gepubliceerd op 27 januari 2009
Besluit van de Waalse Regering tot invoeging van een deel VIII in het regelgevende deel van Boek I van het Milieuwetboek
5 DECEMBER 2008. - Besluit van de Waalse Regering tot invoeging van een deel VIII in het regelgevende deel van Boek I van het Milieuwetboek
De Waalse Regering, Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, zoals gewijzigd bij het decreet van 5 juni 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu, inzonderheid op de artikelen D.140, D.146, D.147, D.159 en D.160;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 juli 2008;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 17 juli 2008;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van de Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 7 oktober 2008;
Gelet op het advies nr 45.027/2/V van de Raad van State, uitgebracht op 27 augustus 2008, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet van 2 april 2003;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de opsporing, vaststelling, vervolging en beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu
Artikel 1.Boek I van het Milieuwetboek wordt aangevuld met een deel VIII, luidend als volgt : « DEEL VIII. - OPSPORING, VASTSTELLING, VERVOLGING EN BETEUGELING VAN DE OVERTREDINGEN EN HERSTELMAATREGELEN HOOFDSTUK I. - Personeelsleden Art. R.87. De personeelsleden van het « Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement (DGRANE) » (Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu) die onder het « Département de la police et des contrôles » (Departement politie en controles) ressorteren, worden belast met de opsporing en de vaststelling van de overtedingen van de bepalingen van : 1° de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging;2° de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen;3° de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder;4° het decreet van 9 mei 1985 met betrekking tot de ontsluiting van steenbergen;5° het decreet van 7 juli 1988 op de mijnen;6° het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;7° het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning;8° het Milieuwetboek, met inbegrip van dit Boek en van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt;9° het decreet van 19 juni 2008 betreffende de coëxistentie van genetisch gemodificeerde teelten met gangbare en biologische teelten;10° de besluiten tot uitvoering van de wetten en decreten bedoeld in 1° tot 9°, voor zover de materies waarop ze betrekking hebben onder de bevoegdheid van het Waalse Gewest vallen. Art. R.88. De personeelsleden van het « Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement » die onder het « Département de la Ruralité et des Cours d'Eau » (Departement Landelijke Aangelegenheden en Waterlopen) ressorteren, worden belast met de opsporing en de vaststelling van de overtedingen van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen.
Art. R.89. De bosbeambten en -aangestelden, alsook de personeelsleden van de « Direction de l'Anti-braconnage et de la Répression des pollutions (Directie Stroperijbestrijding en Verontreinigingsbestraffing) van het « Département de la police et des contrôles », worden belast met de opsporing en de vaststelling van de overtedingen van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud en van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten.
Art. R.90. De bosbeambten en -aangestelden worden belast met de opsporing en de vaststelling van de overtredingen : - van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen; - van de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder; - van artikel 7, § 1, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, in gebieden die niet voor bebouwing bestemd zijn in de zin van artikel 25, tweede lid, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie; - van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning; - het Milieuwetboek, met inbegrip van dit Boek en van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt; - van de besluiten tot uitvoering van die wetten en decreten.
Art. R.91. De personeelsleden van het « Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement » die onder het « Département de l'Environnement et de l'Eau » (Departement Leefmilieu en Water) ressorteren zijn bevoegd voor het opsporen en vaststellen van de overtredingen van de bepalingen bedoeld in artikel R.87, 2° en 8°, alsmede van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten.
Art. R.92. De personeelsleden van het « Direction générale opérationnelle Routes et Bâtiments » (Operationeel Directoraat-generaal Wegen en Gebouwen), aangewezen ter uitvoering van het decreet van 27 januari 1998 houdende instelling van een politie voor de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein en houdende regeling van de voorwaarden voor de uitoefening van dat ambt, en van het « Direction générale opérationnelle Mobilité et Voies hydrauliques (Operationeel Directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen), aangewezen ter uitvoering van het decreet van 27 januari 1998 houdende instelling van een politie voor de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein van de waterwegen en houdende regeling van de voorwaarden voor de uitoefening van dat ambt, zijn bevoegd om overtredingen van artikel 7 van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten op het gewestelijk domein vast te stellen.
Art. R.93. De personeelsleden van het « Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement » die onder het « Département du Sol et des Déchets » (Departement Grond en Afval) ressorteren, zijn bevoegd voor de vaststelling van overtedingen van artikel 8bis van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten. HOOFDSTUK II. - Opleiding van de personeelsleden bedoeld in artikel D.140, §§ 2 en 3 Art. R.94. Inhoud van de opleiding.
De « DGARNE » organiseert en geeft een opleiding van minimum dertig uren, met minstens de volgende inhoud : - de algemene beginselen van het strafrecht; - de gerechtelijke organisatie; - de vaststelling van overtredingen en het opmaken van processen-verbaal; - de milieuwetgeving; - het beheer van conflicten.
De « DGARNE » kan zijn programma met bijkomende cursussen aanvullen. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten betreffende de monsterneming, de uitvoering van de analyses en de regels voor de erkenning van de laboratoria Afdeling 1. - Monsterneming
Art. R.95. Bij elke monsterneming wordt proces-verbaal opgemaakt naar het model opgenomen in bijlage VIII. Art. R.96. De personeelsleden mogen van de personen tegen wie de resultaten van de metingen weerhouden kunnen worden de nodige technische middelen vorderen om de metingen uit te voeren of om de monsters te nemen.
De vordering kan betrekking hebben op de technische middelen die nodig zijn voor de monsterneming, alsook voor het vervoer en de bewaring van de monsters.
Art. R.97. Het soort en de hoeveelheid monsters worden bepaald door de behoeften van de handelingen die in het laboratorium uitgevoerd moeten worden.
De monsters worden in minstens twee exemplaren genomen.
De monsters worden, al naar gelang van het geval, in vaten, zakken of omhulsels verzameld. Ze worden geëtiketteerd, gewikkeld en gezegeld door het toezichthoudend personeelslid dat de monsters heeft genomen, zodat elke vervanging, onttrekking of toevoeging hoe dan ook voorkomen wordt.
Art. R.98. Op het etiket van elk monster komen de volgende gegevens voor : 1° een volgordenummer;2° de plaats, de datum en het uur van de monsterneming;3° de naam en de handtekening van het toezichthoudend personeelslid dat de monsternming heeft uitgevoerd;4° de aard van de bemonsterde stoffen. Art. R.99. Het personeelslid dat de monsters genomen heeft, verzoekt de exploitant of de vermoedelijke overtreder erom om het even welk teken aan te brengen op het etiket van de exemplaren van het monster.
Art. R.100. Het personeelslid dat de monsters genomen heeft, bezorgt een exemplaar van het monster aan de personen tegen wie de resultaten van de metingen weerhouden kunnen worden. Indien de exploitant of de vermoedelijke overtreder afwezig of ongekend is, houdt het personeelslid dat de monsters genomen heeft één exemplaar te zijner beschikking. Het ander exemplaar wordt bewaard door het personeelslid dat de monsters genomen heeft. Afdeling 2. - Erkenning van de laboratoria
Art. R.101. De laboratoria belast met de analyse van de monsters worden door de Minister erkend. Elke beslissing tot erkenning wordt op de internetsite van het « DGRANE » bekendgemaakt.
Art. R.102. Inzake water zijn er drie erkenningscategorieën : - categorie A : fysisch-chemische analyses; - categorie B : hydrobiologische en microbiologische (bacteriologische en virologische) analyses; - categorie C : specifieke organieke en toxicologische analyses.
Bijlage IX bevat een lijst van de analyses die in die categorieën ingedeeld zijn.
Art. R.103. De aan het « DGARNE » gerichte erkenningsaanvraag bevat : 1° de naam, de statuten of het beroep, alsook de maatschappelijke zetel of de woonplaats van de natuurlijke of rechtsperso(o)n(en) die het laboratorium uitba(a)t(en);2° de naam, het beroep en de functie van de persoon die de effectieve directie van het laboratorium waarneemt, alsook van zijn bestuurders indien het om een rechtspersoon gaat. De erkenninsgaanvraag gaat vergezeld van de stukken waaruit moet blijken dat de volgende voorwaarden vervuld zijn : 1° de aanvrager beschikt over de lokalen, het materieel, alsook de apparatuur en de documentatie die nodig zijn voor de uitvoering van de analyses bedoeld in dit hoofdstuk;2° de aanvrager beschikt over technisch personeel dat geschikt is voor de aard en het belang van genoemde analyses. Art. R.104. Wat betreft de analyses uitgevoerd overeenkomstig de artikelen D.146 en D.147, is elk erkend laboratorium verplicht : 1° een register van de analyses bij te houden, waarin melding wordt gemaakt van de verrichte handelingen en van de verkregen resultaten;2° gescheiden boeken betreffende de verrichte analyses te houden; 3° de toezichthoudende personeelsleden toegang te verlenen tot de lokalen van het laboratorium en hen inzage te geven in alle documenten i.v.m. de analyses, met inbegrip van de boekhouding; 4° de door de Minister vasteglegde richtlijnen te volgen, wat betreft de analysevoorwaarden en -methodes en het opstellen van analyseprotocollen die daarop betrekking hebben. Art. R.105. De erkenning kan door de Minister geheel of gedeeltelijk ingetrokken of opgeschort worden indien de erkenningsvoorwaarden niet meer vervuld zijn of indien het « DGARNE » oordeelt dat de kwaliteit van de prestaties van de houder van de erkenning ruim onvoldoende is.
Vóór elke beslissing tot intrekking wordt de houder van de erkenning erom verzocht zijn verweermiddelen te laten gelden.
De opschorting of de intrekking van de erkenning wordt op de internetsite van het « DGRANE » bekendgemaakt. Afdeling 3. - Analyseprotocollen
Art. R.106. Het laboratorium waaraan een monster is afgegeven, voert de analyse uit binnen de termijn voorgechreven door de Minister of door het toezichthoudend personeelslid.
Het analyseprotocol, dat vergezeld gaat van het buitenomhulsel van het monster, vermeldt : 1° de datum en het uur van ontvangst van het monster;2° het volgordenummer;3° de vaststellingen na analyse betreffende de aard, het gewicht en de staat van de bemonsterde stof of vloeistof;4° de analysemethodes;5° de verkregen resultaten en de conclusies;6° de einddatum van de analyses en identificatiewerken. Het analyseprotocol wordt overgemaakt aan het personeelslid dat de monsters heeft genomen.
Art. R.107. Indien overeenkomstig de artikelen D.141 en D.146 proces-verbaal van overtreding ingevolge een analyseprotocol wordt opgemaakt, wordt dat proces-verbaal door het personeelslid dat het heeft opgesteld naar de griffie van de bevoegde rechtbank gestuurd, samen met het derde monsterexemplaar en het analyseprotocol.
Art. R.108. Indien de overtreder het analyseprotocol aanvecht, kan een ander erkend laboratorium op kosten van de overtreder een tegenanalyse op het eerste monsterexemplaar uitvoeren. HOOFDSTUK IV. - Modaliteiten betreffende de transactie Art. R.109. Het formulier opgemaakt naar het model dat in bijlage X opgenomen is wordt door het personeelslid in drie exemplaren ingevuld.
Wanneer verschillende overtredingen tegelijkertijd ten laste van dezelfde overtreder zijn vastgesteld, noteert het personeelslid alle overtredingen op hetzelfde formulier.
Art. R.110. In geval van overtreding bedoeld in artikel D.159, § 2, die andermans niet rechtsreeks schade heeft berokkent, kan het vaststellend personeelslid de overtreder een transactie voorstellen waarvan het bedrag berekend wordt als volgt : 1° de verbranding van huisafval in de openlucht of in installaties die niet voldoen aan de bepalingen van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, met uitzondering van de verbranding van droge natuurlijke afval afkomstig van bossen, velden en tuinen, zoals geregeld bij het Veldwetboek en het Boswetboek : 150 euro;2° het achterlaten van afval, zoals verboden krachtens het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, met inbegrip van gestorte afval die de waterlopen schade toebrengt : - 50 euro bij niet-inachtneming van de zelfklever aangeplakt op een brievenbus om productie van afval van reclamepapier te voorkomen; - 50 euro bij het achterlaten van hondenpoep; - 50 euro bij het achterlaten van een peuk, een blikje of kauwgom; - 150 euro bij het achterlaten van verpakkingsmateriaal, een vuilniszak, een vat afgewerkte olie, een recipiënt of een - zelfs leeg - vat van 200 l inerte afval, afzonderlijk of gemengd, voortgebracht door verbouwingswerken uitgevoerd door mensen die geen beroepslui zijn, asbesthoudende afval; 3° het gebrek aan milieuvergunning of aan aangifte of de niet naleving van de exploitatievoorwaarden overeenkomstig het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning; - 500 euro bij gebrek aan aangifte in de zin van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning; - 1.000 euro bij gebrek aan milieuvergunning; - 1.000 euro indien de exploitatievoorwaarden niet vervuld zijn; 4° de overtredingen van derde en vierde categorie van de wetgevingen bedoeld in artikel D.138, eerste lid; - 50 euro in geval van overtreding van vierde categorie; - 150 euro in geval van overtreding van derde categorie; 5° de overtredingen van de wet van 28 februari 1882 op de jacht; - 150 euro in geval van overtreding van artikel 14 (jacht zonder vergunning of verlof) van de wet van 28 februari 1882 op de jacht; - 250 euro in geval van overtreding van artikel 1quater, 2bis, 3, 4, 5, 5bis, 7, 8, 9bis, 10, 12, 12bis, 12ter, 12quater, 14, (jacht zonder vergunning of verlof) of 20 van de wet van 28 februari 1882 op de jacht; - 500 euro in geval van overtreding van artikel 2ter, 4, 6 of 14, (jacht zonder vergunning of verlof) van de wet van 28 februari 1882 op de jacht; 6° de overtredingen van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij : - 50 euro. Art. R.111. Indien de overtreder geen vaste woon- of verblijfplaats in België heeft en de voorgestelde som niet onmiddellijk betaalt, is de te consigneren som gelijk aan degene die vastligt in artikel R.110, verhoogd met een forfaitair bedrag van 150 euro.
Art. R.112. Personen met een vaste woon- of verblijfplaats in België mogen d.m.v. een overschrijvingsformulier of langs de elektronische weg betalen.
Indien de overtreder bij de vaststellling van de overtreding aanwezig is, kan het betalingsformulier hem overhandigd worden.
Indien de overtreder afwezig is, wordt een exemplaar van het formulier waarvan het model in bijlage X opgenomen is naar zijn woonplaats gestuurd.
Indien de overtreder de transactie aanvaardt, stuurt hij het behoorlijk ingevulde formulier naar het personeelslid terug binnen een termijn van vijf dagen, met ingang van de datum van ontvangst ervan.
Bij niet-betaling ondanks de aanvaarding van de transactie wordt een rappelbrief toegestuurd. Dat rappel laat de verwijlinteresten lopen.
Art. R.113. Alle documenten betreffende de inning of de consignatie van een som worden in een register geconsigneerd en gedurende drie jaar bewaard in de kantoren van de administratie waaronder het personeelslid dat de inning of de consignatie heeft verricht ressorteert. HOOFDSTUK V. - Modaliteiten betreffende de administratieve boetes Art. R. 114. De gewestelijke sanctionerende ambtenaren zijn : - de directeur-generaal van het « Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement » voor de overtredingen vastgesteld krachtens de artikelen R.87, R.88, R.89, R.90, R.91 en R.93, of zijn afgevaardigde, namelijk : - de inspecteur-generaal of de directeurs binnen het « Département de la police et des contrôles » of de personeelsleden die die functies uitoefenen, of het personeelslid dat speciaal afgevaardigd is door de directeur-generaal om de opdracht van sanctionerend ambtenaar te vervullen, in geval van overtreding vastgesteld krachtens de artikelen R.87 en R.93; - de inspecteur-generaal van het « Département de la Ruralité et des Cours d'Eau » of de directeur van de « Direction des Cours d'Eau non navigables » of de personeelsleden die die functies uitoefenen, of het personeelslid dat speciaal afgevaardigd is door de directeur-generaal om de opdracht van sanctionerend ambtenaar te vervullen, in geval van overtreding vastgesteld krachtens artikel R.88; - de inspecteur-generaal of de directeurs van het « Département de la Nature et des Forêts » of de personeelsleden die die functies uitoefenen, of het personeelslid dat speciaal afgevaardigd is door de directeur-generaal om de opdracht van sanctionerend ambtenaar te vervullen, in geval van overtreding van de wet van 28 februari 1882 op de jacht, van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij en in geval van overtreding vastgesteld krachtens artikel R.89 of artikel R.90; - de inspecteur-generaal van het « Département de l'Environnement et de l'Eau » of de directeurs van de « Eaux de surface et des Eaux souterraines (Oppervlakte- en Grondwateren) van het « Département de l'Environnement et de l'Eau » of het personeelslid dat speciaal afgevaardigd is om de opdracht van sanctionerend ambtenaar te vervullen, in geval van overtreding vastgesteld krachtens artikel R.91; - de directeur-generaal van het « Direction générale opérationnelle Routes et Bâtiments » voor de overtredingen die krachtens artikel R.92 vastgesteld worden op het gewestelijk openbaar wegendomein, of zijn afgevaardigde, namelijk de inspecteur-generaal van het « Département de la Stratégie routière » (Departement Wegenstrategie) en de directeur van de « Direction de la Coordination des Districts routiers » (Directie Coördinatie Wegendistricten) of de personeelsleden die die functies uitoefenen, of het personeelslid dat speciaal afgevaardigd is door de directeur-generaal om de opdracht van sanctionerend ambtenaar te vervullen; - de directeur-generaal van het « Direction générale opérationnelle Mobilité et Voies hydrauliques » voor de overtredingen die krachtens artikel R.92 vastgesteld worden op het gewestelijk openbaar waterwegendomein, of zijn afgevaardigde, namelijk de inspecteur-generaal van het « Département de la Stratégie de la Mobilité » (Departement Mobiliteitsstrategie) en de directeur van de « Direction de la Règlementation et des Droits des Usagers » (Directie Regelgeving en Rechten van de Gebruikers) of de personeelsleden die die functies uitoefenen, of het personeelslid dat speciaal afgevaardigd is door de directeur-generaal om de opdracht van sanctionerend ambtenaar te vervullen.
Art. R. 115. De administratieve boete is evenredig met de ernst van de feiten, binnen de perken van artikel D.160, § 2.
Het bedrag van de administratieve boete houdt ook rekening met de kostprijs van de verschillende administratieve stappen, met het aantal overtredingen van dit decreet en met de kwaliteit ervan, met een eventuele verzegeling, met de duur en het aantal klachten, met de milieurisico's en -hinder.
De samenloop van verschillende overtredingen kan aanleiding geven tot een eenmalige administratieve boete die evenredig is met de ernst van het geheel van de feiten.
Bij de beslissing om de administratieve boete op te leggen wordt rekening gehouden met de specificiteit van het dossier, met de evolutie van de overtredingssituatie vanaf het tijdstip waarop de overtreding is vastgesteld tot het tijdstip waarop de administratieve boete opgelegd wordt. HOOFDSTUK VI. - « Fonds pour la protection de l'environnement, section incivilités environnementales » (Milieubeschermingsfonds, afdeling milieuwangedrag) Art. R. 116. De werking van het « Fonds pour la protection de l'environnement, section incivilités environnementales » wordt waargenomen door het « Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement ». HOOFDSTUK II. - Overgangs-, wijzigings- en slotbepalingen
Art. 2.De erkenningen verleend overeenkomstig de besluiten bedoeld in de artikelen 9 tot 11 en die bestaan op de datum van inwerkingtreding van dit besluit blijven van kracht met inachtneming van de voorwaarden waaronder ze zijn toegekend.
Art. 3.Bij de volledige inwerkingtreding van artikel 3 van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek worden de woorden « bosbeambten en -aangestelden » in de artikelen R.89 en R.90 van Boek I van het Milieuwetboek, toegevoegd bij dit besluit, vervangen door het woord « personeelsleden » in de zin van artikel 3, 1°, van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek ».
Art. 4.De personeelsleden aangewezen door de gemeenteraad overeenkomstig artikel D.140, § 3, die beschikken over de legitimatiekaart bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 december 2004 houdende vaststelling van de minimumvoorwaarden waaraan de gemeenteambtenaren moeten voldoen, zoals bepaald in artikel 119bis, § 6, tweede lid, 1°, van de nieuwe gemeentewet worden geacht aan de opleidingsvoorwaarden te voldoen om de overtredingen van de wetgeving bedoeld in artikel R.87, 2°, 3° en 6°, alsook van de desbetreffende uitvoeringbesluiten tot 1 januari 2011 te mogen vaststellen.
Vanaf die datum moeten ze de opleiding waarin artikel R.91 van Boek I van het Milieuwetboek voorziet hebben gevolgd om die overtredingen te mogen vaststellen.
Art. 5.De woorden « het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 december 1992 tot aanwijzing van de personeelsleden die bevoegd zijn voor de opsporing en de vaststelling van overtredingen inzake de milieubescherming » worden vervangen door de woorden « deel VIII van Boek I van het Milieuwetboek » in : - artikel 590, § 8, van het Algemeen Reglement op de arbeidsbescherming; - artikel 2, 15°, van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de sectorale voorwaarden inzake het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde of pathogene organismen; - artikel 1, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning; - article 1, 25°, van het besluit van de Waalse Regering van 12 juli 2007 tot voorkoming van verontreiniging bij de installatie en de inbedrijfstelling van vaste koelvoorzieningen die een gefluoreerd koelmiddel bevatten, alsook in geval van interventie op deze uitrustingen, en waarbij de energieprestatie van de airconditioningssystemen gewaarborgd wordt.
Art. 6.De woorden « artikel 1 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 december 1992 tot aanwijzing van de personeelsleden die bevoegd zijn voor de opsporing en de vaststelling van overtredingen inzake de milieubescherming » worden vervangen door de woorden « deel VIII van Boek I van het Milieuwetboek » in artikel 1, 12°, van het besluit van de de Waalse Regering van 30 november 1995 betreffende het beheer van stoffen die d.m.v. bagger- of ruimingswerken uit de bedding en van de oevers van waterlopen en -vlakken verwijderd worden.
Art. 7.Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 23 december 1992 tot aanwijzing van de personeelsleden die bevoegd zijn voor de opsporing en de vaststelling van overtredingen inzake de milieubescherming wordt opgeheven.
De overeenkomstig dat besluit verrichte handelingen en vaststellingen blijven geldig.
Art. 8.De artikelen 1 tot 5 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve tot uitvoering van de artikelen 59, 60, 61 en 65 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud worden opgeheven.
Art. 9.De artikelen 90 tot 95 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning worden opgeheven.
Art. 10.Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 juli 1987 betreffende het toezicht op de uitvoering van de bepalingen inzake afval en giftige afvalstoffen wordt opgeheven.
Art. 11.Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 25 oktober 1990 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de laboratoria belast met de officiële analyses inzake de bescherming van het oppervlaktewater en van tot drinkwater verwerkbaar water tegen verontreiniging wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 12.Het decreet van 5 juni 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 13.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 5 december 2008.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN
Bijlage VIII Model van proces-verbaal inzake monsterneming bedoeld in artikel R.92.
PROCES-VERBAAL In het jaar tweeduizend . . . . ., de . . . . . van de maand . . . . . om . . . . . uur, heb ik (ondergetekende) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (ambt) . . . . . me begeven naar (volledig adres) . . . . . . . . . .
Monsterneming : 1° Ik heb om .. . . . uur . . . . . . . . . . . . . . . monsters genomen, genummerd . . . . . verpakking . . . . . volume (omschrijving, eventuele schets). 2° Ik heb de volgende andere handelingen verricht (planmetingen, toevoeging van reactiva...) . . . . . 3° De recipiënten werden afgesloten, geëtiketteerd, overgemaakt om getekend te worden door de exploitant of de vermoedelijke overtreder en verzegeld.4° Eventuele opmerkingen 5° Ten blijke waarvan ik dit proces-verbaal heb opgemaakt om te laten gelden dat de exploitant of de vermoedelijke overtreder van rechtswege de genomen monsters heeft/niet heeft getekend. Handtekening van het personeelslid 6° Ik heb een monster overgemaakt aan de M./Mevr. . . . . .
OF Ik heb de monsters op . . . . . om . . . . . uur gestuurd of overhandigd aan het laboratorium (benaming en adres) . . . . . . . . . . 7° Ik heb M./Mevr. . . . . . na de monsterneming laten weten dat de partij monsters die voor een eventuele tegenanalyse bestemd is ter beschikking gesteld wordt van . . . . . tot . . . . . tussen . . . . . uur en . . . . . uur op volgend adres . . . . . . . . . . . . . . .
Handtekening van het personeelslid Gezien om te worden gevoegd bij het regelgevende deel van Boek I van het Milieuwetboek.
Namen, 5 december 2008.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN
Bijlage IX Erkenningscategorieën Categorie A fysisch-chemische analyses Temperatuur pH Geleidbaarheid Zwevende stoffen 105 °C Bezinkbare stoffen Troebelheid Droge stoffen Droog overblijfsel Granulometrie Zuurstof Chloriden Sulfaten Fluoriden Cyanides Nitraten Nitrieten Ammonium-stiksof N-Kjeldahl Orthofosfaten Fosfoor totaal Totale hardheid Alkaliniteit (TAM-TAP) CO2 Sulfiden Silicium Si Calcium Ca Magnesium Mg Natrium Na Kalium K Aluminium Al IJzer Fe Mangaan Mn Koper Cu Zink Zn Kobalt Co Barium Ba Arseen As Cadmium Cd Chroom Cr Kwik Hg Nikkel Ni Lood Pb Zilver Ag In deze categorie zijn ook ingedeeld : Biochemische vraag zuurstof BOD Biochemische vraag zuurstof COD Totaal organische koolstof TOC Opgeloste organische koolstof D'OC Oxydeerbaarheid KMnO4 Fenolindex Anionactieve wasmiddelen MBAS Met petroleumether extraheerbare stoffen Categorie B : hydrobiologische en microbiologische analyses Chlorofyl Biotische index per macro-invertebrata Toxichromo-test Toxiciteitstest per Brachydanio 96 u.
Toxiciteitstest per Daphnia's 48 u.
Warmtegevoelige kiemen : - opsporing van de fecale coliformen - opsporing van de streptocokken - telling van de kiemen op specifiek milieu Opsporing van de staphylocokken Opsporing en identificatie van andere pathogene kiemen Catégorie C : specifieke organieke en toxicologische analyses Organohalogene verbindingen AOX Extraheerbare organohalogeen verbindingen EOX Vluchtige organohalogeen verbindingen VOX Apolaire koolwaterstoffen (IR-CCl4) Apolaire koolwaterstoffen op bijkomend monster Organochloreerde pesticiden - oppervlaktewater - distributiewater PCB (Polychloreerde bifenylen) - oppervlaktewater - distributiewater PAK polycyclische aromatische koolwaterstoffen - oppervlaktewater - distributiewater THM in het distributiewater Vluchtige halogene koolwaterstoffen Monocyclische aromatische koolwaterstoffen Vluchtige koolwaterstoffen Andere bepalingen door CG of HPLC (voorafgaande toestemming) Identificatie van de deeltjes Massaspectrometrie Gezien om te worden gevoegd bij het regelgevende deel van Boek I van het Milieuwetboek.
Namen, 5 december 2008.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN
Bijlage X Model van het transactieformulier
Naam en adres van de vaststellende dienst
Nr. Boekje Nr. Formule
TRANSACTIE
Plaats . . . . .
Datum . . . . .
Uur . . . . .
OVERTREDER
NAAM, Voornaam : . . . . .
Geboortedatum : . . . . .
Straat, Nr. : . . . . .
Postcode : . . . . .
Gemeente : . . . . .
Land : . . . . .
Nationaliteit : . . . . .
AARD VAN DE OVERTREDING
Regelgeving
Omschrijving van de overtreding
Nr. van het proces-verbaal :
TE BETALEN SOM
Te betalen som : . . . . .
OBetaling in contanten
OOverschrijving
Naam van het personeelslid : . . . . .
Handtekening : . . . . .
Gezien om te worden gevoegd bij het regelgevende deel van Boek I van het Milieuwetboek.
Namen, 5 december 2008.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN