gepubliceerd op 02 mei 2003
Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie
2 APRIL 2003. - Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
Art. 2.In artikel 1 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° na de woorden « bevoegde overheid », worden de woorden « de overheid aangewezen krachtens de wet van 4 augustus 1955 betreffende de veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie, krachtens deze wet en krachtens de uitvoeringsbesluiten van deze wetten » vervangen door de woorden « de overheid aangewezen krachtens deze wet en krachtens haar uitvoeringsbesluiten »;2° de lijst met definities wordt aangevuld als volgt : « - kernmateriaal : de volgende bijzondere splijtbare producten en kerngrondstoffen : a) de bijzondere splijtbare producten zijn plutonium 239, uranium 233, uranium verrijkt in uranium 235 of 233 : elk product dat één of meerdere van de hierboven vermelde isotopen bevat. Uranium verrijkt in uranium 235 of 233 is uranium dat hetzij uranium 235 bevat hetzij uranium 233, dan wel deze beide isotopen in een zodanige hoeveelheid dat de verhouding tussen de som van beide isotopen en de isotoop 238 groter is dan de verhouding tussen de isotoop 235 en de isotoop 238 in natuurlijk uranium; b) de kerngrondstoffen zijn het uranium dat een mengeling aan isotopen bevat die in de natuur voorkomen en uranium verarmd in uranium 235; thorium; de voornoemde materialen onder de vorm van metaal, legering, de chemische verbindingen of concentraten; - nationaal nucleair vervoer : het vervoer, met om het even welk vervoermiddel, van kernmateriaal dat geconditioneerd is met het oog op een zending, wanneer dit uitsluitend binnen Belgisch grondgebied plaatsvindt; - internationaal nucleair vervoer : het vervoer, met om het even welk vervoermiddel, van kernmateriaal, dat geconditioneerd is met het oog op een zending, dat de grenzen van het grondgebied moet overschrijden, te rekenen vanaf het vertrek uit de installatie van de expediteur in de Staat van oorsprong tot de aankomst in een installatie van de geadresseerde op het grondgebied van de Staat van eindbestemming; - fysieke beveiligingsmaatregelen : alle administratieve, organisatorische en technische maatregelen met als doel het beschermen van kernmateriaal tijdens de productie, het gebruik, de opslag of het vervoer tegen de risico's van ongeoorloofd bezit en diefstal en het beschermen van kernmateriaal tijdens de productie, het gebruik, de opslag alsook de nucleaire installaties, het nationaal en internationaal nucleair vervoer tegen de risico's van sabotage. De genoemde maatregelen hebben eveneens tot doel de documenten en gegevens aangaande voornoemd materiaal, installaties en nucleair vervoer te beschermen tegen voornoemde handelingen; - sabotage : alle opzettelijke handelingen gericht tegen kernmateriaal tijdens de productie, het gebruik, de opslag of het vervoer, tegen de nucleaire installaties of tegen het nationaal of internationaal nucleair vervoer, die op rechtstreekse of onrechtstreekse wijze de gezondheid en veiligheid van het personeel, de bevolking en het milieu in gevaar kunnen brengen door het blootstellen aan bestraling of uitstoot van radioactieve materie; - nucleaire inspecteurs : de directeur-generaal en de leden van het departement toezicht en controle van het Agentschap die een zelfde of een hogere rang hebben als de deskundigen bij voornoemde instelling en die door de Koning worden aangeduid. »
Art. 3.In dezelfde wet wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidende : «
Art. 1bis.Voor de toepassing van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten wordt, inzake de fysieke beveiligingsmaatregelen verstaan onder : - nucleaire installaties : alle installaties waar kernmateriaal wordt geproduceerd, gebruikt en opgeslagen. »
Art. 4.In dezelfde wet wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidende : «
Art. 2bis.De wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur is niet van toepassing op kernmateriaal en alle daarop betrekking hebbende documenten en gegevens. »
Art. 5.In artikel 3, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden « het vervoeren » ingevoegd tussen de woorden « het bezit » en de woorden « het doorvoeren ».
Art. 6.In artikel 8 van dezelfde wet, wordt het punt 1 vervangen als volgt : « 1. Op het militair domein, met dien verstande dat het Agentschap belast is met het toezicht en de controle op de naleving van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten op de plaatsen waar personen die geen deel hebben aan de landsverdediging, noch behoren tot een vreemde Krijgsmacht, op regelmatige wijze aanwezig zijn; ».
Art. 7.Artikel 9 van dezelfde wet wordt aangevuld met de volgende leden : « De leden van de controledienst hebben het recht een waarschuwing te geven en hierbij een termijn te bepalen waarbinnen de overtreder zich in regel moet stellen.
Deze termijn mag ten hoogste zes maanden bedragen.
Wanneer de dag waarop de termijn om zich in regel te stellen verstrijkt een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, dan wordt deze verschoven naar de eerstvolgende werkdag.
Bij het geven van deze waarschuwingen kunnen zij alle passende maatregelen voorschrijven die zij nuttig achten om de gevaren voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers, de bevolking en het leefmilieu op het vlak van de ioniserende stralingen te bestrijden of weg te werken. »
Art. 8.In artikel 10 van dezelfde wet wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd : « Tot bewoonde lokalen hebben zij evenwel enkel toegang wanneer de rechter in de politierechtbank vooraf toestemming heeft verleend. »
Art. 9.Artikel 11 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : « De betrokkenen kunnen tegen de maatregelen bedoeld in artikel 9, derde lid, en 10, vierde tot zesde lid, volgens door de Koning vastgestelde regels, beroep instellen bij de minister onder wie het Agentschap ressorteert.
Het beroep heeft geen schorsende werking.
Indien de minister geen beslissing heeft genomen binnen de vastgestelde termijn, die niet langer mag zijn dan drie maanden, wordt het beroep geacht gegrond te zijn. In dat geval zijn de maatregelen waartegen beroep werd ingesteld, van rechtswege opgeheven »
Art. 10.Artikel 13 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : « De bepalingen van deze wet inzake de fysieke beveiligingsmaatregelen en haar uitvoeringsbepalingen dienaangaande wijken af voor het kernmateriaal en alle daarop betrekking hebbende documenten en gegevens,van de bepalingen van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen en haar uitvoeringsbesluiten ervan met uitzondering van de bepalingen inzake de veiligheidsmachtigingen en de latere aanpassingen ervan dienaangaande. »
Art. 11.Artikel 15 van dezelfde wet wordt aangevuld met het volgende lid : « Onverminderd de toepassing van artikel 8 van deze wet is het Agentschap eveneens belast met de controle op de fysieke beveiligingsmaatregelen. »
Art. 12.In dezelfde wet wordt een artikel 17bis ingevoegd, luidende : «
Art. 17bis.Op voorstel van het Agentschap : - stelt de Koning de fysieke beveiligingsmaatregelen vast die genomen moeten worden met betrekking tot de inrichting, de bewaking en het toezicht over de plaatsen en de voertuigen waarin kernmateriaal wordt opgeslagen; - deelt de Koning, overeenkomstig de regelingen vastgesteld in het internationaal recht en de aanbevelingen van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie, het kernmateriaal voor vreedzaam gebruik in categorieën in, en bepaalt Hij het minimale beschermingsniveau voor elk van die categorieën; - stelt de Koning de fysieke beveiligingsmaatregelen vast die genomen moeten worden ter bescherming van de kerntechnologie ontwikkeld door Belgische nucleaire instellingen. »
Art. 13.In dezelfde wet wordt een artikel 17ter ingevoegd, luidende : «
Art. 17ter.De Koning bepaalt, op voorstel van het Agentschap, de regels voor classificatie en declassificatie van het kernmateriaal en de daarop betrekking hebbende documenten en gegevens en bepaalt wie een classificatieniveau kan toekennen. »
Art. 14.In dezelfde wet wordt een artikel 18bis ingevoegd, luidende : «
Art. 18bis.§ 1. Elke persoon die kernmateriaal bewaart, gebruikt of vervoert mag dit niet, zonder de goedkeuring van het Agentschap, doorgeven aan andere personen dan deze die de bevoegdheid hebben om het uit hoofde van hun functie te ontvangen. § 2. Elke persoon die over documenten of gegevens beschikt aangaande het kernmateriaal bedoeld in voorgaande paragraaf, mag deze niet zonder de goedkeuring van het Agentschap, doorgeven aan andere personen dan deze die de bevoegdheid hebben om het uit hoofde van hun functie te ontvangen. »
Art. 15.In dezelfde wet wordt een artikel 18ter ingevoegd, luidende : «
Art. 18ter.§ 1. De Koning bepaalt de zones binnen de nucleaire installaties waar de toegang wordt afhankelijk gemaakt van een identiteitscontrole. § 2. Het Agentschap bepaalt de overige toegangsmodaliteiten voor deze zones. »
Art. 16.Artikel 28, derde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Wat het vervoer van bijzondere splijtbare producten betreft, kan het Agentschap ook een door haar erkende instelling belasten met het permanent toezicht op de lading, het vervoer en het afleveren van die producten. »
Art. 17.In dezelfde wet wordt een artikel 49bis ingevoegd, luidende : « Art 49bis. Indien de in artikel 49 bedoelde misdrijven worden gepleegd in oorlogstijd, worden ze gestraft met een geldboete van 50 tot 50.000 euro en met opsluiting van vijf tot 10 jaar, of met één van deze straffen alleen. » HOOFDSTUK III. - De overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie
Art. 18.§ 1. De Koning regelt op voordracht van de Minister van Justitie de overplaatsing naar de Federale Overheidsdienst Justitie van de statutaire personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie die ofwel niet hebben geopteerd om te worden overgeplaatst naar het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle ofwel ter beschikking werden gesteld van dit agentschap maar waarvan achteraf zou blijken dat ze er niet definitief worden naar overgeplaatst.
De overgang van deze personeelsleden geschiedt in hun hoedanigheid van vastbenoemd personeelslid en in de graad van de dienst waarnaar ze overgeplaatst worden die gelijkwaardig is aan hun graad. Ze behouden ten minste de bezoldiging en de anciënniteit die ze hadden of verkregen zouden hebben indien ze in hun dienst van herkomst het ambt hadden blijven uitoefenen dat zij bij hun overplaatsing bekleedden.
Het administratief en geldelijk statuut van de personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie blijft geldig voor deze personeelsleden zolang zij niet definitief zijn overgeplaatst naar de Federale Overheidsdienst Justitie. § 2. In afwijking van § 1 worden de veiligheidsadjuncten inzake kernenergie van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie, die houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot de betrekkingen van niveau 1 in de federale ministeries en tenminste vier jaar in dienst zijn geweest als politieambtenaar bij de gerechtelijke politie bij de parketten of bij diensten die rechtstreeks verband houden met de algemene politiediensten, en die niet hebben geopteerd om te worden overgeplaatst naar het Federaal agentschap voor nucleaire controle, met ingang van 1 maart 2001 ambtshalve overgeplaatst naar de federale politie, in het operationeel kader van de algemene directie gerechtelijke politie, in de graad van gerechtelijk commissaris met een weddenschaal overeenkomstig de anciënniteit die, met toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten, vereist is voor toegang tot die weddenschaal; voor de vaststelling van deze anciënniteit wordt de anciënniteit die ze verworven hebben in de graad van veiligheidsadjunct inzake kernenergie in aanmerking genomen. Vanaf hun overplaatsing zijn ze onderworpen aan alle statutaire regels die gelden voor de gewezen leden van de gerechtelijke politie bij de parketten die overgegaan zijn naar de federale politie, algemene directie gerechtelijke politie. HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepaling
Art. 19.Worden opgeheven : 1. de wet van 4 augustus 1955 betreffende de veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie;2. artikel 13 van de wet van 20 juli 1978 betreffende bijzondere bepalingen om het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie toe te laten inspectie- en verificatiewerkzaamheden door te voeren op Belgisch grondgebied, in uitvoering van het Internationaal Akkoord van 5 april 1973 ter uitvoering van de §§ 1 en 4 van artikel III van het Verdrag van 1 juli 1968 inzake de niet-verspreiding van kernwapens. HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding
Art. 20.Artikel 18, § 1, treedt in werking op de dag van de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad .
Artikel 18, § 2, heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2001.
De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de datum van inwerkingtreden van de andere bepalingen van deze wet.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 2 april 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 2002-2003. Kamer van volksvertegenwoordigers.
Parlementaire stukken. - Ontwerp van wet, nr. 2244/1. - Verslag namens de commissie, nr. 2244/2. - Tekst verbeterd door de commissie, nr. 2244/3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 2244/4.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 27 februari 2003.
Senaat.
Parlementaire stukken. - Ontwerp niet geëvoceerd door de senaat, nr. 1511/1.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 17 maart 2003.