. 187.Artikel 53 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 53.De bepalingen van deze Onderafdeling doen geen afbreuk aan de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen over het auditcomité en het remuneratiecomité in genoteerde vennootschappen in de zin van artikel 1:11 van dat Wetboek.".
Art. 188.In artikel 54 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid worden de woorden "die risico's kunnen opleveren" ingevoegd tussen de woorden "operationele functies" en de woorden "van de onderneming";2° in paragraaf 1 wordt het derde lid opgeheven;3° er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende: " § 1/1.De personen die verantwoordelijk zijn voor de in paragraaf 1, eerste lid bedoelde functies rapporteren rechtstreeks en regelmatig en doen aanbevelingen aan het wettelijk bestuursorgaan over de uitvoering van hun taak, waarbij zij het directiecomité inlichten; zij doen dit minstens eenmaal per jaar.
De in het eerste lid bedoelde communicatie verloopt in voorkomend geval via het auditcomité voor de interne auditfunctie, en via het risicocomité voor de risicobeheerfunctie, de compliancefunctie en de actuariële functie.
De personen die belast zijn met de risicobeheerfunctie, de compliancefunctie en de actuariële functie wonen ook de vergaderingen van het risicocomité bij, zonder deel te nemen aan de besluitvorming, voor zaken die betrekking hebben op de risicostrategie van de onderneming. Hetzelfde geldt voor de interneauditfunctie, voor wat betreft de vergaderingen van het auditcomité.".
Art. 189.In artikel 55, § 2, van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 5 december 2017, wordt het eerste lid opgeheven.
Art. 190.In artikel 56 van dezelfde wet wordt paragraaf 3 opgeheven.
Art. 191.In artikel 57, eerste lid, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "in de artikelen 54, § 1, derde lid en 55, § 2" worden vervangen door de woorden "in artikel 54, § 1/1";2° de woorden ", de actuariële functie" worden ingevoegd tussen de woorden "risicobeheerfunctie" en de woorden "en de compliancefunctie".
Art. 192.In artikel 69 van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 15 april 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "de in artikel 516, §§ 1 en 4 van het Wetboek van Vennootschappen bedoelde maatregelen" vervangen door de woorden "de in artikel 7:84, § 1 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bedoelde maatregelen"; 2° het derde lid wordt vervangen als volgt: "Artikel 7:84, § 3, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is van toepassing.".
Art. 193.In artikel 71, derde lid, van dezelfde wet wordt de zin "Zij delen de Bank evenzo mee voor hoeveel aandelen en voor hoeveel hieraan verbonden stemrechten zij een kennisgeving van verwerving of vervreemding hebben ontvangen overeenkomstig artikel 515 van het Wetboek van Vennootschappen, ingeval een dergelijke kennisgeving aan de Bank niet statutair is voorgeschreven." opgeheven.
Art. 194.In dezelfde wet wordt een artikel 71/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 71/1.De in de artikelen 64, 68, 70 en 71 bedoelde kennisgevingsverplichtingen gelden ook ingeval het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de in die bepalingen bedoelde drempels zou bereiken of overschrijden of, in voorkomend geval, zou worden verlaagd tot onder voornoemde drempels als gevolg van een situatie die een wijziging van het niveau van een deelneming inhoudt die niet voortvloeit uit een verwerving of overdracht, met name het bestaan van meervoudige stemrechten of een verwerving van eigen aandelen door de verzekerings- of herverzekeringsonderneming.
Ingeval een in artikel 64 bedoelde drempel wordt bereikt of overschreden als gevolg van de toepassing van het eerste lid, is de in de artikelen 65 tot en met 67 bedoelde beoordeling van toepassing, met dien verstande dat de in die bepalingen bedoelde verwerving in dat geval moet worden opgevat als een wijziging van het niveau van deelneming.".
Art. 195.In dezelfde wet wordt een artikel 75/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 75/1.In afwijking van artikel 6:120 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen mogen de aandeelhouders van een als coöperatieve vennootschap opgerichte verzekerings- of herverzekeringsonderneming niet uit de vennootschap treden ten laste van haar vermogen indien deze uittreding leidt tot niet-naleving van de artikelen 74 of 75.
Onverminderd het eerste lid is voor elke terugbetaling waarvan het gecumuleerde bedrag over een periode van zes maanden meer bedraagt dan 2 % van het nettoactief in de zin van artikel 6:115, derde lid van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, de voorafgaande toestemming van de Bank vereist. De Bank kan zich verzetten tegen een dergelijke terugbetaling indien deze de financiële positie van de onderneming kan aantasten.".
Art. 196.In artikel 79, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 7 december 2016, worden de woorden "van het in artikel 325, in de artikelen 144 en 148 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "van het in de artikelen 3:74 en 3:80 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 197.In artikel 82 van dezelfde wet, waarvan de bestaande tekst paragraaf 2 zal vormen, wordt een paragraaf 1 ingevoegd, luidende: " § 1. De personen die verantwoordelijk zijn voor de in artikel 54 bedoelde onafhankelijke controlefuncties besteden de nodige tijd aan de uitoefening van hun functies in de onderneming.
De in artikel 83, § 3, bedoelde interne regels moeten ervoor zorgen dat een externe functie die door een in het eerste lid bedoelde persoon wordt uitgeoefend, geen afbreuk kan doen aan de beschikbaarheid die vereist is voor de uitoefening van zijn onafhankelijke controlefunctie en moeten voorkomen dat er belangenconflicten ontstaan met de uitoefening van die functie.".
Art. 198.In artikel 83, § 2, van dezelfde wet worden de woorden "van een handelsvennootschap of een vennootschap met handelsvorm" vervangen door de woorden "van een vennootschap".
Art. 199.In dezelfde wet wordt een artikel 83/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 83/1.De leden van het wettelijk bestuursorgaan en de leden van het directiecomité mogen geen functie als loontrekkende uitoefenen in de verzekerings- of herverzekeringsonderneming of in een vennootschap waarin de verzekerings- of herverzekeringsonderneming een deelneming heeft.
De Bank kan per geval toestaan dat een verzekerings- of herverzekeringsonderneming voor de leden van haar wettelijk bestuursorgaan afwijkt van de in het eerste lid bedoelde verplichting wanneer zij voornemens is in haar wettelijk bestuursorgaan personen te benoemen die loontrekkende en werknemersvertegenwoordiger zijn in bijkantoren die gevestigd zijn in een lidstaat waar de medezeggenschap van werknemersvertegenwoordigers in het toezichthoudend orgaan wettelijk is verankerd of in entiteiten waarin de verzekerings- of herverzekeringsonderneming een deelneming heeft, vanwege haar internationale dimensie of omdat zij deel uitmaakt van een groep waartoe entiteiten behoren die onderworpen zijn aan een ander rechtsstelsel waarin de medezeggenschap van werknemersvertegenwoordigers in het toezichthoudend orgaan wettelijk verankerd is, indien deze afwijking naar het oordeel van de Bank geen afbreuk doet aan het passende karakter van het governancesysteem van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming, en met name niet aan de adequaatheid van het toezicht op de effectieve leiding. De Bank kan aan een op grond van dit lid verleende afwijking voorwaarden verbinden om het passende karakter van de governance van de onderneming te waarborgen.".
Art. 200.In de artikelen 93, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, 93/1, ingevoegd bij de wet van 2 mei 2019, 279, 325, 335, 393, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017, 431, 436, 468, 489, gewijzigd bij de wet van 25 oktober 2016, 494 en 642, gewijzigd bij de wet van 5 april 2018, van dezelfde wet worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" telkens vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 201.In Boek II, Titel II, Hoofdstuk V, Afdeling IV van dezelfde wet wordt een artikel 121/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 121/1.§ 1. Indien de Bank van plan is een vergunning te verlenen aan een verzekerings- of herverzekeringsonderneming waarvan het programma van werkzaamheden aangeeft dat een deel van haar activiteiten zal worden verricht op basis van het vrij verrichten van diensten of de vrijheid van vestiging in een andere lidstaat en indien dat programma van werkzaamheden ook aangeeft dat deze activiteiten wellicht relevant zijn voor de markt van de lidstaat van ontvangst, brengt de Bank EIOPA en de toezichthoudende autoriteit van de betrokken lidstaat van ontvangst daarvan op de hoogte. § 2. De Bank brengt naast de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving tevens EIOPA en de toezichthoudende autoriteit van de betrokken lidstaat van ontvangst op de hoogte wanneer zij verslechterende financiële omstandigheden of andere opkomende risico's vaststelt bij een verzekerings- of herverzekeringsonderneming die activiteiten verricht die gebaseerd zijn op het vrij verrichten van diensten of de vrijheid van vestiging en die een aanzienlijk effect op het grondgebied van de lidstaat van ontvangst kunnen hebben. § 3. De in de paragrafen 1 en 2 bedoelde kennisgevingen zijn voldoende gedetailleerd om een gedegen beoordeling mogelijk te maken. § 4. De in de paragrafen 1 en 2 bedoelde kennisgevingen doen geen afbreuk aan de respectieve bevoegdheden van de Bank en de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaten van ontvangst waarin deze wet voorziet.".
Art. 202.In Boek II, Titel II, Hoofdstuk V, Afdeling IV van dezelfde wet wordt een artikel 121/2 ingevoegd, luidende: "
Art. 121/2.§ 1. De Bank neemt deel aan elk door EIOPA opgezet samenwerkingsplatform, op verzoek van EIOPA of van de Bank of van één of meer andere toezichthoudende autoriteiten, wanneer een verzekerings- of herverzekeringsonderneming activiteiten verricht of voornemens is te verrichten die gebaseerd zijn op het vrij verrichten van diensten of de vrijheid van vestiging en wanneer er redenen zijn om te vrezen dat deze activiteiten negatieve gevolgen kunnen hebben voor de verzekeringnemers.
De in het eerste lid bedoelde samenwerkingsplatformen hebben als doel de uitwisseling van gegevens te verbeteren en de samenwerking tussen de betrokken toezichthoudende autoriteiten te intensiveren, indien: 1° die activiteiten relevant zijn voor de markt van de lidstaat van ontvangst;of 2° de Bank overeenkomstig artikel 121/1, § 2, melding heeft gemaakt van verslechterende financiële omstandigheden of andere opkomende risico's;of 3° de aangelegenheid werd voorgelegd aan EIOPA op grond van artikel 556/1 of door een andere betrokken toezichthoudende autoriteit. § 2. Paragraaf 1 doet geen afbreuk aan het recht van de betrokken toezichthoudende autoriteiten om, indien zij het daarover onderling eens zijn, een samenwerkingsplatform op te zetten. § 3. Het opzetten van een samenwerkingsplatform overeenkomstig de paragrafen 1 en 2 doet geen afbreuk aan de respectieve bevoegdheden van de Bank en de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaten van ontvangst waarin deze wet voorziet. § 4. Onverminderd artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 verstrekt de Bank op verzoek van EIOPA tijdig alle informatie die nodig is voor het goede functioneren van het samenwerkingsplatform.".
Art. 203.In artikel 131, § 4, eerste lid, van dezelfde wet wordt het getal "100" vervangen door het getal "85".
Art. 204.In artikel 167 van dezelfde wet wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, luidende: " § 3/1. De Bank stelt EIOPA overeenkomstig artikel 35, lid 1, van Verordening 1094/2010 in kennis van de aanvragen voor gebruik of wijziging van een intern model.
In het kader van de beslissing over deze aanvraag kan de Bank verzoeken om de technische bijstand van EIOPA op grond van artikel 8, lid 1, punt b), van Verordening 1094/2010.".
Art. 205.Artikel 244 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 244.Onderlinge verzekeringsverenigingen zijn verzekeringsondernemingen die de vorm hebben van een vereniging die tot doel heeft aan zijn leden verzekeringsprestaties te verstrekken waarvan de voorwaarden (met betrekking tot de uitkeringen en/of de tarieven) verschillen van die van de markt, en/of waarvan de leden betrokken zijn bij het beheer van de onderneming. Onderlinge verzekeringsverenigingen zijn onderworpen aan de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen die betrekking hebben op verenigingen, onder voorbehoud van de bepalingen van deze wet, in het bijzonder van artikel 33 en van dit Hoofdstuk.".
Art. 206.Artikel 245 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 15 april 2018, wordt vervangen als volgt: "
Art. 245.Onderlinge verzekeringsverenigingen hebben rechtspersoonlijkheid vanaf de dag waarop hun statuten worden bekendgemaakt op de in artikel 247 voorschreven wijze.".
Art. 207.In artikel 248 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° het tweede lid, waarvan de bestaande tekst het enige lid zal vormen, wordt vervangen als volgt: "Wanneer een onderlinge verzekeringsvereniging gebruikmaakt van de mogelijkheid die in artikel 14:1, § 1, tweede lid van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen wordt geboden, zijn de bepalingen van deze Afdeling van toepassing.Deze bepalingen zijn van toepassing in afwijking van de artikelen 14:2 tot 14:27 van hetzelfde Wetboek, behalve wanneer er uitdrukkelijk naar verwezen wordt in deze Afdeling.".
Art. 208.In artikel 249 van dezelfde wet worden de woorden "van handelsvennootschappen," opgeheven.
Art. 209.In artikel 258 van dezelfde wet worden het tweede, derde en vierde lid vervangen als volgt: "De authentieke akte van omzetting en de statuten van de vennootschap in haar nieuwe vorm worden tegelijk bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 2:7, 2:8, 2:13, 2:14 en 2:33 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. De akte van omzetting wordt bekendgemaakt in haar geheel.
Onverminderd de onmiddellijke tegenwerpbaarheid van de in artikel 257, 3° bedoelde contractuele aanpassingen, kan de omzetting aan derden worden tegengeworpen volgens de bepalingen van artikel 2:18 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Van de volmachten, alsook van de verslagen van het wettelijk bestuursorgaan en van de erkend commissaris, wordt het origineel dan wel een expeditie neergelegd tegelijk met de akte waarop zij betrekking hebben. Eenieder kan daarvan kennis nemen of een afschrift verkrijgen volgens de voorwaarden van artikel 2:7 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.".
Art. 210.In artikel 259 van dezelfde wet worden de woorden "artikel 784 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 14:11 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 211.In artikel 260 van dezelfde wet wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt: "3° tot vergoeding van de schade die het onmiddellijk en rechtstreeks gevolg is, hetzij van de nietigheid van de omzettingsverrichting wegens niet-naleving van de regels bepaald in de artikelen 6:14, 2° tot 4° en 7:15, 2° tot 4° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, die naar analogie worden toegepast, of in artikel 258, eerste lid van deze wet, hetzij van het ontbreken of de onjuistheid van de vermeldingen voorgeschreven in de artikelen 6:13, eerste lid, met uitzondering van de punten 5° en 8°, 7:14, met uitzondering van punt 7° en van de punten 10° tot 12° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, of artikel 258, eerste lid van deze wet.".
Art. 212.In artikel 261, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "de in boek XI van het Wetboek van Vennootschappen vervatte bepalingen" vervangen door de woorden "de in Deel 4, Boek 12 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen vervatte bepalingen".
Art. 213.In artikel 262 van dezelfde wet worden de woorden "In afwijking van artikel 671 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "In afwijking van artikel 12:2 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 214.Artikel 263 van dezelfde wet wordt opgeheven.
Art. 215.In artikel 264 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "In afwijking van artikel 693, tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "In afwijking van artikel 12:24, tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 216.In artikel 265 van dezelfde wet worden de woorden "In afwijking van artikel 694 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "In afwijking van artikel 12:25 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 217.In artikel 266, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "In afwijking van artikel 695, tweede en derde lid van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "In afwijking van artikel 12:26, § 1, tweede en derde lid van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 218.In artikel 267 van dezelfde wet wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Artikel 12:28, § 1, tweede lid, en § 2, eerste lid, 4° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is van toepassing op de onderlinge verzekeringsverenigingen.".
Art. 219.In artikel 268 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "artikel 699, § 1, 1°, van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 12:30, § 1, 1°, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";2° in het tweede lid worden de woorden "Artikel 699, § 3, van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "Artikel 12:30, § 3, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 220.In artikel 269 van dezelfde wet worden de woorden "In afwijking van artikel 701 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "In afwijking van artikel 12:32 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 221.Artikel 270 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 270.Voor de toepassing van artikel 12:49, eerste zin van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen geldt voor de fusie door overneming van onderlinge verzekeringsverenigingen de in artikel 264, 5° bedoelde datum als de in artikel 12:37, tweede lid, 5° van hetzelfde Wetboek bedoelde datum.".
Art. 222.In artikel 301 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, tweede lid worden de woorden "de artikelen 183 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "de artikelen 2:76 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen";2° in paragraaf 3 worden de woorden "in de zin van de artikelen 181 en 182 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "in de zin van de artikelen 2:71 en 2:73 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 223.In artikel 302, § 1, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, worden de woorden "artikel 187 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 2:88 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 224.In artikel 326, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "artikel 132 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 3:60 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 225.In artikel 329, vijfde lid, van dezelfde wet worden de woorden "de artikelen 135 en 136 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "de artikelen 3:66 en 3:67 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 226.In artikel 338, 4°, van dezelfde wet worden de woorden "artikel 10 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:19 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, met dien verstande dat dit begrip "consortium" ook de in het genoemde artikel 1:19 bedoelde situaties met verenigingen omvat".
Art. 227.In artikel 339 van dezelfde wet worden de woorden "artikel 10 van het Wetboek van Vennootschappen" telkens vervangen door de woorden "artikel 1:19 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, met dien verstande dat dit begrip "consortium" ook de in het genoemde artikel 1:19 bedoelde situaties met verenigingen omvat".
Art. 228.In artikel 374 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen als volgt: "De Bank, in haar hoedanigheid van groepstoezichthouder, stelt de andere leden van het college van toezichthouders, waaronder EIOPA, in kennis van de ontvangst van de aanvraag en zendt de volledige aanvraag, met inbegrip van de door de onderneming ingediende documenten, onverwijld door aan die leden.De Bank kan EIOPA op grond van artikel 8, lid 1, punt b), van Verordening 1094/2010 verzoeken haar technische bijstand te verlenen met betrekking tot de beslissing over de aanvraag."; 2° in paragraaf 3, vierde lid, wordt de eerste zin vervangen als volgt: "Indien EIOPA aan het einde van de termijn van een maand het in het tweede lid bedoelde besluit niet neemt, neemt de groepstoezichthouder het definitieve besluit.".
Art. 229.In artikel 383, § 4, vierde lid, van de dezelfde wet wordt de eerste zin vervangen als volgt: "Indien EIOPA aan het einde van de termijn van een maand het in het tweede lid bedoelde besluit niet neemt, neemt de Bank, in haar hoedanigheid van groepstoezichthouder, een definitief besluit."
Art. 230.In artikel 504, § 1, derde lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, worden de woorden "overeenkomstig het bepaalde" vervangen door de woorden "volgens dezelfde werking in de tijd als deze bepaald".
Art. 231.In artikel 517, § 1, 2°, eerste lid, van dezelfde wet, worden de woorden "één of meerdere leden van het wettelijk bestuursorgaan, van het directiecomité en/of in voorkomend geval van de personen belast met de effectieve leiding van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming ontslaan of" ingevoegd tussen de woorden "zo binnen deze termijn geen vervanging geschiedt," en de woorden "in de plaats van de voltallige bestuurs- en beleidsorganen van de onderneming".
Art. 232.In artikel 518, eerste lid, van dezelfde wet wordt het woord "beslissingen" telkens vervangen door het woord "maatregelen".
Art. 233.In artikel 540, 2°, van dezelfde wet worden de woorden "in de zin van de artikelen 181 en 182 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "in de zin van de artikelen 2:71 en 2:73 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 234.In artikel 542 van dezelfde wet worden de woorden "de artikelen 183 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "de artikelen 2:76 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 235.In artikel 543, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, worden de woorden "artikel 187 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 2:88 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 236.In dezelfde wet wordt artikel 556/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 556/1.De Bank, in voorkomend geval op verzoek van de FSMA, kan de toezichthoudende autoriteit van de lidstaat van herkomst ook op de hoogte brengen bij ernstige, gegronde bezorgdheid in verband met de consumentenbescherming. De Bank kan de aangelegenheid voorleggen aan EIOPA en haar om bijstand verzoeken in gevallen waarin geen bilaterale oplossing kan worden gevonden.".
Art. 237.Artikel 578 van dezelfde wet wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3. De Bank, in voorkomend geval op verzoek van de FSMA, kan de toezichthoudende autoriteit van de lidstaat van herkomst ook op de hoogte brengen bij ernstige, gegronde bezorgdheid in verband met de consumentenbescherming. De Bank kan de aangelegenheid voorleggen aan EIOPA en haar om bijstand verzoeken in gevallen waarin geen bilaterale oplossing kan worden gevonden.".
Art. 238.Het opschrift van Titel II van Boek VII van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "Titel II - Bijzondere regels in geval van een liquidatieprocedure in de zin van artikel 2:76 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 239.In artikel 642, § 2, tweede lid, van dezelfde wet wordt het woord "handelsvennootschappen" vervangen door het woord "vennootschappen".
Art. 240.In artikel 658, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "de artikelen 183 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "de artikelen 2:76 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen". HOOFDSTUK 1 2. - Wijzigingen van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies
Art. 241.In artikel 9 van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies wordt het woord "doel" telkens vervangen door het woord "voorwerp".
Art. 242.Artikel 20 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 20.De vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht moeten worden opgericht in een van de volgende vennootschapsvormen: coöperatieve vennootschap, naamloze vennootschap, Europese vennootschap of Europese coöperatieve vennootschap, met inachtneming van de specifieke vereisten die neergelegd zijn in deze wet, het Wetboek van vennootschappen of verenigingen of in de Europese regelgeving.".
Art. 243.In artikel 22 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "natuurlijke of rechtspersonen" vervangen door de woorden "natuurlijke of rechtspersoon of -personen";2° in het tweede lid worden de woorden "natuurlijke of rechtspersonen" vervangen door de woorden "natuurlijke of rechtspersoon of -personen".
Art. 244.In artikel 25/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 november 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.Onder voorbehoud van de toepassing van het tweede en derde lid van deze paragraaf stelt een vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies die is opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap een monistisch bestuur in als bedoeld in de artikelen 7:85 tot 7:100 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies die zijn opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap, kunnen een directiecomité oprichten dat de bevoegdheden heeft van de directieraad als bedoeld in artikel 7:110 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, onverminderd de bepalingen van deze wet, en dat uitsluitend bestaat uit leden van de raad van bestuur. De aldus overgedragen bevoegdheden mogen niet gelijktijdig door de raad van bestuur worden uitgeoefend.
Het persoonlijk statuut van de leden van het directiecomité voldoet aan de eisen die gesteld worden aan de leden van de directieraad als bedoeld in artikel 7:107 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, inzonderheid in het tweede lid van dat artikel 7:107.
Voor een vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies die gebruik maakt van de mogelijkheid in het tweede en derde lid, wordt met de term bestuursorgaan, ten behoeve van deze wet, uitsluitend de raad van bestuur bedoeld."; 2° een paragraaf 2/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 2/1.Wanneer een lid van het in paragraaf 2 bedoeld directiecomité een rechtstreeks of onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met het belang van de vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar aanleiding van een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van het directiecomité, moet het betrokken lid dit mededelen aan de andere leden vóór het directiecomité een besluit neemt. Zijn verklaring en toelichting over de aard van dit strijdig belang worden opgenomen in de notulen van de vergadering van het directiecomité dat de beslissing moet nemen. Het directiecomité mag deze beslissing niet delegeren.
Het directiecomité omschrijft in de notulen de aard van de in het eerste lid bedoelde beslissing of verrichting en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor de vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies en verantwoordt het genomen besluit, en bezorgt een afschrift van deze notulen aan de raad van bestuur tijdens zijn volgende vergadering. In het jaarverslag als bedoeld in artikel 3:5 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen wordt dit deel van de notulen in zijn geheel opgenomen.
De notulen van de vergadering van het directiecomité worden aan de commissaris meegedeeld. In het in artikel 3:74 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bedoelde verslag beoordeelt de commissaris, in een afzonderlijke sectie, de vermogensrechtelijke gevolgen voor de vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies van de besluiten van het directiecomité, zoals door hem omschreven, waarvoor een strijdig belang als bedoeld in het eerste lid bestaat.
Het lid met een belangenconflict als bedoeld in het eerste lid mag niet deelnemen aan de beraadslagingen van het directiecomité over deze verrichtingen of beslissingen, noch aan de stemming in dat verband.
Wanneer alle leden een belangenconflict hebben, wordt de beslissing of de verrichting aan de raad van bestuur voorgelegd; ingeval de raad van bestuur de beslissing of de verrichting goedkeurt, kan het directiecomité ze uitvoeren.
Onverminderd het recht voor de in de artikelen 2:44 en 2:46 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen genoemde personen om de nietigheid of de opschorting van het besluit van het directiecomité te vorderen, kan de vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies de nietigheid vorderen van besluiten of verrichtingen die hebben plaatsgevonden met overtreding van de in dit artikel bepaalde regels, indien de wederpartij bij die beslissingen of verrichtingen van die overtreding op de hoogte was of had moeten zijn.
De leden 1 tot 4 zijn niet van toepassing wanneer de beslissingen of verrichtingen die tot de bevoegdheid behoren van het directiecomité, betrekking hebben op beslissingen of verrichtingen die tot stand zijn gekomen tussen vennootschappen, waaronder de vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, waarvan de ene rechtstreeks of onrechtstreeks ten minste 95 % bezit van de stemmen verbonden aan het geheel van de door de andere uitgegeven effecten, dan wel tussen vennootschappen, waaronder de vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, waarvan ten minste 95 % van de stemmen verbonden aan het geheel van de door elk van hen uitgegeven effecten in het bezit zijn van een andere vennootschap.
Bovendien zijn de leden 1 tot 4 niet van toepassing wanneer de beslissingen van het directiecomité betrekking hebben op gebruikelijke verrichtingen die plaatshebben onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen.".
Art. 245.In artikel 25/2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 november 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:87, § 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° in de Franse versie van paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "organe de direction" vervangen door de woorden "organe d'administration";3° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "in het kader van zijn toezichtsfunctie" opgeheven;4° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt: " § 4.Paragrafen 1 tot 3 doen geen afbreuk aan de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen over het auditcomité en het remuneratiecomité in genoteerde vennootschappen in de zin van artikel 1:11 van dit Wetboek.".
Art. 246.Artikel 28 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 28.Het hoofdbestuur en de maatschappelijke zetel van een vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies moeten in België zijn gevestigd.".
Art. 247.In artikel 30, § 1, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "mogen geen aandelen worden terugbetaald" vervangen door de woorden "mag er geen uittreding of uitsluiting ten laste van het vennootschapsvermogen plaatsvinden".
Art. 248.In artikel 31, § 8, van dezelfde wet wordt de tweede zin opgeheven.
