7 FEBRUARI 2008. - Besluit van de Regering tot vaststelling van het model van de beoordelingsstaat en van het evaluatieverslag voor bepaalde personeelscategorieën van het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd onderwijs

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-Centrum, gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2006, inzonderheid op de artikelen 39bis en 69.15;

Gelet op het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra, gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2006, inzonderheid op de artikelen 28 en 66;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaal onderwijs van de Staat alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2006, inzonderheid op de artikelen 24 en 67;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 26 juni 2006, inzonderheid op de artikelen 12 en 28;

Gelet op het protocol nr. S13/2007 OSUW8 van 14 december 2007 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in een gemeenschappelijke zitting van het Sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap en van het subcomité bepaald in artikel 17, § 2ter, 3°, van het koninklijk besluit van 28 september 1984;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gerechtvaardigd door het feit dat het nieuwe statuut in het onderwijs op 1 september 2007 in werking is getreden en dat de goedkeuring van het model van de beoordelingsstaat en van het evaluatieverslag bestemd voor bepaalde personeelscategorieën geen uitstel meer lijdt, opdat het nieuwe statuut in zijn geheel kan worden toegepast;

Gelet op het advies nr. 44.020/2 van de Raad van State, gegeven op 21 januari 2008 met toepassing van artikel 84, lid 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet van 2 april 2003;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit : Model

Artikel 1.De modellen van de beoordelingsstaat en van het evaluatieverslag bedoeld in artikel 24 resp. 67 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaal onderwijs van de Staat alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, in artikel 12 resp. 28 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlite, orthodoxe, islamitische en anglicaanse godsdienst der onderwijsinrichtingen van de Duitstalige Gemeenschap, in artikel 39bis resp. 69.15 van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-Centrum, en in artikel 28 resp. 66 van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra worden in de bijlagen I en II bij dit besluit opgenomen.

Het model van de beoordelingsstaat en van het evaluatieverslag vastgelegd in de bijlage I geldt voor het onderwijzend personeel van het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd gewoon en buitengewoon onderwijs.

Het model van de beoordelingsstaat en van het evaluatieverslag vastgelegd in de bijlage II geldt voor het opvoedend personeel van het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd en gesubsidieerd gewoon en buitengewoon onderwijs.

Inwerkingtreding

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.

Uitvoering

Art. 3.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 7 februari 2008.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, De Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH

Bijlage I bij het besluit van de Regering 3392/EX/VI/B/III van 7 februari 2008 Beoordelingsstaat/Evaluatieverslag (1) (2) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) Beoordelingsstaten gelden voor de tijdelijke personeelsleden. Evaluatieverslagen gelden voor de vastbenoemde personeelsleden. (2) De persoonsbeschrijvingen gelden voor beide geslachten.(3) Voor gehuwde vrouwen, meisjesnaam vermelden.(4) Vijf vermeldingen kunnen toegekend worden : onvoldende, niet tevredenstellend, voldoende, goed, zeer goed.(5) Schrappen wat niet past.(6) Slechts in geval van beroep invullen.(7) Het beroep moet binnen 10 dagen na de overhandiging van voorliggend(e) staat/verslag bij de raad van beroep worden ingediend.(8) Is de beoordeling / evaluatie voor de onderwijsopdracht van het personeelslid « niet tevredenstellen » of « onvoldoende », dan mag een positieve globale vermelding niet worden toegekend. 1. Beoordeling /evaluatie m.b.t. de opdrachten van het personeelslid Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering 3392/EX/VI/B/III van 7 februari 2008.

Eupen, 7 februari 2008.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH

Bijlage II bij het besluit van de Regering 3392/EX/VI/B/III van 7 februari 2008 Beoordelingsstaat/Evaluatieverslag (1) (2) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) Beoordelingsstaten gelden voor de tijdelijke personeelsleden. Evaluatieverslagen gelden voor de vastbenoemde personeelsleden. (2) De persoonsbeschrijvingen gelden voor beide geslachten.(3) Voor gehuwde vrouwen, meisjesnaam vermelden.(4) Vijf vermeldingen kunnen toegekend worden : onvoldende, niet tevredenstellend, voldoende, goed, zeer goed.(5) Schrappen wat niet past.(6) Slechts in geval van beroep invullen.(7) Het beroep moet binnen 10 dagen na de overhandiging van voorliggend(e) staat/verslag bij de raad van beroep worden ingediend.(8) Is de beoordeling / evaluatie voor de opvoedende opdracht van het personeelslid « niet tevredenstellen » of « onvoldoende », dan mag een positieve globale vermelding niet worden toegekend. 1. Beoordeling /evaluatie m.b.t. de opdrachten van het personeelslid Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering 3392/EX/VI/B/III van 7 februari 2008.

Eupen, 7 februari 2008.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH