gepubliceerd op 15 januari 2024
Wet houdende diverse financiële bepalingen
20 DECEMBER 2023. - Wet houdende diverse financiële bepalingen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL. - Inleidende bepaling
Artikel 1.§ 1. Deze wet regelt een angelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. § 2. De artikelen 35 tot en met 38, 41 en 42 voorzien in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG. De artikelen 45, 84 et 86b voorzien in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU. TITEL 2. - Financiële bepalingen HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen
Art. 2.In artikel 3bis, § 17, tweede lid, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen, hersteld bij het koninklijk besluit van 28 september 2006, wordt het woord "drie" vervangen door het woord "vier". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten
Art. 3.In artikel 12, tweede lid, van het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 27 januari 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten4, gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten3, worden de woorden "via, naargelang het geval, de curator of de vereffenaar," ingevoegd tussen de woorden "op collectieve wijze" en de woorden "op de algemeenheid van de financiële instrumenten van dezelfde categorie".
Art. 4.In artikel 13, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten3, worden de woorden "via, naargelang het geval, de curator of de vereffenaar," ingevoegd tussen de woorden "op collectieve wijze" en de woorden "op de algemeenheid van de vervangbare financiële instrumenten van dezelfde categorie". HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 2 januari 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten1 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium
Art. 5.Artikel 8, eerste lid van de wet van 2 januari 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten1 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten3, wordt aangevuld met de volgende zin: "In geval van faillissement of in alle andere gevallen van samenloop in hoofde van de instelling die de rekeningen bijhoudt of van de centrale effectenbewaarinstelling geschiedt deze terugvordering op collectieve wijze via, naargelang het geval, de curator of de vereffenaar.". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, inzake afwikkeling en distributed ledger-technologie
Art. 6.In artikel 12ter van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende: " § 1/1.De Bank voert de taken uit van de afwikkelingsautoriteit, die gemachtigd is om de afwikkelingsinstrumenten toe te passen en de afwikkelingsbevoegdheden uit te oefenen overeenkomstig de bepalingen die zijn vastgesteld door of krachtens Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132."; 2° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende: " § 2/1.De werkingskosten die betrekking hebben op de taken als bedoeld in paragraaf 1/1, worden gedragen door de erkende centrale tegenpartijen krachtens artikel 36/25, § 3, volgens de door de Koning vastgestelde regels.".
Art. 7.Artikel 21ter, § 5, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten en vervangen bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, wordt aangevuld met een bepaling onder 3°, luidende: "3° de bepalingen die zijn vastgesteld door of krachtens Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132.".
Art. 8.Artikel 35/1, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2020, wordt aangevuld met een bepaling onder 3°, luidende: "3° in het kader van de uitvoering van haar taak als bedoeld in artikel 12ter, § 1/1, en met het oog op de uitoefening van die taak, binnen de grenzen van de bepalingen die zijn vastgesteld door of krachtens Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/113 en met name: a) aan de afwikkelingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie en van andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte, alsook aan de autoriteiten van derde Staten die belast zijn met taken die te vergelijken zijn met die bedoeld in artikel 12ter, § 1/1;b) aan de personen of autoriteiten als bedoeld in artikel 36/14, § 1, 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 8°, 11°, 18° en 19° ;c) aan de minister van Financiën;d) aan iedere andere persoon, ongeacht of hij onder het Belgische recht of onder een buitenlands recht valt, wanneer dit noodzakelijk is voor het plannen of uitvoeren van een afwikkelingsmaatregel, en met name, - aan de bijzondere bestuurders die krachtens Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 zijn benoemd; - aan het orgaan dat bevoegd is voor de financieringsregelingen voor de afwikkeling; - aan auditors, boekhouders, juridische en professionele adviseurs, taxateurs en andere deskundigen die rechtstreeks of onrechtstreeks door de Bank, een afwikkelingsautoriteit, een bevoegd ministerie of een potentiële verwerver in de arm zijn genomen; - aan een overbruggings-centrale tegenpartij als bedoeld in artikel 42 van Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132; - aan de personen of autoriteiten bedoeld in artikel 36/14, § 1, 6°, 7°, 9°, 10°, 12°, 15° en 20° ; - aan de potentiële verwervers met wie de bevoegde autoriteiten of de afwikkelingsautoriteit contact opnemen.".
Art. 9.In artikel 36/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten5 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zin "Definities: Voor de toepassing van dit hoofdstuk en hoofdstuk VII wordt verstaan onder:" wordt vervangen als volgt: "Definities: voor de toepassing van dit hoofdstuk en hoofdstuk IV/2 wordt verstaan onder:";2° in de bepaling onder 16° worden de woorden "of artikel 11 van Verordening 909/2014" vervangen door de woorden ", artikel 11 van Verordening 909/2014 of artikel 2, 21), en artikel 12 van Verordening 2022/858";3° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 33°, 34° en 35°, luidende: "33° "Verordening 2021/23": Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr.1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132; 34° "Verordening 2022/858": Verordening (EU) 2022/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een proefregeling voor marktinfrastructuren op basis van distributed ledger-technologie en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr.600/2014 en (EU) nr. 909/2014 en Richtlijn 2014/65/EU; 35° "entiteit die een DLT-afwikkelingssysteem of een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteert": een centrale effectenbewaarinstelling of een beleggingsonderneming of marktexploitant die een DLT-afwikkelingssysteem of een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteert als bedoeld in artikel 97, 13° en 14°, van de wet van ... houdende diverse financiële bepalingen.".
Art. 10.In artikel 36/2, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten5 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten3, worden de woorden "de entiteiten die een DLT-afwikkelingssysteem of een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteren," ingevoegd tussen de woorden "de centrale effectenbewaarinstellingen," en de woorden "de instellingen die ondersteuning verlenen".
Art. 11.In artikel 36/14, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten5 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, wordt een bepaling onder 22° /1 ingevoegd, luidende: "22° /1 binnen de grenzen van het recht van de Europese Unie, aan de afwikkelingsautoriteiten bedoeld in artikel 3 van Verordening 2021/23, aan de autoriteiten van derde Staten die belast zijn met taken die te vergelijken zijn met die bedoeld in artikel 12ter, § 1/1, waarmee de Bank een samenwerkingsakkoord heeft gesloten waarin wordt voorzien in de uitwisseling van informatie, alsook aan de bevoegde ministeries van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte, wanneer dit noodzakelijk blijkt voor het plannen of uitvoeren van een afwikkelingsmaatregel;".
Art. 12.In artikel 36/25bis, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, worden de woorden "de bepalingen die zijn vastgesteld door of krachtens" ingevoegd tussen de woorden "om toe te zien op de naleving van" en de woorden "Verordening 648/2012".
Art. 13.In artikel 36/26/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten3 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende: " § 1/1. De Bank is bevoegd voor het uitvoeren van de in Verordening 2022/858 bedoelde taken met betrekking tot de vergunningverlening aan en het toezicht op entiteiten die een DLT-afwikkelingssysteem of een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteren. De Bank oefent deze bevoegdheid uit overeenkomstig de bij wet vastgelegde bevoegdheidsverdeling tussen de Bank en de FSMA.".
Art. 14.In artikel 36/29 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten5 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten3, worden tussen de woorden "centrale effectenbewaarinstellingen," en "de ondersteuning verlenende instellingen" de woorden "de entiteiten die een DLT-afwikkelingssysteem of een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteren," ingevoegd.
Art. 15.In artikel 36/30 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten5 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten5, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de paragrafen 1 en 2 worden vervangen als volgt: " § 1.De Bank kan elke centrale tegenpartij, elke centrale effectenbewaarinstelling, elke entiteit die een DLT-afwikkelingssysteem of een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteert, elke instelling die ondersteuning verleent aan een centrale effectenbewaarinstelling of elke depositobank bevelen binnen de door de Bank bepaalde termijn te voldoen aan de bepalingen die zijn vastgesteld door of krachtens de artikelen 36/25, 36/26 en 36/26/1 en aan elke bepaling die is vastgesteld door of krachtens Verordening 648/2012, Verordening 909/2014, Verordening 2015/2365 of Verordening 2022/858.
Indien de instelling waaraan de Bank met toepassing van het eerste lid een bevel heeft gericht, na afloop van de opgelegde termijn in gebreke blijft, kan de Bank, op voorwaarde dat de instelling haar middelen heeft kunnen laten gelden en onverminderd de andere bij de wet bepaalde maatregelen: 1° de betrokken tekortkoming bekendmaken; 2° de betaling van een dwangsom opleggen van maximum 2.500.000 euro per inbreuk en maximum 50.000 euro per dag vertraging; 3° bij de betrokken instelling, waarvan de maatschappelijke zetel in België is gevestigd, een bijzonder commissaris aanstellen van wie de toestemming vereist is voor de handelingen en beslissingen die de Bank bepaalt. In spoedeisende gevallen kan de Bank de in het tweede lid, 1° en 3°, bedoelde maatregelen nemen zonder voorafgaand bevel met toepassing van het eerste lid, op voorwaarde dat de betrokken instelling haar middelen heeft kunnen laten gelden. § 2. Onverminderd de andere bij de wet bepaalde maatregelen kan de Bank, indien zij overeenkomstig de artikelen 36/9 tot 36/11 een inbreuk vaststelt op de bepalingen die zijn vastgesteld door of krachtens de artikelen 36/25, 36/26 en 36/26/1 of op de bepalingen die zijn vastgesteld door of krachtens Verordening 648/2012, Verordening 909/2014, Verordening 2015/2365 of Verordening 2022/858, aan elke centrale tegenpartij, aan elke centrale effectenbewaarinstelling, aan elke entiteit die een DLT-afwikkelingssysteem of een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteert, aan elke instelling die ondersteuning verleent aan een centrale effectenbewaarinstelling of aan elke depositobank een administratieve geldboete opleggen die voor hetzelfde feit of geheel van feiten niet meer mag bedragen dan 2.500.000 euro.
Wanneer de inbreuk de overtreder een vermogensvoordeel heeft opgeleverd, wordt dit maximum verhoogd tot het tweevoud van het bedrag van dit voordeel en, in geval van recidive, tot het drievoud van dit bedrag.
In afwijking van het eerste lid zijn de volgende maximumbedragen van toepassing in geval van een inbreuk door een centrale tegenpartij op de artikelen 4 of 15 van Verordening 2015/2365 of van de bepalingen die werden genomen op basis of in uitvoering van die artikelen: a) voor natuurlijke personen 5.000.000 euro; en b) voor rechtspersonen 5.000.000 euro in geval van een inbreuk op artikel 4 en 15.000.000 euro in geval van een inbreuk op artikel 15 of, indien het bij toepassing van dat percentage verkregen bedrag hoger is, tien procent van de totale jaaromzet tijdens het voorgaande boekjaar.
Wanneer de inbreuk voor de overtreder winst heeft opgeleverd, of deze laatste in staat heeft gesteld verlies te vermijden, kan dat maximumbedrag worden verhoogd tot het drievoud van die winst of dat verlies."; 2° in paragraaf 4 wordt de zin "Het bedrag van de boete wordt met name vastgesteld op grond van" vervangen door de zin "Het bedrag van de op grond van paragrafen 1 en 2 opgelegde dwangsommen en geldboetes wordt met name door de Bank vastgesteld rekening houdend met alle relevante omstandigheden, en met name, in voorkomend geval, met:".
Art. 16.In artikel 36/30/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten3 en gewijzigd bij de wet van 28 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de paragrafen 1 en 2 worden als volgt vervangen: " § 1.Wanneer de Bank een van de inbreuken vaststelt als bedoeld in artikel 63 van Verordening 909/2014, kan ze aan elke centrale effectenbewaarinstelling, aan elke entiteit die een DLT-afwikkelingssysteem of een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteert of aan de persoon die verantwoordelijk is voor de inbreuk, de sancties en andere administratieve maatregelen opleggen die zijn bepaald door of krachtens artikel 63 van Verordening 909/2014. Bij de vaststelling van de aard en de omvang van sancties of andere administratieve maatregelen houdt de Bank met name rekening met de relevante omstandigheden die zijn vermeld in artikel 64 van Verordening 909/2014. Wanneer de Bank in het bijzonder, overeenkomstig de artikelen 36/9 tot 36/11, een van de inbreuken vaststelt als bedoeld in of krachtens artikel 63 van Verordening 909/2014, kan ze aan elke centrale effectenbewaarinstelling, aan elke entiteit die een DLT-afwikkelingssysteem of een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteert of aan de persoon die verantwoordelijk is voor de inbreuk, een administratieve boete opleggen waarvan het maximumbedrag wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 63, paragraaf 2, e), f) en g), van Verordening 909/2014. De beslissingen tot het opleggen van een sanctie of enige andere administratieve maatregel worden met inachtneming van artikel 62 van Verordening 909/2014 bekendgemaakt. § 2. Indien de centrale effectenbewaarinstelling of entiteit die een DLT-afwikkelingssysteem of een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteert waaraan de Bank een bevel heeft gericht om te voldoen aan de bepalingen die zijn vastgesteld door of krachtens Verordening 909/2014, de artikelen 4 en 15 van Verordening 2015/2365 of Verordening 2022/858, na afloop van de opgelegde termijn in gebreke blijft, kan de Bank, op voorwaarde dat de betrokken instelling haar middelen heeft kunnen laten gelden: 1° de betrokken tekortkoming bekendmaken; 2° de betaling van een dwangsom opleggen van maximum 2.500.000 euro per inbreuk en maximum 50.000 euro per dag vertraging; 3° bij de betrokken instelling waarvan de maatschappelijke zetel in België is gevestigd, een bijzonder commissaris aanstellen van wie de toestemming vereist is voor de handelingen en beslissingen die de Bank bepaalt;4° voor de duur die zij bepaalt, de rechtstreekse of onrechtstreekse uitoefening van het bedrijf van de betrokken instelling geheel of ten dele schorsen dan wel verbieden; De leden van de bestuurs- en beleidsorganen en de personen die instaan voor het beleid, die handelingen stellen of beslissingen nemen ondanks de schorsing of het verbod, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor het nadeel dat hieruit voortvloeit voor de instelling of voor derden;
Indien de Bank de schorsing of het verbod in het Belgisch Staatsblad heeft bekendgemaakt, zijn alle hiermee strijdige handelingen en beslissingen nietig; 5° strengere vereisten opleggen inzake solvabiliteit, liquiditeit, risicoconcentratie en andere begrenzingen;6° de vervanging gelasten van alle of een deel van de leden van het wettelijk bestuursorgaan van de betrokken instelling binnen een termijn die zij bepaalt en, zo binnen deze termijn geen vervanging geschiedt, in de plaats van de voltallige bestuurs- en beleidsorganen van de betrokken instelling een of meer voorlopige bestuurders of zaakvoerders aanstellen die alleen of collegiaal, naargelang van het geval, de bevoegdheden hebben van de vervangen personen.De Bank maakt haar beslissing bekend in het Belgisch Staatsblad.
De bezoldiging van de voorlopige bestuurder(s) of zaakvoerder(s) wordt vastgesteld door de Bank en gedragen door de betrokken instelling.
De Bank kan de voorlopige bestuurder(s) of zaakvoerder(s) te allen tijde vervangen, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van een meerderheid van aandeelhouders of vennoten, wanneer zij aantonen dat het beleid van de betrokkenen niet langer de nodige waarborgen biedt.
In spoedeisende gevallen kan de Bank de in paragraaf 2, 1°, 3° en 4° tot 6°, bedoelde maatregelen nemen zonder voorafgaand bevel, op grond van het eerste lid, op voorwaarde dat de betrokken instelling haar middelen heeft kunnen laten gelden."; 2° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende: " § 2/1.Onverminderd de andere bij de wet bepaalde maatregelen kan de Bank, wanneer ze, overeenkomstig de artikelen 36/9 tot 36/11, een inbreuk vaststelt op de bepalingen die zijn vastgesteld door of krachtens de artikelen 4 en 15 van Verordening 2015/2365, aan elke centrale effectenbewaarinstelling een administratieve boete opleggen.
De volgende maximumbedragen zijn van toepassing: a) voor natuurlijke personen 5.000.000 euro; en b) voor rechtspersonen 5.000.000 euro bij een inbreuk op artikel 4 en 15.000.000 euro bij een inbreuk op artikel 15 of, indien het bij toepassing van dat percentage verkregen bedrag hoger is, tien procent van de totale jaaromzet tijdens het voorgaande boekjaar.
Wanneer de inbreuk voor de overtreder winst heeft opgeleverd, of deze laatste in staat heeft gesteld verlies te vermijden, kan dit maximumbedrag worden verhoogd tot het drievoud van die winst of dat verlies."; 3° paragraaf 4, opgeheven bij de wet van 28 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten3, wordt hersteld als volgt: " § 4.Het bedrag van de op grond van paragrafen 2 en 3 opgelegde dwangsommen en geldboetes wordt door de Bank vastgesteld rekening houdend met alle relevante omstandigheden, en met name, in voorkomend geval, met: a) de ernst en de duur van de tekortkomingen;b) de mate van verantwoordelijkheid van de betrokkene;c) de financiële draagkracht van de betrokkene, zoals die met name blijkt uit de totale omzet van de betrokken rechtspersoon of uit het jaarinkomen van de betrokken natuurlijke persoon;d) het voordeel of de winst die deze tekortkomingen eventueel opleveren;e) het nadeel dat derden door deze tekortkomingen hebben geleden, voor zover dit kan worden bepaald;f) de mate van medewerking van de betrokken natuurlijke of rechtspersoon met de bevoegde autoriteiten;g) vroegere tekortkomingen van de betrokkene; h) de potentiële negatieve impact van de tekortkomingen op de stabiliteit van het financiële stelsel.".
Art. 17.In Hoofdstuk IV/2 van dezelfde wet wordt een artikel 36/30/2 ingevoegd, luidende: "Art. 36/30/2. § 1. Voor de uitvoering van haar taken als afwikkelingsautoriteit bedoeld in de artikelen 12ter, § 1/1, en in de bepalingen die werden vastgesteld door of krachtens dat artikel, of om gevolg te geven aan verzoeken tot samenwerking van afwikkelingsautoriteiten in de zin van artikel 36/14, § 1, 22° /1, beschikt de Bank ten aanzien van de centrale tegenpartijen, met inbegrip van hun op het grondgebied van de Unie gevestigde bijkantoren, over de volgende bevoegdheden: 1° zij kan zich elke informatie en elk document, in welke vorm ook, doen meedelen;2° zij kan ter plaatse inspecties en expertises verrichten, ter plaatse kennisnemen en een kopie maken van elk document, gegevensbestand en registratie, en toegang hebben tot elk informaticasysteem;3° zij kan de commissarissen of de met de controle van de jaarrekeningen van deze entiteiten belaste personen, op kosten van deze entiteiten, om bijzondere verslagen vragen over de door haar aangegeven onderwerpen;4° wanneer deze entiteiten in België zijn gevestigd, kan zij eisen dat deze haar alle nuttige informatie en documenten bezorgen over ondernemingen die deel uitmaken van dezelfde groep en in het buitenland zijn gevestigd. § 2. Wanneer de Bank een inbreuk vaststelt op de bepalingen als bedoeld in of krachtens Verordening 2021/23, kan de Bank de centrale tegenpartij of de persoon die verantwoordelijk is voor de inbreuk gelasten de vastgestelde situatie te verhelpen binnen de door de Bank bepaalde termijn en, in voorkomend geval, het gedrag dat een inbreuk uitmaakt niet meer te herhalen.
Indien de centrale tegenpartij of de persoon aan wie de Bank, overeenkomstig het eerste lid, een bevel heeft gericht, in gebreke blijft na afloop van de opgelegde termijn, en op voorwaarde dat de centrale tegenpartij of de persoon haar of zijn middelen heeft kunnen laten gelden, kan de Bank, onverminderd de overige maatregelen bepaald door of krachtens Verordening 2021/23: 1° de desbetreffende tekortkoming aan het licht brengen en de identiteit van de centrale tegenpartij of van de verantwoordelijke persoon en de aard van de inbreuk bekendmaken; 2° de betaling van een dwangsom opleggen van maximum 2.500.000 euro per inbreuk en maximum 50.000 euro per dag vertraging; 3° tegen de leden van bestuursorganen van de centrale tegenpartij of tegen iedere andere verantwoordelijk gehouden natuurlijke persoon een tijdelijk verbod uitspreken om functies uit te oefenen in een centrale tegenpartij. In spoedeisende gevallen kan de Bank de in het tweede lid, 1° en 3°, bedoelde maatregelen nemen zonder voorafgaand bevel op grond van het eerste lid, op voorwaarde dat de centrale tegenpartij of iedere andere verantwoordelijk gehouden natuurlijke persoon, haar middelen heeft kunnen laten gelden. § 3. Onverminderd de overige maatregelen bepaald door of krachtens Verordening 2021/23, kan de Bank wanneer zij, overeenkomstig de artikelen 36/9 tot 36/11, een inbreuk vaststelt op de bepalingen die zijn vastgesteld door of krachtens Verordening 2021/23, aan elke centrale tegenpartij een administratieve boete opleggen, waarvoor de volgende maximumbedragen van toepassing zijn: a) voor natuurlijke personen 5.000.000 euro; en b) voor rechtspersonen tien procent van de totale jaaromzet tijdens het voorgaande boekjaar.Indien de rechtspersoon een dochteronderneming van een moederonderneming is, wordt de omzet in aanmerking genomen die blijkt uit de geconsolideerde jaarrekening van de uiteindelijke moederonderneming voor het voorgaande boekjaar.
Wanneer de inbreuk voor de overtreder winst heeft opgeleverd, kan dit maximumbedrag worden verhoogd tot het tweevoud van het door de overtreder behaalde voordeel. § 4. De op grond van de paragrafen 2 en 3 opgelegde dwangsommen en geldboetes worden ten voordele van de Schatkist geïnd door de Algemene Administratie van de inning en invordering van de Federale Overheidsdienst Financiën. § 5. Wanneer de dwangsommen als bedoeld in paragraaf 2 en de administratieve boetes als bedoeld in paragraaf 3 worden opgelegd bij niet-naleving van de verplichtingen die zijn bepaald door of krachtens Verordening 2021/23, maakt de Bank de oplegging van die sancties bekend overeenkomstig artikel 83 van Verordening 2021/23. § 6. Het bedrag van de op grond van paragrafen 2 en 3 opgelegde dwangsommen en geldboetes wordt door de Bank vastgesteld rekening houdend met alle relevante omstandigheden, en met name, in voorkomend geval, met: a) de ernst en de duur van de tekortkomingen;b) de mate van verantwoordelijkheid van de betrokkene;c) de financiële draagkracht van de betrokkene, zoals die met name blijkt uit de totale omzet van de betrokken rechtspersoon of uit het jaarinkomen van de betrokken natuurlijke persoon;d) het voordeel of de winst die deze tekortkomingen eventueel opleveren;e) het nadeel dat derden door deze tekortkomingen hebben geleden, voor zover dit kan worden bepaald;f) de mate van medewerking van de betrokken natuurlijke of rechtspersoon met de bevoegde autoriteiten;g) vroegere tekortkomingen van de betrokkene; h) de potentiële negatieve impact van de tekortkomingen op de stabiliteit van het financiële stelsel.". HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, betreffende de Sanctiecommissie
Art. 18.In artikel 36/8 van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten5 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten2, wordt paragraaf 8 vervangen als volgt: " § 8. De Sanctiecommissie legt in een reglement van inwendige orde de procedureregels en de deontologische regels vast voor de behandeling van de sanctiedossiers en legt dit ter goedkeuring voor aan de Koning.". HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen in de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten
Art. 19.In artikel 2 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 41°, worden de woorden "de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen" vervangen door de woorden "de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen";2° er wordt een bepaling onder 41° /2 ingevoegd, luidende: "41° /2 "de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2": de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2 op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen".3° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 81° tot 83°, luidende: "81° "Verordening 2019/1238": Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP);82° "PEPP": pan-Europees persoonlijk pensioenproduct, zoals gedefinieerd in artikel 2, 2°, van Verordening 2019/1238;83° "GTM-verordening": Verordening (EU) Nr.1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen."
Art. 20.In artikel 31, § 5, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies sluiten, worden de woorden "de artikelen 65, §§ 1 en 2, en 528 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, voor zover dit laatste artikel het voormelde artikel 65, §§ 1 en 2, van toepassing verklaart op de beursvennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 65, §§ 1 en 2, van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten en in artikel 69, § 2, eerste en tweede lid van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2".
Art. 21.Artikel 36, § 2, tweede lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten5, wordt aangevuld met een bepaling onder 12°, luidende: "12° in geval van een inbreuk op de bepalingen van Verordening 2019/1238 waarvoor de FSMA als bevoegde autoriteit is aangesteld overeenkomstig artikel 37nonies, of op de bepalingen genomen op grond of ter uitvoering ervan: voor natuurlijke personen, 700.000 euro, en, voor rechtspersonen, 5.000.000 euro of tien procent van de totale nettojaaromzet. Wanneer de inbreuk de overtreder winst heeft opgeleverd of hem heeft toegelaten verlies te vermijden, mag dit maximum worden verhoogd tot het dubbele van het bedrag van deze winst of dit verlies.".
Art. 22.In hoofdstuk II, afdeling 8, dezelfde wet wordt een artikel 37nonies ingevoegd, luidende: "
Art. 37nonies.§ 1. De FSMA oefent de taken uit die Verordening 2019/1238 aan de bevoegde overheid toevertrouwt, en ziet toe op de naleving van die Verordening en van de op grond van of krachtens die Verordening vastgestelde bepalingen. § 2. Voor de uitoefening van deze opdrachten kan de FSMA: 1° de in de artikelen 34 en 35 bedoelde bevoegdheden uitoefenen;2° de in de artikelen 79 tot 85bis bedoelde bevoegdheden uitoefenen overeenkomstig de in die artikelen voorziene nadere regels. De artikelen 36 en 37 zijn van toepassing bij inbreuken op de bepalingen van de in paragraaf 1 bedoelde Verordening, op de bepalingen die op grond van of krachtens die Verordening zijn vastgesteld, of op de maatregelen die de FSMA krachtens die Verordening of de uitvoeringsbepalingen ervan heeft genomen. Zij zijn ook van toepassing bij niet-naleving van de verplichtingen of de maatregelen die krachtens het eerste lid, 2°, zijn opgelegd.". § 3. De FSMA oefent haar in paragraaf 1 gedefinieerde toezichtsbevoegdheden op eensluidend advies van de Bank uit.
De in het eerste lid bedoelde eensluidende adviezen van de Bank hebben betrekking op de naleving van de bepalingen van Verordening 2019/1238, vanuit het oogpunt van de prudentiële toezichtsbevoegdheden van de Bank conform artikel 36/2 van de organieke wet van de Bank, of die van de Europese Centrale Bank conform de GTM-verordening. § 4. De FSMA spreekt zich, op eensluidend advies van de Bank, uit over de registratieaanvraag van een PEPP ingediend door een in artikel 6, lid 1, a), b) of d), van Verordening 2019/1238 bedoelde kredietinstelling, verzekeringsonderneming of beursvennootschap.
Het eensluidend advies van de Bank heeft in dit geval betrekking op de conformiteit van de registratieaanvraag met de bepalingen van Verordening 2019/1238, vanuit het oogpunt van de prudentiële toezichtsbevoegdheden van de Bank conform artikel 36/2 van de organieke wet van de Bank, of die van de Europese Centrale Bank conform de GTM-verordening.
De FSMA bezorgt de Bank de registratieaanvraag en de elementen van die aanvraag, bedoeld in artikel 6, lid 2, van Verordening 2019/1238, die onder de prudentiële toezichtsbevoegdheden van de Bank vallen conform artikel 36/2 van de organieke wet van de Bank, of die van de Europese Centrale Bank conform de GTM-verordening. De Bank verwittigt de FSMA binnen een termijn van maximum 5 dagen als zij vaststelt dat de registratieaanvraag niet volledig is.
De Bank bezorgt de FSMA haar eensluidend advies binnen een maand vanaf de ontvangst van de volledige registratieaanvraag.
Als binnen voornoemde termijn van een maand geen eensluidend advies wordt verstrekt, wordt dat beschouwd als een advies tot weigering van de registratie van het betrokken PEPP. Vóór voornoemde termijn van een maand verstrijkt, kan de Bank de FSMA er van op de hoogte brengen dat zij haar advies uiterlijk binnen 15 dagen na het verstrijken van voornoemde termijn zal verstrekken.
De FSMA volgt het eensluidend advies van de Bank en vermeldt dat in haar beslissing over de registratieaanvraag. Het advies van de Bank wordt gevoegd bij de kennisgeving van de beslissing van de FSMA aan EIOPA en aan de PEPP-aanbieder die de aanvraag heeft ingediend.
De FSMA brengt alle latere wijzigingen van de in het derde lid bedoelde elementen ter kennis van de Bank. In voorkomend geval, bezorgt de Bank de FSMA een nieuw eensluidend advies over de conformiteit van de in die documenten aangebrachte wijzigingen met de bepalingen van Verordening 2019/1238, volgens de regels bepaald in het tweede tot zesde lid. De FSMA volgt het eensluidend advies van de Bank. § 5. De in artikel 40, lid 1 tot 5, van Verordening 2019/1238 bedoelde informatie aan de bevoegde nationale autoriteiten wordt aan de Bank verstrekt wanneer de betrokken PEPP-aanbieders kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen of beursvennootschappen zijn als bedoeld in artikel 6, lid 1, a), b) of d), van Verordening 2019/1238. De Bank controleert dat alle vereiste informatie haar conform voornoemd artikel 40, lid 1 tot 5 is verstrekt. De Bank verstrekt de in artikel 40, lid 5, van Verordening 2019/1238 bedoelde informatie aan de FSMA. De FSMA verstrekt die informatie aan EIOPA overeenkomstig artikel 40, lid 5, alinea 2, van Verordening 2019/1238. De overige informatie die aan de Bank wordt verstrekt, wordt ter beschikking gesteld van de FSMA, als zij daarom verzoekt.
Met uitzondering van de informatie die moet worden verstrekt door de in het eerste lid bedoelde kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beursvennootschappen die vallen onder het prudentieel toezicht van de Bank conform artikel 36/2 van de organieke wet van de Bank, of dat van de Europese Centrale Bank conform de GTM-verordening, kan de FSMA, bij reglement bedoeld in artikel 64, de aard, de reikwijdte en het model van de in artikel 40, lid 1, van Verordening 2019/1238 bedoelde informatie vaststellen die zij voornemens is van de PEPP-aanbieders te eisen met van tevoren bepaalde tussenpozen, in van tevoren bepaalde gevallen of bij onderzoeken naar de situatie van een PEPP-aanbieder.
Voor de informatie die moet worden verstrekt door de in het eerste lid bedoelde kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beursvennootschappen die vallen onder het prudentieel toezicht van de Bank conform artikel 36/2 van de organieke wet van de Bank, of dat van de Europese Centrale Bank conform de GTM-verordening, kunnen die modaliteiten worden verduidelijkt bij door een de Bank vastgesteld reglement conform artikel 12bis, § 2, van de organieke wet van de Bank.
De FSMA en de Bank plegen onderling overleg bij de opstelling van de in de vorige twee leden bedoelde reglementen. § 6. De FSMA haalt, op vraag van de Bank, de registratie door van een PEPP die wordt aangeboden door een kredietinstelling, een verzekeringsonderneming of een beursvennootschap bedoeld in artikel 6, lid 1, a), b) of d), van Verordening 2019/1238, als de Bank van oordeel is dat aan de voorwaarden van artikel 8, lid 1, van Verordening 2019/1238 is voldaan met betrekking tot de aspecten die vallen onder het prudentieel toezicht van de Bank overeenkomstig artikel 36/2 van de organieke wet van de Bank, of dat van de Europese Centrale Bank conform de GTM-verordening.
Wanneer EIOPA de FSMA, overeenkomstig artikel 8, lid 6, van Verordening 2019/1238, vraagt om na te gaan of er sprake is van omstandigheden die de doorhaling rechtvaardigen van de registratie van een PEPP die wordt aangeboden door een kredietinstelling, een verzekeringsonderneming of een beursvennootschap als bedoeld in artikel 6, lid 1, a), b) of d), van Verordening 2019/1238, dient de FSMA haar bevindingen in bij EIOPA, op eensluidend advies van de Bank in verband met de aspecten die vallen onder het prudentieel toezicht van de Bank overeenkomstig artikel 36/2 van de organieke wet van de Bank, of dat van de Europese Centrale Bank conform de GTM-verordening. § 7. De FSMA kan de bevoegdheden uitoefenen waarin, krachtens artikel 63 van Verordening 2019/1238, voor de bevoegde autoriteiten wordt voorzien.
Op vraag van de Bank verbiedt of beperkt de FSMA het op de markt brengen of distribueren van een PEPP overeenkomstig artikel 63, eerste lid, a), van Verordening 2019/1238, als er volgens de Bank redelijke gronden zijn om aan te nemen dat het PEPP een risico vormt voor de stabiliteit van het Belgische financiële stelsel of een deel daarvan".
Art. 23.In artikel 45, § 1, 3°, f), van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017014203 bron federale overheidsdienst financien Wet over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU sluiten, worden de woorden "de artikelen 502, 510, 510/1, 510/2, 527, 528, 529/1 evenals 530 voor wat betreft het verstrekken van beleggingsdiensten en het verrichten van beleggingsactiviteiten, van de diezelfde wet voor zover de artikelen 502 en 528, eerste lid, van die wet de voormelde artikelen 21 en 65, § 3, van toepassing verklaren op de beursvennootschappen" vervangen door de woorden "de artikelen 17, 37, 38, 39, 40, 68, 69, § 2, derde lid, 71, 72, evenals artikel 73 voor wat betreft het verstrekken van beleggingsdiensten en het verrichten van beleggingsactiviteiten, van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2".
Art. 24.In artikel 75 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de tweede bepaling onder 24° wordt vervangen als volgt: "24° /1 aan de Cel voor financiële informatieverwerking bedoeld in artikel 76 van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten;" b) in 26° worden de woorden "aan de personen die, met toepassing van artikel 50 van Verordening 2019/1238, een klacht bij de FSMA hebben ingediend, en aan de PEPP-aanbieders en -distributeurs in de zin van voornoemde Verordening" ingevoegd tussen de woorden "alsook aan de crowdfundingdienstverleners," en de woorden "voor zover nodig". c) de tweede bepaling onder 27° wordt vervangen als volgt: "27° /1 aan de Europese Commissie, in het kader van het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies conform artikel 45, § 1, 2°, a), wanneer die informatie noodzakelijk is voor de uitoefening van haar bevoegdheden." 2° in paragraaf 3, worden de woorden "van al haar opdrachten als bedoeld in artikel 45." vervangen door de woorden "van al haar wettelijke opdrachten". HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van de wet van 22 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten
Art. 25.Artikel 4 van de wet van 22 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten, laatstelijk gewijzigd bij wet van 5 juli 2022, wordt aangevuld met een bepaling onder 17°, luidende: "17° "verantwoordelijke gereglementeerde onderneming": een gereglementeerde onderneming in wiens naam en voor wiens rekening een agent in bank- en beleggingsdiensten handelt".
Art. 26.In artikel 7, § 3, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "de naam van zijn principaal" vervangen door de woorden "de naam van zijn verantwoordelijke gereglementeerde onderneming".
Art. 27.In artikel 10 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017014203 bron federale overheidsdienst financien Wet over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht: - in het eerste lid worden de woorden "de volledige en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van zijn principaal.De principaal oefent" vervangen door de woorden "de volledige en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van zijn verantwoordelijke gereglementeerde onderneming. De verantwoordelijke gereglementeerde onderneming oefent"; - in het tweede lid, worden de woorden "de maatschappelijke zetel van zijn principaal" vervangen door de woorden "de maatschappelijke zetel van zijn verantwoordelijke gereglementeerde onderneming"; - tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "Als deze verantwoordelijke gereglementeerde onderneming een beleggingsonderneming is of een kredietinstelling die ressorteert onder het recht van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte, en als in naam en voor rekening van deze verantwoordelijke gereglementeerde onderneming in België beleggingsdiensten en activiteiten zullen worden verleend als bedoeld in artikel 4, 1°, b), zal de in paragraaf 1 bedoelde tussenpersoon slechts worden ingeschreven in de categorie "agenten in bank- en beleggingsdiensten" op voorwaarde dat de mededeling, waarin artikel 35, (3), van Richtlijn 2014/65/EU voorziet, is verricht conform deze bepaling"; 2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.De samenwerking tussen de agent in bank- en beleggingsdiensten en zijn verantwoordelijke gereglementeerde onderneming maakt het voorwerp uit van een schriftelijke overeenkomst. De overeenkomst legt de door de agent na te leven boekhoudkundige en administratieve procedures vast. De overeenkomst bepaalt uitdrukkelijk dat de agent slechts aan bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten kan doen in naam en voor rekening van de verantwoordelijke gereglementeerde onderneming, en bepaalt welke andere werkzaamheden dan bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten met het mandaat van agent in bank- en beleggingsdiensten mogen worden gecumuleerd en/of de procedure die dient gevolgd te worden voor het bekomen van de toestemming daartoe van de verantwoordelijke gereglementeerde onderneming, onverminderd het bepaalde bij artikel 12. De Koning is bevoegd om bij besluit, genomen na advies van de bevoegde autoriteit, vast te stellen welke andere bepalingen in deze overeenkomsten moeten worden opgenomen, teneinde de veiligheid van de uitgevoerde verrichtingen te verzekeren."; 3° in paragraaf 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht: - in het eerste lid worden de woorden "de volledige en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van zijn principaal.De principaal oefent" vervangen door de woorden "de volledige en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van zijn verantwoordelijke gereglementeerde onderneming. De verantwoordelijke gereglementeerde onderneming oefent"; - in het tweede lid worden de woorden "de principaal" vervangen door de woorden "de verantwoordelijke gereglementeerde onderneming"; 4° in paragraaf 5 worden de woorden "de samenwerking tussen een agent in bank- en beleggingsdiensten en zijn principaal" vervangen door de woorden "de samenwerking tussen een agent in bank- en beleggingsdiensten en zijn verantwoordelijke gereglementeerde onderneming".
Art. 28.In artikel 15, § 1, eerste lid, c), van dezelfde wet wordt het woord "principaal" vervangen door de woorden "verantwoordelijke gereglementeerde onderneming".
Art. 29.In artikel 18 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten5, worden de paragrafen 2 en 3 opgeheven. HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de wet van 24 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/2008 pub. 07/08/2008 numac 2008202688 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 24/07/2008 pub. 30/04/2009 numac 2009000256 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 24/07/2008 pub. 15/01/2013 numac 2012000705 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen (I)
Art. 30.Artikel 32/1 van de wet van 24 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/2008 pub. 07/08/2008 numac 2008202688 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 24/07/2008 pub. 30/04/2009 numac 2009000256 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 24/07/2008 pub. 15/01/2013 numac 2012000705 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen (I), ingevoegd bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten3 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 juli 2022 wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3. De bevoegde federale overheidsdienst wordt toestemming verleend om het identificatienummer van het Rijksregister bedoeld in artikel 2, § 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot instelling van een rijksregister van de natuurlijke personen, van huurders van de slapende safes te registreren en te verwerken, met als enig doel de tegeldemaking van de roerende goederen door verkoop, recyclage of vernietiging en de overdracht van de opbrengst van de tegeldemaking aan de Kas.".
Art. 31.Artikel 41/1 van dezelfde wet, opgeheven bij de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten3, wordt hersteld als volgt: "
Art. 41/1.§ 1. De gegevens die door de instellingen-verhuurder aan de bevoegde federale overheidsdienst via een beveiligde elektronisch platform worden overgedragen, bevatten de volgende persoonsgegevens met betrekking tot de identificatie van de rechthebbende: 1° de naam;2° de voornaam;3° de geboortedatum;4° het identificatienummer in het Rijksregister of, voor vreemdelingen, het officiële equivalente identificatienummer. Deze persoonsgegevens worden verwerkt door de bevoegde federale overheidsdienst met als enig doel de tegeldemaking van roerende goederen door verkoop, recyclage of vernietiging, en de overdracht van de opbrengst van de tegeldemaking aan de Kas.
Deze persoonsgegevens worden door de bevoegde federale overheidsdienst bewaard gedurende een periode van één jaar na de overdracht van de opbrengst van de tegeldemaking aan de Kas. § 2. De gegevens die door de instellingen-depositaris, de instellingen-verhuurders, de bevoegde federale overheidsdienst en de verzekeringsondernemingen door middel van een beveiligde elektronische platform aan de Kas worden overgedragen, bevatten de volgende persoonsgegevens: 1° de naam;2° de voornaam;3° de geboortedatum;4° het identificatienummer in het Rijksregister of, voor vreemdelingen, het officiële equivalente identificatienummer;5° het bankrekeningnummer. Wanneer het identificatienummer bij het Rijksregister niet bekend is, omvatten de in eerste lid bedoelde persoonsgegevens ook het geslacht, het adres, de geboorteplaats en de verblijfplaats.
Deze persoonsgegevens worden door de Kas uitsluitend gebruikt voor het beheer van slapende rekeningen, contracten en safes.
Deze persoonsgegevens worden bewaard tot tien jaar na de sluiting van het dossier. § 3. De Federale Overheidsdienst Financiën vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité is de verwerkingsverantwoordelijke van de gegevens in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, en van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten3 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, die zij verzamelt, verwerkt en bewaart in toepassing van hoofdstuk V van titel II van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten.
Art. 32.Artikel 42 van dezelfde wet opgeheven bij de wet van 18 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2016 pub. 27/12/2016 numac 2016024298 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid type wet prom. 18/12/2016 pub. 02/07/2018 numac 2018012819 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid. - Duitse vertaling sluiten, wordt hersteld als volgt: "
Art. 42.Elke uitwisseling van informatie met de Federale Overheidsdienst Financiën, uitgevoerd in toepassing van dit hoofdstuk en de uitvoeringsbesluiten ervan, gebeurt overeenkomstig hoofdstuk 11 van de wet van 26 januari 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten1 betreffende de dematerialisatie van de relaties tussen de Federale Overheidsdienst Financiën, de burgers, rechtspersonen en bepaalde derden en tot wijziging van diverse fiscale wetboeken en wetten.". HOOFDSTUK 9. - Wijziging van de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013003461 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen type wet prom. 21/12/2013 pub. 18/02/2015 numac 2015000049 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen. - Duitse vertaling sluiten betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen
Art. 33.In artikel 14, eerste lid, van de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013003461 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen type wet prom. 21/12/2013 pub. 18/02/2015 numac 2015000049 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen. - Duitse vertaling sluiten betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen, wordt het woord "tweejaarlijkse" vervangen door het woord "vijfjaarlijkse". HOOFDSTUK 1 0. - Wijziging van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen
Art. 34.In artikel 3 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, wordt de bepaling onder 13° vervangen als volgt: "13° consoliderende toezichthouder: een bevoegde autoriteit die belast is met het toezicht op geconsolideerde basis overeenkomstig artikel 111 van Richtlijn 2013/36/EU;".
Art. 35.In artikel 19, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten9, wordt het tweede lid aangevuld met de volgende zinnen: "Deze personen moeten in het bijzonder eerlijk, integer en met onafhankelijkheid van geest handelen. Wat de leden van het wettelijk bestuursorgaan betreft, moet dit hen in staat stellen om daadwerkelijk de besluiten van de effectieve leiding te beoordelen en deze ter discussie te stellen indien zulks noodzakelijk is en om daadwerkelijk toe te zien en controle uit te oefenen op de bestuurlijke besluitvorming.".
Art. 36.In boek II, titel I, hoofdstuk II, afdeling VI, onderafdeling II, van dezelfde wet wordt een artikel 26/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 26/1.Het wettelijk bestuursorgaan en het directiecomité zijn zodanig samengesteld dat deze organen in hun geheel genomen over voldoende kennis, vaardigheden en ervaring beschikken om inzicht te hebben in alle bedrijfsactiviteiten van de instelling, met inbegrip van de voornaamste risico's waaraan zij is blootgesteld.".
Art. 37.In artikel 40 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 5 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten0, worden de woorden ", 26/1" toegevoegd tussen de woorden "tot 21" en de woorden "en 35".
Art. 38.In artikel 60 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 5 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "In het kader van de krachtens het eerste lid vereiste informatieverstrekking delen de kredietinstellingen aan de toezichthouder alle documenten en informatie mee die hem toelaten te beoordelen of: - de personen waarvan de benoeming wordt voorgesteld, overeenkomstig artikel 19 over de voor de uitoefening van hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken; - het profiel van de betrokken personen zodanig is dat voldaan wordt aan het vereiste van collectieve bekwaamheid van artikel 26/1; - de voorgestelde benoemingen stroken met het beleid en de doelstelling die het benoemingscomité overeenkomstig artikel 31, § 2, 1° heeft vastgesteld, met name wat de vertegenwoordiging van personen van verschillend geslacht betreft."; 2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid aangevuld met de volgende zinnen: "De goedkeuring van de toezichthouder wordt enkel verleend indien de betrokken benoeming waarborgt dat de betrokken persoon voldoet aan de vereisten van artikel 19 en de kredietinstelling aan die van artikel 26/1.Bij de goedkeuring wordt ook rekening gehouden met de mate waarin het beleid en de doelstelling die het benoemingscomité overeenkomstig artikel 31, § 2, 1°, heeft vastgesteld, worden nageleefd, met name wat betreft de vertegenwoordiging van personen van verschillend geslacht.".
Art. 39.In artikel 74/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 11 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten9, wordt paragraaf 3 vervangen als volgt: " § 3. In geval van een tegen een kredietinstelling in de zin van artikel 1, § 3, eerste lid, 2°, geopende liquidatieprocedure of van de vereffening van die kredietinstelling in de zin van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, worden de geldmiddelen die met toepassing van paragraaf 2 zijn geplaatst op een gezamenlijke cliëntenrekening of op een geïndividualiseerde rekening die de identificatie van individuele cliënten toelaat, met uitzondering van de geldmiddelen die door hun titularis konden worden teruggevorderd, bij bijzonder voorrecht aangewend voor de terugbetaling van de geldmiddelen bedoeld in paragraaf 1, met uitsluiting van de in paragraaf 2, tweede lid bedoelde geldmiddelen.
In afwijking van de artikelen XX.155, § 1, XX.156, eerste en tweede lid en XX.165 van het Wetboek van Economisch Recht, vereist de invordering van de geldmiddelen in toepassing van het eerste lid geen individuele aangifte van schuldvordering van de cliënten die hiervan de titularissen zijn. De liquidateur of de vereffenaar informeert de betrokken cliënten schriftelijk van het bedrag van de geldmiddelen waarop zij recht hebben, in voorkomend geval verminderd met het bedrag van de aan de toewijzing van het voorwerp van het bijzonder voorrecht verbonden kosten, en nodigt hen uit om hem, door middel van een vooraf opgesteld formulier dat een bijlage vormt aan zijn schrijven of toegankelijk is via een door de liquidateur of de vereffenaar ter beschikking gesteld elektronisch platform voor het delen van informatie, in kennis te stellen van de noodzakelijke informatie die hem zal toelaten over te gaan tot de terugbetaling van dit bedrag in het kader van het proces van de vereffening in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van het boek XX van het Wetboek van Economisch Recht of, in voorkomend geval, de afwikkeling van de vereffening in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van boek 2, titel 8, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Bij gebreke aan mededeling aan de liquidateur of de vereffenaar van het voormelde formulier of van een equivalent verzoek volgens de door de liquidateur of de vereffenaar voorziene modaliteiten binnen een termijn van zes maanden vanaf zijn schrijven aan de betrokken cliënten, verliezen deze het voordeel van het in het eerste lid bedoelde voorrecht alsook het recht om opname te vorderen van hun schuldvordering.".
Art. 40.Artikel 169 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 11 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten9, wordt vervangen als volgt: "
Art. 169.Wanneer de toezichthouder belast is met het toezicht op geconsolideerde basis, past hij op de kredietinstellingen naar Belgisch recht en op de goedgekeurde of aangewezen financiële holdings en gemengde financiële holdings naar Belgisch recht de in de artikelen 142 tot 148 bedoelde toetsings- en evaluatieprocedure en de in de artikelen 149 tot 152 en 234 tot 236 bedoelde prudentiële maatregelen toe, in overeenstemming met de in Deel 1, Titel II, Hoofdstuk II, van Verordening nr. 575/2013 vastgestelde mate van toepassing van de vereisten van genoemde Verordening en de in de artikelen 167 en 168 vastgestelde mate en wijze van toepassing van de vereisten inzake het proces voor de interne beoordeling van de kapitaaltoereikendheid en de regelingen, processen en mechanismen van kredietinstellingen.
Voor de uitoefening van het in het eerste lid bedoelde toezicht op geconsolideerde basis, dienen de betrokken instellingen op geconsolideerde en/of, in voorkomend geval, gesubconsolideerde basis aan artikel 106, § 2, te voldoen, met dien verstande dat de daarin bedoelde informatie dient opgesteld te worden met toepassing van de boekings- en waarderingsregels bepaald in het in uitvoering van artikel 106, § 1, 2°, getroffen koninklijk besluit, of, in voorkomend geval, overeenkomstig gelijkwaardige regels van buitenlands recht.".
Art. 41.In artikel 212 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 11 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten9, wordt het eerste lid aangevuld met de woorden ", en § 7".
Art. 42.In artikel 236 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Naast en onverminderd artikel XX.1 van het Wetboek van economisch recht, behoort de benoeming van een speciaal commissaris of van een voorlopig bestuurder, onder welke benaming dan ook, bij een kredietinstelling tot de exclusieve bevoegdheid van de toezichthouder."; b) paragraaf 7 wordt hersteld als volgt: § 7.Wanneer de toezichthouder vaststelt dat een persoon die een in artikel 19, § 1, eerste lid, bedoelde functie uitoefent of heeft uitgeoefend, niet langer voldoet aan het wettelijke vereiste om over de nodige professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid te beschikken, kan de toezichthouder aan deze persoon een verbod opleggen om functies bij kredietinstellingen uit te oefenen, waarvan de duur niet meer dan vijf jaar mag bedragen.
De Bank kan een krachtens het eerste lid genomen verbodsbeslissing aanvullen met een verbod om functies uit te oefenen in andere instellingen bedoeld in artikel 36/2, § 1, van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten.
De krachtens het eerste en het tweede lid genomen verbodsbeslissingen vermelden de aard van de verboden functies.
De krachtens het eerste en het tweede lid genomen verbodsbeslissingen worden ter kennis gebracht van de betrokken persoon en van de kredietinstelling waar deze persoon een in artikel 19, § 1, eerste lid bedoelde functie uitoefende. De Bank stelt de FSMA van deze beslissingen in kennis."
Art. 43.In artikel 267/5/2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 11 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten9, wordt paragraaf 4 als volgt vervangen: " § 4. Voor de toepassing van artikel 460, § 2, indien twee of meer MSI-entiteiten die onderdeel zijn van dezelfde MSI af te wikkelen entiteiten zijn of entiteiten uit derde landen die af te wikkelen entiteiten zouden zijn indien ze in de Unie waren gevestigd, berekenen de betrokken afwikkelingsautoriteiten het in paragraaf 3 bedoelde bedrag: 1° voor elke af te wikkelen entiteit en voor elke entiteit uit een derde land die een af te wikkelen entiteit zou zijn indien zij in de Europese Unie was gevestigd; 2° voor de EER-moederonderneming alsof ze de enige af te wikkelen entiteit van de MSI was.".
Art. 44.In artikel 460 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 december 2015 en vervangen bij de wet van 11 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten9, wordt paragraaf 3 als volgt vervangen: " § 3. Indien twee of meer MSI-entiteiten die tot dezelfde MSI behoren af te wikkelen entiteiten zijn of entiteiten uit derde landen die af te wikkelen entiteiten zouden zijn indien ze in de Unie waren gevestigd, bespreken de in paragraaf 1 bedoelde afwikkelingsautoriteiten en, indien passend en in overeenstemming met de afwikkelingsstrategie van de MSI's, maken ze afspraken over de toepassing van artikel 72 sexies van Verordening nr. 575/2013 en een eventuele aanpassing om het verschil tussen de som van de in artikel 267/5/2, § 4, 1°, en artikel 12 bis, punt a) van Verordening nr. 575/2013 bedoelde bedragen voor individuele af te wikkelen entiteiten of entiteiten uit derde landen en de som van de in artikel 267/5/2, § 4, 2°, en artikel 12bis, punt b) van Verordening nr. 575/2013 bedoelde bedragen tot een minimum te beperken of te elimineren.
Een dergelijke aanpassing kan onder voorbehoud van het volgende worden toegepast: 1° de aanpassing kan worden toegepast met betrekking tot verschillen in de berekening van het totaal van de risicoposten tussen de betrokken lidstaten of derde landen door de hoogte van het vereiste aan te passen;2° de aanpassing wordt niet toegepast om verschillen als gevolg van blootstellingen tussen af te wikkelen groepen te elimineren. De som van de in artikel 267/5/2, § 4, 1°, en artikel 12bis, punt a) van Verordening nr. 575/2013 bedoelde bedragen voor individuele af te wikkelen entiteiten of entiteiten uit derde landen die af te wikkelen entiteiten zouden zijn indien ze in de Unie waren gevestigd, mag niet lager zijn dan de som van de in artikel 267/5/2, § 4, 2°, en artikel 12bis, punt b) van Verordening nr. 575/2013 bedoelde bedragen.". HOOFDSTUK 1 1. - Wijzigingen van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies sluiten betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies
Art. 45.In artikel 64 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies sluiten betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies, wordt een paragraaf 7 ingevoegd, luidende als volgt: " § 7. Wanneer de FSMA vaststelt dat een persoon die een in artikel 23, § 1, eerste lid, bedoelde functie uitoefent of heeft uitgeoefend, niet langer voldoet aan het wettelijke vereiste om over de nodige professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid te beschikken, kan de FSMA aan deze persoon een verbod opleggen om functies bij vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies uit te oefenen, waarvan de duur niet meer dan vijf jaar mag bedragen.
De FSMA kan een krachtens het eerste lid genomen verbodsbeslissing aanvullen met een verbod om functies uit te oefenen in andere instellingen die onder het toezicht van de FSMA staan krachtens artikel 45, § 1, 2°, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten of, op eensluidend advies van de Bank, in de instellingen bedoeld in artikel 36/2, § 1, van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België.
Art. 46.In de bijlage I van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° Artikel 1, § 2, tweede streepje, wordt aangevuld met de woorden "hoger mag zijn dan de vaste beloning";2° in artikel 16, 2°, tweede streepje, worden de woorden "en aan Verordening (EU) Nr.575/2013" ingevoegd tussen de woorden "aan Verordening (EU) 2019/2033" en de woorden "wat betreft de toepasselijke solvabiliteits- en liquiditeitsvereisten"; 3° het opschrift van de tweede Afdeling VII wordt vervangen als volgt: "Afdeling VIII.Openbaarmaking en verstrekking".
De krachtens het eerste en het tweede lid genomen verbodsbeslissingen vermelden de aard van de verboden functies.
Wanneer het verbod betrekking heeft op een persoon die niet langer een in artikel 23, § 1, eerste lid, bedoelde functie uitoefent, moet het worden uitgesproken binnen een redelijke termijn vanaf de kennisneming van de feiten waaruit blijkt dat niet voldaan is aan het vereiste om over de nodige professionele betrouwbaarheid of passende deskundigheid te beschikken.
De krachtens het eerste en het tweede lid genomen verbodsbeslissingen worden ter kennis gebracht van de betrokken persoon en van de vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies waar deze persoon een in artikel 23, § 1, eerste lid, bedoelde functie uitoefende. De FSMA stelt de Bank van deze beslissingen in kennis.". HOOFDSTUK 1 2. - Wijzigingen van de wet van 11 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten2 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen
Art. 47.In artikel 20, § 1, van de wet van 11 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten2 betreffende het statuut van en het toezicht op de betalingsinstellingen en de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld, en de toegang tot betalingssystemen wordt het tweede lid aangevuld met de volgende zinnen: "Deze personen moeten in het bijzonder eerlijk, integer en met onafhankelijkheid van geest handelen. Wat de leden van het wettelijk bestuursorgaan betreft, moet dit hen in staat stellen om daadwerkelijk de besluiten van de effectieve leiding te beoordelen en deze ter discussie te stellen indien zulks noodzakelijk is en om daadwerkelijk toe te zien en controle uit te oefenen op de bestuurlijke besluitvorming.".
Art. 48.In artikel 21, § 3, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten0, worden de woorden "en artikel 20" vervangen door de woorden "en de artikelen 20 en 36/1".
Art. 49.In Boek II, Titel II, Hoofdstuk I, Afdeling III, Onderafdeling 4 van dezelfde wet wordt een punt 4.2./1 ingevoegd, met als opschrift "Vereisten inzake de samenstelling van het wettelijk bestuursorgaan en de samenstelling van de effectieve leiding".
Art. 50.In hetzelfde punt 4.2./1, ingevoegd bij artikel 50, wordt een artikel 36/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 36/1.Het wettelijk bestuursorgaan en de effectieve leiding zijn zodanig samengesteld dat zij in hun geheel genomen over voldoende kennis, vaardigheden en ervaring beschikken om inzicht te hebben in alle bedrijfsactiviteiten van de betalingsinstelling, met inbegrip van de voornaamste risico's waaraan zij is blootgesteld.".
Art. 51.In artikel 37 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "In het kader van de krachtens het eerste lid vereiste kennisgeving delen de betalingsinstellingen aan de Bank alle documenten en informatie mee die haar toelaten te beoordelen of: - de personen waarvan de benoeming wordt voorgesteld, overeenkomstig artikel 20 over de voor de uitoefening van hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken; - het profiel van de betrokken personen zodanig is dat voldaan wordt aan het vereiste van collectieve bekwaamheid van artikel 36/1."; 2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid aangevuld met de volgende zin: "De goedkeuring van de Bank wordt enkel verleend indien de betrokken benoeming waarborgt dat de betrokken persoon voldoet aan artikel 20 en de betalingsinstelling aan die van artikel 36/1.".
Art. 52.In Boek II, Titel II, Hoofdstuk 1, Afdeling III, Onder-afdeling 6, punt 6.1, van dezelfde wet wordt een artikel 39/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 39/1.Iedere volledige of gedeeltelijke overdracht van het betalingsdienstenbedrijf of van het netwerk van agentschappen van de betrokken betalingsinstelling, waarvoor toestemming is verleend overeenkomstig artikel 39 is tegenstelbaar aan derden, met inbegrip van iedere derde die een recht van voorkoop heeft of de begunstigde is van een goedkeuringsclausule ten aanzien van een actief dat het voorwerp uitmaakt van een dergelijke overdracht, ongeacht of dit recht of deze clausule is vastgelegd in een overeenkomst, in statuten of in de wet, zodra die toestemming is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Het is niet mogelijk om de overdrachten waarvoor toestemming is verleend overeenkomstig artikel 39, nietig of niet-tegenwerpbaar te verklaren, met name krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek of de artikelen XX.111, XX.112 of XX.114 van het Wetboek van economisch recht.
Niettegenstaande elke strijdige contractuele bepaling mogen de in het eerste lid bedoelde gehele of gedeeltelijke overdrachten niet leiden tot het rechtvaardigen van een wijziging van de bepalingen van een overeenkomst die werd afgesloten tussen de betalingsinstelling en een of meer derden, en geen einde stellen aan een dergelijke overeenkomst, noch aan enige partij het recht geven om deze eenzijdig te beëindigen of een schuld van de betalingsinstelling opeisbaar maken.".
Art. 53.In artikel 42 van dezelfde wet wordt paragraaf 3 vervangen als volgt: " § 3. In geval van een tegen een betalingsinstelling geopende collectieve procedure bestaande uit het faillissement of de vereffening in de zin van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, worden de schuldvorderingen die voortvloeien uit de deponering, de belegging of de dekking met toepassing van paragraaf 1, eerste lid, 2° en 3°, bij bijzonder voorrecht aangewend voor de terugbetaling van de voor de uitvoering van betalingstransacties ontvangen geldmiddelen bedoeld in paragraaf 1.
In afwijking van de artikelen XX.155, § 1, XX.156, eerste en tweede lid, en XX.165 van het Wetboek van Economisch Recht, vereist de invordering van geldmiddelen in toepassing van het eerste lid, geen individuele aangifte van schuldvordering van de betalingsdienstgebruikers die hiervan de titularissen zijn. De curator of de vereffenaar informeert de betrokken betalingsdienstgebruikers schriftelijk van het bedrag van de geldmiddelen waarop zij recht hebben, in voorkomend geval verminderd met het bedrag van de aan de toewijzing van het voorwerp van het bijzonder voorrecht verbonden kosten, en nodigt hen uit om hem, door middel van een vooraf opgesteld formulier dat een bijlage vormt aan zijn schrijven of toegankelijk is via een door de curator of de vereffenaar ter beschikking gesteld elektronisch platform voor het delen van informatie, in kennis te stellen van de noodzakelijke informatie die hem zal toelaten over te gaan tot de terugbetaling van dit bedrag in het kader van het proces van de vereffening van het faillissement in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van het boek XX van het Wetboek van Economisch Recht of, in voorkomend geval, de afwikkeling van de vereffening in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van boek 2, titel 8, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Bij gebreke aan mededeling aan de curator of aan de vereffenaar van het voormelde formulier of van een equivalent verzoek volgens de door de curator of de vereffenaar voorziene modaliteiten binnen een termijn van zes maanden vanaf zijn het schrijven aan de betrokken betalingsdienstgebruikers, verliezen deze het voordeel van het in het eerste lid bedoelde voorrecht alsook het recht om opname te vorderen van hun schuldvordering.".
Art. 54.In artikel 117 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, wordt paragraaf 1 aangevuld met een lid, luidende: "Naast en onverminderd artikel XX.1 van het Wetboek van economisch recht, behoort de benoeming van een speciaal commissaris of van een voorlopig bestuurder, onder welke benaming dan ook, bij een betalingsinstelling tot de exclusieve bevoegdheid van de Bank.".
Art. 55.In artikel 175, § 1, van dezelfde wet wordt het tweede lid aangevuld met de volgende zinnen: "Deze personen moeten in het bijzonder eerlijk, integer en met onafhankelijkheid van geest handelen. Wat de leden van het wettelijk bestuursorgaan betreft, moet dit hen in staat stellen om daadwerkelijk de besluiten van de effectieve leiding te beoordelen en deze ter discussie te stellen indien zulks noodzakelijk is en om daadwerkelijk toe te zien en controle uit te oefenen op de bestuurlijke besluitvorming.".
Art. 56.In Boek IV, Titel II, Hoofdstuk I, Afdeling III, Onderafdeling 2, van dezelfde wet wordt een punt 2.2./1 ingevoegd, met als opschrift: "Vereisten inzake de samenstelling van het wettelijk bestuursorgaan en de samenstelling van de effectieve leiding".
Art. 57.In hetzelfde punt 2.2./1, ingevoegd bij artikel 57, wordt een artikel 180/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 180/1.Het wettelijk bestuursorgaan en de effectieve leiding zijn zodanig samengesteld dat zij in hun geheel genomen over voldoende kennis, vaardigheden en ervaring beschikken om inzicht te hebben in alle bedrijfsactiviteiten van de instelling voor elektronisch geld, met inbegrip van de voornaamste risico's waaraan zij is blootgesteld.".
Art. 58.In artikel 181 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "In het kader van de krachtens het eerste lid vereiste kennisgeving delen de instellingen voor elektronisch geld aan de Bank alle documenten en informatie mee die haar toelaten te beoordelen of: - de personen waarvan de benoeming wordt voorgesteld, overeenkomstig artikel 175 over de voor de uitoefening van hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken; - het profiel van de betrokken personen zodanig is dat voldaan wordt aan het vereiste van collectieve bekwaamheid van artikel 180/1."; 2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid aangevuld met de volgende zin: "De goedkeuring van de Bank wordt enkel verleend indien de betrokken benoeming waarborgt dat de betrokken persoon voldoet aan de vereisten van artikel 175 en de instelling voor elektronisch geld aan die van artikel 180/1.".
Art. 59.Artikel 184 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 184.De artikelen 39 en 39/1 zijn van overeenkomstige toepassing.".
Art. 60.In artikel 194 van dezelfde wet, wordt paragraaf 4 vervangen als volgt: " § 4. In geval van een tegen een instelling voor elektronisch geld geopende collectieve procedure bestaande uit het faillissement of de vereffening van de instelling voor elektronisch geld in de zin van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, worden de schuldvorderingen die voortvloeien uit de deponering, de belegging of de dekking met toepassing van paragraaf 1, eerste lid, 2° en 3°, bij bijzonder voorrecht aangewend voor de terugbetaling van de in ruil voor het uitgegeven elektronisch geld ontvangen geldmiddelen bedoeld in paragraaf 1.
In afwijking van de artikelen XX.155, § 1, XX.156, eerste en tweede lid, en XX.165 van het Wetboek van Economisch Recht, vereist de invordering van de in ruil voor elektronisch geld gestorte geldmiddelen in toepassing van het eerste lid geen individuele aangifte van schuldvordering van de titularissen ervan. De curator of de vereffenaar informeert de betrokken titularissen van geldmiddelen schriftelijk van het bedrag van de geldmiddelen waarop zij recht hebben, in voorkomend geval verminderd met het bedrag van de aan de toewijzing van het voorwerp van het bijzonder voorrecht verbonden kosten, en nodigt hen uit om hem, door middel van een vooraf opgesteld formulier dat een bijlage vormt aan zijn schrijven of toegankelijk is via een door de curator of de vereffenaar ter beschikking gesteld elektronisch platform voor het delen van informatie, in kennis te stellen van de noodzakelijke informatie die hem zal toelaten over te gaan tot de terugbetaling van dit bedrag in het kader van het proces van de vereffening van het faillissement in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van het boek XX van het Wetboek van Economisch Recht of, in voorkomend geval, de afwikkeling van de vereffening in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van boek 2, titel 8, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Bij gebreke aan mededeling aan de curator of aan de vereffenaar van het voormelde formulier of van een equivalent verzoek volgens de door de curator of de vereffenaar voorziene modaliteiten, binnen een termijn van zes maanden vanaf zijn schrijven aan de betrokken titularissen van geldmiddelen, verliezen deze het voordeel van het in het eerste lid bedoelde voorrecht alsook het recht om opname te vorderen van hun schuldvordering.".
Art. 61.In artikel 215 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, wordt paragraaf 1 aangevuld met een lid, luidende: "Naast en onverminderd artikel XX.1 van het Wetboek van economisch recht, behoort de benoeming van een speciaal commissaris of van een voorlopig bestuurder, onder welke benaming dan ook, bij een instelling voor elektronisch geld tot de exclusieve bevoegdheid van de Bank.". HOOFDSTUK 1 3. - Wijzigingen van de wet van 11 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten4 op de Deposito- en Consignatiekas
Art. 62.In artikel 13, § 2, tweede lid, van de wet van 11 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten4 op de Deposito- en Consignatiekas, vervangen bij de wet van 5 juli 2022, worden de woorden "en de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen" ingevoegd tussen de woorden "de Patrimoniumdocumentatie" en de woorden "van de Federale Overheidsdienst Financiën". HOOFDSTUK 1 4. - Wijzigingen van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten6 tot wijziging van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling
Art. 63.Het opschrift van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten6 tot wijziging van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, betreffende de invoering van een bankierseed en een tuchtrechtelijke regeling, wordt vervangen als volgt: " Wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten6 tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor de banksector".
Art. 64.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk I, luidende "Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied", ingevoegd dat de artikelen 2 en 3 bevat.
Art. 65.Artikel 2 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, wordt verstaan onder: 1° " wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten": wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen;2° " wet van 22 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten": wet van 22 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten;3° " wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten": wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten";4° "kredietinstelling": een onderneming met het statuut van kredietinstelling als gedefinieerd in artikel 1, § 3, eerste lid, 1°, van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten;5° `agent in bank- en beleggingsdiensten': een tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten bedoeld in artikel 4, 3°, van de wet van 22 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten die is ingeschreven in het register van de tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten dat wordt bijgehouden door de FSMA;6° "geviseerde entiteit": een kredietinstelling of een agent in bank- en beleggingsdiensten bedoeld in artikel 3;7° "verantwoordelijke leidinggevende": een natuurlijk persoon die bij een geviseerde entiteit de facto verantwoordelijk is voor of toezicht uitoefent op personen die rechtstreeks deelnemen aan het verrichten van bankactiviteiten of -diensten op het Belgisch grondgebied;8° "bankactiviteiten" of "bankdiensten": de werkzaamheden bedoeld in artikel 4 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten;9° "de FSMA": de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten;10° "de NBB": de Nationale Bank van België bedoeld in de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België;11° "de prudentiële toezichthouder": de Nationale Bank van België of de Europese Centrale Bank, volgens de bevoegdheidsverdeling vastgelegd door of krachtens de Verordening (EU) nr.1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen; 12° "de auditeur": de auditeur van de FSMA, aangeduid overeenkomstig artikel 70, § 3, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten;13° "de adjunct-auditeur": de adjunct-auditeur van de FSMA, aangeduid overeenkomstig artikel 70, § 3, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten;14° "CRD-richtlijn": de Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG.
Art. 66.Artikel 3 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 3.Deze wet is van toepassing op de in artikel 4 opgesomde personen die in België werkzaam zijn bij de volgende instellingen: 1° de kredietinstellingen naar Belgisch recht;2° de kredietinstellingen naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte die in België een bijkantoor hebben opgericht en/of een beroep doen op in België gevestigde verbonden agenten om er beleggingsdiensten en/of -activiteiten te verrichten bedoeld in artikel 312, §§ 2 en 5, van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten;3° de kredietinstellingen naar het recht van een derde land die in België een bijkantoor hebben opgericht bedoeld in artikel 333 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten;4° de agenten in bank- en beleggingsdiensten die handelen in naam en voor rekening van een kredietinstelling bedoeld in 1°, 2° of 3°."
Art. 67.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk II, luidende `Hoofdstuk II. Bankierseed en individuele gedragsregels', ingevoegd dat artikel 4 bevat.
Art. 68.Artikel 4 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 4.§ 1. De volgende personen leggen de eed af: 1° de personen die, conform de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten of de wet van 22 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten, bij een geviseerde entiteit permanent blijk moeten geven van professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid als vereist voor de uitoefening van hun functie;2° de verantwoordelijke leidinggevenden;3° de agenten in bank- en beleggingsdiensten die bij de FSMA zijn ingeschreven als natuurlijk persoon;4° de andere personen die bij een geviseerde entiteit rechtstreeks deelnemen aan het verrichten van bankactiviteiten of -diensten op het Belgisch grondgebied. Voor de toepassing van deze wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, wordt naar de in het eerste lid bedoelde personen verwezen als "bankdienstverleners".
De in artikel 3, 1° tot 3°, bedoelde kredietinstellingen lijsten de bankdienstverleners op die bij hen werkzaam zijn of die voor hun rekening handelen, en bezorgen de FSMA deze lijst, alsook alle latere wijzigingen ervan, volgens de nadere regels die de FSMA vaststelt en openbaar maakt op haar website. In de lijst wordt voor elke bankdienstverlener vermeld tot welke in het eerste lid bedoelde categorie of categorieën hij behoort en, in voorkomend geval, op welke dag hij de eed heeft afgelegd. § 2. De eed is een individuele verklaring waarmee de persoon die ze aflegt, zich ertoe verbindt de regels van paragraaf 3 na te leven.
De eed wordt afgelegd in de volgende bewoordingen: "Ik verbind mezelf ertoe om, bij de uitoefening van mijn beroepsactiviteiten, in alle omstandigheden eerlijk en integer, alsook vakbekwaam en professioneel te handelen, waarbij ik rekening houd met de belangen van de cliënten en de cliënten billijk behandel. Ik heb kennisgenomen van de specifieke regels die de Koning ter zake heeft vastgesteld.".
De eed wordt, naargelang het geval, afgelegd bij de geviseerde entiteit of bij de FSMA, volgens de regels en binnen de termijn die zijn vastgelegd conform het vierde lid.
Bij reglement genomen ter uitvoering van artikel 64 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten preciseert de FSMA de regels voor het afleggen van de eed en geeft zij aan binnen welke termijn de eed moet worden afgelegd. § 3. Bij de uitoefening van hun functie nemen de bankdienstverleners steeds de volgende beginselen en regels in acht: 1° ze handelen eerlijk en integer;2° ze handelen op vakbekwame en professionele wijze;3° ze houden rekening met de belangen van de cliënten en behandelen ze billijk. Naar deze beginselen en regels wordt hieronder en in de ter uitvoering van deze wet genomen besluiten en reglementen verwezen als de "individuele gedragsregels".
Op voorstel van de FSMA of op eigen initiatief, op advies van de FSMA, en na advies van de Nationale Bank van België en na raadpleging van de betrokken geviseerde entiteiten via hun beroepsverenigingen, verduidelijkt de Koning, bij besluit, vastgelegd na overleg in de Ministerraad de inhoud van de individuele gedragsregels. De Koning kan op dezelfde wijze ook specifieke individuele gedragsregels uitwerken voor de in artikel 4, § 1, 1°, bedoelde personen, en/of voor de verantwoordelijke leidinggevenden".
Art. 69.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk III, luidende "Hoofdstuk III. Toezicht en tuchtsancties", ingevoegd dat de artikelen 5, 6 en 7 bevat.
Art. 70.Artikel 5 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:
Art. 5.§ 1. De auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur onderzoekt de ernstige aanwijzingen van inbreuken op de in artikel 4, §§ 1 of 3, bedoelde regels of op de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen: - als gevolg van een klacht, of - indien dergelijke aanwijzingen worden vastgesteld bij de uitoefening van de andere wettelijke opdrachten van de FSMA. § 2. De FSMA voert procedures in waarmee een persoon bij de auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur een klacht kan indienen over de toepassing, door de bankdienstverleners, van de in artikel 4, §§ 1 of 3, bedoelde regels of van de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen.
De FSMA verduidelijkt, bij reglement genomen ter uitvoering van artikel 64 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten, de nadere regels voor het ontvangen, de ontvankelijkheid en het behandelen van klachten. § 3. Voor de uitoefening van de in paragraaf 1 bedoelde opdracht kan de auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur: 1° de bevoegdheden uitoefenen bedoeld in de artikelen 34 en 35 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten;2° de bevoegdheden uitoefenen bedoeld in artikel 79 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten, overeenkomstig de regels bepaald in dit artikel. In voorkomend geval, kan de auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur advies inwinnen bij de betrokken geviseerde entiteit.
De artikelen 36 en 37 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten zijn van toepassing bij niet-naleving van de krachtens het eerste lid opgelegde verplichtingen.
De personeelsleden die de auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur bijstaan bij de uitoefening van de in paragraaf 1 bedoelde opdracht, ontvangen enkel van hen instructies voor het vervullen van hun taken.
De auditeur en de adjunct-auditeur oefenen hun opdracht uit met inachtneming van de rechten van verdediging. § 4. Nadat het in paragraaf 1 bedoelde onderzoek is afgerond, stelt de auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur een voorlopig onderzoeksverslag op dat aanduidt of de vastgestelde feiten een inbreuk kunnen vormen op de in artikel 4, §§ 1 of 3, bedoelde regels of op de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen. De auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur stuurt een kopie van dit voorlopige onderzoeksverslag aan de betrokken persoon die over een termijn van een maand beschikt om zijn opmerkingen kenbaar te maken. De betrokken persoon kan de auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur ook verzoeken om bijkomende onderzoeksdaden te stellen. Als de auditeur of de adjunct-auditeur meent geen gevolg te moeten verlenen aan dat verzoek, vermelden zij de reden daarvoor in zijn onderzoeksverslag.
De auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur bezorgt het directiecomité van de FSMA het definitieve onderzoeksverslag. § 5. De FSMA kan, met inachtneming van de rechten van de verdediging, de in artikel 6 bedoelde tuchtsancties opleggen, als ze, na kennis te hebben genomen van het definitieve onderzoeksverslag van de auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur, vaststelt dat een persoon met, op het moment van de betrokken feiten, een andere hoedanigheid van bankdienstverlener, dan die waarop de in paragraaf 7 bedoelde procedure van toepassing is, een inbreuk heeft gepleegd op de in artikel 4, §§ 1 of 3, bedoelde regels, of op de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen.
Alvorens een dergelijke sanctie op te leggen, kan de FSMA de auditeur of de adjunct-auditeur om toelichting bij het onderzoeksverslag verzoeken. Ze kan tevens om bijkomende onderzoeksdaden verzoeken. § 6. Als de FSMA beslist om geen tuchtsanctie op te leggen conform paragraaf 5, eerste lid, stelt ze de betrokken persoon daarvan in kennis.
Als de auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur de geviseerde entiteit waar de betrokken persoon zijn activiteiten verricht, ervan op de hoogte heeft gebracht dat hij ernstige aanwijzingen van eventuele inbreuken in hoofde van die persoon onderzoekt conform artikel 5, paragraaf 1, stelt de FSMA de geviseerde entiteit daarvan ook in kennis. § 7. Als het definitieve onderzoeksverslag van de auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur besluit dat er sprake is van een inbreuk op de in artikel 4, §§ 1 of 3, bedoelde regels, of op de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, in hoofde van een persoon die, op het moment van de betrokken feiten, de hoedanigheid van bankdienstverlener had als bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1°, en die bij een kredietinstelling werkzaam is, stelt de FSMA de NBB daarvan onverwijld in kennis om de prudentiële toezichthouder in staat te stellen zijn prerogatieven als bedoeld in de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, in het bijzonder in artikel 236, § 7, van die wet, uit te oefenen.
Wanneer voornoemd definitief onderzoeksverslag besluit dat er sprake is van een inbreuk op de in artikel 4, §§ 1 of 3, bedoelde regels, of op de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, in hoofde van een bankdienstverlener in de zin van artikel 4, § 1, eerste lid, 2° of 4°, die werkzaam is bij een kredietinstelling als bedoeld in artikel 3, 2°, en die, op het moment van de betrokken feiten, onderworpen is aan een vereiste inzake deskundigheid en professionele betrouwbaarheid in de lidstaat van herkomst van voornoemde kredietinstelling conform de bepalingen van het recht van die lidstaat tot omzetting van de CRD-richtlijn, informeert de FSMA de prudentiële toezichthouder van de betrokken lidstaat van herkomst daarvan om die toezichthouder in staat te stellen zijn prerogatieven uit te oefenen waarvan sprake in de bepalingen tot omzetting van de CRD-richtlijn, in het bijzonder artikel 67, lid 2, d), van die Richtlijn. De FSMA voegt bij de informatieverstrekking die zij krachtens het eerste en het tweede lid verricht, een kopie van het definitieve verslag van de auditeur of, in zijn afwezigheid, de adjunct-auditeur als bedoeld in voornoemde paragraaf 4 en van de dossierstukken.".
Art. 71.Artikel 6 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 6.§ 1. De FSMA kan personen met op het moment van de betrokken feiten, een andere hoedanigheid van bankdienstverlener, dan die waarop de in artikel 5, § 7, bedoelde procedure van toepassing is, de volgende tuchtsancties opleggen: 1° een waarschuwing, 2° een berisping, 3° een beroepsverbod. De waarschuwing of de berisping, die conform het eerste lid, 1° of 2°, wordt opgelegd, kan, in voorkomend geval, worden gekoppeld aan de verplichting om bepaalde opleidingen te volgen en het bewijs daarvan aan de FSMA over te leggen.
Het in het eerste lid, 3°, bedoelde beroepsverbod houdt het verbod in om in België alle of een deel van de activiteiten van bankdienstverlener te verrichten gedurende een termijn die de FSMA bepaalt wanneer ze de sanctie oplegt.
Het beroepsverbod geldt voor een periode van maximum 3 jaar. § 2. De FSMA houdt rekening met alle relevante omstandigheden, waaronder, in voorkomend geval: 1° de ernst en de duur van de inbreuk;2° de mate van verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke persoon;3° de financiële soliditeit van die persoon;4° de omvang van de winst die is behaald, of het verlies dat is vermeden, voor zover dat kan worden bepaald;5° het vermogensnadeel dat de inbreuk met zich brengt voor derden, voor zover dat kan worden bepaald;6° de mate waarin de verantwoordelijke persoon zijn medewerking verleent aan de FSMA;7° eerdere inbreuken die de verantwoordelijke persoon heeft gepleegd;8° de maatregelen die de verantwoordelijke persoon na de inbreuk heeft genomen om herhaling te voorkomen;9° de weerslag van de inbreuk op de belangen en de reputatie van de banksector. § 3. De door de FSMA overeenkomstig paragraaf 1 opgelegde tuchtsancties worden per aangetekende brief betekend aan de betrokken persoon.
Als de FSMA een in het eerste lid, 3°, van paragraaf 1 bedoeld beroepsverbod oplegt, brengt de betrokken persoon dit onmiddellijk ter kennis van de geviseerde entiteit waar hij werkzaam is, en legt hij het bewijs dat hij haar die informatie heeft verstrekt, voor aan de FSMA. Bij gebreke daarvan stelt de FSMA de geviseerde entiteit hiervan zelf in kennis. § 4. Alle tuchtsancties die de FSMA met toepassing van paragraaf 1 oplegt, publiceert ze op haar website, op zodanige wijze dat het niet mogelijk is de betrokken gesanctioneerde personen en geviseerde entiteiten te identificeren. § 5. De artikelen 36 en 37 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten zijn van toepassing als de betrokken persoon: - het conform paragraaf 1, eerste lid, 3°, door de FSMA opgelegde beroepsverbod niet zou naleven, of - de verplichting om bepaalde opleidingen te volgen en het bewijs daarvan aan de FSMA over te leggen, als bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, niet zou naleven. § 6. De artikelen 36 en 37 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten zijn van toepassing als de FSMA een inbreuk op artikel 4, § 1, derde lid, of op artikel 7, § 3, vaststelt bij een geviseerde entiteit.".
Art. 72.Artikel 7 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 7.§ 1. De FSMA houdt een register bij met de tuchtsancties die zij conform deze wet oplegt.
Dat register bevat: 1° de persoonsgegevens die nodig zijn voor de correcte identificatie van de personen aan wie tuchtsancties bedoeld in artikel 6, § 1, worden opgelegd, dat wil zeggen ten minste hun naam, voornam(en) en geboortedatum;2° het soort tuchtsanctie en de datum waarop ze werd opgelegd. § 2. De personen die ernaar streven activiteiten van bankdienstverlener te verrichten, kunnen van de FSMA, volgens de regels die zij bepaalt en op haar website bekendmaakt, het bewijs verkrijgen dat hen geen beroepsverbod is opgelegd met toepassing van deze wet of van artikel 236, § 7 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, van artikel 204, § 8/1 van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2 op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen of van artikel 64, § 7 van de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 21/11/2016 numac 2016003376 bron federale overheidsdienst financien Wet op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/10/2016 pub. 18/11/2016 numac 2016003373 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies sluiten betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies. § 3. Een geviseerde entiteit eist van eenieder die zich kandidaat stelt om binnen die entiteit een of meer activiteiten van bankdienstverlener te verrichten, dat hij haar een kopie van het in paragraaf 2 bedoelde bewijs bezorgt.".
Art. 73.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk IV, luidende "Hoofdstuk IV. Wijzigingen in de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten", ingevoegd dat artikel 8 bevat.
Art. 74.Artikel 8 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 8.Artikel 45, § 1, eerste lid, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten vervangen bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten5 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, wordt aangevuld met een bepaling onder 8°, luidende: "8° bij te dragen aan de naleving van de bepalingen van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten6 tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor banken en van de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, in de mate als beschreven in de artikelen 5 tot en met 7 van die wet.".
Art. 75.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk V, luidende "Hoofdstuk V. Wijzigingen in de wet van 22 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten", ingevoegd dat artikel 9 bevat.
Art. 76.Artikel 9 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 9.In artikel 17/1 van de wet van 22 maart 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten, ingevoegd bij de wet van 18 april 2017 en gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten5, worden de woorden "of die hun activiteiten hebben stopgezet," vervangen door de woorden "die hun activiteiten hebben stopgezet, of, wat de agenten in bank- en beleggingsdiensten betreft, aan wie de FSMA een beroepsverbod heeft opgelegd conform de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten6 tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor banken.".
Art. 77.De artikelen 10 tot 15 van dezelfde wet worden opgeheven. HOOFDSTUK 1 5. - Wijzigingen van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2 op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen
Art. 78.In artikel 15, § 1, van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2 op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen wordt het tweede lid aangevuld met de volgende zinnen: "Deze personen moeten in het bijzonder eerlijk, integer en met onafhankelijkheid van geest handelen. Wat de leden van het wettelijk bestuursorgaan betreft, moet dit hen in staat stellen om daadwerkelijk de besluiten van de effectieve leiding te beoordelen en deze ter discussie te stellen indien zulks noodzakelijk is en om daadwerkelijk toe te zien en controle uit te oefenen op de bestuurlijke besluitvorming.".
Art. 79.In Boek II, Titel I, Hoofdstuk II, Afdeling VI, Onder-afdeling II, van dezelfde wet wordt een artikel 22/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 22/1.Het wettelijk bestuursorgaan en het directiecomité, of, bij ontstentenis van een directiecomité, de effectieve leiding, zijn zodanig samengesteld dat deze organen in hun geheel genomen over voldoende kennis, vaardigheden en ervaring beschikken om inzicht te hebben in alle bedrijfsactiviteiten van de beursvennootschap, met inbegrip van de voornaamste risico's waaraan zij is blootgesteld.".
Art. 80.In artikel 36 van dezelfde wet worden de woorden ", 22/1" toegevoegd tussen door de woorden "tot en met 17" en de woorden "en 31".
Art. 81.In artikel 61 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "In het kader van de krachtens het eerste lid vereiste informatieverstrekking delen de beursvennootschappen aan de Bank alle documenten en informatie mee die haar toelaten te beoordelen of: - de personen waarvan de benoeming wordt voorgesteld, overeenkomstig artikel 15 over de voor de uitoefening van hun functie vereiste professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid beschikken; - het profiel van de betrokken personen zodanig is dat voldaan wordt aan het vereiste van collectieve bekwaamheid van artikel 22/1; - de voorgestelde benoemingen stroken met het beleid en de doelstelling die het benoemingscomité overeenkomstig artikel 29, § 2, 1°, heeft vastgesteld, met name wat de vertegenwoordiging van personen van verschillend geslacht betreft."; 2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid aangevuld met de volgende zinnen: "De goedkeuring van de Bank wordt enkel verleend indien de betrokken benoeming waarborgt dat de betrokken persoon voldoet aan de vereisten van artikel 15 en de beursvennootschap aan die van artikel 22/1.Bij de goedkeuring wordt ook rekening gehouden met de mate waarin het beleid en de doelstelling die het benoemingscomité overeenkomstig artikel 29, § 2, 1°, heeft vastgesteld, worden nageleefd, met name wat betreft de vertegenwoordiging van personen van verschillend geslacht.".
Art. 82.In artikel 82 van dezelfde wet, wordt paragraaf 3 vervangen als volgt: " § 3. In geval van een tegen de beursvennootschap geopende liquidatieprocedure of van de vereffening van de beursvennootschap in de zin van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, worden de geldmiddelen die met toepassing van paragraaf 2 zijn geplaatst op een gezamenlijke cliëntenrekening of op een geïndividualiseerde rekening die de identificatie van individuele cliënten toelaat, met uitzondering van de geldmiddelen die door hun titularis konden worden teruggevorderd, bij bijzonder voorrecht aangewend voor de terugbetaling van de geldmiddelen als bedoeld in paragraaf 1, met uitsluiting van de in paragraaf 2, tweede lid bedoelde geldmiddelen.
In afwijking van de artikelen XX.155, § 1, XX.156, eerste en tweede lid, en XX.165 van het Wetboek van Economisch Recht, vereist de invordering van de geldmiddelen in toepassing van het eerste lid geen individuele aangifte van schuldvordering van de cliënten die hiervan de titularissen zijn. De liquidateur of de vereffenaar informeert de betrokken cliënten schriftelijk van het bedrag van de geldmiddelen waarop zij recht hebben, in voorkomend geval verminderd met het bedrag van de aan de toewijzing van het voorwerp van het bijzonder voorrecht verbonden kosten, en nodigt hen uit om hem, door middel van een vooraf opgesteld formulier dat een bijlage vormt aan zijn schrijven of toegankelijk is via een door de liquidateur of de vereffenaar ter beschikking gesteld elektronisch platform voor het delen van informatie, in kennis te stellen van de noodzakelijke informatie die hem zal toelaten over te gaan tot de terugbetaling van dit bedrag in het kader van het proces van de vereffening in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van het boek XX van het Wetboek van Economisch Recht of, in voorkomend geval, de afwikkeling van de vereffening in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van boek 2, titel 8, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Bij gebreke aan mededeling aan de liquidateur of de vereffenaar van het voormelde formulier of van een equivalent verzoek volgens de door de liquidateur of de vereffenaar voorziene modaliteiten binnen een termijn van zes maanden vanaf zijn schrijven aan de betrokken cliënten, verliezen deze het voordeel van het in het eerste lid bedoelde voorrecht alsook het recht om opname te vorderen van hun schuldvordering.".
Art. 83.In artikel 159, § 1, van dezelfde wet wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt: "3° consoliderende toezichthouder: een bevoegde autoriteit die belast is met het toezicht op geconsolideerde basis overeenkomstig artikel 111 van Richtlijn 2013/36/EU;".
Art. 84.In artikel 182, eerste lid van dezelfde wet worden de woorden ", en § 8/1" ingevoegd tussen de woorden " § 1, 1° tot 5° " en de woorden ", en, voor wat betreft".
Art. 85.In artikel 193 van dezelfde wet worden de woorden "met uitzondering van de artikelen 212/1 tot en met 212/11 van de genoemde wet," ingevoegd tussen de woorden "van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 18/01/2016 numac 2016000006 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten" en de woorden "in hun geheel".
Art. 86.In artikel 204 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Naast en onverminderd artikel XX.1 van het Wetboek van economisch recht, behoort de benoeming van een speciaal commissaris of van een voorlopig bestuurder, onder welke benaming dan ook, bij een beursvennootschap tot de exclusieve bevoegdheid van de Bank."; b) het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 8/1, luidende als volgt: " § 8/1.Wanneer de Bank vaststelt dat een persoon die een in artikel 15, § 1, eerste lid, bedoelde functie uitoefent of heeft uitgeoefend, niet langer voldoet aan het wettelijke vereiste om over de nodige professionele betrouwbaarheid en passende deskundigheid te beschikken, kan de Bank aan deze persoon een verbod opleggen om functies bij beursvennootschappen uit te oefenen, waarvan de duur niet meer dan vijf jaar mag bedragen.
De Bank kan een krachtens het eerste lid genomen verbodsbeslissing aanvullen met een verbod om functies uit te oefenen in andere instellingen als bedoeld in artikel 36/2, § 1, van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten.
De krachtens het eerste en het tweede lid genomen verbodsbeslissingen vermelden de aard van de verboden functies.
De krachtens het eerste en het tweede lid genomen verbodsbeslissingen worden ter kennis gebracht van de betrokken persoon en van de beursvennootschap waar deze persoon een in artikel 15, § 1, eerste lid, bedoelde functie uitoefende. De Bank stelt de FSMA van deze beslissingen in kennis.".
Art. 87.In artikel 231, derde lid, van dezelfde wet worden de woorden "198, eerste, tweede, derde en zesde lid" vervangen door de woorden "198, § 1, eerste, tweede, derde en zesde lid".
Art. 88.In artikel 426 van dezelfde wet wordt paragraaf 2 vervangen als volgt: " § 2. Bij wijze van uitzondering op paragraaf 1, treedt artikel 24 in werking 18 maanden na de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt voor wat de beursvennootschappen die voldoen aan de volgende voorwaarden: a) het totaal bedrag aan in bewaring ontvangen financiële instrumenten is minder dan of gelijk aan 5 miljard euro gedurende twee opeenvolgende boekjaren;en b) de beursvennootschap voldoet aan ten minste twee van de volgende criteria: - een gemiddeld aantal werknemers gedurende het betrokken boekjaar van minder dan 250 personen; - een balanstotaal van minder dan of gelijk aan 43 miljoen euro; - een jaarlijkse netto-omzet van minder dan of gelijk aan 50 miljoen euro.
De Bank kan beslissen dat onderhavige paragraaf niet van toepassing is op een beursvennootschap die voldoet aan de twee voorwaarden van het eerste lid wegens met name haar interne organisatie en de aard, de omvang, de verwevenheid met entiteiten binnen of buiten de groep, de complexiteit of het grensoverschrijdende karakter van haar werkzaamheden.
De Koning kan de in het eerste lid bedoelde termijn inkorten op advies van de Bank.". HOOFDSTUK 1 6. - Wijzigingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen
Art. 89.In artikel 5:33, tweede lid, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten8, worden de woorden "via, naargelang het geval, de curator of de vereffenaar," ingevoegd tussen de woorden "op collectieve wijze" en de woorden "op de algemeenheid van de gedematerialiseerde effecten van dezelfde categorie en soort".
Art. 90.In artikel 5:49, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 april 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten7, worden de woorden "via, naargelang het geval, de curator of de vereffenaar," ingevoegd tussen de woorden "oefenen de houders van certificaten gezamenlijk hun recht tot terugvordering uit" en de woorden "op de algemeenheid van de gecertificeerde effecten van dezelfde categorie".
Art. 91.In artikel 6:32, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten8, worden de woorden "via, naargelang het geval, de curator of de vereffenaar," ingevoegd tussen de woorden "op collectieve wijze" en de woorden "op de algemeenheid van de gedematerialiseerde effecten van dezelfde soort".
Art. 92.In artikel 7:38, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten8, worden de woorden "via, naargelang het geval, de curator of de vereffenaar," ingevoegd tussen de woorden "op collectieve wijze" en de woorden "op de algemeenheid van de gedematerialiseerde effecten van dezelfde categorie en soort".
Art. 93.In artikel 7:61, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "via, naargelang het geval, de curator of de vereffenaar," ingevoegd tussen de woorden "oefenen de houders van certificaten gezamenlijk hun recht tot terugvordering uit" en de woorden "op de algemeenheid van de gecertificeerde effecten van dezelfde categorie". HOOFDSTUK 1 7. - Bepalingen houdende uitvoering van Verordening (EU) 2022/858 Afdeling 1. - Inleidende bepaling en definities
Art. 94.De bepalingen van dit hoofdstuk strekken tot uitvoering van Verordening (EU) 2022/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een proefregeling voor marktinfrastructuren op basis van distributed ledger-technologie en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 909/2014 en Richtlijn 2014/65/EU.
Art. 95.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° "Verordening 909/2014": Verordening (EU) nr.909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012; 2° Verordening 600/2014: Verordening (EU) nr.600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012; 3° "Verordening 2022/858": Verordening (EU) 2022/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een proefregeling voor marktinfrastructuren op basis van distributed ledger-technologie en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr.600/2014 en (EU) nr. 909/2014 en Richtlijn 2014/65/EU; 4° " wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten": de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België;5° " wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten": de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiele diensten;6° " wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017014203 bron federale overheidsdienst financien Wet over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU sluiten": de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017014203 bron federale overheidsdienst financien Wet over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU sluiten over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU;7° " wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2": de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2 op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen en houdende diverse bepalingen;8° "Bank": de Nationale Bank van België;9° "FSMA": de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten;10° "beleggingsonderneming": een kredietinstelling of beursvennootschap naar Belgisch recht die in België een MTF mag exploiteren overeenkomstig artikel 42 van de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017014203 bron federale overheidsdienst financien Wet over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU sluiten;11° "marktexploitant": een marktexploitant die in België een MTF mag exploiteren overeenkomstig artikel 42 van de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017014203 bron federale overheidsdienst financien Wet over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU sluiten;12° "multilaterale DLT-handelsfaciliteit": een multilaterale handelsfaciliteit in de zin van artikel 2, 6), van Verordening 2022/858;13° "DLT-afwikkelingssysteem": een afwikkelingssysteem in de in van artikel 2, 7), van Verordening 2022/858;14° "DLT-handels- en afwikkelingssysteem": een handels- en afwikkelingssysteem in de zin van artikel 2, 10), van Verordening 2022/858. Afdeling 2. - Multilaterale DLT-handelsfaciliteiten
Art. 96.§ 1. In toepassing van artikel 2, 21), van Verordening 2022/858 wordt de FSMA aangewezen als bevoegde autoriteit die belast is om ten aanzien van multilaterale DLT-handelsfaciliteiten de taken uit te voeren die aan de bevoegde autoriteit zijn opgedragen door de artikelen 3, 4, 7 en 8 van Verordening 2022/858. In die hoedanigheid waakt zij over de naleving van die bepalingen en van deze genomen op basis of ter uitvoering daarvan. § 2. Wanneer de multilaterale DLT-handelsfaciliteit waarop Verordening 2022/858 van toepassing is, wordt geëxploiteerd door een beleggingsonderneming, brengt de FSMA de Bank op de hoogte van de aanvragen die zij ontvangt en van het gevolg dat zij daaraan geeft in uitoefening van de taken bedoeld in paragraaf 1. Afdeling 3. - DLT-afwikkelingssystemen
Art. 97.§ 1. In toepassing van artikel 2, 21), van Verordening 2022/858 wordt de Bank aangewezen als bevoegde autoriteit die belast is om ten aanzien van DLT-afwikkelingssystemen de taken uit te voeren die aan de bevoegde autoriteit zijn opgedragen door de artikelen 3, 5, 7 en 9 van Verordening 2022/858. In die hoedanigheid waakt zij over de naleving van die bepalingen en van deze genomen op basis of ter uitvoering daarvan, onverminderd de bevoegdheden die in paragraaf 2 aan de FSMA zijn opgedragen. § 2. Onverminderd de bevoegdheden van de Bank, houdt de FSMA toezicht op de in België gevestigde centrale effectenbewaarinstellingen die een DLT-afwikkelingssysteem exploiteren, vanuit het oogpunt van de naleving van de regels bedoeld in artikel 45, § 1, 1°, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten, evenals vanuit het oogpunt van de naleving van de regels die een loyale, billijke en professionele behandeling van de deelnemers en hun cliënten moeten waarborgen.
Vanuit dit oogpunt verzekert de FSMA de naleving door de centrale effectenbewaarinstellingen die een DLT-afwikkelingssysteem uitbaten, van artikel 7, leden 1 tot 3 en 5 tot 10 van Verordening 2022/858 en van de artikelen 6, leden 3 en 4, 7, 26, lid 3, 29, 32 tot 35, 38, 49 en 53 van Verordening 909/2014, in de mate zij niet vrijgesteld zijn van de toepassing van die bepalingen overeenkomstig artikel 5, lid 1, alinea 2 en leden 2, 3, 6 en 9 van Verordening 2022/858.
Art. 98.§ 1. Wanneer de Bank vanwege een centrale effectenbewaarinstelling of vanwege een rechtspersoon die tegelijk een vergunning aanvraagt als centrale effectenbewaarinstelling, een specifieke toestemmingsaanvraag ontvangt om een DLT-afwikkelingssysteem te exploiteren, wint de Bank het advies van de FSMA in alvorens de aanvraag te beoordelen en te beslissen of zij de specifieke toestemming verleent overeenkomstig artikel 9, lid 9, van Verordening 2022/858.
De toestemmingsaanvraag kan vergezeld gaan van een vrijstellingsaanvraag als bedoeld in artikel 5 van Verordening 2022/858, in welk geval beide aanvragen gelijktijdig behandeld worden. § 2. Zodra zij deze ontvangen heeft, stelt de Bank de informatie bedoeld in artikel 9, lid 4, van Verordening 2022/858 die betrekking heeft op de naleving van de bepalingen bedoeld in artikel 97, § 2, tweede lid, evenals alle wijzigingen daaraan, ter beschikking van de FSMA om haar in staat te stellen haar bevoegdheden uit te oefenen.
Van zodra zij deze ontvangt, maakt de Bank aan de FSMA eveneens het advies van de ESMA over indien dergelijk advies verstrekt wordt overeenkomstig artikel 9, lid 7, eerste alinea van Verordening 2022/858, evenals het advies dat de relevante autoriteiten bedoeld in artikel 12 van Verordening 909/2014 overmaken overeenkomstig artikel 9, lid 7, alinea 4, van Verordening 2022/858. § 3. De Bank brengt de FSMA op de hoogte zodra zij oordeelt dat de toestemmingsaanvraag volledig is. Vanaf die kennisgeving beschikt de FSMA over een termijn van 60 dagen om haar advies te verstrekken.
Afwezigheid van advies binnen deze termijn geldt als positief advies.
Het advies van de FSMA heeft betrekking op de aangelegenheden waarvoor zij bevoegd is zoals bepaald in artikel 97, § 2. De FSMA vermeldt in haar advies in het bijzonder of zij, vanuit het oogpunt van haar bevoegdheden, van oordeel is dat er redenen bestaan om de specifieke toestemming te weigeren overeenkomstig artikel 9, lid 10, van Verordening 2022/858.
Indien de Bank geen rekening houdt met het advies van de FSMA, wordt dat met de redenen voor de afwijking vermeld in de motivering van de beslissing over de toestemmingsaanvraag. Het advies van de FSMA wordt bij de kennisgeving van de beslissing over de toestemmingsaanvraag gevoegd.
Art. 99.§ 1. De Bank wint het advies van de FSMA in volgens de procedure en de nadere regels van artikel 98, telkens wanneer zij een vrijstellingsaanvraag ontvangt die betrekking heeft op: 1° artikel 5, lid 5, van Verordening 2022/858;2° een artikel van Verordening 909/2014 waarvan de FSMA in voorkomend geval, de naleving verzekert overeenkomstig artikel 97, § 2;of 3° artikel 19 van Verordening 909/2014. Het advies van de FSMA heeft betrekking op de aangelegenheden waarvoor zij bevoegd is zoals bepaald in artikel 97, § 2, en meer in het bijzonder op het volgende: 1° de naleving van artikel 7, leden 1 tot 3 en 5 tot 10 van Verordening 2022/858;2° in voorkomend geval, de naleving van de voorwaarden vermeld in artikel 5, leden 2 tot 10 van Verordening 2022/858;3° de compenserende maatregelen die de FSMA eventueel passend acht om de doelstellingen te verwezenlijken van de bepalingen waarvan een vrijstelling is gevraagd, of om de beleggersbescherming of de marktintegriteit te waarborgen overeenkomstig artikel 5, lid 1, alinea 2, c), van Verordening 2022/858. § 2. De Bank wint eveneens het advies van de FSMA in volgens de procedure en de modaliteiten van artikel 98, wanneer een wijziging moet aangebracht worden in één of meer bestaande vrijstellingen of in de voorwaarden of compenserende maatregelen die eventueel verbonden zijn aan een vrijstelling.
Art. 100.De Bank wint het advies van de FSMA in, volgens de in de artikel 98 vastgelegde procedure en modaliteiten: 1° wanneer zij de intentie heeft om overeenkomstig artikel 3, lid 6, van Verordening 2022/858 lagere grenswaarden vast te stellen dan deze vermeld in de leden 1 en 2 van datzelfde artikel;2° wanneer zij de intentie heeft om een specifieke toestemming of één of meer eventueel in verband daarmee verleende vrijstellingen in te trekken overeenkomstig artikel 9, lid 12, van Verordening 2022/858.
Art. 101.Onverminderd artikel 108, kan de FSMA aan de Bank vragen om een specifieke toestemming of één of meer eventueel in verband daarmee verleende vrijstellingen in te trekken overeenkomstig artikel 9, lid 12, van Verordening 2022/858, om redenen die raken aan de uitoefening van haar bevoegdheden bedoeld in artikel 97, § 2. Als de Bank geen gevolg geeft aan de vraag van de FSMA, vermeldt zij de redenen daarvan aan deze laatste. Afdeling 4. - DLT-handels- en afwikkelingssystemen geëxploiteerd door
een centrale effectenbewaarinstelling
Art. 102.§ 1. In toepassing van artikel 2, 21), van Verordening 2022/858 worden de Bank en de FSMA aangewezen als bevoegde autoriteiten die ermee belast zij om de taken uit te voeren die aan de bevoegde autoriteit zijn opgedragen door de artikelen 3, 6, 7 en 10 van Verordening 2022/858, wanneer die bepalingen van toepassing zijn op een DLT-handels- en afwikkelingssysteem dat geëxploiteerd wordt door een centrale effectenbewaarinstelling. In die hoedanigheid waken zij over de naleving van die bepalingen en van deze genomen op basis of ter uitvoering daarvan, in de mate en volgens de bevoegdheidsverdeling vastgelegd in deze afdeling. § 2. De Bank houdt toezicht op de in België gevestigde centrale effectenbewaarinstellingen die een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteren, vanuit het oogpunt van de naleving van de in Verordening 909/2014 en krachtens de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten vastgelegde vereisten voor de afwikkeling van financiële instrumenten en vereisten op het vlak van organisatie, werking, financiële positie, interne controle en risicobeheer wat de afwikkelingsactiviteiten betreft, evenals vanuit het oogpunt van de naleving van de regels die de financiële stabiliteit moeten waarborgen.
Vanuit dit oogpunt verzekert de Bank de naleving door de centrale effectenbewaarinstellingen die een DLT-handels- en afwikkelingssysteem uitbaten, van de artikelen 3 en 7 van Verordening 2022/858 en van de bepalingen van Verordening 909/2014, in de mate zij niet vrijgesteld zijn van de toepassing van die bepalingen overeenkomstig artikel 4, leden 2, 3 en 4, artikel 5, leden 2 tot 10, en artikel 6, lid 2, alinea 2, van Verordening 2022/858. § 3. Onverminderd de bevoegdheden van de Bank bedoeld in paragraaf 2, houdt de FSMA toezicht op de in België gevestigde centrale effectenbewaarinstellingen die een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteren, vanuit het oogpunt van de naleving van de regels bedoeld in artikel 45, § 1, 1°, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten, evenals vanuit het oogpunt van de naleving van de regels die een loyale, billijke en professionele behandeling van de deelnemers en hun cliënten moeten waarborgen.
Vanuit dit oogpunt verzekert de FSMA de naleving door de centrale effectenbewaarinstellingen die een DLT-handels- en afwikkelingssysteem uitbaten, van: - de artikelen 3 en 7 van Verordening 2022/858; - de artikelen 6, leden 3 en 4, 7, 26, lid 3, 29, 32 tot 35, 38, 49 en 53 van Verordening 909/2014; - de vereisten die van toepassing zijn op multilaterale handelsfaciliteiten zoals bedoeld in artikel 6, lid 2, alinea 1, b), van Verordening 2022/858, en dit in de mate zij niet vrijgesteld zijn van de toepassing van die bepalingen overeenkomstig artikel 4, leden 2, 3 en 4, artikel 5, leden 2 tot 10 en artikel 6, lid 2, alinea 2, van Verordening 2022/858.
Art. 103.§ 1. De Bank is bevoegd om, overeenkomstig de voorwaarden en nadere regels vastgelegd in deze afdeling, de aanvragen voor toestemming te ontvangen die door een centrale effectenbewaarinstelling of een rechtspersoon die tegelijk een vergunning aanvraagt als centrale effectenbewaarinstelling, worden ingediend overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening 2022/858 om een DLT-handels- en afwikkelingssysteem te exploiteren, evenals om te oordelen over dergelijke aanvragen en om te beslissen of zij de specifieke toestemming verleent overeenkomstig artikel 10, lid 9, van Verordening 2022/858.
Wanneer zij een dergelijke aanvraag ontvangt, wint de Bank het advies van de FSMA in alvorens de aanvraag te beoordelen en te beslissen of zij de specifieke toestemming verleent.
De toestemmingsaanvraag kan vergezeld gaan van een vrijstellingsaanvraag als bedoeld in artikel 6 van Verordening 2022/858, in welk geval beide aanvragen gelijktijdig behandeld worden. § 2. Zodra zij deze ontvangen heeft, stelt de Bank de informatie bedoeld in artikel 10, lid 4 en lid 5, alinea 2, van Verordening 2022/858 die betrekking heeft op de naleving van de bepalingen bedoeld in artikel 102, § 3, tweede lid, evenals alle wijzigingen daarvan, ter beschikking van de FSMA om haar in staat te stellen haar bevoegdheden uit te oefenen.
Van zodra zij deze ontvangt, maakt de Bank aan de FSMA eveneens het advies van de ESMA over indien dergelijk advies verstrekt wordt overeenkomstig artikel 10, lid 8, eerste alinea, van Verordening 2022/858, evenals het advies dat de relevante autoriteiten bedoeld in artikel 12 van Verordening 909/2014 overmaken overeenkomstig artikel 10, lid 8, alinea 4, van Verordening 2022/858. § 3. Op eensluidend advies van de FSMA beoordeelt de Bank de volledigheid van de specifieke toestemmingsaanvraag overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening 2022/858.
Vanaf de beslissing van de Bank over de volledigheid van de specifieke toestemmingsaanvraag, beschikt de FSMA over een termijn van 60 dagen om haar advies te verstrekken. Afwezigheid van advies binnen deze termijn geldt als positief advies.
Het advies van de FSMA heeft betrekking op de aangelegenheden waarvoor zij bevoegd is zoals bepaald in artikel 102, § 3. De FSMA vermeldt in haar advies in het bijzonder of zij, vanuit het oogpunt van haar bevoegdheden, van oordeel is dat er redenen bestaan om de specifieke toestemming te weigeren overeenkomstig artikel 10, lid 10, van Verordening 2022/858.
Het advies van de FSMA is bindend voor de Bank wanneer dit betrekking heeft op de naleving van de vereisten die van toepassing zijn op multilaterale handelssystemen, in het bijzonder op grond van Verordening (EU) nr. 600/2014 en van de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017014203 bron federale overheidsdienst financien Wet over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU sluiten.
Indien de Bank geen rekening houdt met het advies van de FSMA wat de andere aangelegenheden betreft, wordt dat met de redenen voor de afwijking vermeld in de motivering van de beslissing over de toestemmingsaanvraag. Het advies van de FSMA wordt bij de kennisgeving van de beslissing over de toestemmingsaanvraag gevoegd.
Art. 104.§ 1. De Bank is bevoegd om, overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten van dit artikel, de vrijstellingsaanvragen te ontvangen bedoeld in artikel 6, lid 2, alinea 2, van Verordening 2022/858 en om te beslissen over de toekenning van die vrijstellingen. § 2. De Bank wint het advies van de FSMA in volgens de procedure en de modaliteiten van artikel 103, telkens wanneer zij een vrijstellingsaanvraag ontvangt die betrekking heeft op: 1° artikel 5, lid 5, van Verordening 2022/858;2° een artikel van Verordening 909/2014 waarvan de FSMA in voorkomend geval, de naleving verzekert overeenkomstig artikel 102, § 3;3° artikel 19 van Verordening 909/2014;of 4° een vereiste bedoeld in artikel 6, lid 2, b), van Verordening 2022/858. Het advies van de FSMA heeft betrekking op de aangelegenheden waarvoor zij bevoegd is zoals bepaald in artikel 102, § 3, en meer in het bijzonder op het volgende: 1° de naleving van artikel 7 van Verordening 2022/858;2° de in voorkomend geval, naleving van de voorwaarden vermeld in artikel 4, leden 2, 3 en 4 en in artikel 5, leden 2 tot 10 van Verordening 2022/858;3° de compenserende maatregelen die de FSMA eventueel passend acht om de doelstellingen te verwezenlijken van de bepalingen waarvan een vrijstelling is gevraagd, of om de beleggersbescherming of de marktintegriteit te waarborgen overeenkomstig artikel 6, lid 2, alinea 2, c), van Verordening 2022/858. § 3. De Bank wint eveneens het advies van de FSMA in, volgens de procedure en de nadere regels van artikel 103, wanneer een wijziging moet aangebracht worden in één of meer bestaande vrijstellingen of in de voorwaarden of compenserende maatregelen die eventueel verbonden zijn aan een vrijstelling.
Art. 105.De Bank wint het advies van de FSMA in, volgens de in artikel 103 vastgelegde procedure en nadere regels: 1° wanneer zij de intentie heeft om overeenkomstig artikel 3, lid 6 van Verordening 2022/858 lagere grenswaarden vast te stellen dan deze vermeld in de leden 1 en 2 van datzelfde artikel;2° wanneer zij de intentie heeft om een specifieke toestemming of één of meer eventueel in verband daarmee verleende vrijstellingen in te trekken overeenkomstig artikel 10, lid 12, van Verordening 2022/858.
Art. 106.Onverminderd artikel 108, kan de FSMA aan de NBB vragen om een specifieke toestemming of één of meer eventueel in verband daarmee verleende vrijstellingen in te trekken overeenkomstig artikel 10, lid 12, van Verordening 2022/858, om redenen die raken aan de uitoefening van haar bevoegdheden bedoeld in artikel 102, § 3. Als de Bank geen gevolg geeft aan de vraag van de FSMA, vermeldt zij de redenen daarvan aan deze laatste. Wanneer de vraag van de FSMA verband houdt met de vereisten die van toepassing zijn op multilaterale handelssystemen, in het bijzonder op grond van Verordening (EU) nr. 600/2014 en van de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017014203 bron federale overheidsdienst financien Wet over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU sluiten, kan de Bank zich niet verzetten tegen de vraag van de FSMA. Afdeling 5. - DLT-handels- en afwikkelingssystemen geëxploiteerd door
een beleggingsonderneming of een marktexploitant
Art. 107.§ 1. In toepassing van artikel 2, 21), van Verordening 2022/858 worden de Bank en de FSMA aangewezen als bevoegde autoriteiten die ermee belast zijn om de taken uit te voeren die aan de bevoegde autoriteit zijn opgedragen door de artikelen 3, 6, 7 en 10 van Verordening 2022/858, wanneer die bepalingen van toepassing zijn op een DLT-handels- en afwikkelingssysteem dat geëxploiteerd wordt door een rechtspersoon die vergund is als beleggingsonderneming of die een vergunning heeft om een gereglementeerde markt te exploiteren. In die hoedanigheid waken zij over de naleving van die bepalingen en van deze genomen op basis of ter uitvoering daarvan, in de mate en volgens de bevoegdheidsverdeling vastgelegd in deze afdeling. § 2. De FSMA houdt toezicht op de in België gevestigde beleggingsondernemingen en marktexploitanten die een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteren, vanuit het oogpunt van de naleving van de regels bedoeld in artikel 45, § 1, 1°, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten, evenals vanuit het oogpunt van de naleving van de regels die een loyale, billijke en professionele behandeling van de deelnemers en hun cliënten moeten waarborgen.
Vanuit dit oogpunt verzekert de FSMA de naleving door de beleggingsondernemingen en marktexploitanten die een DLT-handels- en afwikkelingssysteem uitbaten, van: - de artikelen 3 en 7 van Verordening 2022/858; - de artikelen 6, leden 3 en 4, 7, 29, 32 tot 35, 38, 49 en 53 van Verordening 909/2014; - de vereisten die van toepassing zijn op multilaterale handelsfaciliteiten op grond van Verordening (EU) nr. 600/2014, van de wet van 21 november 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/2017 pub. 07/12/2017 numac 2017014203 bron federale overheidsdienst financien Wet over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU sluiten en van de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, en dit in de mate zij niet vrijgesteld zijn van de toepassing van die bepalingen overeenkomstig artikel 4, leden 2, 3 en 4, artikel 5, leden 2 tot 10 en artikel 6, lid 2, alinea 2, van Verordening 2022/858. § 3. Onverminderd de bevoegdheden van de FSMA bedoeld in paragraaf 2, houdt de Bank toezicht op de in België gevestigde beleggingsondernemingen en marktexploitanten die een DLT-handels- en afwikkelingssysteem exploiteren, vanuit het oogpunt van de naleving van de vereisten die zijn vastgelegd in Verordening 909/2014 en in de wet van 20 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten2, en krachtens de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten inzake de afwikkeling van financiële instrumenten en op het vlak van organisatie, werking, financiële positie, interne controle en risicobeheer wat de afwikkelingsactiviteiten betreft, evenals vanuit het oogpunt van de naleving van de regels die de financiële stabiliteit moeten waarborgen.
Vanuit dit oogpunt verzekert de Bank de naleving door de beleggingsondernemingen en marktexploitanten die een DLT-handels- en afwikkelingssysteem uitbaten, van de artikelen 3 en 7 van Verordening 2022/858 en van de bepalingen van Verordening 909/2014 met uitzondering van de artikelen 9, 16, 17, 18, 20, 26, 27, 28, 31, 42, 43, 44, 46 en 47, in de mate zij niet vrijgesteld zijn van de toepassing van die bepalingen overeenkomstig artikel 4, leden 2, 3 en 4, artikel 5, leden 2 tot 10 en artikel 6, lid 1, alinea 2, van Verordening 2022/858.
Art. 108.§ 1. De FSMA is bevoegd om, overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten vastgelegd in deze afdeling, de aanvragen te ontvangen die door een beleggingsonderneming of marktexploitant of een rechtspersoon die tegelijk een vergunning aanvraagt als beleggingsonderneming of als marktexploitant, worden ingediend overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening 2022/858 om een DLT-handels- en afwikkelingssysteem te exploiteren, evenals om te oordelen over dergelijke aanvragen en om te beslissen of zij de specifieke toestemming verleent overeenkomstig artikel 10, lid 9, van Verordening 2022/858.
Wanneer zij een dergelijke aanvraag ontvangt, wint de FSMA het advies van de Bank in alvorens de aanvraag te beoordelen en te beslissen of zij de specifieke toestemming verleent.
De toestemmingsaanvraag kan vergezeld gaan van een vrijstellingsaanvraag als bedoeld in artikel 6 van Verordening 2022/858, in welk geval beide aanvragen gelijktijdig behandeld worden. § 2. Zodra zij deze ontvangen heeft, stelt de FSMA de informatie bedoeld in artikel 10, lid 4 en lid 5, alinea 1, van Verordening 2022/858 die betrekking heeft op de naleving van de bepalingen bedoeld in artikel 107, § 3, tweede lid, evenals alle wijzigingen daarvan, ter beschikking van de Bank om haar in staat te stellen haar bevoegdheden uit te oefenen.
Van zodra zij deze ontvangt, maakt de FSMA aan de Bank eveneens het advies van de ESMA over indien dergelijk advies verstrekt wordt overeenkomstig artikel 10, lid 8, eerste alinea, van Verordening 2022/858, evenals het advies dat de relevante autoriteiten bedoeld in artikel 12 van Verordening 909/2014 overmaken overeenkomstig artikel 10, lid 8, alinea 4, van Verordening 2022/858. § 3. Op eensluidend advies van de Bank beoordeelt de FSMA de volledigheid van de specifieke toestemmingsaanvraag overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening 2022/858.
Vanaf de beslissing van de FSMA over de volledigheid van de specifieke toestemmingsaanvraag, beschikt de Bank over een termijn van 60 dagen om haar advies te verstrekken. Afwezigheid van advies binnen deze termijn geldt als positief advies.
Het advies van de Bank heeft betrekking op de aangelegenheden waarvoor zij bevoegd is zoals bepaald in artikel 107, § 3. De Bank vermeldt in haar advies in het bijzonder of zij, vanuit het oogpunt van haar bevoegdheden, van oordeel is dat er redenen bestaan om de specifieke toestemming te weigeren overeenkomstig artikel 10, lid 10, van Verordening 2022/858.
Indien de Bank van oordeel is dat, om redenen die verband houden met de uitoefening van haar bevoegdheden zoals bepaald in artikel 107, § 3, de specifieke toestemming bedoeld in artikel 10, lid 1, van Verordening 2022/858 niet kan verleend worden, is het advies van de Bank bindend voor de FSMA. Indien de FSMA in de andere gevallen geen rekening houdt met het advies van de Bank, wordt dat met de redenen voor de afwijking vermeld in de motivering van de beslissing over de toestemmingsaanvraag. Het advies van de Bank wordt bij de kennisgeving van de beslissing over de toestemmingsaanvraag gevoegd.
Art. 109.§ 1. De FSMA is bevoegd om, overeenkomstig de voorwaarden en nadere regels van dit artikel, de vrijstellingsaanvragen te ontvangen bedoeld in artikel 6, lid 1, alinea 2, van Verordening 2022/858 en om te beslissen over de toekenning van die vrijstellingen. § 2. De FSMA wint het advies van de Bank in volgens de procedure en de nadere regels van artikel 108, telkens wanneer zij een vrijstellingsaanvraag ontvangt die betrekking heeft op: 1° artikel 5, lid 5, van Verordening 2022/858;2° een bepaling van Verordening 909/2014. Het advies van de Bank heeft betrekking op de aangelegenheden waarvoor zij bevoegd is zoals bepaald in artikel 107, § 3, en meer in het bijzonder op het volgende: 1° de naleving van artikel 7 van Verordening 2022/858;2° in voorkomend geval, de naleving van de voorwaarden vermeld in artikel 5, leden 2 tot 10 van Verordening 2022/858;3° de compenserende maatregelen die de Bank eventueel passend acht om de doelstellingen te verwezenlijken van de bepalingen waarvan een vrijstelling is gevraagd, of om de financiële stabiliteit te waarborgen overeenkomstig artikel 6, lid 1, alinea 2, c), van Verordening 2022/858. Indien de Bank van oordeel is dat, om redenen die verband houden met de uitoefening van haar bevoegdheden zoals bepaald in artikel 107, § 3, de vrijstelling bedoeld in artikel 6, lid 1, alinea 2, van Verordening 2022/858 niet kan verleend worden, is het advies van de Bank bindend voor de FSMA. Indien de FSMA in de andere gevallen geen rekening houdt met het advies van de Bank, wordt dat met de redenen voor de afwijking vermeld in de motivering van de beslissing over de vrijstellingsaanvraag. Het advies van de Bank wordt bij de kennisgeving van de beslissing over de vrijstellingsaanvraag gevoegd. § 3. De FSMA wint eveneens het advies van de Bank in wanneer een wijziging moet aangebracht worden in één of meer bestaande vrijstellingen of in de voorwaarden of compenserende maatregelen die eventueel verbonden zijn aan een vrijstelling.
Art. 110.De FSMA wint het advies van de Bank in, volgens de in artikel 108 vastgelegde procedure en nadere regels: 1° wanneer zij de intentie heeft om overeenkomstig artikel 3, lid 6, van Verordening 2022/858 lagere grenswaarden vast te stellen dan deze vermeld in de leden 1 en 2 van datzelfde artikel;2° wanneer zij de intentie heeft om een specifieke toestemming of één of meer eventueel in verband daarmee verleende vrijstellingen in te trekken overeenkomstig artikel 10, lid 12, van Verordening 2022/858.
Art. 111.Onverminderd artikel 109, kan de Bank aan de FSMA vragen om een specifieke toestemming of één of meer eventueel in verband daarmee verleende vrijstellingen in te trekken overeenkomstig artikel 10, lid 12, van Verordening 2022/858, om redenen die raken aan de uitoefening van haar bevoegdheden bedoeld in artikel 107, § 3. Als de FSMA geen gevolg geeft aan de vraag van de Bank, vermeldt zij de redenen daarvan aan deze laatste. Wanneer de vraag van de Bank verband houdt met de vereisten van Verordening 909/2014, kan de FSMA zich niet verzetten tegen de vraag van de Bank. Afdeling 6. - Toezicht en sancties
Art. 112.§ 1. Overeenkomstig artikel 37nonies van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten houdt de FSMA toezicht op de naleving van de bepalingen waarvoor zij overeenkomstig de artikelen 96, 97, § 2, 102, § 3 et 107, § 2 bevoegd is.
Art. 113.§ 1. De Bank houdt toezicht op de naleving van de bepalingen waarvoor zij overeenkomstig de artikelen 97, § 1, 102, § 2, en 107, § 3 bevoegd is. Daartoe kan de Bank de bevoegdheden uitoefenen als bedoeld in artikel 36/29 van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten. § 2. De bepalingen van artikel 36/30 en 36/30/1 van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België type wet prom. 22/02/1998 pub. 03/03/1998 numac 1998021087 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten zijn van toepassing in geval van niet-naleving van de verplichtingen en verboden die voortvloeien uit Verordening 2022/858, van de bepalingen genomen op basis of in uitvoering daarvan en in geval van inbreuk op de door de Bank krachtens die verordening genomen maatregelen. Afdeling 7. - Wijzigingen in de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende
het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten
Art. 114.In artikel 2 van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "elk instrument dat tot één van de volgende categorieën behoort" vervangen door de woorden "elke instrument dat tot één van de volgende categorieën behoort, met inbegrip van dergelijke instrumenten die worden uitgegeven door middel van distributed ledger-technologie in de zin van artikel 2, 1), van Verordening 2022/858";2° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 84°, luidende: "84° Verordening (EU) 2022/858": Verordening (EU) 2022/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende een proefregeling voor marktinfrastructuren op basis van distributed ledger-technologie en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 909/2014 en Richtlijn 2014/65/EU;".
Art. 115.In hoofdstuk II, afdeling 8, van dezelfde wet wordt een artikel 37decies ingevoegd, luidende: "
Art. 37decies.§ 1. De FSMA oefent de taken uit die de Verordening 2022/858 aan de bevoegde autoriteit toevertrouwt, in de mate en volgens de bepalingen van de artikelen 96 tot 113 van de wet van ... houdende diverse financiële bepalingen.
In die hoedanigheid ziet zij toe op de naleving van de Verordening 2022/858 en van de op grond van of krachtens die Verordening vastgestelde bepalingen. § 2. Voor de uitoefening van deze opdrachten kan de FSMA: 1° de in de artikelen 34 en 35 bedoelde bevoegdheden uitoefenen;2° de in de artikelen 79 tot 85bis bedoelde bevoegdheden uitoefenen overeenkomstig de in die artikelen voorziene modaliteiten. De artikelen 36, 36bis en 37 zijn van toepassing bij inbreuken op de bepalingen van Verordening 2022/858, op de bepalingen die op grond van of krachtens die Verordening zijn vastgesteld, of op de maatregelen die de FSMA krachtens die Verordening of de uitvoeringsbepalingen ervan heeft genomen.".
TITEL 3. - Inwerkingtreding
Art. 116.Artikel 32 treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van het gehele hoofdstuk 11 van de wet van 26 januari 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2006 pub. 28/04/2006 numac 2006003247 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten sluiten1 betreffende de dematerialisatie van de relaties tussen de Federale Overheidsdienst Financiën, de burgers, rechtspersonen en bepaalde derden en tot wijziging van diverse fiscale wetboeken en wetten, zoals bepaald in artikel 219 van deze wet.
Art. 117.Artikelen 4, § 2, vierde lid, en § 3, derde lid, en 5, § 2, tweede lid, van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten6 tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor de banksector, vervangen bij artikelen 68 en 70, treden in werking op de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
De Koning regelt, bij een in Ministerraad overlegd besluit, op voorstel van de FSMA of op eigen initiatief, op advies van de FSMA, de inwerkingtreding van elke andere bepaling van Hoofdstuk 14.
De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, op voorstel van de FSMA of op eigen initiatief, op advies van de FSMA, de datum van inwerkingtreding van de in het tweede lid bedoelde bepalingen van Hoofdstuk 14 bepalen in functie van de categorieën van geviseerde entiteiten en/of de categorieën van bankdienstverleners als bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, van de wet van 22 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 14/06/2018 numac 2018012337 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. - Officieuze coördinatie in het Duits. - Deel I sluiten6 tot invoering van een bankierseed en een tuchtregeling voor de banksector.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 20 december 2023.
FILIP Van Koningswege : De minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : K55-3561 Integraal verslag: 7 en 14 december 2023