gepubliceerd op 13 september 2004
Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 27 november 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen
3 JUNI 2004. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 27 november 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 november 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen, inzonderheid op de artikelen 5, tweede lid, 6, § 1, tweede lid, en § 2, 8, vijfde en zesde lid, 10, § 1, tweede lid, en § 2, 12, 13, § 2, eerste lid, 14, derde lid, 16, § 2, 17, tweede lid, 21 en 22;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 maart 2004;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 11 maart 2004;
Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 14 april 2004, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, voor het laatst gewijzigd bij de wet van 2 april 2003;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° netwerk : hulp- en zorgverleningsnetwerk inzake verslavingen;2° dienst : de dienst gespecialiseerd in verslavingen;3° decreet : het decreet van 27 november 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen;4° administratie : het Directoraat-generaal Sociale Actie en Gezondheid van het Ministerie van het Waalse Gewest;5° gebied : zorgverleningsgebied inzake verslavingen;6° Commissie : de Adviescommissie inzake verslavingen. HOOFDSTUK II. - Zorgverleningsgebied inzake verslavingen
Art. 3.De zorgverleningsgebieden inzake verslavingen worden opgesomd in bijlage 1. HOOFDSTUK III. - Erkenning en tijdelijke erkenning van de hulp- en zorgverleningsnetwerken inzake verslavingen
Art. 4.§ 1. De aanvraag om erkenning of om tijdelijke erkenning wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de administratie gericht.
Zodra de aanvraag ontvankelijk is, geeft de administratie de Minister kennis van de indiening van de aanvraag en van de inhoud ervan. § 2. Naast de krachtens artikel 6 van het decreet vereiste gegevens bevat het aanvraagdossier : 1° de beslissing van het sturingscomité betreffende de indiening van de aanvraag;2° het bewijs dat elk lid voldoet aan de bepalingen van artikel 7, 3°, a en b, van het decreet;3° het afschrift van de eventuele overeenkomsten gesloten met de diensten bedoeld in artikel 7, 5°, van het decreet;4° in voorkomend geval, de beslissing waarbij het sturingscomité het vijfjarenprogramma van de in verslavingen gespecialiseerde dienst(en) goedkeurt.
Art. 5.§ 1. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag om erkenning stuurt de administratie een bericht van ontvangst naar de aanvrager. § 2. De administratie gaat na of de aanvraag volledig is en verzoekt de aanvrager desnoods om de ontbrekende stukken en gegevens binnen de maand na ontvangst van de aanvraag.
Als het dossier volledig is, wordt de aanvrager onmiddellijk per post verwittigd.
De administratie stuurt gelijktijdig een bericht voor bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en in twee dagbladen die in bedoeld zorgverleningsgebied verspreid worden. Het bericht is conform het model dat in bijlage 2 gaat. § 3. Elke persoon bedoeld in artikel 7, 3°, tweede lid, van het decreet die niet betrokken is bij de aanvraag bedoeld in artikel 4 en die wenst deel uit te maken van het netwerk, dient een aanvraag tot toetreding in binnen de maand na de laatste bekendmaking van de berichten bedoeld in § 2. Een afschrift van de aanvraag wordt aan de administratie gericht.
Hij laat de aanvraag vergezeld gaan van de volgende gegevens : 1° indien het gaat om een natuurlijke persoon, zijn statuten en de personalia van de persoon die hij aanwijst om hem te vertegenwoordigen;zijn gegevens indien het gaat om een rechtspersoon; 2° de beschrijving van de functies of taken die hij ten gunste van de rechthebbenden uitoefent;3° het bewijs dat hij voldoet aan de bepalingen van artikel 7, 3°, a en b, van het decreet. Als de persoon bedoeld in het eerste lid een dienst is die erkend wenst te worden als dienst gespecialiseerd in verslavingen, dient hij samen met de toetredingsaanvraag een aanvraag om erkenning bij de administratie in volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 12.
Art. 6.§ 1. Na afloop van de termijn van één maand bedoeld in artikel 5, § 3, eerste lid, beschikt het netwerk over een periode van drie maanden om de aanleg van het netwerk te organiseren in overleg met de personen die een toetredingsaanvraag hebben ingediend.
De toetredingsprocedure dient om het vijfjarenprogramma van het netwerk alsook het vijfjarenprogramma van de dienst of diensten die wensen erkend te worden als dienst gespecialiseerd in verslavingen en die een toetredingsaanvraag hebben ingediend desgevallend bij te sturen en te laten goedkeuren bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden of van de leden vertegenwoordigd in elke groep van de openbare en privé-sector, overeenkomstig artikel 7, 2°, van het decreet.
Het netwerk bezorgt elk lid en elke persoon die zijn toetreding tot het netwerk heeft aangevraagd aan het einde van elke vergadering een verslag over de tijdens de toetredingsprocedure georganiseerde vergaderingen.
De oproeping voor de vergadering tot goedkeuring van het vijfjarenprogramma van het netwerk en, in voorkomend geval, van het vijfjarenprogramma van de dienst of diensten die wensen erkend te worden als dienst gespecialiseerd in verslavingen en die een toetredingsaanvraag hebben ingediend, wordt bij ter post aangetekend schrijven verstuurd naar de leden en naar de personen om toetreding tot het netwerk hebben verzocht. § 2. Aan het einde van de toetredingsprocedure bezorgt het netwerk de administratie : 1° een afschrift van de notulen van de vergaderingen;2° het vijfjarenprogramma van het netwerk, goedgekeurd door het sturingscomité overeenkomstig § 1, tweede lid;3° in voorkomend geval, het vijfjarenprogramma van de dienst (diensten) die wenst (wensen) erkend te worden als dienst gespecialiseerd in verslavingen en die een toetredingsaanvraag hebben ingediend, samen met de beslissing van het sturingscomité dat het vijfjarenprogramma goedkeurt overeenkomstig § 1, tweede lid;4° elk document waarbij bewezen wordt dat de personen die een toetredingsaanvraag hebben ingediend en de voorwaarden van artikel 7, 3°, van het decreet vervullen, in het sturingscomité van het netwerk zijn opgenomen.
Art. 7.De administratie maakt het dossier samen met een door haar opgesteld syntheseverslag aan de Commissie over uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van de documenten bedoeld in artikel 6, § 2.
Alle stukken van het dossier worden door het secretariaat van de Commissie ter inzage gelegd van de commissieleden.
De Commissie geeft de Minister advies binnen twee maanden na overlegging van het dossier door de administratie.
Art. 8.De Minister beslist over de aanvraag om erkenning of om tijdelijke erkenning binnen twee maanden na ontvangst van het advies van de Commissie.
De beslissing wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de aanvrager meegedeeld en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art. 9.De aanvraag om hernieuwing van de tijdelijke erkenning wordt minstens drie maanden vóór de vervaldatum van de lopende tijdelijke erkenning bij ter post aangetekend schrijven aan de administratie gericht.
Ze bevat : 1° de beslissing van het sturingscomité in verband met de indiening van de aanvraag tot hernieuwing van de tijdelijke erkenning;2° een synthesenota betreffende de evoluties die zich binnen het netwerk hebben voorgedaan sinds de datum van toekenning van de tijdelijke erkenning. De administratie maakt de aanvraag samen met een door haar opgesteld syntheseverslag aan de Commissie over uiterlijk binnen de maand na ontvangst van de aanvraag.
De Minister beslist over de aanvraag binnen twee maanden na ontvangst van het advies van de Commissie.
De beslissing wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de aanvrager meegedeeld.
Art. 10.De aanvraag om hernieuwing van de erkenning wordt minstens zes maanden vóór de vervaldatum van de lopende erkenning bij ter post aangetekend schrijven aan de administratie gericht.
De artikelen 4 tot 8 zijn van toepassing op de aanvraag om hernieuwing.
Behalve de gegevens bedoeld in artikel 4, § 2, laat het netwerk zijn aanvraag vergezeld gaan van een synthesenota betreffende de evoluties die zich in het zorgverleningsgebied hebben voorgedaan tijdens de lopende of vervallen erkenning.
Art. 11.Als de aanvraag om hernieuwing van de erkenning of tijdelijke erkenning binnen de voorgeschreven termijn is ingediend, blijft de lopende erkenning of tijdelijke erkenning geldig tot de kennisgeving van de beslissing van de Minister. HOOFDSTUK IV. - Erkenning van de diensten gespecialiseerd in verslavingen
Art. 12.De aanvraag om erkenning van de dienst wordt samen met de aanvraag van het netwerk waarvan hij lid is bij ter post aangetekend schrijven aan de administratie gericht, onverminderd artikel 5, § 3.
Zodra de aanvraag ontvankelijk is, geeft de administratie de Minister kennis van de indiening van de aanvraag en de inhoud ervan.
Art. 13.§ 1. De administratie stuurt binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag om erkenning een bericht van ontvangst naar de aanvrager. § 2. De administratie gaat na of de aanvraag volledig is en verzoekt de aanvrager desnoods om de ontbrekende stukken en gegevens binnen de maand na ontvangst van de aanvraag.
Als het dossier volledig is, wordt de aanvrager onmiddellijk per post verwittigd.
Art. 14.De administratie maakt het aanvraagdossier van de dienst samen met een door haar opgesteld syntheseverslag gelijktijdig aan de Commissie over met de kennisgeving van het aanvraagdossier om erkenning van het netwerk waarvan de dienst lid is.
De aanvraag om erkenning van de dienst wordt samen met de aanvraag om erkenning van het netwerk onderzocht.
Alle stukken van het dossier worden door het secretariaat van de Commissie ter inzage gelegd van de commissieleden.
Art. 15.De Minister beslist over de aanvraag binnen twee maanden na ontvangst van het advies van de Commissie.
De beslissing wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de aanvrager meegedeeld.
Art. 16.§ 1. De hernieuwing van de erkenning wordt minstens zes maanden vóór de vervaldatum van de lopende erkenning aangevraagd.
De artikelen 12 tot 15 zijn toepasselijk op de hernieuwing van de erkenning.
Behalve de gegevens bedoeld in artikel 12, laat de dienst zijn aanvraag vergezeld gaan van een synthesenota betreffende de evoluties die zich hebben voorgedaan in de activiteiten uitgevoerd tijdens de lopende of vervallen erkenning. § 2. Als de aanvraag om hernieuwing binnen de in § 1 bedoelde termijn wordt ingediend, blijft de lopende erkenning geldig tot de kennisgeving van de beslissing van de Minister. HOOFDSTUK V. - Schorsing of intrekking van de erkenning en de tijdelijke erkenning
Art. 17.Als de administratie een voorstel tot schorsing of intrekking van de erkenning of tijdelijke erkenning formuleert, geeft ze de inrichtende macht van het netwerk of van de dienst kennis van dat voorstel bij ter post aangetekend schrijven.
Het voorstel bevat de motieven op grond waarvan ze gerechtvaardigd wordt.
Indien het voorstel het netwerk betreft, informeert de administratie elk lid tegelijkertijd bij ter post aangetekend schrijven.
Het netwerk of de dienst beschikt over een termijn van één maand om zijn geschreven opmerkingen aan de administratie te richten. Die termijn gaat in op de datum van ontvangst van de kennisgeving van het voorstel.
De administratie roept de inrichtende macht bij ter post aangetekend schrijven op voor verhoor binnen de maand na ontvangst van de opmerkingen of na afloop van de termijn bedoeld in het derde lid.
De oproeping vermeldt de mogelijkheid om zich door een raadsman te laten bijstaan.
De administratie stelt de notulen van de hoorzitting op en vult het dossier aan met elk relevant gegeven. De notulen worden binnen vijftien dagen na de hoorzitting voor advies aan de Commissie overgemaakt.
Het volledige dossier ligt ter inzage van de vertegenwoordigers van het netwerk of van de dienst zolang de schorsings- of intrekkingsprocedure loopt.
Art. 18.De Commissie geeft de Minister advies binnen twee maanden na ontvangst van het voorstel tot schorsing of intrekking van de erkenning of tijdelijke erkenning.
Art. 19.De beslissing tot schorsing of intrekking van de erkenning of tijdelijke erkenning wordt bij ter post aangetekend schrijven aan het netwerk en aan elk van zijn leden of aan de dienst meegedeeld. HOOFDSTUK VI. - Beroepen
Art. 20.Het beroep tegen een beslissing tot toekenning, weigering, schorsing of intrekking van de erkenning en de tijdelijke erkenning wordt binnen de maand na kennisgeving van de betwiste beslissing bij ter post aangetekend schrijven aan de Minister gericht.
Het beroep bevat : 1° de naam, de hoedanigheid, de woonplaats of zetel van de eisende partij;2° het voorwerp van het beroep en een uiteenzetting van de feiten en middelen;3° een afschrift van de betwiste beslissing.
Art. 21.De Regering beslist binnen drie maanden na ontvangst van het beroep.
De beslissing wordt bij ter post aangetekend schrijven meegedeeld. HOOFDSTUK VII. - Vijfjarenprogramma
Art. 22.§ 1. Het vijfjarenprogramma van het netwerk bevat hoe dan ook : 1° een omschrijving van het bestaande zorg- en dienstenaanbod en de spreiding van de functies over het gebied opdat voldaan zou kunnen worden aan de opdrachten bedoeld in artikel 3, § 1, van het decreet of aan sommige opdrachten in geval van tijdelijke erkenning overeenkomstig artikel 8, derde lid, van het decreet;2° de bepaling van de doelstellingen van het netwerk, de planning ervan en de uitvoeringsmethodes;3° de modaliteiten voor de organisatie van het overleg tussen de verschillende leden;4° de samenwerkingen die eventueel tot stand gebracht moeten worden met de diensten buiten het gebied;5° de vooruitzichten betreffende de eventuele oprichting van nieuwe diensten om de bestaande voorzieningen aan te vullen;6° een globaal begrotingsontwerp over vijf jaar met de opgave van de financieringen die door het netwerk en door elk van zijn leden gevraagd worden.Het begrotingsontwerp gaat vergezeld van een voorstelling van de projecten en voorbegrotingen betreffende bovenbedoelde financieringsverzoeken. § 2. Elke wijziging in het vijfjarenprogramma gedurende de looptijd van de erkenning wordt door de Minister goedgekeurd na advies van de Commissie.
Art. 23.§ 1. Het vijfjarenprogramma van de dienst bevat hoe dan ook : 1° de omschrijving van de functies die de dienst waarneemt;2° de bepaling van de doelstellingen van de dienst, de planning ervan en de uitvoeringsmethodes;3° de eventueel te ontwikkelen bijkomende functies ter aanvulling van de voorzieningen van het netwerk waarvan hij lid is;4° een globaal begrotingsontwerp over vijf jaar met de opgave van de financieringen die door de dienst gevraagd worden. § 2. Elke wijziging in het vijfjarenprogramma gedurende de looptijd van de erkenning wordt door de Minister goedgekeurd na advies van de Commissie. HOOFDSTUK VIII. - Coördinator
Art. 24.De coördinator van het netwerk beschikt over een titel van het universitair hoger onderwijs of over een diploma van het niet-universitair hoger onderwijs.
Art. 25.Het sturingscomité, of de raad van bestuur van het netwerk als het netwerk opgericht is in de vorm van een vereniging zoals bedoeld in hoofdstuk XII van de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, bepaalt op grond van het vijfjarenprogramma de functie van de coördinator, het statuut van de persoon die die functie uitoefent en de wekelijkse duur van zijn prestaties.
Het staat in voor zijn werving of aanwijzing, waarvan het de administratie binnen de maand van de beslissing kennis geeft, alsook van elke wijziging in de samenstelling van het personeel van het netwerk. HOOFDSTUK IX. - Overleg en klinische intervisies
Art. 26.Het netwerkoverleg betreft hoe dan ook de volgende gegevens : 1° de tenuitvoerlegging van het vijfjarenprogramma;2° de identificatie en de evaluatie van de behoeften binnen het gebied;3° de identificatie en de evaluatie van de beschikbare middelen binnen en buiten het gebied;4° de verspreiding van de informatie onder de leden om de inspraak van de netwerkactoren te bevorderen en de kennis te verhogen;5° de planning van de acties, partnerschappen en diensten naar gelang van de middelen en behoeften binnen het gebied;6° de evaluatie van de acties, partnerschappen en diensten op grond van de doelstellingen bepaald in het vijfjarenprogramma;7° de onderhandeling met de andere netwerken, diensten of met de instellingen buiten het gebied om samenhangende acties te kunnen voeren over de verschillende gebieden;8° het vastleggen van ontwerpen van overeenkomsten met dienstverleners buiten het netwerk, met inbegrip van samenwerkingen die vast te leggen zijn overeenkomstig artikel 15, 2°, van het decreet;9° de tenuitvoerlegging van de communicatie binnen en buiten het gebied;10° de organisatie van de praktische modaliteiten voor het inzamelen van de statistische gegevens die nodig zijn voor de evaluatie van de behoeften inzake verslavingen overeenkomstig artikel 15, 1°, van het decreet. Elk lid verstrekt elk gegeven dat nuttig is om de doelstellingen te halen waarop het overleg betrekking heeft.
Art. 27.De coördinator organiseert minstens één overlegvergadering per jaar tussen de verschillende leden van het netwerk.
Hij kan ook plaatselijke overlegvergaderingen tussen de leden organiseren naar gelang van de ondersectoren die het netwerk binnen het gebied vastlegt.
De leden worden minstens tien werkdagen vóór de datum van de vergadering schriftelijk opgeroepen door de coördinator.
De notulen van elke vergadering worden door de coördinator opgesteld en aan elk lid gericht; ze worden op de volgende vergadering goedgekeurd.
De documenten betreffende de oproepingen en de verslagen worden ter inzage gelegd van de administratie.
Art. 28.Het netwerk bepaalt de modaliteiten voor de organisatie van de klinische intervisies en, met name, de categorieën van personen die eraan mogen deelnemen.
De deelnemers zijn gehouden tot het beroepsgeheim.
De coördinator zorgt voor de praktische organisatie van de intervisievergaderingen en woont ze desnoods bij.
Er wordt een verslag van elke vergadering opgesteld en ter inzage van de deelnemers gelegd. Alleen zij kunnen het inkijken. HOOFDSTUK X. - Subsidiëring
Art. 29.De subsidiëring bedoeld in artikel 16, § 1, van het decreet bestaat per gebied uit : 1° een bedrag van 25.000 EUR ter dekking van de coördinatiekosten; 2° een als hieronder berekend bedrag ter dekking van de loon- en werkingskosten i.v.m. de andere activiteiten van het netwerk en de leden ervan, overeenkomstig het vijfjarenplan : a) elk gebied heeft hoe dan ook recht op een forfaitaire subsidie per inwoner, waarvan het bedrag jaarlijks door de Regering wordt bepaald op grond van een verslag van de Commissie;b) elke dienst die lid is van het netwerk heeft hoe dan ook recht op de subsidie die het Waalse Gewest hem in 2004 heeft toegekend, overeenkomstig bijlage 3. Als de subsidie bedoeld in punt 2°, a, hoger is dan het totaalbedrag van de subsidies bedoeld in punt 2, b, beslist het sturingscomité over de toekenning van het overschot. Deze verdeelsleutel wordt door de raad van bestuur goedgekeurd als het netwerk opgericht is in de vorm van een vereniging zoals bedoeld in hoofdstuk XII van de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk. Het overschot wordt bij voorkeur gebruikt voor het behoud van de activiteiten uitgevoerd door het netwerk en de leden; het kan vervolgens gebruikt worden voor nieuwe activiteiten en/of, in voorkomend geval, voor kosten in verband met de coördinatie van het netwerk.
Art. 30.§ 1. De subsidieperiode loopt jaarlijks van 1 januari tot 31 december.
De modaliteiten voor de verdeling van de in artikel 29 bedoelde subsidie worden vóór 31 januari van de subsidieperiode door het sturingscomité aan de administratie overgemaakt. 85 % van de subsidie wordt jaarlijks uiterlijk op 1 maart gestort.
Het saldo wordt vóór 1 juni van het volgende jaar gestort, na controle op het gebruik van de subsidie.
De bedragen die aan de leden van het netwerk toegekend worden, worden hen rechtstreeks overgemaakt.
Art. 31.De subsidies bedoeld in artikel 29 vallen onder de toepassing van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de Openbare Schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. HOOFDSTUK XI. - Werking van de adviescommissie inzake verslavingen
Art. 32.Binnen de Commissie wordt een bureau opgericht dat zal instaan voor de organisatie en de coördinatie van de werkzaamheden.
Het bureau bereidt de vergaderingen van de Commissie voor, stelt de agenda op en zorgt voor de kennisgeving van de door de Commissie aangenomen voorstellen of adviezen.
Het bureau bestaat uit de voorzitter, de twee ondervoorzitters en twee leden gekozen door de Commissie.
Art. 33.De Commissie brengt slechts geldig advies uit als minstens de helft van de leden aanwezig is.
Als dat quorum niet gehaald wordt, worden de leden uiterlijk binnen de vijftien volgende dagen opnieuw opgeroepen. Als het quorum tijdens die zitting weer niet gehaald wordt, zetelt de Commissie op geldige wijze, ongeacht het aantal aanwezige leden. De beslissingen worden bij gewone meerderheid genomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Art. 34.Bij verhindering van de voorzitter wordt het voorzitterschap van de zittingen om beurt door de ondervoorzitters waargenomen.
Art. 35.Het lid van de Commissie dat een rechtstreeks belang heeft bij een aan de Commissie overgelegd verzoek om advies mag niet deelnemen aan het debat of aan de stemming over het advies betreffende het verzoek.
Bij betwisting van het bestaan van een rechtstreeks belang uit hoofde van een lid (of verschillende leden), beslist de Commissie in aanwezigheid van het lid (de leden).
Art. 36.De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Regering.
Art. 37.Deelname aan de zittingen van de Commissie en van het bureau, als het op een andere datum vergadert dan de plenaire vergadering, geeft recht op presentiegeld waarvan het bedrag bepaald wordt als volgt : 1° voorzitter : 20;2° ondervoorzitters : 15;3° leden : 12,50.
Art. 38.Voor de bureau- en commissiezittingen die niet op dezelfde dag plaatsvinden, krijgen de commissieleden na overlegging van een verklaring van vordering hun verplaatsingskosten terugbetaald onder de volgende voorwaarden : 1° het gebruik van het openbaar vervoer geeft recht op terugbetaling op grond van de officiële tarieven, na overlegging van de desbetreffende bewijsstukken.Als het openbaar vervoer verschillende klassen telt, wordt de prijs eerste klas terugbetaald; 2° het gebruik van een eigen voertuig of fiets geeft recht op een kilometervergoeding die vastgelegd wordt overeenkomstig de regels van toepassing op de ambtenaren van het Waalse Gewest, met uitzondering van de risicodekking i.v.m. het gebruik van een eigen voertuig.
Het Waalse Gewest komt niet op voor de dekking van de risico's i.v.m. het gebruik van een eigen voertuig. HOOFDSTUK XII. - Activiteitenrapporten
Art. 39.De activiteitenrapporten bedoeld in artikel 18 van het decreet zijn conform de modellen die in bijlage gaan. HOOFDSTUK XIII. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 40.Het decreet treedt in werking de dag waarop dit besluit in werking treedt.
Art. 41.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 42.De Minister van Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 3 juni 2004.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE
Bijlage 1 - Zorgverleningsgebieden inzake verslavingen Gebied 01 Mouscron (Moeskroen)-Tournai (Doornik)-Ath (Aat) Antoing, Ath (Aat), Beloeil, Bernissart, Brugelette, Brunehaut, Celles, Chièvres, Comines-Warneton (Komen-Waasten), Ellezelles (Elzele), Estaimpuis, Flobecq (Vloesberg), Fransnes-lez-Anvaing, Lessines (Lessen), Leuze-en- Hainaut, Mont-de-l'Enclus, Mouscron (Moescroen), Pecq, Peruwelz, Rumes, Silly (Opzullik), Tournai (Doornik).
Gebied 02 La Louvière Binche, Braine-le-Comte ('s-Gravenbrakel), Chapelle-lez-Herlaimont, Ecaussinnes, Enghien (Edingen), Erquelinnes, Estinnes, La Louvière, Le Roeulx, Manage, Merbes-le-Château, Morlanwelz, Seneffe, Soignies (Zinnik).
Gebied 03 Brabant Beauvechain (Bevekom), Braine-l'Alleud (Eigenbrakel), Braine-le-Château (Kasteelbrakel), Chastre, Chaumont-Gistoux, Court-Saint-Etienne, Genappe (Genepiën), Grez-Doiceau (Graven), Hélécine, Incourt, Ittre (Itter), Jodoigne (Geldenaken), La Hulpe (Terhulpen), Lasne, Mont-Saint-Guibert, Nivelles (Nijvel), Orp-Jauche, Ottignies-Louvain-la- Neuve, Perwez (Perwijs), Ramillies, Rebecq, Rixensart, Tubize (Tubeke), Villers-la-Ville, Walhain, Waterloo, Wavre (Waver).
Gebied 04 Huy (Hoei)-Waremme (Borgworm) Amay, Anthisnes, Berloz, Braives, Burdinne, Clavier, Crisnée, Donceel, Engis, Faimes, Ferrières, Fexhe-le-Haut-Clocher, Geer, Hamoir, Hannut (Hannuit), Héron, Huy (Hoei), Lincent, Marchin, Modave, Nandrin, Oreye (Oerle), Ouffet, Remicourt, Saint-Georges-sur-Meuse, Tinlot, Verlaine, Villers-le-Bouillet, Wanze, Waremme (Borgworm), Wasseiges.
Gebied 05 Liège (Luik) Ans, Awans, Aywaille, Bassenge (Bitsingen), Beyne-Heusay, Blegny, Chaudfontaine, Comblain-au-Pont, Dalhem, Esneux, Flémalle, Fléron, Grace-Hollogne, Herstal, Juprelle, Liège (Luik), Neupré, Oupeye, Saint-Nicolas, Seraing, Soumagne, Sprimont, Trooz, Visé (Wezet).
Gebied 06 Verviers Aubel, Baelen, Dison, Herve, Jalhay, Lierneux, Limbourg (Limburg), Malmedy, Olne, Pepinster, Plombières, Spa, Stavelot, Stoumont, Theux, Thimister-Clermont, Trois-Ponts, Verviers, Waimes (Weismes), Welkenraedt.
Gebied 07 Mons (Bergen) Boussu, Colfontaine, Dour, Frameries, Hensies, Honnelles, Jurbise (Jurbeke), Lens, Mons (Bergen), Quaregnon, Quévy, Quiévrain, Saint-Ghislain.
Gebied 08 Charleroi Aiseau-Presles, Anderlues, Charleroi, Châtelet, Courcelles, Farciennes, Fleurus, Fontaine-l'Evêque, Gerpinnes, Ham-sur-Heure-Nalinnes, Les-Bons-Villers, Lobbes, Montignies-le-Tilleul, Pont-à-Celles, Thuin, Walcourt.
Gebied 09 Namur (Namen) Andenne, Assesse, Eghezée, Fernelmont, Floreffe, Florennes, Fosses-la-Ville, Gembloux, Gesves, Jemeppe-sur- Sambre, La Bruyère, Mettet, Namur (Namen), Ohey, Profondeville, Sambreville, Sombreffe.
Gebied 10 Dinant Anhée, Beauraing, Bièvre, Ciney, Dinant, Gedinne, Hamois, Hastière, Havelange, Houyet, Onhaye, Rochefort, Somme-Leuze, Vresse-sur-Semois, Yvoir.
Gebied 11 Philippeville Beaumont, Cerfontaine, Chimay, Couvin, Doische, Froidchapelle, Momignies, Philippeville, Sivry-Rance, Viroinval.
Gebied 12 Luxembourg (Luxemburg) Arlon (Aarlen), Attert, Aubange, Bastogne (Bastenaken), Bertogne, Bertrix, Bouillon, Chiny, Daverdisse, Durbuy, Etalle, Erezée, Fauvillers, Florenville, Gouvy, Habay, Herbeumont, Hotton, Houffalize, La Roche-en-Ardenne, Léglise, Libin, Libramont-Chevigny, Manhay, Marche-en-Famenne, Martelange, Meix-devant-Virton, Messancy, Musson, Nassogne, Neufchâteau, Paliseul, Rendeux, Rouvroy, Sainte-Ode, Saint-Hubert, Saint-Léger, Tellin, Tenneville, Tintigny, Vaux-sur-Sûre, Vielsalm, Virton, Wellin.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2004 tot uitvoering van het decreet van 27 november 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen.
Namen, 3 juni 2004.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE
Bijlage 2. - Model voor de bekendmaking van het bericht bedoeld in artikel 5, § 2, derde lid Een hulp- en zorgverleningsnetwerk inzake verslavingen heeft op een aanvraag om erkenning ingediend bij het Waalse Gewest overeenkomstig het decreet van 27 november 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen (Belgisch Staatsblad 31 december 2003).
Dit netwerk bestrijkt het gebied : ..........................
Elke persoon die niet betrokken is bij de aanvraag en die lid wenst te zijn, kan zijn aanvraag om toetreding tot dit netwerk binnen de maand van de bekendmaking van dit bericht indienen, samen met de volgende gegevens : 1° indien het gaat om een natuurlijke persoon, zijn statuten en de personalia van de persoon die hij aanwijst om hem te vertegenwoordigen;indien het gaat om een rechtspersoon, zijn personalia; 2° de omschrijving van de functies of taken die hij ten gunste van de rechthebbenden uitoefent;3° het bewijs dat hij voldoet aan de bepalingen van artikel 7, 3°, a en b, van het decreet. Als de in het eerste lid bedoelde persoon een dienst is die erkend wenst te worden als dienst gespecialiseerd in verslavingen, richt hij samen met de toetredingsaanvraag een aanvraag om erkenning aan de administratie, overeenkomstig artikel 10 van bovenbedoeld decreet.
De aanvraag wordt gericht aan het netwerk, op volgend het adres : . . . . . . . . . .
Een afschrift wordt gericht aan de administratie, waar elke bijkomende informatie kan verkregen worden, op volgend adres : Ministère de la Région wallonne - Direction générale de l'Action sociale - Direction du Contrôle et de l'Inspection - Agréments - avenue Bovesse 100 - 5100 Jambes - tel. 081-32 72 11.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2004 tot uitvoering van het decreet van 27 november 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen.
Namen, 3 juni 2004.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE
Bijlage 3. - Lijst van de facultatieve subsidies voorzien in 2004 voor de in verslavingen gespecialiseerde diensten die inzake sociale actie en gezondheid door het Waalse Gewest gefinancierd worden Gebied 1 : Tournai (Doornik) : 165.000 - Citadelle : 100.000 - CAAT Péruwelz : 48.000 - Ville Lessines (Stad Lessen) : 7.000 Gebied 2 : Centre : 80.820 - Ellipse Carnières : 56.200 - Symbiose : 24.620 Gebied 3 : 41.960 - Plate-forme Santé mentale Brabant wallon (Platform geestelijke gezondheid Waals-Brabant) : 37.000 - Pélican : 4.960 Gebied 4 : Huy/Waremme (Hoei/Borgworm) : 0 Gebied 5 : Liège (Luik) : 251.820 - Flytox : 106.000 - C.P.A.S. Grâce Hollogne : 25.600 - Praxis : 13.000 - Revers : 91.920 - Nadja : 15.320 Gebied 6 : Verviers : 0 Gebied 7 : Mons (Bergen) : 136.000 - Concertation assuétudes (Overleg verslavingen) : 60.000 - Aria : 76.000 Gebied 8 : Charleroi : 53.295 - Espérance : 4.600 - Comptoir : 25.500 - Unisson : 32.000 - Trempoline : 12.395 Gebied 9 : Namur (Namen) : 139.000 - Sésame : 75.000 - Zéphyr : 64.000 Gebied 10 : Dinant : 31.000 - Destination : 31.000 Gebied 11 : Philippeville : 42.160 - Le répit : 42.160 Gebied 12 : Luxembourg (Luxemburg) : 56.200 - Acto Lux : 51.000 - Point Jeunes Luxembourg : 5.200 Totaal : 997.255 euro Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2004 tot uitvoering van het decreet van 27 november 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen.
Namen, 3 juni 2004.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE
Bijlage 4 - Model van de activiteitenrapporten A. Kwalitatief rapport I. Voor het hulp- en zorgverleningsnetwerk en de dienst gespecialiseerd in verslavingen : 1. identificatie van het netwerk/de dienst gespecialiseerd in verslavingen;2. eventuele wijziging(en) in de statutaire samenstelling sinds de erkenning of het laatste activiteitenrapport;3. andere te vermelden administratieve wijzigingen;4. periode waarop het rapport betrekking heeft. II. Voor elk van de volgende punten betreffende het netwerk en de dienst is het geboden : - de tegengekomen problemen te identificeren; - de doelstellingen te bepalen t.o.v. die problemen; - de behandelde problemen te analyseren; - de toegepaste methoden te omschrijven naar gelang van de problemen en doelstellingen; - de efficiëntie en de impact van deze methoden te evalueren.
III. Voor het netwerk moet een evaluatie van de toepassing van het vijfjarenprogramma gemaakt worden voor de volgende punten : 1. de nieuwe behoeften aan hulp- en zorgverlening inzake verslavingen of de wijzigingen in de analyse ervan binnen het bestreken zorgverleningsgebied, al naar gelang hun evolutie sinds de erkenning;2. de ontwikkeling van het aanbod in het gebied wat betreft de verdeling en de complementariteit van de taken, de planning ervan en de methodologieën; 3. de structurering van de verschillende functies : 3.1. de functie onthaal en informatie; 3.2. de functie begeleiding; 3.3. de functie zorgverlening; 3.4. de functie risicovermindering; 4. de organisatie van de functie vorming;5. de organisatie van de klinische intervisies;6. de relaties met de overlegplatformen inzake geestelijke gezondheidszorg;7. de eventuele samenwerkingen met de diensten buiten het gebied;8. de coördinator. Het rapport van het netwerk eindigt met de opmerkingen en de toekomstperspectieven.
IV. Voor de dienst gespecialiseerd in verslavingen wordt een evaluatie gemaakt van de toepassing van het vijfjarenprogramma voor de volgende punten : 1. de ontwikkeling van het aanbod in het gebied (publiek (en), operationele doelstelling(en), middel(en), planning, methodologie (methodologieën));2. de wijzigingen eventueel aangebracht in de bestaande functies;3. de bijkomende functies die eventueel ontwikkeld worden;4. de samenwerkingen buiten de dienst. Het rapport van de dienst eindigt met de opmerkingen en de toekomstperspectieven.
Elke dienst laat het activiteitenrapport vergezeld gaan van een aantal anonieme voorbeelden van tegengekomen toestanden en van tussenkomsten.
B. Kwantitatief rapport I. Wat betreft het hulp- en zorgverleningsnetwerk en de dienst gespecialiseerd in verslavingen : 1. identificatie van het netwerk/de dienst gespecialiseerd in verslavingen;2. periode waarop het rapport betrekking heeft. II. Wat het netwerk betreft, dient desgevallend naast de samenvattende tabellen met de door de gespecialiseerde diensten verstrekte gegevens volgens hetzelfde schema melding gemaakt te worden van de door het netwerk uitgevoerde activiteiten, alsook van de volgende gegevens : 1. aantal georganiseerde opleidingen, al naar gelang het (de) bedoelde publiek(en);2. aantal opleidingen gevolgd door de werknemers en identificatie van elke opleiding;3. aantal klinische intervisies;4. samenvattende tabel per functie vertegenwoordigd binnen het netwerk, met vermelding van het aantal tussenkomsten per categorie (onthaal en informatie, begeleiding, zorgverlening, risicovermindering, vorming, intervisie);5. samenvattende tabel per functie vertegenwoordigd binnen het netwerk, met vermelding van het aantal tussenkomsten per categorie (onthaal en informatie, begeleiding, zorgverlening, risicovermindering, vorming, intervisie);6. samenvattende tabel van het aantal personen die gevolgd worden voor één of meerdere verslavingen, ingedeeld per geslacht en leeftijd (onthaal en informatie, begeleiding, zorgverlening, risicovermindering);7. samenvattende tabel : aantal overlegvergaderingen;8. samenvattende tabel : voornaamste producten gebruikt door de adviseurs, met vermelding van het percentage volgens de reeds bepaalde leeftijden en volgens het geslacht. III. Wat de dienst betreft : 1. aantal activiteiten uitgevoerd tijdens het boekjaar, al naar gelang de functies; 2. aantal personen gevolgd voor één of meer verslavingen tijdens de periode (of raming ervan voor de functie risicovermindering), ingedeeld per geslacht en volgens de leeftijdstranches 0-10, 11-20, 21-30, enz.; 3. indeling per geslacht en per soort verslaving(en);4. aantal (of raming ervan voor de functie risicovermindering) personen die niet opgenomen zijn in punt 1 per categorie : samenwonende, kinderen, omgeving in het algemeen, professionelen, andere (nader te bepalen);5. voornaamste producten gebruikt door de adviseurs met vermelding van het percentage, volgens de reeds bepaalde leeftijdstranches en volgens het geslacht, met inbegrip van de multiverslavingen;6. aantal georganiseerde opleidingen, al naar gelang het (de) bedoelde publiek(en);7. aantal opleidingen gevolgd door de werknemers en identificatie van elke opleiding;8. aantal klinische intervisies en deelname van de werknemers. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2004 tot uitvoering van het decreet van 27 november 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de hulp- en zorgverleningsnetwerken en diensten gespecialiseerd in verslavingen.
Namen, 3 juni 2004.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE