Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 28 juli 2004
gepubliceerd op 20 september 2004

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten 'Espaces-Rencontres'

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2004202795
pub.
20/09/2004
prom.
28/07/2004
ELI
eli/besluit/2004/07/28/2004202795/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 JULI 2004. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten 'Espaces-Rencontres' (Ontmoetingsruimten)


De Waalse Regering, Gelet op het decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten 'Espaces-Rencontres', Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 mei 2004;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 27 mei 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 5 juli 2004, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gewijzigd bij de wet van 2 april 2003;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° administratie : het Directoraat-generaal Gezondheid en Sociale Actie van het Ministerie van het Waalse Gewest;2° Minister : de Minister bevoegd voor het Gezinsbeleid;3° diensten : de diensten 'Espaces-Rencontres';4° Commissie : de Waalse adviescommissie van de diensten 'Espaces-Rencontres';5° decreet : het decreet van 27 mei 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten 'Espaces-Rencontres'. HOOFDSTUK II. - Erkenningsprocedure Afdeling 1. - Toekenning van de erkenning

Art. 3.De aanvraag om erkenning wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de administratie gericht. Een afschrift wordt naar de Minister gestuurd.

Naast de gegevens vereist krachtens artikel 6, tweede lid, van het decreet vermeldt het aanvraagdossier : 1° de identiteit en de personalia van de persoon die de dienst vertegenwoordigt;2° het adres en verdere gegevens betreffende de dienst; 3°de naam, de titels, diploma's en functies van de personeelsleden; 4° het gerechtelijk arrondissement bestreken door de dienst;5° eventueel de andere bronnen van overheidssubsidiëring van de dienst, ongeacht het niveau;6° de openingsdagen en -tijden van de dienst;7° een door de dienstverantwoordelijke getekend afschrift van de Deontologische code, zoals hij bij dit besluit gaat.

Art. 4.Binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag stuurt de administratie een bericht van ontvangst naar de dienst.

De administratie gaat na of de aanvraag volledig is en verzoekt de dienst desgevallend binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag om de ontbrekende stukken of gegevens.

De dienst beschikt over een termijn van dertig dagen om de ontbrekende stukken en gegevens toe te sturen. Die termijn gaat in op de datum van ontvangst van het schrijven waarin de administratie op de ontbrekende stukken en gegevens wijst.

Als het dossier volledig is, geeft de administratie de dienst daar schriftelijk kennis van.

Art. 5.Binnen dertig dagen na verzending van het schrijven bedoeld in artikel 4, vierde lid, maakt de administratie het dossier samen met haar advies aan de Commissie over.

De Commissie maakt haar advies aan de Minister over binnen twee maanden na ontvangst van het dossier.

Art. 6.De Minister beslist over de aanvraag binnen twee maanden na ontvangst van het advies van de Commissie.

De beslissing wordt bij ter post aangetekend schrijven meegedeeld.

Art. 7.De hernieuwing van de erkenning wordt minstens zes maanden vóór de verstrijkdatum van de lopende erkenning aangevraagd.

De artikelen 3 tot 6 zijn van toepassing op de hernieuwing van de erkenning.

Art. 8.Als een tijdelijke erkenning van één jaar overeenkomstig artikel 8, tweede lid, van het decreet verleend wordt en als de Minister niet van plan is de erkenningsduur te verlengen, geeft hij de dienst daar kennis van bij ter post aangetekend schrijven, uiterlijk drie maanden vóór de verstrijkdatum van de voorlopige vergunning.

De Commissie wordt om advies verzocht. Vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag heeft ze een maand tijd om advies uit te brengen. Afdeling 2. - Schorsing en intrekking van de erkenning

Art. 9.Als de Minister van plan is de erkenning te schorsen of in te trekken, informeert hij betrokken dienst bij ter post aangetekend schrijven. Het voorstel tot schorsing of intrekking vermeldt de motieven tot rechtvaardiging daarvan.

De dienst beschikt vanaf de datum van ontvangst van het voorstel tot schorsing of intrekking over dertig dagen om zijn geschreven opmerkingen aan de Minister te richten.

Art. 10.De Minister maakt zijn voorstel tot schorsing of intrekking desgevallend samen met de opmerkingen van de dienst voor advies aan de Commissie over binnen de maand na ontvangst van de opmerkingen of na afloop van de termijn bedoeld in artikel 9, tweede lid.

Art. 11.De Commissie geeft de Minister advies binnen twee maanden na ontvangst van het voorstel tot schorsing of intrekking bedoeld in artikel 10.

Art. 12.De Minister beslist binnen de maand na ontvangst van het advies van de Commissie.

De beslissing tot schorsing of intrekking wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de dienst meegedeeld. Afdeling 3. - Beroepen

Art. 13.Als de voorlopige erkenning niet verlengd wordt of als de erkenning geweigerd, geschorst of ingetrokken wordt, wordt beroep bij de Regering ingediend.

Het beroep wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de Minister gericht binnen twee maanden na kennisgeving van de betwiste beslissing.

Het beroep is niet opschortend. Als het beroep aangenomen wordt, wordt het recht op subsidies hersteld vanaf de datum die de Regering bepaalt.

Art. 14.De Regering beslist binnen drie maanden na de datum van verzending van het aangetekend schrijven bedoeld in artikel 13, tweede lid. HOOFDSTUK III. - Erkenningsvoorwaarden betreffende het personeel en de organisatie van de lokalen

Art. 15.§ 1. Naast de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 7 van het decreet beschikt de dienst over : 1° een licentiaat in de menselijke wetenschappen;2° een maatschappelijk werknemer, houder van een diploma van maatschappelijk assistent, van maatschappelijk helper, van assistent in de psychologie, van opvoeder, van kleuteronderwijzer of onderwijzer in het basisonderwijs of van een postgraduaat inzake bemiddeling, afgegeven door het pedagogisch of sociaal hoger onderwijs, op zijn minst van het korte type, voltijds of sociale promotie. § 2. De licentiaat in de menselijke wetenschappen en de maatschappelijk werker volgen een opleiding i.v.m. de opdrachten bedoeld in het decreet of zijn het voorwerp van een supervisie van minstens dertig uur per jaar.

Art. 16.De dienst beschikt minstens over een lokaal dat speciaal ingericht is voor ontmoetingen tussen ouders en kinderen. HOOFDSTUK IV. - Subsidies Afdeling 1. - Subsidies voor personeelskosten

Art. 17.§ 1. Elke erkende dienst ontvangt een subsidie ter dekking van de volgende personeelskosten : 1° een voltijds equivalent universitair;2° een voltijds equivalent maatschappelijk werker;3° een 0,2 voltijds equivalent administratief personeelslid. § 2. De subsidie dekt : 1° het brutoloon van het personeel;2° de werkgeversbijdragen, met inbegrip van de kosten van sociaal secretariaat tot maximum 54 % van de personeelsuitgaven bedoeld in 1°. § 3. De personeelsuitgaven bedoeld in § 2, 1°, worden slechts in aanmerking genomen als ze de bij dit besluit gevoegde weddeschalen niet overschrijden. § 4. Alleen de uitgaven i.v.m. het statutaire of het contractuele personeel worden als personeelsuitgaven beschouwd.

Art. 18.§ 1. De tussentijdse verhogingen worden voor maximum zes jaar toegekend voor de effectieve diensten die als nuttige ervaring beschouwd kunnen worden en die het personeel vroeger gepresteerd heeft bij een overheid van Belgisch, buitenlands of internationaal recht, of bij een door haar erkende of gesubsidieerde instelling.

De Minister bepaalt welke diensten bedoeld in het eerste lid als nuttige ervaring beschouwd kunnen worden. § 2. Een deeltijds in dienst genomen personeelslid verkrijgt de tussentijdse verhogingen op dezelfde wijze als een voltijds in dienst genomen personeelslid.

Als een personeelslid evenwel deeltijds in dienst genomen wordt door de dienst 'Espaces-Rencontres' en later voltijds presteert, worden de diensten die hij deeltijds verstrekt heeft naar rato van een volledig werkrooster berekend voor de vastlegging van zijn geldelijke anciënniteit wat betreft de periode die voorafgaat aan de indiensttreding bij een dienst 'Espaces-Rencontres'. § 3. De in aanmerking komende diensten die volle maanden dekken worden rechtstreeks in de geldelijke anciënniteit gevaloriseerd naar rato van een maand per periode van dertig dagen. § 4. De anciënniteiten worden in aanmerking genomen in de loop van de maand van de overlegging van de voor echt verklaarde stukken waarin de volgende gegevens vermeld worden : de naam en de geboortedatum van het personeelslid, de naam van de werkgevers, het doel van de dienst en het soort betrekking, het statuut, het aantal gepresteerde uren, alsook het bewijs dat die diensten erkend of gesubsidieerd werden door de overheden of instellingen bedoeld in § 1.

Art. 19.De subsidies die bezoldigingen of gelijkgestelde kosten vormen vallen onder de toepassing van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Afdeling 2. - Subsidies voor werkingskosten

Art. 20.Elke erkende dienst ontvangt een subsidie ter dekking van de werkingskosten.

Deze subsidie wordt forfaitair vastgelegd op 12.500 euro.

Een deel van de subsidie voor de werkingskosten kan voor de personeelskosten bestemd worden.

Art. 21.De kosten voor de opleidingen bedoeld in artikel 15, § 2, worden geboekt bij de werkingsuitgaven.

De kosten voor opleidingen i.v.m. de in het decreet bedoelde opdrachten die in het kader van dit besluit gevolgd worden door de niet gesubsidieerde personeelsleden van de dienst komen eveneens in aanmerking.

Art. 22.De subsidies ter dekking van de werkingskosten vallen onder de toepassing van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de Openbare Schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. Afdeling 3. - Voorwaarden en modaliteiten voor de toekenning van

subsidies

Art. 23.De subsidies worden per kalenderjaar toegekend aan elke erkende dienst die de volgende voorwaarden vervult : 1° hij bezorgt de administratie de in artikel 14, 1° en 2°, van het decreet bedoelde activiteitenverslagen, waarvan de modellen bij dit besluit gaan;2° hij bezorgt de administratie de stukken en gegevens bedoeld in artikel 15, 1° en 2°, van het decreet;3° hij ontvangt geen subsidies voor de personeelsleden als ze twee keer verleend worden.

Art. 24.De werkingssubsidies en de subsidies voor personeelskosten worden in vier driemaandelijkse voorschotten van 22,5 % gestort.

Het saldo wordt vóór 1 oktober van het volgende jaar betaald na overlegging van de bewijsstukken van de uitgaven. Afdeling 4. - Vermindering en afschaffing van de subsidies

Art. 25.Als de Minister van plan is de subsidies te verminderen of af te schaffen, verwittigt hij betrokken dienst bij ter post aangetekend schrijven. Het voorstel tot vermindering of tot afschaffing vermeldt de motieven tot rechtvaardiging daarvan.

De dienst beschikt vanaf de datum van ontvangst van het voorstel tot vermindering of tot afschaffing over dertig dagen om zijn geschreven opmerkingen aan de Minister te richten.

Art. 26.De Minister beslist binnen de maand na ontvangst van de opmerkingen van de dienst of na afloop van de termijn bedoeld in artikel 25, tweede lid.

De beslissing tot vermindering of tot afschaffing wordt bij ter post aangetekend schrijven meegedeeld.

Art. 27.In geval van vermindering of tot afschaffing van de subsidies wordt beroep bij de Regering ingesteld.

Het beroep wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de Minister gericht binnen twee maanden na kennisgeving van de betwiste beslissing.

Het beroep is niet opschortend. Als het beroep aangenomen wordt, wordt het recht op subsidies hersteld vanaf de datum die de Regering bepaalt.

De Regering beslist binnen drie maanden na de datum van verzending van het aangetekend schrijven bedoeld in het tweede lid. HOOFDSTUK V. - Werking van de diensten

Art. 28.De coördinator bedoeld in artikel 9 van het decreet organiseert minstens één keer om de twee maanden een overlegvergadering met de personeelsleden die de in het decreet bedoelde opdrachten vervullen.

Art. 29.Het activiteitenregister bedoeld in artikel 11 van het decreet wordt gehouden overeenkomstig het model dat bij dit besluit gaat.

Het register wordt één keer per week door de coördinator getekend.

Art. 30.Het maximumbedrag van de financiële bijdrage die van de ouders gevorderd kan worden, wordt jaarlijks vastgelegd op 12 euro per ouder.

Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd overeenkomstig de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

Na elke betaling wordt een ontvangbewijs afgegeven, waarvan een afschrift in het individuele dossier bewaard wordt. Het ontvangbewijs vermeldt de datum, de naam van de ouder en het ontvangen bedrag.

Art. 31.De erkende dienst draagt de benaming "Service 'Espaces-Rencontres' de", gevolgd door de naam van het arrondissement waarop bedoelde erkenning betrekking heeft en, desgevallend, van een Romeins cijfer ter identificatie van de dienst als verschillende erkenningen voor hetzelfde arrondissement verleend werden. HOOFDSTUK VI. - De Commissie

Art. 32.Deelname aan de zittingen van de Commissie geeft recht op presentiegeld, meer bepaald : 1° 20 euro voor de voorzitter;2° 15 euro voor de ondervoorzitter;3° 12,5 euro voor de andere leden, met uitzondering van de afgevaardigden van de Regering en van de administratie.

Art. 33.De commissieleden krijgen hun reiskosten terugbetaald onder de volgende voorwaarden : 1° bij gebruik van het openbaar vervoer worden de reiskosten op grond van de officiële tarieven terugbetaald;2° het gebruik van een eigen voertuig geeft recht op een kilometervergoeding bepaald overeenkomstig de regelgeving die toepasselijk is op de ambtenaren rang A4 van het Waalse Gewest. Het Waalse Gewest komt niet op voor de dekking van de risico's gebonden aan het gebruik van een eigen voertuig. HOOFDSTUK VII. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 34.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.

Art. 35.In afwijking van de artikelen 15, § 1, en 17, § 1, kan het personeel dat op de datum van inwerkintreding van dit besluit niet over de vereiste diploma's beschikt, gesubsidieerd worden. De aanvragen tot afwijking worden bij de Minister ingediend binnen zes maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 36.Zolang de begrotingskredieten niet toelaten om de diensten 'Espaces-Rencontres' te subsidiëren op grond van de bepalingen van hoofdstuk IV worden ze bij wijze van overgangsmaatregel bij voorkeur gebruikt voor de subsidiëring, ten belope van hetzelfde bedrag als voordien, van de diensten die voorheen door het Ministerie van Justitie gesubsidieerd werden.

Art. 37.De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 28 juli 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE

BIJLAGE 1 WEDDESCHALEN DIENSTEN 'ESPACES-RENCONTRES' Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2004 tot uitvoering van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten 'Espaces-Rencontres'.

Namen, 28 juli 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE

BIJLAGE 2 DEONTOLOGISCHE CODE VAN DE DIENSTEN 'ESPACE-RENCONTRES' 1° Verantwoordelijkheid De ethiek van de diensten 'Espaces-Rencontres' is gegrond op de verhouding van de mens tot de wet, zowel op juridisch als op symbolisch vlak.Zij erkent het kind in de menselijke en sociale dimensie.

Het kind is een rechtssubject waarvan één van de fundamentele rechten en behoeften erin bestaat contact te hebben met zijn ouders en met elke persoon die houder is van een recht op persoonlijke relaties.

De dienst 'Espaces-Rencontres' neemt de plaats van de ouders niet in bij de uitoefening van het ouderlijke gezag.

Binnen de dienst 'Espaces-Rencontres' blijven de ouders verantwoordelijk voor hun kinderen. Als geen van beide ouders aanwezig is, kan de dienst verantwoordelijk gesteld worden voorzover een fout, onvoorzichtigheid of nalatigheid bewezen kan worden.

De activiteit van de dienst 'Espaces-Rencontres' wordt uitgeoefend in het globale kader van de wetsbepalingen tot bescherming van de personen en meer bepaald van die tot bescherming van de kinderen. De dienst 'Espaces-Rencontres' zorgt ervoor dat zijn tussenkomst het kind niet in gevaar kan brengen. Indien de interveniënten vaststellen dat binnen de dienst gevaar bestaat voor het kind of voor de andere aanwezige personen, worden de vigerende wetsbepalingen toegepast en worden de nodige veiligheidsmaatregelen genomen. 2° In de tijd beperkte tussenkomst De diensten 'Espaces-Rencontres' zorgen ervoor dat het recht op persoonlijke relaties uitgeoefend wordt in de gepaste ruimte, buiten het privé-kader waar het gewoonlijk uitgeoefend wordt, in aanwezigheid van interveniënten die buiten bedoelde relaties staan. Het beroep op de dienst 'Espaces-Rencontres' moet uitzonderlijk en tijdelijk zijn. De dienst 'Espaces-Rencontres' gebruikt de middelen en de bevoegdheden waarover hij beschikt om er in de mate van het mogelijke voor te zorgen dat de relaties tussen betrokken personen evolueren en zonder tussenkomst van de dienst onderhouden kunnen worden.

De tussenkomst van de dienst is beperkt in de tijd : - hetzij door de ouders in overeenstemming met de dienst 'Espaces-Rencontres'; - hetzij door de administratieve of rechterlijke instantie die hem kennis gegeven heeft van de toestand, de dienst wordt in kennis gesteld van de vastgelegde termijn; - hetzij door de dienst 'Espaces-Rencontres' zelf.

Als de dienst door een administratieve of rechterlijke instantie 'Espaces-Rencontres' in kennis werd gesteld van een toestand zonder dat de duur van de tussenkomst van de dienst door die instantie werd voorzien, kan de dienst aan de ouders voorstellen om een nieuw onderzoek van de toestand door die instantie aan te vragen. 3° Onpartijdigheid van de tussenkomst De dienst 'Espaces-Rencontres' is een specifieke onafhankelijke "derde" plaats die verschilt van de gebruikelijke plaatsen van de kinderen en ouders. De dienst 'Espaces-Rencontres' is slechts bevoegd voor de vraagstukken betreffende de uitoefening van het recht op persoonlijke relaties. In de conflicten tussen de ouders beroepen de interveniënten zich op het kader dat voorziet in het recht op persoonlijke relaties, zoals bepaald in 4°, vierde lid, en kiezen ze partij voor geen van beide ouders.

Als de dienst 'Espaces-Rencontres' deel uitmaakt van een structuur met verschillende activiteiten, mogen de personen die aan een aantal van die activiteiten deelnemen niet gelijktijdige tussenkomen in dezelfde toestand.

Als een interveniënt vanwege zijn externe beroepspraktijk of persoonlijke relaties kennis heeft van een familiale toestand ten laste van de dienst, zal hij vermijden deel te nemen aan de desbetreffende tussenkomsten.

Elke therapeutische opname van ouders of kinderen door de interveniënten van de diensten 'Espaces-Rencontres' is verboden.

De interveniënten houden rekening met de diversiteit van de gezinsculturen en -werkingen. 4° Autonomie van de diensten 'Espaces-Rencontres' en relaties met de rechterlijke en administratieve instanties Als zij achten dat hun tussenkomst ontoereikend is, kunnen de diensten 'Espaces-Rencontres' de tenlasteneming van een toestand weigeren die hen door de ouders of een rechterlijke of administratieve instantie gevraagd wordt.Zij kunnen ook een einde maken aan een tussenkomst als zij achten dat de diensten die zij aanbieden ongepast gebruikt worden.

De diensten 'Espaces-Rencontres' zijn niet de plaats voor onderzoek of expertise. Ze nemen niet de plaats in van de rechterlijke of administratieve instanties.

Met uitzondering van de interveniënten van de dienst, wordt gedurende de ontmoetingen tussen ouders en kinderen geen enkele vakpersoon (justitieassistent, magistraat, advocaat, deskundige, sociaal werker,...) tot de dienst toegelaten.

Het kader voor de uitoefening van het recht op persoonlijke relaties wordt vastgelegd krachtens de rechterlijke of administratieve beslissingen of bij de overeenkomsten gesloten tussen de ouders, overeenkomstig het huishoudelijk reglement van de dienst 'Espaces-Rencontres'.

De diensten 'Espaces-Rencontres' mogen een afschrift in ontvangst nemen van de beschikking of uitspraak waarbij de dienst aangewezen wordt als de plaats voor de uitoefening van het recht op persoonlijke relaties.

De diensten 'Espaces-Rencontres' mogen de aanwezigheids- of afwezigheidsattesten van de ouders en kinderen aan betrokken ouders en/of overheden overmaken.

Ze kunnen zich ook schriftelijk tot de rechterlijke of administratieve instanties en de ouders richten : - om een wijziging van de ontmoetingsvoorwaarden voor te stellen; - om de ontmoetingsvoorwaarden te wijzigen als het initiatief aan de dienst 'Espaces-Rencontres' gelaten wordt; - in geval van ernstig incident tijdens de ontmoeting; - in geval van schorsing van de ontmoetingen of met het oog erop.

Elk document dat overgemaakt wordt aan de rechterlijke of administratieve overheden wordt verstuurd naar de betrokken ouders en eventueel naar hun advocaat.

De rechterlijke of administratieve instanties die de gebruikers naar de dienst 'Espaces-Rencontres' sturen, mogen in geen geval beslissen over de werkingsmodaliteiten van de dienst. 5° Discretie en beroepsgeheim Wat zich binnen de diensten 'Espaces-Rencontres' afspeelt, behoort tot het privé-leven.De kinderen en ouders die onthaald worden hebben recht op het respect van hun gezins- en privé-leven;

De interveniënten zijn gehouden tot het beroepsgeheim wat betreft de toestanden waarvan ze kennis krijgen in het kader van hun activiteiten binnen de dienst 'Espaces-Rencontres'.

Als de interveniënten van een dienst 'Espaces-Rencontres' moeten deelnemen aan een vergadering tussen vakmensen betreffende een toestand die binnen de dienst ten laste genomen wordt, evalueren zij, in het belang van het kind, de noodzaak om informatie over deze toestand te verstrekken.

Bij wijze van uitzondering kan het vertrouwelijkheidsprincipe opgeheven worden als de intervenienten daartoe verplicht worden krachtens de vigerende wetsbepalingen.

Het vertrouwelijkheidsprincipe wordt opgeheven in geval van gevaar voor de gebruikers en/of interveniënten of bij overtreding van het huishoudelijk reglement waardoor de uitoefening van het recht op persoonlijke relaties of de werking van de plaats verhinderd wordt. 6° Informatie van de gebruikers De gebruikers worden vóór de ontmoetingen in kennis gesteld van de doelstellingen van de dienst 'Espaces-Rencontres', van zijn huishoudelijk reglement, van zijn werking en van de relaties die hij met de rechterlijke en administratieve instanties onderhoudt. Er wordt hen ook meegedeeld dat de tussenkomst van de dienst 'Espaces-Rencontres' tijdelijk en evolutief is en dat de ontmoetingen tussen kinderen en ouders binnen de dienst in de tijd beperkt zijn.

De diensten 'Espaces-Rencontres' nemen nauwkeurige bepalingen aan wat betreft het gebruik van videoapparatuur, fototoestellen, bandopnemers en draadloze telefoons binnen de diensten en tijdens de ontmoetingen.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2004 tot uitvoering van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten 'Espaces-Rencontres'.

Namen, 28 juli 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE

BIJLAGE 3 KWALITATIEF ACTIVITEITENVERSLAG DIENSTEN 'ESPACES-RENCONTRES' Het kwalitatief activiteitenverslag van een dienst 'Espaces-Rencontres' bevat hoe dan ook de volgende gegevens : 1. Identificatie van de dienst Naam van de dienst Erkenningsnummer Verantwoordelijke van de dienst Adres Telefoon Fax Aansluiting bij een federatie Gebruikelijke openingstijden van de dienst 2.Dossiers behandeld door de dienst Aantal dossiers geopend in de loop van het jaar Aantal dossiers behandeld tijdens het jaar Aantal dossiers afgesloten tijdens het jaar 3. Oorsprong van de maatregelen Oorsprong van de maatregelen Analyse 4.Ploegvergaderingen Aantal Aangesneden onderwerpen 5. Samenwerking met partners Soort samenwerkingen en doel ervan Initiatiefnemer van de samenwerking Gegevens van de partners Evaluatie van het partnerschap Gesloten overeenkomsten en, desgevallend, afschrift ervan 6.Voortgezette vorming van het personeel Naam en kwalificatie van de personen die voor een opleiding in aanmerking komen Beschrijving, duur, frequentie, organisator van de opleiding Initiatiefnemer van de opleiding Verband tussen de opleiding en de opdrachten van de dienst Kost van de opleiding 7. Analyse van de opdrachten van de dienst Problematieken aangesneden binnen de dienst Gevolgde methodologie Evaluatie van de methodologie Projecten en doelstellingen van de dienst voor het volgende jaar Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2004 tot uitvoering van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten 'Espaces-Rencontres'. Namen, 28 juli 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE

BIJLAGE 4 KWANTITATIEF ACTIVITEITENVERSLAG Diensten 'ESPACES-RENCONTRES' Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2004 tot uitvoering van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten 'Espaces-Rencontres'.

Namen, 28 juli 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE

BIJLAGE 5 ACTIVITEITENREGISTER DIENSTEN 'ESPACES-RENCONTRES' Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2004 tot uitvoering van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten 'Espaces-Rencontres'.

Namen, 28 juli 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE

^