Art. 249.In artikel 32, § 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 21 november 2017 en 15 april 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "artikel 516, § 1, van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:84, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";2° in het derde lid worden de woorden "artikel 516, § 3, van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 7:84, § 3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 250.Artikel 33 van dezelfde wet, opgeheven bij wet van 21 november 2017, wordt hersteld als volgt: "
Art. 33.De kennisgevingsverplichtingen als bedoeld in artikel 31 gelden ook bij overschrijding of onderschrijding van drempels als bedoeld in dat artikel ingevolge het bestaan van dubbele of meervoudige stemrechten, of door de verwerving van eigen aandelen door de vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, of door enige andere situatie die leidt tot een wijziging van de omvang van een deelneming die niet het gevolg is van een verwerving of vervreemding.
Bij een wijziging van de drempel als bedoeld in artikel 31, § 1 ingevolge de toepassing van het eerste lid, wordt de beoordeling als bedoeld in artikel 31, §§ 2 tot 4 uitgevoerd, met dien verstande dat de in die bepalingen bedoelde verwerving dan tot doel heeft de omvang van de deelneming te wijzigen.".
Art. 251.In artikel 34/1, eerste lid van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 november 2017, worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 252.In artikel 36 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden de woorden "handelsvennootschap of een vennootschap met handelsvorm" vervangen door het woord "vennootschap";2° in paragraaf 5, tweede lid, 6, tweede lid en 10 wordt het woord "handelsvennootschappen" vervangen door het woord "vennootschappen".
Art. 253.Artikel 41, § 2, wordt vervangen als volgt: " § 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder ondernemingen, de vennootschappen en de Europese economische samenwerkingsverbanden verstaan."
Art. 254.In artikel 61, § 1, van dezelfde wet worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" telkens vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 255.In artikel 62 van dezelfde wet worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 256.In artikel 95, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 15 april 2008, wordt de eerste zin vervangen als volgt: "Vooraleer er uitspraak gedaan wordt over de opening van een faillissementsprocedure of over een voorlopige ontneming van beheer in de zin van artikel XX.32 van het Wetboek van economisch recht ten aanzien van een vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, richt de voorzitter van de ondernemingsrechtbank een verzoek om advies aan de FSMA.".
Art. 257.Artikel 103, vierde lid, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "De registratie van de vennootschap wordt geweigerd indien de personen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten minste 5 percent bezitten van het kapitaal of van de stemrechten niet geschikt zijn, gelet op een gezond en voorzichtig beleid van de vennootschap.".
Art. 258.In de artikelen 3, § 2, vierde lid, 23, § 1, eerste en derde lid en § 3, 25/1, § 1, eerste, tweede en derde lid en § 3, 25/2, §§ 1 en 2, tweede en derde lid, § 3, tweede lid, § 5, tweede lid, 1°, 2°, 3°, 4°, 25/3, § 3, eerste en derde lid, 34, § 1, eerste en tweede lid, § 2, eerste, tweede en derde lid, §§ 3, 4, 5, 6 en 7, 34/1, eerste en tweede lid, 35, § 1, eerste lid, § 3, eerste lid, §§ 4 en 5, 35/1, eerste lid, 36, §§ 1 en 11, 54, § 2, eerste lid en 69, § 2, tweede lid van dezelfde wet worden de woorden "wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door het woord "bestuursorgaan". HOOFDSTUK 1 3. - Wijzigingen van de wet van 7 december 2016 organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren
Art. 259.In artikel 3 van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de bepaling onder 7° worden de woorden "artikel 4/1 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";b) in de bepaling onder 8° worden de woorden "artikel 16/2 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 3:56 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";c) in de bepaling onder 9° worden de woorden "artikel 16/1 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 3:55 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";d) in de bepaling onder 22°, vervangen door de wet van 11 juli 2018 worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen";e) in de bepaling onder 29° worden de woorden "artikel 147/1 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 3:79 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 260.In artikel 6, § 1, 3°, van dezelfde wet worden de woorden "artikel 132 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 3:60 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 261.In artikel 8, 8°, van dezelfde wet worden de woorden "artikel 132 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 3:60 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 262.In artikel 13, § 5, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "artikel 4/1 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 263.In artikel 19, § 3, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "Boek IV, Titel VII, van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Boek 3, Titel 4 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 264.In artikel 52, § 2, van dezelfde wet worden de woorden "artikel 16, § 1 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 1:26, § 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 265.In artikel 73, § 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018 wordt de zin "De artikelen 130 tot 133/2, 134, §§ 1, 2, 3 en 6, 135 tot 140/1, 142 tot 144, met uitzondering van artikel 144, § 1, eerste lid, 6° en 8°, van het Wetboek van vennootschappen zijn van toepassing" vervangen door de zin "De artikelen 3:58 tot 3:64, 3:65, §§ 1, 2, 3 en 6, 3:66 tot 3:71, 3:73 tot 3:75, met uitzondering van artikel 3:75, § 1, eerste lid, 6° en 8°, van het Wetboek van vennootschappen zijn van toepassing".
Art. 266.In artikel 152, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 267.In artikel 153, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 268.In artikel 154, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "Wetboek van vennootschappen en verenigingen". HOOFDSTUK 1 4. - Wijzigingen van de wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën
Art. 269.In artikel 7 van de wet van 18 december 2016 tot regeling van de erkenning en de afbakening van crowdfunding en houdende diverse bepalingen inzake financiën wordt het woord "handelsvennootschap" vervangen door het woord "vennootschap".
Art. 270.In artikel 28, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de bepaling onder 1° worden de woorden "artikelen 574 en 575 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikelen 7:170 en 7:171 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";b) in de bepaling onder 1° worden de woorden "artikelen 570 tot 580 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikelen 7:165 tot 7:176 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen";c) in de bepaling onder 7° worden de woorden "artikel 133 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 3:62 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 271.In de artikelen 10, § 1, eerste lid, en 15, eerste en zesde lid, van dezelfde wet worden de woorden "wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door het woord "bestuursorgaan". HOOFDSTUK 1 5. - Wijzigingen van de wet van 21 november 2017 over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van richtlijn 2014/65/EU
Art. 272.In de artikelen 10, 11, 12, 13, 14, 61, 62, § 1, eerste lid, 63, 79, § 2, tweede lid, en 81, § 1, 2° en 3°, van de wet van 21 november 2017 over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van richtlijn 2014/65/EU worden de woorden "wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door het woord "bestuursorgaan".
Art. 273.In artikel 15 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het woord "handelsvennootschap" wordt vervangen door het woord "vennootschap";2° het artikel wordt aangevuld met de woorden "en zijn zetel moet zijn gevestigd in België".
Art. 274.In artikel 16 van dezelfde wet worden de woorden "maatschappelijk doel" vervangen door het woord "voorwerp".
Art. 275.In artikel 19, § 2, 2°, van dezelfde wet worden de woorden "dan wel overdracht of toekenning van stemrechten" ingevoegd tussen de woorden "elke eigendomsoverdracht" en de woorden "die aanleiding geeft tot".
Art. 276.In artikel 20, § 1, van dezelfde wet wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "De kennisgevingsverplichtingen als bedoeld in het eerste lid gelden ook bij overschrijding of onderschrijding van drempels als bedoeld in dat lid ingevolge het bestaan van dubbele of meervoudige stemrechten, of door de verwerving van eigen aandelen door de marktexploitant, of door enige andere situatie die leidt tot een wijziging van de omvang van een deelneming die niet het gevolg is van een verwerving of vervreemding.".
Art. 277.In artikel 26, § 1, tweede lid, 2°, a), van dezelfde wet, vervangen door de wet van 11 juli 2018, worden de woorden "artikel 535" vervangen door de woorden "artikel 7:132 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 278.In artikel 49, tweede lid, 2°, a), van dezelfde wet, vervangen door de wet van 11 juli 2018, worden de woorden "artikel 535" vervangen door de woorden "artikel 7:132 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".
Art. 279.In de artikelen 77/1, § 1, en 77/2 van dezelfde wet, ingevoegd door de wet van 2 mei 2019, worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" telkens vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 280.In artikel 79, § 3, 1°, van dezelfde wet worden de woorden "leidinggevend orgaan" telkens vervangen door het woord "bestuursorgaan". HOOFDSTUK 1 6. - Wijzigingen van de wet van 11 maart 2018 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen
Art. 281.Artikel 16 van de wet van 11 maart 2018 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen wordt vervangen als volgt: "
Art. 16.Iedere betalingsinstelling naar Belgisch recht moet worden opgericht in een van de volgende vennootschapsvormen: coöperatieve vennootschap, naamloze vennootschap, Europese vennootschap of Europese coöperatieve vennootschap, met inachtneming van de specifieke vereisten die neergelegd zijn in deze wet of in de Europese regelgeving.".
Art. 282.Artikel 17 van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende: "In afwijking van artikel 6:4 en van de bepalingen van Boek 6, Titel 6 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen moet iedere betalingsinstelling die is opgericht als coöperatieve vennootschap over een kapitaal beschikken waarvan het vast gedeelte niet lager mag zijn dan het in het eerste lid bedoelde bedrag.".
Art. 283.In artikel 30 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 15 april 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "de in artikel 516, §§ 1 en 4, van het Wetboek van Vennootschappen bedoelde maatregelen" vervangen door de woorden "de in artikel 7:84, § 1, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen bedoelde maatregelen"; 2° het derde lid wordt vervangen als volgt: "Artikel 7:84, § 3, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is van toepassing.".
Art. 284.In artikel 31, derde lid, van dezelfde wet wordt de zin "Zij delen de Bank eveneens mee voor hoeveel aandelen en voor hoeveel hieraan verbonden stemrechten zij een kennisgeving van verwerving of vervreemding hebben ontvangen overeenkomstig de statutaire bepalingen die toepassing geven aan artikel 515 van het Wetboek van Vennootschappen." opgeheven.
Art. 285.In dezelfde wet wordt een artikel 31/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 31/1.De in de artikelen 25, 29 en 31 bedoelde kennisgevingsverplichtingen gelden ook ingeval het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de in die bepalingen bedoelde drempels zou bereiken of overschrijden of, in voorkomend geval, zou worden verlaagd tot onder voornoemde drempels als gevolg van een situatie die een wijziging van het niveau van een deelneming inhoudt die niet voortvloeit uit een verwerving of overdracht, met name het bestaan van meervoudige stemrechten of een verwerving van eigen aandelen door de betalingsinstelling.
Ingeval een in artikel 25 bedoelde drempel wordt bereikt of overschreden als gevolg van de toepassing van het eerste lid, is de in de artikelen 26 tot en met 28 bedoelde beoordeling van toepassing, met dien verstande dat de in die bepalingen bedoelde verwerving in dat geval moet worden opgevat als een wijziging van het niveau van deelneming.".
Art. 286.In artikel 40, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "in handelsvennootschappen of vennootschappen die de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen" vervangen door de woorden "in vennootschappen".
Art. 287.In artikel 95 van dezelfde wet wordt paragraaf 1 aangevuld met een lid, luidende: "In afwijking van artikel 16 mogen de in deze afdeling bedoelde instellingen ook de vorm aannemen van een besloten vennootschap.".
Art. 288.In de artikelen 110 en 115 van dezelfde wet worden de woorden "Wetboek van Vennootschappen" telkens vervangen door de woorden "Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 289.In artikel 110, derde lid, van dezelfde wet worden de woorden "Artikel 141, 2°, van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "Artikel 3:72, 2° van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 290.In artikel 111, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "artikel 132 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 3:60 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 291.In artikel 114, vijfde lid, van dezelfde wet worden de woorden "de artikelen 135 en 136 van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "de artikelen 3:66 en 3:67 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen".
Art. 292.In artikel 117, § 1, 4°, eerste lid, van dezelfde wet, worden de woorden "één of meer leden van het wettelijk bestuursorgaan of personen belast met de effectieve leiding van de betalingsinstelling ontslaan of" ingevoegd tussen de woorden "zo binnen deze termijn geen vervanging geschiedt," en de woorden "in de plaats van de voltallige bestuurs- en beleidsorganen van de instelling".
Art. 293.In Boek II, Titel IV van dezelfde wet wordt een artikel 146/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 146/1.§ 1. De Bank ziet toe op de naleving door de kredietinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld van de artikelen 145 en 146. In het kader van deze toezichtsopdracht kan de Bank alle rechtsinstrumenten en prerogatieven aannemen die bij of krachtens deze wet zijn vastgesteld voor het toezicht op de betalingsinstellingen, met name die welke zijn opgenomen in de artikelen 102, 103, 106, 116, 117, 144 en 147, die van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat ten aanzien van de kredietinstellingen, de in artikel 117, § 1, 7° bedoelde beslissing tot herroeping wordt genomen overeenkomstig de GTM-verordening. § 2. De erkend commissarissen die met toepassing van artikel 223 van de bankwet zijn aangesteld bij de kredietinstellingen, en de erkend commissarissen die met toepassing van artikel 113 van deze wet zijn aangesteld bij de instellingen voor elektronisch geld, verlenen hun medewerking aan het toezicht dat de Bank krachtens dit artikel uitoefent, op hun eigen en uitsluitende verantwoordelijkheid en overeenkomstig de regels van het vak en de richtlijnen van de Bank.
Daartoe is artikel 115, § 4, § 5, 1° en 2°, en §§ 8 tot en met 11 op hen van toepassing. Tegen erkend commissarissen die te goeder trouw informatie hebben verstrekt als bedoeld in artikel 115, § 5 kunnen geen burgerrechtelijke, strafrechtelijke of tuchtrechtelijke vorderingen worden ingesteld, noch professionele sancties worden uitgesproken.".
Art. 294.In artikel 147, § 2, derde lid, van dezelfde wet worden de woorden "van maximum 2 500 000 euro per overtreding of maximum 50 000 euro per dag vertraging" vervangen door de woorden "van maximum 2 500 000 euro per overtreding en maximum 50 000 euro per dag vertraging".
Art. 295.Artikel 172 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 172.Iedere instelling voor elektronisch geld naar Belgisch recht moet worden opgericht in een van de volgende vennootschapsvormen: coöperatieve vennootschap, naamloze vennootschap, Europese vennootschap of Europese coöperatieve vennootschap, met inachtneming van de specifieke vereisten die neergelegd zijn in deze wet of in de Europese regelgeving.".
Art. 296.Artikel 173 van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende: "In afwijking van artikel 6:4 en van de bepalingen van Boek 6, Titel 6 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen moet iedere instelling voor elektronisch geld die is opgericht als coöperatieve vennootschap over een kapitaal beschikken waarvan het vast gedeelte niet lager mag zijn dan het in het eerste lid bedoelde bedrag.". HOOFDSTUK 1 7. - Wijzigingen van het Wetboek van economisch recht
Art. 297.Artikel VII.161 van het Wetboek economisch recht, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, wordt vervangen als volgt: "Art. VII.161. De kredietgevers moeten worden opgericht in een van de volgende vennootschapsvormen: coöperatieve vennootschap, naamloze vennootschap, Europese vennootschap of Europese coöperatieve vennootschap, of als rechtspersoon voor de Europese economische samenwerkingsverbanden die geen vennootschap zijn, met inachtneming van de specifieke vereisten die neergelegd zijn in deze wet, het Wetboek van vennootschappen en verenigingen of in de Europese regelgeving.".
Art. 298.In artikel VII.163, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2019, worden de woorden "een al dan niet stemrechtverlenende deelneming van ten minste 20 % in het kapitaal van de kredietgever bezitten, of die de kredietgever controleren" vervangen door de woorden "een al dan niet stemrechtverlenende deelneming van ten minste 20 % in het kapitaal van de kredietgever bezitten, ten minste 20 % van de stemrechten bezitten of de kredietgever controleren".
Art. 299.In de artikelen VII.164, § 1, eerste lid, en § 3, eerste lid, VII.169, eerste en zesde lid, en VII.181, § 2, 1°, van hetzelfde wetboek worden de woorden "wettelijk bestuursorgaan" telkens vervangen door het woord "bestuursorgaan".
Art. 300.Artikel VII.165, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, wordt vervangen als volgt: " § 2. Het hoofdbestuur en de statutaire zetel van de kredietgevers moeten in België zijn gevestigd.".
Art. 301.In artikel VII.168 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt: " § 1.Onverminderd de toepassing van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen, geeft iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die besloten heeft om, rechtstreeks of onrechtstreeks, een deelneming in het kapitaal van een kredietgever of een deel van de stemrechten te verwerven of te vergroten, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de drempel van 20 %, 30 % of 50 % bereikt of overschrijdt, dan wel de kredietgever zijn dochteronderneming wordt, daarvan vooraf schriftelijk kennis aan de FSMA."; 2° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "of die de kredietgever controleert" vervangen door de woorden "ten minste 20 % van de stemrechten bezit of de kredietgever rechtstreeks of onrechtstreeks controleert";3° er wordt een paragraaf 4 ingevoegd, luidende: " § 4.De kennisgevingsverplichtingen als bedoeld in paragraaf 1 gelden ook bij overschrijding of onderschrijding van drempels als bedoeld in die paragraaf ingevolge het bestaan van dubbele of meervoudige stemrechten, of door de verwerving van eigen aandelen door de kredietgever, of door enige andere situatie die leidt tot een wijziging van de omvang van een deelneming die niet het gevolg is van een verwerving of vervreemding.
Bij een wijziging van de drempel als bedoeld in paragraaf 1 ingevolge de toepassing van het eerste lid, wordt de beoordeling als bedoeld in paragraaf 2 uitgevoerd, met dien verstande dat de in die bepalingen bedoelde verwerving dan tot doel heeft de omvang van de deelneming te wijzigen.".
Art. 302.In artikel XX.1, § 2, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, worden de woorden "en de gemengde financiële holdings" vervangen door de woorden ", de gemengde financiële holdings, de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld". HOOFDSTUK 1 8. - Wijzigingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
Art. 303.In Artikel 1:12 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019 wordt de bepaling onder 5° vervangen als volgt: "5° de centrale effectenbewaarinstellingen bedoeld in artikel 36/1, 25°, van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, en de ondersteuning verlenende instellingen bedoeld in artikel 36/26/1, §§ 4 en 5, van dezelfde wet.".
Art. 304.In artikel 3:1, § 3 van hetzelfde Wetboek wordt de bepaling onder 4° opgeheven.
Art. 305.In de artikelen 3:2 en 3:3 van hetzelfde Wetboek worden telkens de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de derde leden, wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt: "1° de in artikel 3:1, § 3, 1°, 2° en 3°, bedoelde vennootschappen;"; 2° de derden leden wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende: "3° de in artikel 1:12, 5°, bedoelde organisaties van openbaar belang.".
Art. 306.In artikel 3:4, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "Tenzij het gaat om één van de in artikel 3:1, § 3, 1°, 2°, 3° en 4°, bedoelde vennootschappen" vervangen door de woorden "Tenzij het gaat om één van de in artikel 3:1, § 3, 1°, 2° en 3°, bedoelde vennootschappen of om één van de in artikel 1:12, 5°, bedoelde organisaties van openbaar belang".
Art. 307.In artikel 3:8, § 1, van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "organisaties van openbaar belang als bedoeld in artikel 1:12, 2°, vennootschappen bedoeld in artikel 3:1, § 3, 1°, 2°, 3° of 4° " vervangen door de woorden "organisaties van openbaar belang als bedoeld in artikel 1:12, 2° en 5°, vennootschappen bedoeld in artikel 3:1, § 3, 1°, 2° of 3° ";2° in het tweede lid worden de woorden "Tenzij het gaat om één van de in artikel 3:1, § 3, 1°, 2°, 3°, of 4°, bedoelde vennootschappen" vervangen door de woorden "Tenzij het gaat om één van de in artikel 3:1, § 3, 1°, 2° of 3°, bedoelde vennootschappen of om één van de in artikel 1:12, 5°, bedoelde organisaties van openbaar belang".
Art. 308.In artikel 3:9 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "Tenzij het gaat om één van de in artikel 3:1, § 3, 1°, 2°, 3° of 4°, bedoelde vennootschappen" vervangen door de woorden "Tenzij het gaat om één van de in artikel 3:1, § 3, 1°, 2° of 3°, bedoelde vennootschappen of om één van de in artikel 1:12, 5°, bedoelde organisaties van openbaar belang".
Art. 309.In artikel 3:12, § 1, 6°, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "tenzij het gaat om één van de in artikel 3:1, § 3, 1°, 2°, 3° of 4°, bedoelde vennootschappen" vervangen door de woorden "tenzij het gaat om één van de in artikel 3:1, § 3, 1°, 2° of 3°, bedoelde vennootschappen of om een van de in artikel 1:12, 5°, bedoelde organisaties van openbaar belang".
Art. 310.In artikel 3:21 van hetzelfde Wetboek wordt de bepaling onder 3° opgeheven.
Art. 311.In artikel 3:33 van hetzelfde Wetboek worden de woorden ", of op grond van artikel 18 van het koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met deze instellingen gelijkgestelde instellingen," opgeheven.
Art. 312.In artikel 3:72 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "Tenzij het gaat om één van de in artikel 3:1, § 3, 1°, 2° of 4°, bedoelde vennootschappen" vervangen door de woorden "Tenzij het gaat om één van de in artikel 3:1, § 3, 1° of 2° bedoelde vennootschappen of om één van de in artikel 1:12, 5°, bedoelde organisaties van openbaar belang".
Art. 313.In de artikelen 5:30 en 6:29 van hetzelfde Wetboek worden telkens de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "bij een vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "bij een centrale effectenbewaarinstelling";2° het tweede lid wordt vervangen als volgt: "De Nationale Bank van België, in haar hoedanigheid van centrale effectenbewaarinstelling of enige andere centrale effectenbewaarinstelling die een vergunning bezit of erkend is krachtens Verordening (EU) nr.909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 ("Verordening 909/2014"), zijn de centrale effectenbewaarinstellingen die door de emittent kunnen worden belast met het aanhouden van de gedematerialiseerde effecten en met de vereffening van transacties in deze effecten. De Koning erkent de rekeninghouders in België, op individuele wijze of op algemene wijze, per categorie van instellingen, naargelang van hun bedrijvigheid."; 3° in het derde en vijfde lid worden de woorden "op naam van de vereffeningsinstelling" telkens vervangen door de woorden "op naam van de centrale effectenbewaarinstelling";4° in het zesde lid, 2° worden de woorden "ten aanzien van beleggingsondernemingen" vervangen door de woorden "ten aanzien van beursvennootschappen"; 5° in het zesde lid wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt: "3° ten aanzien van centrale tegenpartijen en centrale effectenbewaarinstellingen gebruik van de bevoegdheden die haar werden toegekend door de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de National Bank van België.".
Art. 314.In de artikelen 5:31 en 6:30 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "bij de vereffeningsinstelling" telkens vervangen door de woorden "bij de centrale effectenbewaarinstelling" en worden de woorden "ten opzichte van die vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "ten opzichte van die centrale effectenbewaarinstelling".
Art. 315.In de artikelen 5:33, 5:34, 6:32, 6:33, 7:38 en 7:39 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "de vereffeningsinstelling" telkens vervangen door de woorden "de centrale effectenbewaarinstelling".
Art. 316.In de artikelen 5:35 en 6:34 van hetzelfde Wetboek worden telkens de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "aan de vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "aan de centrale effectenbewaarinstelling";2° in het tweede lid worden de woorden "De vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "De centrale effectenbewaarinstelling" en worden de woorden "de vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "de centrale effectenbewaarinstelling".
Art. 317.In de artikelen 5:36, 5:37, 6:35, 6:36, 7:41, 7:42, 7:130 en 7:166 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "de vereffeningsinstelling" telkens vervangen door de woorden "de centrale effectenbewaarinstelling".
Art. 318.In de artikelen 5:39, eerste lid, en 6:38, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "bij een vereffeningsinstelling of bij een onderneming die ten opzichte van die instelling als tussenpersoon optreedt" telkens vervangen door de woorden "bij een centrale effectenbewaarinstelling of bij een onderneming die ten opzichte van die centrale effectenbewaarinstelling als tussenpersoon optreedt".
Art. 319.In artikel 7:35 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "bij een vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "bij een centrale effectenbewaarinstelling";2° het tweede lid wordt vervangen als volgt: "De Nationale Bank van België, in haar hoedanigheid van centrale effectenbewaarinstelling of enige andere centrale effectenbewaarinstelling die een vergunning bezit of erkend is krachtens Verordening (EU) nr.909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 ("Verordening 909/2014"), zijn de centrale effectenbewaarinstellingen die door de emittent kunnen worden belast met het aanhouden van de gedematerialiseerde effecten en met de vereffening van transacties in deze effecten. De Koning erkent de rekeninghouders in België, op individuele wijze of op algemene wijze, per categorie van instellingen, naargelang van hun bedrijvigheid"; 3° in het derde en vijfde lid worden de woorden "op naam van de vereffeningsinstelling" telkens vervangen door de woorden "op naam van de centrale effectenbewaarinstelling";4° in het zesde lid, 2° worden de woorden "ten aanzien van beleggingsondernemingen" vervangen door de woorden "ten aanzien van beursvennootschappen"; 5° in het zesde lid wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt: "3° ten aanzien van centrale tegenpartijen en centrale effectenbewaarinstellingen gebruik van de bevoegdheden die haar werden toegekend door de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België.".
Art. 320.In artikel 7:36 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "bij de vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "bij de centrale effectenbewaarinstelling", worden de woorden "ten opzichte van die vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "ten opzichte van die centrale effectenbewaarinstelling" en worden de woorden "tegelijk bij de vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "tegelijk bij de centrale effectenbewaarinstelling".
Art. 321.In artikel 7:40 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "aan de vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "aan de centrale effectenbewaarinstelling";2° in het tweede lid worden de woorden "De vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "De centrale effectenbewaarinstelling" en worden de woorden "voor de vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "voor de centrale effectenbewaarinstelling".
Art. 322.In artikel 7:44, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "bij een vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "bij een centrale effectenbewaarinstelling".
Art. 323.In artikel 7:134 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "of van een vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "of van een centrale effectenbewaarinstelling";2° in paragraaf 2, vierde lid, worden de woorden "de vereffeningsinstelling" vervangen door de woorden "de centrale effectenbewaarinstelling". HOOFDSTUK 1 9. - Overgangsbepalingen
Art. 324.In afwijking van de artikelen 16 en 498 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen en onverminderd de naleving van de andere bepalingen van deze wet, mogen de kredietinstellingen en de beursvennootschappen die op de datum van inwerkingtreding van deze wet de vorm hebben van een gewone commanditaire vennootschap in de zin van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, deze vorm behouden.
Art. 325.In afwijking van de artikelen 16 en 498 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen en onverminderd de naleving van de andere bepalingen van deze wet, mogen de kredietinstellingen en de beursvennootschappen die op de datum van inwerkingtreding van deze wet de vorm hebben van een commanditaire vennootschap op aandelen, deze vorm behouden tot 1 juli 2023.
Art. 326.§ 1. In afwijking van de artikelen 16 en 498 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen beschikken kredietinstellingen en de beursvennootschappen die op de datum van inwerkingtreding van deze wet de vorm hebben van een besloten vennootschap in de zin van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, over een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wet om te voldoen aan het genoemde artikelen 16 en 498. § 2. In afwijking van artikel 20 van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies beschikken de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies die op de datum van inwerkingtreding van deze wet de vorm hebben van een besloten vennootschap in de zin van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, over een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wet om te voldoen aan het genoemd artikel 20.
Art. 327.In afwijking van artikel 16 van de wet van 11 maart 2018 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen beschikken de betalingsinstellingen die op de datum van inwerkingtreding van deze wet de vorm hebben van een besloten vennootschap in de zin van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, of van een coöperatieve vennootschap waarop artikel 41 van de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen van toepassing is, over een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wet om te voldoen aan het genoemde artikel 16.
Art. 328.In afwijking van artikel 271/10 van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen en van artikelen 285, 288 en 299 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders, mogen de institutionele vennootschappen voor belegging in schuldvorderingen, de institutionele beleggingsvennootschappen met een veranderlijk aantal rechten van deelneming, de institutionele beleggingsvennootschappen met een vast aantal rechten van deelneming en de private privaks die op de datum van inwerkingtreding van deze wet zijn ingeschreven en in de vorm van een commanditaire vennootschap op aandelen zijn opgericht, deze vennootschapsvorm behouden voor zover artikel 41 van de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen dat toestaat.
Art. 329.In afwijking van artikel VII.161 van het Wetboek economisch recht beschikken de kredietgevers die op de datum van inwerkingtreding van deze wet de vorm hebben van een besloten vennootschap in de zin van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, over een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wet om te voldoen aan het genoemd artikel VII.161.
TITEL 4. - FINANCIELE WIJZIGINGSBEPALINGEN HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen
Art. 330.In artikel 1, § 2, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zin "Deze controle wordt uitgeoefend door toedoen van een regeringscommissaris." vervangen door de zin "Deze controle wordt uitgeoefend door toedoen van twee regeringscommissarissen."; 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt: "Een van de commissarissen wordt voorgedragen door de minister van Financiën, de andere door de minister van Economische Zaken.Zij worden door de Koning benoemd."; 3° in het derde lid worden de woorden "De regeringscommissaris heeft" vervangen door de woorden "De regeringscommissarissen hebben";4° het vierde lid wordt vervangen als volgt: "Elke regeringscommissaris woont de vergaderingen van de raad van bestuur bij, waarbij hij voorafgaandelijk op de hoogte werd gesteld van de agenda ervan, wanneer hij dit nuttig acht.Elke regeringscommissaris heeft er een raadgevende stem."; 5° het vijfde lid wordt vervangen als volgt: "Elke regeringscommissaris schorst en brengt zowel de minister van Financiën als de minister van Economische Zaken op de hoogte van elke beslissing van de raad van bestuur die zou indruisen tegen hetzij de wetten en besluiten, de statuten of het beheerscontract, hetzij de prioritaire doeleinden van het financieel beleid van de Staat.Daartoe beschikt elke regeringscommissaris over een termijn van vier vrije dagen; deze termijn gaat in op de dag van de vergadering waarop de beslissing is genomen, voor zover de regeringscommissarissen hiervoor regelmatig werden opgeroepen en, indien dit niet het geval is, vanaf de dag waarop zij kennis hebben gekregen van de beslissing."; 6° in het zevende lid worden de woorden "de regeringscommissaris" vervangen door de woorden "elke regeringscommissaris";7° in het achtste lid worden de woorden "van de regeringscommissaris" vervangen door de woorden "van de regeringscommissarissen" en worden de woorden "vastgesteld door de minister van Financiën" vervangen door de woorden "gezamenlijk vastgesteld door de minister van Financiën en de minister van Economische Zaken";8° het negende lid wordt vervangen als volgt: "Met inachtneming van de regels inzake overheidsopdrachten wijzen de ministers van Financiën en Economische Zaken, elk voor de door hem voorgedragen regeringscommissaris, zo nodig deskundigen aan om de regeringscommissarissen bij te staan.De vergoeding van de deskundigen wordt betaald door de Staat en komt ten laste van de onderneming.".
Art. 331.In artikel 1, § 4, eerste lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2020, worden de woorden "aan de regeringscommissaris als bedoeld in § 2" vervangen door de woorden "aan de regeringscommissarissen bedoeld in § 2". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 11 augustus 1987 houdende waarborg van werken uit edele metalen
Art. 332.In artikel 15 van de wet van 11 augustus 1987 houdende waarborg van werken uit edele metalen, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "in het handelsregister" vervangen door de woorden "in de Kruispuntbank van Ondernemingen";2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.Iedere fabrikant, handelskeurmeester of opkoper van edele metalen is verplicht zich te laten inschrijven in het waarborgregister neergelegd bij het waarborgkantoor. Na de stopzetting van zijn beroepswerkzaamheid is hij verplicht zich uit dat register uit te schrijven.
Dit register houdt een verwerking van gegevens in met als doelstellingen: consumentbescherming, transparantie en strijd tegen de fraude.
Onder consumentenbescherming moet hier verstaan worden de mogelijkheid om de oorsprong van de edele metalen na te zien door middel van de stempel.
Onder transparantie moet men hier de toegankelijkheid van het register verstaan. In dit geval is het register toegankelijk voor de medewerkers van de Koninklijke Munt van België, de politie en de economische inspectie. Bovendien heeft iedere natuurlijke persoon en iedere rechtspersoon, ingeschreven in het register, toegang tot hun eigen dossier.
Onder strijd tegen de fraude wordt verstaan de mogelijkheid om controles te doen ter bestrijding van misdrijven als heling en oplichting.
De gegevens opgenomen in het register zijn de volgende: 1° Voor de natuurlijke personen: naam, voornaam, rijksregisternummer, inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen en, wanneer het om een fabrikant of handelskeurmeester gaat, de stempel;2° Voor de rechtspersonen: maatschappelijk doel, adres, inschrijvingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen, naam, voornaam en adres van de bestuurder, en wanneer het om een fabrikant of een handelskeurmeester gaat, de stempel. De gegevens in het register worden bewaard gedurende de beroepsactiviteit van de betrokken persoon. Na de beroepsactiviteit worden deze gegevens nog 50 jaar bewaard in de dienst waarna ze aan het Rijksarchief worden overgemaakt.
De FOD Financiën, vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité, is de verantwoordelijke voor de verwerking van de gegevens.
De Koning bepaalt de nadere regels betreffende die inschrijving alsook de toegangsmodaliteiten tot het register."; 3° artikel 15 wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3.Onder opkoper van edele metalen dient te worden verstaan elke onderneming in de zin van artikel I.1 van het Wetboek van economisch recht die de consument aanbiedt om werken uit edele metalen in te kopen.
De opkoper van edele metalen moet: 1° een weegschaal bezitten en gebruiken die voldoet aan de wettelijke vereisten met betrekking tot de meetinstrumenten en dan in het bijzonder de weeginstrumenten;2° de inkoopprijzen voor de verschillende edele metalen op een zichtbare wijze afficheren;3° een strafregister hebben waarop geen enkele veroordeling wegens één van de strafbare feiten bedoeld in artikel 1, punten a) tot f), van het koninklijk besluit nr.22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen, voorkomt.".
Art. 333.In dezelfde wet wordt artikel 18 als volgt vervangen: "
Art. 18.Bij overdracht van zijn onderneming mag de overdragende fabrikant de geregistreerde stempelhandtekening niet meer gebruiken.
De overnemer mag deze, met de goedkeuring van de overdrager, gebruiken op voorwaarde dat de overname geattesteerd is door het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom.
De Koning bepaalt de nadere regels voor de kennisgeving aan het waarborgkantoor.".
Art. 334.In dezelfde wet wordt artikel 25 als volgt vervangen: "
Art. 25.§ 1. Onverminderd de bevoegdheden van de politieambtenaren van de lokale en federale politie, worden de in artikel XV.2 van het Wetboek van economisch recht bedoelde ambtenaren belast met het toezicht op de toepassing van deze wet en van de besluiten tot uitvoering ervan en zijn ze bevoegd om de overtredingen van de bepalingen van deze wet op te sporen en vast te stellen. Ze hebben de opsporings- en vaststellingsbevoegdheden zoals bedoeld in de artikelen XV.2 tot XV.5, XV.10 en XV.32 tot XV.34 van genoemd wetboek. § 2. De krachtens artikel XV.2 van het Wetboek van economisch recht door de minister van Economie aangestelde ambtenaren kunnen overeenkomstig artikel XV.31 van hetzelfde wetboek een waarschuwing richten tot de overtreder.
De overeenkomstig artikel XV.61 van genoemd wetboek aangestelde ambtenaren kunnen aan de overtreder een geldsom voorstellen waarvan de betaling de strafvordering doet vervallen volgens de procedure beschreven in dezelfde bepaling." HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties
Art. 335.In artikel 4 van de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "met een boete van duizend tot één miljoen frank" vervangen door de woorden "met een boete van 25 tot 25 000 euro"; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "Inbreuken op de maatregelen vervat in de ter uitvoering van deze wet genomen besluiten kunnen door de bevoegde minister worden bestraft met een administratieve boete van 250 tot 2 500 000 euro." HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België
Art. 336.In artikel 19 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011 en de wet van 5 december 2017, wordt punt 7 vervangen als volgt: "7. In spoedeisende gevallen of bijzondere omstandigheden vastgesteld door de gouverneur of, bij diens afwezigheid, door de vicegouverneur, kan het beslissen via een schriftelijke procedure of door middel van telecommunicatietechnieken die een interactieve beraadslaging mogelijk maken, volgens de nadere regels bepaald in het huishoudelijk reglement van de Bank.".
Art. 337.Artikel 20 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, wordt aangevuld met de bepalingen onder punt 6, luidende: "6. In spoedeisende gevallen of bijzondere omstandigheden vastgesteld door de voorzitter van de Regentenraad of, bij diens afwezigheid, door de regent met de langste anciënniteit als regent of, als er verscheidene zijn, door de oudste van hen, kan de Regentenraad beslissen via een schriftelijke procedure of door middel van telecommunicatietechnieken die een interactieve beraadslaging mogelijk maken, volgens de nadere regels bepaald in het huishoudelijk reglement van de Bank.".
Art. 338.In artikel 21ter, § 3 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De personen bedoeld in paragraaf 2, 9° en 10°, worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van vier jaar. Ze blijven in functie totdat in hun vervanging wordt voorzien. Zij kunnen maar van hun functies worden ontheven door de autoriteiten die hen benoemd hebben, indien zij niet langer voldoen aan de voorwaarden voor de uitoefening van hun functies of indien zij een zware fout hebben begaan.". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten
Art. 339.In de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten wordt een artikel 2/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 2/1.Elke verwijzing naar deze wet, naar de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, of naar een van hun bepalingen, alsook elke verwijzing naar de in deze wet bedoelde Europese richtlijnen of verordeningen, of naar een van hun bepalingen, omvat, in voorkomend geval, ook een verwijzing naar de bepalingen van de gedelegeerde handelingen en van de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie heeft vastgesteld ter uitvoering van de Europese richtlijnen of verordeningen die door deze wet of door de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen worden omgezet of ten uitvoer gelegd, dan wel door de betrokken verwijzing worden geviseerd."
Art. 340.Artikel 26 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 december 2018, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Voor de toepassing van het eerste lid, 1° en 2° : - worden de verbonden agenten die in een andere lidstaat van de EER zijn gevestigd en op wie de kredietinstellingen of de beleggingsondernemingen naar Belgisch recht een beroep doen, gelijkgesteld met een in die andere lidstaat gevestigd bijkantoor; - worden de verbonden agenten die in België zijn gevestigd en op wie de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen naar het recht van een andere lidstaat van de EER een beroep doen, gelijkgesteld met een in België gevestigd bijkantoor."
Art. 341.In artikel 27ter, § 5, 1°, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 november 2017, worden de woorden "van artikel 25, lid 4, punt a), alinea 3 en 4, van richtlijn 2014/65/EU" vervangen door de woorden "als bedoeld in artikel 25, lid 4, a), alinea 2, van richtlijn 2014/65/EU".
Art. 342.In artikel 28ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 2 juli 2010, vervangen bij de wet van 30 juli 2013 en gewijzigd bij de wet van 21 november 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1/1 wordt vervangen als volgt: " § 1/1.De artikelen 27, § 1, eerste zin, en 27bis, § 1, zijn van toepassing op de kredietinstellingen die ressorteren onder het recht van een lidstaat van de EER en die hun werkzaamheden in België mogen uitoefenen in het kader van het vrij verrichten van diensten, ingeval zij spaarrekeningen commercialiseren op het Belgische grondgebied."; 2° paragraaf 2 wordt aangevuld met de woorden "of, voor de spaardeposito's die zijn ontvangen door kredietinstellingen die in een andere lidstaat van de EER zijn gevestigd, de analoge criteria die zijn vastgesteld door de gelijkwaardige bevoegde autoriteiten van de andere lidstaat".
Art. 343.Artikel 60 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de programmawet van 27 april 2007, wordt vervangen als volgt: "
Art. 60.In spoedeisende gevallen of in bijzondere omstandigheden vastgesteld door de voorzitter of, in zijn afwezigheid, door de ondervoorzitter of twee leden van het directiecomité die gezamenlijk optreden, kan het directiecomité beslissen langs schriftelijk procedure of door middel van elk telecommunicatiemiddel dat een gezamenlijke beraadslaging toelaat, volgens de nadere regels bepaald in het inrichtingsreglement van de FSMA.". HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten
Art. 344.In artikel 5, § 1, vijfde lid, van de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "of van artikel 3, 64°, van de wet van 25 april 2014" worden toegevoegd na de woorden "in de zin van artikel 2, 26°, van de wet van 25 oktober 2016"; 2° de zin "In ieder geval zijn de voorschriften bepaald door de artikelen 10 en 70 tot 82 van de wet van 25 oktober 2016 en door de artikelen 590 en 592 tot 600 van de wet van 25 april 2014 van toepassing." wordt vervangen door de zin "In ieder geval zijn de voorschriften bepaald door, naargelang het geval, de artikelen 10 en 70 tot 82 van de wet van 25 oktober 2016, de artikelen 312, 315, 316, 317, 320, 321, 326 en 329 van de wet van 25 april 2014, of de artikelen 590, 592, 593, voor zover artikel 317 bij dit artikel van toepassing wordt verklaard, 595, 596, 598/1 en 599 van de wet van 25 april 2014 van toepassing.".
Art. 345.In artikel 15, § 1, eerste lid, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder d) worden de woorden "artikel 11, § 1, tweede lid, 3° " vervangen door de woorden "artikel 11, § 1, tweede lid, 2° "; 2° de bepaling onder f) wordt vervangen als volgt: "f) de contactgegevens van Ombudsfin, de gekwalificeerde entiteit voor de buitengerechtelijke regeling van consumentengeschillen inzake financiële diensten in de zin van Boek XVI van het Wetboek van economisch recht.".
Art. 346.In dezelfde wet wordt een artikel 20/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 20/1.Dit hoofdstuk is ook van toepassing bij niet-naleving van de bepalingen van de gedelegeerde handelingen en van de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie heeft vastgesteld ter uitvoering van de bepalingen van richtlijn 2014/65/EU die worden omgezet door deze wet of door de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, of door de bepalingen die in deze wet of in de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen worden bedoeld." HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen
Art. 347.In de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 3/1.Elke verwijzing naar deze wet, naar de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, naar richtlijn 2004/109/EG of naar een van hun bepalingen omvat, in voorkomend geval, ook een verwijzing naar de overeenkomstige bepalingen van de gedelegeerde handelingen en van de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie ter uitvoering van voornoemde richtlijn heeft vastgesteld." HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I)
Art. 348.Artikel 23 van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd bij de wetten van 21 december 2013, 30 juli 2018, en 2 mei 2019, wordt aangevuld met de bepalingen onder 20° en 21°, luidende: "20° effect: financieel instrument in de zin van artikel 2, 1°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten; 21° identificeerbaar: het beschikken over het nationale registratienummer, of bij gebrek daarvan, de naam, de voornaam en de geboortedatum van de houder of de huurder door de instelling-depositaris of de instelling-verhuurder."
Art. 349.In artikel 28 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 30 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "en 31 december 2020" vervangen door de woorden "en 31 december 2021"; 2° in paragraaf 2, tweede lid, wordt de zin "De effecten die op het moment waarop tot verkoop wordt overgegaan, geen waarde hebben, mogen door de instellingen-depositaris zonder verdere formaliteiten van de effectenrekening geschrapt worden." vervangen door de zin "De effecten die op het moment waarop tot verkoop wordt overgegaan, geen waarde hebben of waarvoor geen kopers zijn gevonden of waarvan de verkoopkosten hoger zijn dan hun waarde, mogen aan een door de Koning op voorstel van Febelfin aangeduide vereniging zonder winstoogmerk geschonken worden of mogen door de instellingen-depositaris zonder verdere formaliteiten van de effectenrekening geschrapt worden."; 3° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "waarvan de houder niet identificeerbaar is of" ingevoegd tussen de woorden "de tegoeden van slapende rekeningen" en de woorden"waarvan het totaal bedrag".
Art. 350.In artikel 32/1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden ", controleert de inhoud ervan, en stuurt eventueel de niet-conforme omslagen naar de instellingen-verhuurder terug" opgeheven;2° in paragraaf 1, vijfde lid, worden de woorden ", en, eventueel, voor de terugzending van de niet-conforme omslagen naar de instellingen-verhuurder" vervangen door de woorden "en bepaalt het lot van niet-conforme enveloppen".3° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "waarvan de huurder niet kan worden geïdentificeerd en waarvoor geen gegevens over de houder beschikbaar zijn" vervangen door de woorden "waarvan de huurder niet identificeerbaar is".
Art. 351.In artikel 38, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, wordt de bepaling onder 2° opgeheven. HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 14 november 2008 tot uitvoering van de crisismaatregelen voorzien in de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, voor wat betreft de oprichting van het Garantiefonds voor financiële diensten en van de wet van 28 december 2011 op het Afwikkelingsfonds Afdeling 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 14 november
2008 tot uitvoering van de crisismaatregelen voorzien in de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, voor wat betreft de oprichting van het Garantiefonds voor financiële diensten
Art. 352.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 november 2008 tot uitvoering van de crisismaatregelen voorzien in de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, voor wat betreft de oprichting van het Garantiefonds voor financiële diensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2011 et bij de wet van 22 april 2016, worden de worden "Deposito- en Consignatiekas" vervangen door de woorden "Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën".
Art. 353.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de wet van 23 december 2009 en bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2011, wordt paragraaf 4 vervangen als volgt: " § 4. De jaarlijkse bijdragen, de toegangsrechten en in voorkomend geval de meerwaardevergoedingen bedoeld in de vorige paragrafen worden gestort in de Schatkist.".
Art. 354.In artikel 9/1, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd door de wet van 29 december 2010 en gewijzigd bij de wet van 22 april 2016, worden de woorden "Deposito- en Consignatiekas" vervangen door de woorden "Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën".
Art. 355.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 356.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2011 en bij de wet van 22 april 2016, worden de woorden "In haar jaarverslag geeft de Deposito- en Consignatiekas" vervangen door de woorden "Op haar website geeft de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën". Afdeling 2. - Wijzigingen van de wet van 28 december 2011 op het
Afwikkelingsfonds
Art. 357.In artikel 2, eerste lid, van de wet van 28 december 2011 op het Afwikkelingsfonds, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2016, worden de woorden "Deposito- en Consignatiekas" vervangen door de woorden "Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën".
Art. 358.In artikel 4, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2016, worden de woorden "Deposito- en Consignatiekas" vervangen door de woorden "Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën".
Art. 359.Artikel 5 van dezelfde wet wordt opgeheven.
Art. 360.In artikel 6, derde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 27 juni 2016, worden de woorden "In haar jaarverslag geeft de Deposito- en Consignatiekas" vervangen door de woorden "Op haar website geeft de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën". HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingen van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen
Art. 361.In artikel 3, 13°, van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, vervangen door de wet van 11 juli 2018, wordt de bepaling onder ii) vervangen als volgt: "ii) de toelating tot de verhandeling op een MTF of gereglementeerde markt, terwijl de toepasselijke marktregels de natuurlijke of rechtspersonen die geen professionele beleggers zijn die hun woonplaats of zetel in België hebben niet verbieden om transacties in de betrokken effecten uit te voeren;"
Art. 362.In artikel 3/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt: " § 1. Elke verwijzing naar deze wet, naar de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, naar richtlijn 2009/65/EG of naar een van hun bepalingen omvat, in voorkomend geval, ook een verwijzing naar de overeenkomstige bepalingen van de gedelegeerde handelingen en van de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie ter uitvoering van voornoemde richtlijn heeft vastgesteld."
Art. 363.Artikel 16, § 5, van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende: "De rechten van deelneming in een bevek kunnen worden opgesplitst in fracties, waaraan verhoudingsgewijs dezelfde rechten zijn verbonden als aan enkelvoudige rechten van deelneming. Fracties verlenen echter geen stemrecht, behalve wanneer ze in voldoende aantal verenigd zijn om een enkelvoudig recht van deelneming te vormen."
Art. 364.Artikel 42, § 1, 5°, e), van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "e) De uitoefening van de in artikel 3, 22°, b), i), iii), iv) en ix), bedoelde beheertaken mag enkel worden toevertrouwd aan of waargenomen door de bewaarder van de beleggingsvennootschap als de voorwaarden van artikel 52, § 2, laatste lid zijn vervuld. Deze beheertaken mogen niet worden toevertrouwd aan of waargenomen door enige andere onderneming waarvan de belangen strijdig kunnen zijn met de belangen van de beleggingsvennootschap of van de effectenhouders."
Art. 365.In artikel 202, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 19 april 2014, 25 oktober 2016 en 25 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 5° wordt de bepaling onder d) vervangen als volgt: "d) De uitoefening van in artikel 3, 22°, b), i), iii), iv) en ix), bedoelde beheertaken mag enkel worden toevertrouwd aan of waargenomen door de bewaarder van de beheerde instelling voor collectieve belegging als de voorwaarden in artikel 52, § 2, laatste lid zijn vervuld.Deze beheertaken mogen niet worden toevertrouwd aan of waargenomen door enige andere onderneming waarvan de belangen strijdig kunnen zijn met de belangen van de beheerde instelling voor collectieve belegging of van de effectenhouders."; 2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende: "De bepaling onder 5°, b) is enkel van toepassing op de openbare instellingen van collectieve belegging naar Belgisch recht."
Art. 366.In de artikelen 96, § 1, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, 116, vervangen bij de wet van 11 juli 2018, 236, § 1, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, en, 255/1, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016 en gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, van dezelfde wet worden de woorden "en de verordeningen en technische reguleringsnormen" telkens vervangen door de woorden "alsook van de gedelegeerde handelingen en de technische regulerings- of uitvoeringsnormen". HOOFDSTUK 1 1. - Wijzigingen van het Wetboek van economisch recht
Art. 367.In artikel I.9 van het Wetboek van economisch recht wordt de bepaling onder 79° vervangen als volgt: "79° persoon die in contact staat met het publiek: elke natuurlijke persoon, andere dan de verantwoordelijke voor de distributie, die, bij een kredietgever of een kredietbemiddelaar, op welke wijze dan ook, in contact staat met het publiek met het oog op het voorstellen van kredietovereenkomsten of hierover informatie verstrekt; Iedere persoon die rechtstreeks bij de bemiddelingswerkzaamheden betrokken is, zelfs zonder in contact te staan met het publiek, wordt gelijkgesteld met een persoon die in contact staat met het publiek;"
Art. 368.Artikel VII.176, § 2, van hetzelfde wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, wordt vervangen als volgt: " § 2. Afdelingen 1 en 2 en de artikelen VII.180, § 2, en VII.184, § 1, tweede lid, zijn van toepassing op de in deze onderafdeling bedoelde kredietgevers, met uitzondering van artikel VII.165, § 2.
Artikel VII.164 en VII.169 zijn van toepassing op hun effectieve leiding in België en artikel VII.165, § 1 geldt voor hun Belgische vestiging.
Kredietgevers die ressorteren onder het recht van andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte en die in België hun bedrijf van kredietgever uitoefenen in het kader van de vrijheid van vestiging, alsook kredietgevers die ressorteren onder het recht van een derde Staat, vestigen hun hoofdbestuur in België voor de verrichtingen die zij op Belgisch grondgebied uitvoeren.
Artikel VII.170 is niet van toepassing op de bijkantoren van vennootschappen naar buitenlands recht."
Art. 369.In artikel VII.178 van hetzelfde Wetboek, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen als volgt: "Iedere kredietbemiddelaar die niet is opgericht in de vorm van een rechtspersoon en die zijn hoofdactiviteit effectief in België verricht, moet daar zijn hoofdbestuur hebben."; 2° artikel VII.178 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt: "Kredietbemiddelaars met woonplaats of maatschappelijke zetel in een derde Staat, vestigen hun hoofdbestuur in België voor de verrichtingen die zij op Belgisch grondgebied uitvoeren." HOOFDSTUK 1 2. - Wijzigingen van de wet van 21 december 2013 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen
Art. 370.Artikel 115 van de wet van 21 december 2013 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen, gewijzigd door de wet van 2 mei 2019, wordt aangevuld met drie leden, luidende: "In afwijking van het eerste lid, 1°, kunnen de organismen de beschikbare gelden die voor hen strikt noodzakelijk zijn om hun dagelijks beheer te verzekeren, onderbrengen bij een door een bevoegde autoriteit erkende bankinstelling, wanneer de door de Staat aangewezen instelling hen niet de bankdiensten kan bieden die ze nodig hebben voor dat beheer.
Het organisme plaatst alle in het derde lid bedoelde beschikbare gelden aan het einde van elk kwartaal op een rekening die wordt geopend bij de door de Staat aangewezen instelling, met uitzondering van huurwaarborgen, rekeningen uitgedrukt in een andere munt dan de euro en rekeningen in het buitenland. Deze uitzondering is beperkt tot het kleinste bedrag tussen 1 000 000 euro en 5 % van het totale bedrag van de beschikbare gelden van het organisme.
De rechtvaardiging, de bedragen en de rekeningen van de beschikbare gelden bedoeld in het derde lid worden door de organismen meegedeeld aan de minister van Financiën of zijn afgevaardigde, gelijktijdig met de inlichtingen bedoeld in artikel 116, derde lid en overeenkomstig artikel 116, achtste lid.".
Art. 371.In artikel 116 van de wet van 21 december 2013 houdende diverse fiscale en financiële bepalingen, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "aan de minister van Financiën volledige inlichtingen" vervangen door de woorden "aan de minister van Financiën of zijn afgevaardigde nauwkeurige en volledige inlichtingen";2° in het vierde lid worden de woorden "aan de minister van Financiën" vervangen door de woorden "de minister van Financiën of zijn afgevaardigde";3° in het vijfde lid worden de woorden "De minister van Financiën" vervangen door de woorden "De minister van Financiën of zijn afgevaardigde";4° een zesde lid wordt tussen het vijfde en het vroegere zesde lid dat het zevende lid wordt ingevoegd, luidende: "De inlichtingen bedoeld onder het eerste tot derde lid, meegedeeld door de organismen bedoeld in artikel 114 moeten volledig en nauwkeurig zijn.Wanneer de door hen verstrekte informatie onvolledig en/of onjuist is, nodigt de minister van Financiën of zijn afgevaardigde hen uit om deze aan te vullen en/of te verbeteren. De ingevulde en/of verbeterde gegevens moeten binnen de in het derde lid bedoelde termijn aan de minister van Financiën of zijn afgevaardigde worden meegedeeld."; 5° het vroegere zesde lid, dat het zevende lid wordt, wordt vervangen als volgt: "Om de volledigheid en juistheid van de door de organismen bezorgde inlichtingen te controleren, kan de minister van Financiën of zijn afgevaardigde, op eenvoudig verzoek langs elektronische weg, eisen dat zij ze een kopie verstrekken van de boeken en van de boekhoudkundige bescheiden en van om het even welke geschriften.Indien de organismen de documenten die de minister van Financiën of zijn afgevaardigde vraagt niet verstrekken, kunnen haar agenten beslissen zich te verplaatsen om ze te raadplegen en eisen dat de instellingen hem een kopie bezorgen van het geheel of een gedeelte van de ter plaatse geraadpleegde documenten."; 6° in het vroegere zevende lid, laatste zin, dat het achtste lid wordt, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, worden de woorden "de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën worden voorgelegd volgens de modaliteiten die zij bepaalt" vervangen door de woorden "de minister van Financiën of zijn afgevaardigde worden voorgelegd volgens de modaliteiten die hij bepaalt" en worden de woorden "de Federale Overheidsdienst Financiën" vervangen door de woorden "de minister van Financiën of zijn afgevaardigde".
Art. 372.In artikel 117, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 18 december 2015, worden de woorden "deze bepaald in artikel 115, 1e lid," vervangen door de woorden "deze bepaald in artikel 115".
Art. 373.Artikel 118 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 118.Bij niet-naleving van artikel 115 door een organisme, kan de minister van Financiën of zijn afgevaardigde een administratieve geldboete opleggen gelijk aan het product van onderstaande factoren: 1° de jaarlijkse rentevoet bedoeld in artikel 5 van de wet van 2 augustus 2002 ter bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties;2° het bedrag van de te consolideren beschikbare gelden van het organisme geraamd door de Algemene Administratie van de Thesaurie voor de periode van niet-naleving van artikel 115;3° het aantal kalenderdagen gedurende welke de niet-naleving van artikel 115 plaatsvond;4° de fractie 1/360. De minister van Financiën of zijn afgevaardigde kan een administratieve boete van 15 000 euro opleggen aan het organisme dat, na een eerste waarschuwing, de inlichtingen en vooruitzichten bedoeld in artikel 116 meer dan één maand na het einde van elk trimester verstrekt.
Voor elke nieuwe vertraging in het bezorgen van de inlichtingen en vooruitzichten volgens de regel voorzien in artikel 116 die voor hetzelfde organisme wordt waargenomen gedurende een periode van vierentwintig opeenvolgende maanden, bedraagt de opgelopen administratieve boete 25 000 euro.
In geval van niet-naleving door de organismen van de voorwaarden opgelegd door de minister van Financiën, kan deze de maatregel, verleend krachtens artikel 117, eerste lid, intrekken.
De minister van Financiën of zijn afgevaardigde stelt de hoogte van de administratieve boetes vast, nadat de betrokken organismen de gelegenheid hebben gehad hun verweer bij voorkeur schriftelijk langs elektronische weg en/of mondeling aan een afgevaardigde van de minister van Financiën te doen gelden.
De minister van Financiën trekt de maatregel ter uitvoering van artikel 117 in nadat de betrokken organismen de mogelijkheid hebben gehad om hun rechten van verdediging te doen gelden zoals bepaald in het vijfde lid.
De boete wordt ten behoeve van de Schatkist ingevorderd door de administratie van de FOD Financiën belast met de inning en invordering van de niet-fiscale schuldvorderingen, overeenkomstig de artikelen 3 en volgende van de domaniale wet van 22 december 1949.". HOOFDSTUK 1 3. - Wijzigingen van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen
Art. 374.In artikel 269, § 1, van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, vervangen bij de wet van 6 december 2018, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "Bij deze gelegenheid bezorgt de tussenpersoon de hiernavolgende informatie aan de FSMA: 1° zijn naam, adres en inschrijvingsnummer;2° de lidstaat of lidstaten waar hij voornemens is werkzaamheden uit te oefenen;3° de categorie waartoe hij behoort en, in voorkomend geval, de naam van elke verzekerings- of herverzekeringsonderneming die hij vertegenwoordigt; 4° de relevante verzekeringsbranches, indien van toepassing."
Art. 375.In artikel 270, § 1, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 6 december 2018, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "Bij deze gelegenheid bezorgt de tussenpersoon de hiernavolgende informatie aan de FSMA: 1° zijn naam, adres en inschrijvingsnummer;2° de lidstaat waar hij voornemens is een bijkantoor of permanente aanwezigheid te vestigen;3° de categorie waartoe hij behoort en, in voorkomend geval, de naam van elke verzekerings- of herverzekeringsonderneming die hij vertegenwoordigt;4° de relevante verzekeringsbranches, indien van toepassing;5° het adres in de lidstaat van ontvangst waar documenten kunnen worden opgevraagd; 6° de naam van de personen die voor het beheer van het bijkantoor of permanente aanwezigheid verantwoordelijk zijn.".
Art. 376.In deel 6, hoofdstuk 3, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 6 december 2018, wordt een afdeling V ingevoegd, luidende "Wijze van betaling van de premie en van de verzekeringsprestatie".
Art. 377.In afdeling V, ingevoegd bij artikel 376, wordt een artikel 271/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 271/1.Artikel 67 is toepasselijk op elke verzekeringsdistributie die onder de toepassing van dit deel valt."
Art. 378.Artikel 297 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 6 december 2018, wordt vervangen als volgt: "
Art. 297.Elke verwijzing naar deze wet, naar de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, naar de IDD-richtlijn, naar richtlijn 2009/138/EG of naar een van hun bepalingen omvat, in voorkomend geval, ook een verwijzing naar de overeenkomstige bepalingen van de gedelegeerde handelingen en van de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie ter uitvoering van voornoemde richtlijnen heeft vastgesteld."
Art. 379.In artikel 311 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 29 juni 2016 en 6 december 2018, wordt een paragraaf 4/1 ingevoegd, luidende: " § 4/1. In geval van schrapping van de inschrijving van een verzekerings-, nevenverzekerings- of herverzekeringstussenpersoon, stelt de FSMA de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de tussenpersoon activiteiten uitoefent krachtens de vrijheid van dienstverlening of de vrijheid van vestiging in kennis." HOOFDSTUK 1 4. - Wijzigingen van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders
Art. 380.In artikel 3 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 27°, wordt de bepaling onder b) vervangen als volgt: "b) de toelating tot de verhandeling op een MTF of gereglementeerde markt, terwijl de toepasselijke marktregels de natuurlijke of rechtspersonen die geen professionele beleggers zijn die hun woonplaats of zetel in België hebben niet verbieden om transacties in de betrokken effecten uit te voeren;"; 2° de bepaling onder 71° wordt opgeheven.
Art. 381.In artikel 4 van dezelfde wet, gewijzigd bij wet van 25 december 2016, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt: " § 1. Elke verwijzing naar deze wet, naar de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, naar richtlijn 2011/61/EU of naar een van hun bepalingen omvat, in voorkomend geval, ook een verwijzing naar de overeenkomstige bepalingen van de gedelegeerde handelingen en van de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie ter uitvoering van voornoemde richtlijn heeft vastgesteld."
Art. 382.In artikel 110, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 18 december 2016, worden de woorden "van deel III" vervangen door de woorden "van boek I van deel III".
Art. 383.In de artikelen 126, § 2, 133, § 1, 149, eerste lid, 155, eerste lid, en 162, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd door de wet van 25 december 2016, worden de woorden "deel III" telkens vervangen door de woorden "boek I van deel III".
Art. 384.Artikel 191, § 5, van dezelfde wet wordt aangevuld met een derde lid, luidende: "De rechten van deelneming in een bevek kunnen worden opgesplitst in fracties, waaraan verhoudingsgewijs dezelfde rechten zijn verbonden als aan enkelvoudige rechten van deelneming. Fracties verlenen echter geen stemrecht, behalve wanneer ze in voldoende aantal verenigd zijn om een enkelvoudig recht van deelneming te vormen."
Art. 385.In artikel 209, § 1, 3°, van dezelfde wet wordt de bepaling onder d) als volgt vervangen: "d) De uitoefening van in artikel 3, 41°, c), i), iii), iv) en ix), bedoelde beheertaken mag niet worden toevertrouwd aan of waargenomen door de bewaarder van de beleggingsvennootschap tenzij de voorwaarden in artikel 56, lid 2, zijn vervuld. Deze beheertaken mogen niet worden toevertrouwd aan of waargenomen door enige andere onderneming waarvan de belangen strijdig kunnen zijn met de belangen van de beleggingsvennootschap of van de deelnemers."
Art. 386.In deel III van dezelfde wet wordt er een boek I/1 ingevoegd, luidende "Specifieke bepalingen voor de ELTIF's naar Belgisch recht".
Art. 387.In boek I/1, ingevoegd door artikel 386 wordt er een artikel 280/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 280/1.Onverminderd de bepalingen van Verordening 2015/760 is dit boek van toepassing op de ELTIF's naar Belgisch recht.".
Art. 388.In hetzelfde boek I/1 wordt er een artikel 280/2 ingevoegd, luidende: "
Art. 280/2.Een ELTIF mag, mits statutair toegestaan, verschillende categorieën van rechten van deelneming creëren, waarbij elke categorie overeenstemt met een afzonderlijk gedeelte of compartiment van het vermogen.
In geval van een ELTIF met verschillende compartimenten, 1° zijn de artikelen 5:142 tot 5:144, 5:153, 5:154, 7:2, 7:211 tot 7:214, 7:228 en 7:229 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van toepassing op elk afzonderlijk compartiment;2° wordt de fractiewaarde voor elk afzonderlijk compartiment vastgesteld voor de toepassing van de artikelen 7:7, 7:178 en 7:197 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De bepalingen van artikel 196/1, §§ 2 tot 4 zijn van toepassing.".
Art. 389.In artikel 306 van dezelfde wet worden de woorden "aan deel III" vervangen door de woorden "aan boek I van deel III".
Art. 390.In artikel 320, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 oktober 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de eerste zin wordt vervangen als volgt: " § 1.Wanneer de beheervennootschap van AICB's het voor eigen rekening uitoefenen van één of meer van de beheertaken in de zin van artikel 3, 41° in verband met een openbare AICB, op grond van een lastgevings- of een aannemingsovereenkomst, aan een derde toevertrouwt, zijn, onverminderd de toepassing van de artikelen 29 tot 32, de volgende bepalingen van toepassing."; 2° de bepaling onder 3°, b), wordt vervangen als volgt: "b) Wat de AICB's naar Belgisch recht betreft, mag de uitoefening van die beheertaak enkel aan een in België gevestigde onderneming worden toevertrouwd."; 3° de bepaling onder 3°, d) wordt vervangen als volgt: "d) De uitoefening van in artikel 3, 41°, c), i), iii), iv) en ix), bedoelde beheertaken mag niet worden toevertrouwd aan of waargenomen door de bewaarder van de beheerde AICB tenzij de voorwaarden in artikel 56, lid 2, zijn vervuld.Deze beheertaken mogen niet worden toevertrouwd aan of waargenomen door enige andere onderneming waarvan de belangen strijdig kunnen zijn met de belangen van de beheerde AICB of van de deelnemers."
Art. 391.In artikel 336 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 11 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in punt 1°, worden de woorden "boek I van deel III" vervangen door de woorden "boeken I en I/1 van deel III";b) in punt 2°, worden de woorden "en de verordeningen en technische reguleringsnormen die door de Commissie zijn aangenomen" vervangen door de woorden "en de gedelegeerde handelingen en de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie heeft vastgesteld". HOOFDSTUK 1 5. - Wijzigingen van de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies
Art. 392.In de wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies wordt een artikel 2/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 2/1.Elke verwijzing naar deze wet, naar de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, of naar een van hun bepalingen, alsook elke verwijzing naar de in deze wet bedoelde Europese richtlijnen of verordeningen, of naar een van hun bepalingen, omvat, in voorkomend geval, ook een verwijzing naar de bepalingen van de gedelegeerde handelingen en van de technische regulerings- of uitvoeringsnormen die de Commissie heeft vastgesteld ter uitvoering van de Europese richtlijnen of verordeningen die door deze wet of door de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen worden omgezet of ten uitvoer gelegd, dan wel door de betrokken verwijzing worden geviseerd."
Art. 393.In artikel 10 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 november 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "of door het gebruik van een in België gevestigde verbonden agent" opgeheven;2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende: " § 5.De paragrafen 1 tot 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de beleggingsondernemingen die onder het recht van een andere lidstaat ressorteren en die een beroep wensen te doen op in België gevestigde verbonden agenten om er beleggingsdiensten en/of -activiteiten alsmede, in voorkomend geval, nevendiensten te verrichten."
Art. 394.In artikel 11 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 21 november 2017, wordt, tussen het derde en het vierde lid, een lid ingevoegd, luidende: "De voorafgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing op de beleggingsondernemingen die onder het recht van een andere lidstaat ressorteren en die in België beleggingsdiensten en/of -activiteiten alsmede, in voorkomend geval, nevendiensten wensen te verrichten door een beroep te doen op verbonden agenten die in die andere lidstaat zijn gevestigd.". HOOFDSTUK 1 6. - Wijzigingen van de wet van 25 oktober 2016 houdende oprichting van het Federaal Agentschap van de Schuld en opheffing van het Rentenfonds
Art. 395.In artikel 8 van de wet van 25 oktober 2016 houdende oprichting van het Federaal Agentschap van de Schuld en opheffing van het Rentenfonds worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "Het Agentschap beschikt voor zijn uitgaven over een dotatie ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de Staat."; 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt: "De volgende uitgaven vallen niet ten laste van deze dotatie: 1° de huisvestingskosten, die volledig ten laste vallen van de Regie der Gebouwen; 2° de kosten voor ICT, de kosten voor bureelbenodigdheden, de verhuiskosten en de facilitaire kosten, die volledig ten laste vallen van de Federale Overheidsdienst Financiën, met uitsluiting van de kosten voor specifieke software voor het Agentschap die wel ten laste van de dotatie vallen."; 3° het derde lid wordt opgeheven.
Art. 396.In dezelfde wet, wordt een artikel 8/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 8/1.Het Agentschap wordt met de Staat gelijkgesteld, en zijn activiteiten worden als dusdanig uitgevoerd, voor de toepassing van de wetten betreffende de belastingen, taksen, rechten, retributies en gelijkaardige fiscale vorderingen ten voordele van de Staat, de provincies en de gemeenten.". HOOFDSTUK 1 7. - Wijzigingen van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren
Art. 397.Artikel 38, vijfde lid, van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren wordt vervangen als volgt: "In hoogdringende gevallen of in bijzondere omstandigheden vastgesteld door de voorzitter of, bij zijn afwezigheid, door een lid dat overeenkomstig het huishoudelijk reglement van het Comité wordt aangewezen, kan het Comité beslissen door een schriftelijk procedure of door middel van elk telecommunicatiemiddel dat een gezamenlijke beraadslaging toelaat, volgens de nadere regels bepaald in het huishoudelijk reglement van het Comité."
Art. 398.In artikel 45, § 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018, worden de woorden "overeenkomstig § 1, 5° tot 11° " vervangen door de woorden "overeenkomstig § 1, 6° tot 11° ". HOOFDSTUK 1 8. - Wijzigingen van de wet van 11 juli 2018 op de Deposito- en Consignatiekas
Art. 399.Artikel 17 van de wet van 11 juli 2018 op de Deposito- en Consignatiekas wordt vervangen als volgt: "
Art. 17.De geconsigneerde sommen bij de Deposito- en Consignatiekas worden geplaatst en belegd in financiële instrumenten uitgegeven door een overheidsinstelling in de zin van het Europees Systeem van nationale en regionale rekeningen."
Art. 400.In dezelfde wet wordt een artikel 19/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 19/1.De volgende geconsigneerde goederen kunnen door de Deposito- en Consignatiekas worden vrijgegeven aan de consignatiegever: 1° de borgtochten gesteld in uitvoering van hoofdstuk 2, afdeling 3, van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten vijftien jaar na op het stellen van de borgtocht, tenzij de aanbesteder een juridische procedure tot voorafname van de borgtocht heeft ingesteld en hij de Deposito- en Consignatiekas hierover geïnformeerd heeft per aangetekend schrijven of via de elektronische toepassing zoals bedoeld in artikel 6. 2° de borgtochten gesteld in uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen tien jaar na de voorlopige oplevering of bij gebrek hieraan vijftien jaar na het stellen van de borgtocht, tenzij de koper of bouwheer een juridische procedure tot voorafname van de borgtocht heeft ingesteld en hij de Deposito- en Consignatiekas hierover geïnformeerd heeft per aangetekend schrijven of via de elektronische toepassing zoals bedoeld in artikel 6."
Art. 401.In dezelfde wet wordt een artikel 27/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 27/1.In afwijking van artikel 19/1, worden de borgtochten die tussen 1 januari 1992 en 31 december 2006 werden gesteld, vrijgegeven aan de consignatiegever na een periode van 3 maanden vanaf 30 juni 2021, tenzij de aanbesteder, koper of bouwheer een juridische procedure tot voorafname van de borgtocht heeft ingesteld en hij de Deposito- en Consignatiekas hierover geïnformeerd heeft per aangetekend schrijven of via de elektronische toepassing zoals bedoeld in artikel 6." HOOFDSTUK 1 9. - Wijzigingen van de wet van 20 juli 2020 tot verstrekking van een staatswaarborg voor bepaalde kredieten aan kmo's in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen
Art. 402.In artikel 8, § 1, van de wet van 20 juli 2020 tot verstrekking van een staatswaarborg voor bepaalde kredieten aan KMO's in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de bepaling onder 2° worden de woorden "het laatste afgesloten boekjaar van de kredietnemer" vervangen door de woorden "het boekjaar van de kredietnemer dat het laatst afgesloten was vóór 1 januari 2020";b) in de bepaling onder 3° worden de woorden "het laatste afgesloten boekjaar van de kredietnemer" vervangen door de woorden "het boekjaar van de kredietnemer dat het laatst afgesloten was vóór 1 januari 2020".
Art. 403.In artikel 15 van dezelfde wet worden de woorden "30 juni 2025" vervangen door de woorden "de laatste dag van de maand die een jaar en zes maanden na de laatst mogelijke vervaldag van een gewaarborgd krediet valt".
Art. 404.In artikel 19, 1° en 10°, van dezelfde wet worden de woorden "31 december 2020" telkens vervangen door de woorden "de laatste dag van de toekenningstermijn in de zin van artikel 4, § 1, zoals verlengd overeenkomstig artikel 4, § 5".
Art. 405.In artikel 20 van dezelfde wet worden de woorden "31 december 2020" telkens vervangen door de woorden "de laatste dag van de toekenningstermijn in de zin van artikel 4, § 1, zoals verlengd overeenkomstig artikel 4, § 5".
Art. 406.In artikel 23 van dezelfde wet worden de woorden "31 december 2020" telkens vervangen door de woorden "de laatste dag van de toekenningstermijn in de zin van artikel 4, § 1, zoals verlengd overeenkomstig artikel 4, § 5".
TITEL 5. - WIJZIGINGSBEPALINGEN HOUDENDE DE OPRICHTING VAN EEN JURIDISCH KADER OM NIEUWE TECHNOLOGIEEN OP HET GEBIED VAN EFFECTENVERKEER TE GEBRUIKEN HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten, gecoördineerd op 27 januari 2004
Art. 407.In het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten, gecoördineerd op 27 januari 2004 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018, wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 3/1.De centrale effectenbewaarinstelling en haar aangesloten leden kunnen effectenrekeningen aanhouden in of door middel van beveiligde mechanismen voor elektronische registratie, met inbegrip van mechanismen voor gedistribueerde elektronische registratie. De Koning kan de voorwaarden bepalen waaraan dergelijke beveiligde mechanismen voor elektronische registratie dienen te voldoen.". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium
Art. 408.Artikel 3, § 1, van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, vervangen bij de wet van 15 december 2004, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende: "De in het eerste lid bedoelde instelling kan rekeningen aanhouden in of door middel van beveiligde mechanismen voor elektronische registratie, met inbegrip van mechanismen voor gedistribueerde elektronische registratie. De Koning kan de voorwaarden bepalen waaraan dergelijke beveiligde mechanismen voor elektronische registratie dienen te voldoen."
Art. 409.Artikel 4, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende: "De centrale effectenbewaarinstellingen bedoeld in het eerste lid kunnen rekeningen aanhouden in of door middel van beveiligde mechanismen voor elektronische registratie, met inbegrip van mechanismen voor gedistribueerde elektronische registratie. De Koning kan de voorwaarden bepalen waaraan dergelijke beveiligde mechanismen voor elektronische registratie dienen te voldoen." HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen
Art. 410.In artikel 1/1, 9°, van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen, ingevoegd bij de wet van 26 september 2011, wordt het tweede streepje vervangen als volgt: "- een opdracht door een deelnemer om door middel van een boeking in een register, op een rekening, die kan worden bewaard in of door middel van beveiligde mechanismen voor elektronische registratie, met inbegrip van mechanismen voor gedistribueerde elektronische registratie, of anderszins, de rechten op of de belangen in één of meer effecten over te boeken. De Koning kan de voorwaarden bepalen waaraan dergelijke beveiligde mechanismen voor elektronische registratie dienen te voldoen;". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen
Art. 411.In artikel 5:30 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "De centrale effectenbewaarinstelling en de erkende rekeninghouder kunnen de in het eerste lid bedoelde rekening aanhouden in of door middel van beveiligde mechanismen voor elektronische registratie, met inbegrip van mechanismen voor gedistribueerde elektronische registratie. De Koning kan de voorwaarden bepalen waaraan dergelijke beveiligde mechanismen voor elektronische registratie dienen te voldoen.".
Art. 412.In artikel 6:29 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "De centrale effectenbewaarinstelling en de erkende rekeninghouder kunnen de in het eerste lid bedoelde rekening aanhouden in of door middel van beveiligde mechanismen voor elektronische registratie, met inbegrip van mechanismen voor gedistribueerde elektronische registratie. De Koning kan de voorwaarden bepalen waaraan dergelijke beveiligde mechanismen voor elektronische registratie dienen te voldoen."
Art. 413.In artikel 7:35 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "De centrale effectenbewaarinstelling en de erkende rekeninghouder kunnen de in het eerste lid bedoelde rekening aanhouden in of door middel van beveiligde mechanismen voor elektronische registratie, met inbegrip van mechanismen voor gedistribueerde elektronische registratie. De Koning kan de voorwaarden bepalen waaraan dergelijke beveiligde mechanismen voor elektronische registratie dienen te voldoen." TITEL 6. - BEPALINGEN BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN CONCESSIONELE LENINGEN AAN DE INTERNATIONALE ONTWIKKELINGSASSOCIATIE IN HET KADER VAN DE NEGENTIENDE WEDERSAMENSTELLING VAN DE MIDDELEN (IDA19)
Art. 414.De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, concessionele leningen verlenen aan de Internationale Ontwikkelingsassociatie in het kader van de negentiende wedersamenstelling van de middelen (IDA19) voor een totaalbedrag van maximaal 256 miljoen euro.
De Koning bepaalt de modaliteiten van de in het eerste lid vermelde leningen.
TITEL 7. - GEDEELTELIJKE OMZETTING VAN RICHTLIJN (EU) 2019/2034 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 27 NOVEMBER 2019 BETREFFENDE HET PRUDENTIELE TOEZICHT OP BELEGGINGSONDERNEMINGEN EN TOT WIJZIGING VAN RICHTLIJNEN 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU EN 2014/65/EU
Art. 415.Artikel 23, § 1 van de wet van 21 november 2017 over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van richtlijn 2014/65/EU wordt aangevuld met de volgende zin: "De toepassing van verhandelingseenheden belet niet dat gereglementeerde markten orders van aanzienlijke omvang matchen op het gemiddelde van de spread tussen de actuele bied- en laatprijzen.".
TITEL 8. - RICHTLIJN (EU) 2020/1504 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 7 OKTOBER 2020 TOT WIJZIGING VAN RICHTLIJN 2014/65/EU BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIELE INSTRUMENTEN
Art. 416.In artikel 4 van de wet van 26 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, vervangen bij de wet van 21 november 2017, wordt paragraaf 1 aangevuld met een bepaling onder 15°, luidende: "15° crowdfundingdienstverleners zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder e), van Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937;".
TITEL 9. - WIJZIGINGEN VAN DE WET VAN 31 AUGUSTUS 1939 BETREFFENDE DELCREDERE
Art. 417.In artikel 9 van de wet van 31 augustus 1939 betreffende Delcredere, gewijzigd bij de wet van 18 april 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt: "2° voor de activiteit bedoeld in artikel 3, 1° : 4 500 000 000,00 euro (vier miljard vijfhonderd miljoen euro)";2° het tweede lid wordt vervangen als volgt: "De Koning kan het plafond bedoeld in het eerste lid, 1°, verhogen bij in Ministerraad overlegd besluit.De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het plafond bedoeld in het eerste lid, 2°, indexeren op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen met als referentie dit van de maand maart 2021.".
TITEL 10. - OVERGANGSBEPALINGEN EN INWERKINGTREDING
Art. 418.De bepalingen van deze wet treden in werking overeenkomstig het gemeen recht, met uitzondering van: 1° artikel 8 dat in werking treedt de dag waarop de sluiting van de vereffening van het Kringloopfonds is gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad;2° artikelen 201, 202, 204, 228, 229, 236 en 237 die in werking treden op 30 juni 2021;3° artikelen 354 en 358 en de artikelen 395 en 396, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2021;4° artikel 367 dat in werking treedt op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van 12 maanden die ingaat de dag na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.5° hoofdstuk 19 van Titel 4 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.
Art. 419.De personen die rechtstreeks bij de bemiddelingswerkzaamheden betrokken zijn zonder in contact te staan met het publiek, als bedoeld in artikel I.9, 79° van het Wetboek van economisch recht zoals vervangen bij artikel 367 van deze wet, die, op datum van inwerkingtreding van deze bepaling, dergelijke functies uitoefenen bij een kredietgever of een kredietbemiddelaar, beschikken over een termijn van 12 maanden om aan de vereisten van beroepskennis vastgesteld door de Koning overeenkomstig artikelen VII. 181, § 1, 1° en § 2, 1°, VII. 186, § 1, 1° en § 2, 1° en VII. 187, § 1, 1° van het Wetboek van economisch recht, te voldoen.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 27 juni 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K55-1887 Integraal verslag: 27 mei 2021.