gepubliceerd op 20 oktober 2008
Ministerieel besluit houdende erkenning van de artsen bevoegd voor het afgeven van een attest bedoeld in artikel 14 van de wapenwet
16 OKTOBER 2008. - Ministerieel besluit houdende erkenning van de artsen bevoegd voor het afgeven van een attest bedoeld in artikel 14 van de wapenwet
De Minister van Justitie, Gelet op de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, artikel 14, eerste lid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 augustus 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 9 september 2008;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wet van 25 juli 2008 tot wijziging van de wapenwet bepaalt dat de artikelen van de wapenwet die nog niet in werking zijn getreden, op 1 september 2008 in werking treden; dat ze tegen die tijd de nodige uitvoeringsbepalingen moeten krijgen opdat de rechtszekerheid gewaarborgd zou zijn; dat het om praktische redenen wenselijk is dat de door dezelfde wet aangebrachte wijzigingen in de wapenwet op hetzelfde moment in werking treden en er een einde komt aan de al te lang heersende verwarring over de toepassing van de wapenwet; dat het nog resterende gedeelte van de overgangsperiode die afloopt op 31 oktober 2008 in het belang van de burger die er gebruik van wil maken, zo ruim mogelijk moet zijn;
Gelet op advies 45.221/2 van de Raad van State, gegeven op 24 september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet van 2 april 2003, Besluit :
Artikel 1.De aanvraag van een wapendrachtvergunning moet vergezeld gaan van een attest afgegeven door de geraadpleegde arts dat de betrokkene geen fysieke of mentale tegenindicaties vertoont voor het dragen van een vuurwapen. Het betreft de volgende arts : 1° de huisarts die zijn globaal medisch dossier beheert, of die verklaart hem sinds minstens een jaar op te volgen;2° bij gebrek aan een arts zoals bedoeld in het 1°, een psychiater of neuropsychiater;3° als de wapendrachtvergunning wordt aangevraagd in toepassing van artikel 8, § 2, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid, een arts zoals bedoeld in het 1° of het 2° of de arbeidsarts verbonden aan de onderneming waar de betrokkene is tewerkgesteld, na positief advies van de arts bedoeld in het 1° of het 2°.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 16 oktober 2008.
J. VANDEURZEN