gepubliceerd op 09 november 2004
Koninklijk besluit ter bepaling van het aantal, de samenstelling en de vergoedingsvoorwaarden van de leden van de Raad van Bestuur van het Bureau voor Normalisatie
21 OKTOBER 2004. - Koninklijk besluit ter bepaling van het aantal, de samenstelling en de vergoedingsvoorwaarden van de leden van de Raad van Bestuur van het Bureau voor Normalisatie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 april 2003 betreffende de normalisatie, inzonderheid op artikel 16;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 mei 2004;
Gelet op het advies 37.514/1 van de Raad van State, gegeven op 20 juli 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet van 2 april 2003;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De Raad van Bestuur, hierna "Raad" genoemd, van het Bureau voor Normalisatie, hierna "Bureau" genoemd, bestaat uit 30 werkende leden. Voor ieder werkend lid wordt een plaatsvervanger aangeduid.
Art. 2.De Raad is samengesteld uit : 1. elf werkende leden die de federale overheidsdiensten vertegenwoordigen;2. vijftien werkende leden die de meest representatieve ondernemingsorganisaties vertegenwoordigen, waaronder twee de kleine en middelgrote ondernemingen vertegenwoordigen;3. een werkend lid dat de organisaties ter verdediging van de consumentenbelangen vertegenwoordigt;4. twee werkende leden dat de representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigt;5. een werkend lid dat de organisaties die de bescherming van het milieu tot doel hebben, vertegenwoordigt.
Art. 3.De voorzitter wordt benoemd onder de werkende leden.
Het mandaat van de voorzitter en van de leden duurt drie jaar en is hernieuwbaar.
Indien het mandaat van een werkend lid wordt beëindigd voor het verstrijken ervan, wordt het voortgezet door zijn plaatsvervanger.
Het mandaat van werkend lid neemt van rechtswege een einde op de leeftijd van vijfenzestig jaar.
De leden van de Raad kunnen slechts ontslagen worden bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
Art. 4.De Raad kan ter voorbereiding van zijn besluitvorming en van de uitvoering van zijn opdrachten comités oprichten waarvan hij het aantal, de samenstelling en de bevoegdheden bepaalt.
Eveneens kan de Raad opdrachten toevertrouwen aan de erkende sectorale normalisatieoperatoren.
Art. 5.De leden van de Raad worden niet bezoldigd. Zij ontvangen evenmin zitpenningen.
De vergoeding van de verplaatsingskosten van de leden die deelnemen aan een zitting van de Raad wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.
Het gebruik van een fiets geeft recht op de vergoeding bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 oktober 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN