gepubliceerd op 12 oktober 2011
Koninklijk besluit waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen
10 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen, inzonderheid op artikel 2, § 3;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 12 januari 1973;
Gelet op de hoogdringendheid;
Overwegende de gespannen toestand op de financiële markten en de noodzaak om de stabiliteit van het Belgisch financiële systeem te bewaren en het vertrouwen van het publiek in de financiële instellingen te handhaven;
Overwegende dat de voorgestelde maatregel gerechtvaardigd is door een dringende nood van algemeen belang; dat iedere vertraging bij de tenuitvoerlegging ervan zijn doeltreffendheid in het gedrang zou brengen, gelet op de grote volatiliteit van de markten; dat het van belang is de markt zonder verwijl en zonder onzekerheid aangaande de uitvoering op de hoogte te kunnen stellen van de voorgenomen verwerving;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 oktober 2011;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 10 oktober 2011;
Op voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en van Institutionele Hervormingen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Met toepassing van artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen wordt de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij ermee belast om (i) alle of een gedeelte van de gewone aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen van Dexia Bank België, naamloze vennootschap naar Belgisch recht met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Pachecolaan 44, zijnde 359.412.616 aandelen te verwerven, in het kader van een onderhandeling met Dexia, naamloze vennootschap naar Belgisch recht met maatschappelijke zetel te 1210 Brussel, Rogierplein 11, of met iedere andere vennootschap van de Dexia Groep die voornoemde aandelen aanhoudt, (ii) om alle overeenkomsten met dat oogmerk aan te gaan, met inbegrip van, in voorkomend geval, alle arbitrageovereenkomsten, en (iii) deze participatie te beheren.
Art. 2.De Staat zal aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij al de fondsen voor de verwerving bedoeld in artikel 1 ter beschikking stellen.
Art. 3.De opdracht die door dit besluit aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij wordt toevertrouwd, wordt door deze laatste in eigen naam maar voor rekening van de Staat uitgevoerd.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 9 oktober 2011.
Art. 5.De Minister die de Financiën onder zijn bevoegdheden heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 10 oktober 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en van Institutionele Hervormingen, D. REYNDERS