gepubliceerd op 29 maart 2024
Wet houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen Ibis
27 MAART 2024. - Wet houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen Ibis (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.De artikelen 53 tot 55, 57, 58, 60 tot 64 voorzien in de omzetting van de Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad.
Art. 3.De artikelen 147 tot 149 voorzien in de omzetting van Gedelegeerde richtlijn (EU) 2023/2775 van de Commissie van 17 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aanpassingen van de groottecriteria voor micro-ondernemingen, kleine, middelgrote en grote ondernemingen of groepen.
TITEL 2. - Bepalingen inzake digitalisering van justitie HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten7 op het notarisambt
Art. 4.In artikel 9 van de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten7 op het notarisambt, vervangen bij de wet van 22 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten8, wordt paragraaf 3 vervangen als volgt: " § 3. Een akte kan ook op afstand worden verleden voor twee of meer notarissen, waarbij de partijen of hun vertegenwoordiger of gemachtigde en de andere tussenkomende personen fysiek verschijnen voor de notaris van hun keuze en via videoconferentie het verlijden van de akte bijwonen, na akkoord van alle betrokkenen. In dat geval kan de akte worden verleden in gedematerialiseerde vorm overeenkomstig artikel 18quinquies, § 2, 2° tot 5°, ongeacht het voorwerp van de akte. De verschijnende partijen en tussenkomende personen die niet voldoen aan de vereisten van artikel 18quinquies, § 2, 2°, of, indien de akte op papier wordt verleden, die niet bij de minuuthouder aanwezig zijn, worden vertegenwoordigd bij volmacht bij de ondertekening van de akte.
De akte kan tevens worden verleden in gedematerialiseerde vorm overeenkomstig de in het eerste lid vermelde bepalingen door één notaris die alleen instrumenteert, voor zover de partijen of hun vertegenwoordiger of gemachtigde en de andere tussenkomende personen fysiek verschijnen voor deze notaris.
Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op het verlijden van testamenten in authentieke of internationale vorm, herroepingen daarvan of contractuele erfstellingen bij afzonderlijke akte, die op papier moeten worden verleden."
Art. 5.In artikel 121, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 april 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten1, worden de woorden "of via elk ander communicatiemiddel bedoeld in artikel 2281 van het Burgerlijk Wetboek" opgeheven. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 6.In artikel 21bis, § 1, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij de wet van 27 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten2, vervangen bij de wet van 18 maart 2018 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 februari 2021, wordt het zesde lid opgeheven.
Art. 7.In artikel 28sexies, § 2, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 12 maart 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten, worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "per aangetekende zending, per faxpost of langs elektronische weg".
Art. 8.In artikel 28octies, § 3, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 26 maart 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten3 en vervangen bij de wet van 27 december 2006, worden de woorden "aangetekende of per telefax" vervangen door de woorden "per aangetekende zending, per faxpost of langs elektronische weg".
Art. 9.In artikel 31 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden ";zij worden altijd op elk blad getekend door de procureur des Konings en door de aangevers of door hun gemachtigden" opgeheven; 2° in het derde lid worden de woorden ";de aangever kan zich, op eigen kosten evenwel, een afschrift van zijn aangifte doen afgeven" opgeheven.
Art. 10.In artikel 61quater, § 2, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 12 maart 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten, worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "per aangetekende zending, per faxpost of langs elektronische weg".
Art. 11.In artikel 61quinquies, § 2, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 12 maart 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten, worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "per aangetekende zending, per faxpost of langs elektronische weg".
Art. 12.In artikel 61sexies, § 3, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 26 maart 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten3 en vervangen bij de wet van 27 december 2006, worden de woorden "aangetekend of per telefax" vervangen door de woorden "per aangetekende zending, per faxpost of langs elektronische weg".
Art. 13.In artikel 235ter, § 2, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten0 en gewijzigd bij de wet van 16 januari 2009, worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "per faxpost, bij gewone brief of langs elektronische weg".
Art. 14.Artikel 242 van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten8, wordt aangevuld met de volgende zin: "Het kosteloos afschrift van het dossier kan ook in digitale vorm ter beschikking worden gesteld.".
Art. 15.In boek II van hetzelfde Wetboek wordt een titel VIter ingevoegd, luidende "Het digitaal dossier".
Art. 16.In titel VIter, ingevoegd bij artikel 15, wordt artikel 568, opgeheven bij de wet van 10 juli 1967, hersteld als volgt: "
Art. 568.§ 1. Een procedurestuk kan opgemaakt worden in gedematerialiseerde en in materiële vorm. § 2. Onverminderd artikel 40 van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt wordt een procedurestuk dat in gedematerialiseerde vorm wordt opgemaakt en stuitende werking heeft, ondertekend met een gekwalificeerde elektronische handtekening in de zin van artikel 3.12 van de Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG. Voor een procedurestuk dat in gedematerialiseerde vorm wordt opgemaakt en geen stuitende werking heeft, volstaat een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van artikel 3.11 van de Verordening bedoeld in het eerste lid, of een geavanceerd elektronisch zegel in de zin van artikel 3.26 van die Verordening.
De elektronische ondertekening van een procedurestuk door een lid van de rechterlijk orde, opgenomen in de in artikel 315ter, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde elektronische lijst, verzekert de hoedanigheid waarin de ondertekenaar ondertekent. § 3. Het digitaal dossier kan zowel bestaan uit stukken opgemaakt in gedematerialiseerde vorm, als uit stukken opgemaakt in materiële vorm die worden gedematerialiseerd.
Voor de door de rechterlijke orde in materiële vorm opgemaakte stukken die gedematerialiseerd worden of voor de in materiële vorm opgemaakte stukken van externe bronnen die na neerlegging gedematerialiseerd worden en toegevoegd worden aan het digitaal dossier, verklaart de secretaris of de griffier, naargelang de stand van de strafprocedure, via een elektronisch zegel als bedoeld in paragraaf 2, tweede lid, of een elektronische handtekening als bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, het gedematerialiseerde stuk eensluidend aan het materiële stuk. § 4. Het proces-verbaal van de terechtzitting wordt door de griffier in gedematerialiseerde vorm gevoegd bij het strafdossier.
De in de zaak gewezen beschikkingen, vonnissen en arresten worden door de griffier onmiddellijk na ondertekening in gedematerialiseerde vorm gevoegd bij het dossier. § 5. Iedere wijziging in de samenstelling van het dossier of in een stuk wordt geregistreerd. § 6. De Koning bepaalt de veiligheidsmaatregelen en de minimale technische normen waaraan de informaticasystemen die tot doel hebben de in paragraaf 2 bedoelde handelingen en verwerkingen te verrichten, moeten voldoen.
De Koning kan de wijze bepalen waarop de gekwalificeerde elektronische handtekening wordt gevisualiseerd. § 7. Het deel van het strafdossier in materiële vorm dat overeenkomstig paragraaf 3, tweede lid, is gedematerialiseerd en is opgenomen in het digitaal dossier in het Centraal register bedoeld in artikel 564, § 1, verliest zijn authentiek karakter. De griffier vermeldt in de inventaris van het dossier voor elk stuk van dit deel waar het wordt bewaard in het Centraal register.
Stukken uit het deel bedoeld in het eerste lid kunnen uit het strafdossier in materiële vorm worden verwijderd door de griffier. Hij maakt hiervan melding in de inventaris van het dossier.".
Art. 17.In boek II van hetzelfde Wetboek wordt een titel VIquater ingevoegd, luidende "Het Centraal register van Strafdossiers".
Art. 18.In titel VIquater, ingevoegd bij artikel 17, wordt artikel 569, opgeheven bij de wet van 10 juli 1967, hersteld als volgt: "
Art. 569.§ 1. Bij de Federale Overheidsdienst Justitie wordt een "Centraal register van Strafdossiers" opgericht, hierna "Centraal register" genoemd.
Het Centraal register is een geïnformatiseerde gegevensbank met als doelen: 1° het gecentraliseerd opnemen en bewaren in gedematerialiseerde vorm van de strafdossiers teneinde de uitoefening van de wettelijke opdrachten van de rechterlijke orde te vergemakkelijken;2° te fungeren als authentieke bron, bedoeld in artikel 2, eerste lid, 6°, van de wet van 15 augustus 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten1 houdende oprichting en organisatie van een federale dienstenintegrator, van de strafdossiers die er geheel in zijn opgenomen, en van de strafdossiers die er gedeeltelijk in zijn opgenomen, voor dat gedeelte;3° de raadpleging via elektronische weg van de in het Centraal register opgenomen gegevens toe te laten door de personen en actoren die deze met toepassing van paragraaf 5, eerste lid, mogen raadplegen;4° de verwerking van de in het Centraal register opgenomen gegevens voor het verbeteren van de kwaliteit van die gegevens;5° de verwerking van de in het Centraal register opgenomen gegevens voor het optimaliseren van de organisatie van de rechterlijke orde, om een efficiënter beheer, een betere beleidsondersteuning, een betere impactanalyse van wetswijzigingen en een betere toewijzing van de menselijke en logistieke middelen binnen de rechterlijke orde mogelijk te maken;6° de verwerking van de in het Centraal register opgenomen gegevens voor de ontwikkeling van informaticasystemen voor de ondersteuning van de leden van de rechterlijke orde, opgenomen in de in artikel 315ter, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde elektronische lijst, bij de uitoefening van hun wettelijke opdrachten;7° de verwerking van een geheel van of van individuele in het Centraal register opgenomen gegevens, voor historische of wetenschappelijke doeleinden;8° de verwerking van gespecifieerde individuele in het Centraal register opgenomen gegevens, voor journalistieke doeleinden;9° de verwerking voor statistische doeleinden, binnen de grenzen gesteld door titel 4 van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten7 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, van de in het Centraal register opgenomen gegevens. § 2. In het Centraal register worden de volgende gegevens opgenomen: 1° het overeenkomstig de wet in gedematerialiseerde vorm opgemaakte strafdossier;2° het overeenkomstig de wet gedematerialiseerde strafdossier;3° de metagegevens noodzakelijk voor het bereiken van de doelen bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, te weten: a) de gegevens van het openbaar ministerie, het strafgerecht, de dienst en de personen die het strafdossier beheren;b) de gegevens betreffende het strafdossier;c) de noodzakelijke identificatiegegevens van de in het strafdossier vermelde personen;d) het unieke identificatienummer van het strafdossier;e) de omschrijving van de feiten in tijd en ruimte.4° de gegevens noodzakelijk voor de veiligheid van het Centraal register. De Koning bepaalt, na advies van de in paragraaf 3 bedoelde beheerder, de exacte gegevens bedoeld in het eerste lid, 3°, die worden opgenomen in het Centraal register.
De Koning bepaalt de technische voorwaarden waaraan het strafdossier moet voldoen met het oog op zijn opname in het Centraal register. § 3. Het Centraal register wordt beheerd door de beheerder bedoeld in artikel 42, eerste lid, van de wet van 18 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten8 betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie.
De beheerder staat in voor de inrichting en het beheer van het Centraal register. Hij heeft in het bijzonder als opdracht: 1° het bewaken van het respecteren van de doelen van het Centraal register en van de maximale afwezigheid van ongemachtigd downloaden van gegevens;2° het toezien op de werking van het Centraal register, met inbegrip van het toezicht op het toegangsbeleid en het uitoefenen van de controle hierop;3° het schriftelijk en onder voorwaarden machtigen van de derden en de publieke overheden bedoeld in paragraaf 5, eerste lid, 8° en 9°, voor de verwerkingen bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 6° of 9° ;4° het toezien op de technische infrastructuur van het Centraal register;5° het regelmatig verslag uitbrengen over de werking van het Centraal register en over de uitoefening van de opdrachten bedoeld in de bepalingen onder 1° tot 4°. Het verslag bedoeld in het tweede lid, 5°, wordt jaarlijks neergelegd bij de minister van Justitie en bij de functionaris voor gegevensbescherming bedoeld in paragraaf 5, eerste lid, 5°, e). § 4. De verwerkingsverantwoordelijkheid wordt geregeld overeenkomstig artikel 42, derde lid, van de wet van 18 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten8 betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie. § 5. Hebben toegang tot het Centraal register: 1° de magistraten van de zetel van alle strafgerechten en de assessoren bij de strafuitvoeringsrechtbank alsmede de griffies, het openbaar ministerie, de parketsecretariaten en de probatiecommissie voor het neerleggen, aanvullen en verbeteren van de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde gegevens;2° in het kader van de uitvoering van hun opdrachten bedoeld in artikel 15 van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, de leden van de politiediensten voor wie het noodzakelijk is om de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde relevante gegevens neer te leggen en te raadplegen: a) om de controle en/of de opvolging te verzekeren bedoeld in artikel 44/7, eerste lid, 5°, van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt waar het gaat om maatregelen genomen door een overheid van gerechtelijke politie en in de artikelen 19 tot 20 van de wet op het politieambt;b) om de opvolging te verzekeren van de via een kantschrift gevraagde onderzoekshandelingen door de magistraten in een strafdossier;3° in het raam van de uitvoering van hun taken bedoeld in artikel 7 van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de leden van de Veiligheid van de Staat die de relevante gegevens bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, namelijk de inhoud van de processen-verbaal, moeten kunnen raadplegen, na een machtiging verleend door de bevoegde magistraat;4° ten uitzonderlijke titel, wanneer de vereisten van hun opdracht deze toegang onontbeerlijk maken, en voor de gegevensverwerking bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 4°, de door de beheerder aangestelde personen belast met het technisch en operationeel beheer van het Centraal register, handelend binnen het kader van hun functie;5° voor het raadplegen van de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde gegevens: a) de magistraten van de zetel van alle strafgerechten, de assessoren bij de strafuitvoeringsrechtbank en de griffies;b) het openbaar ministerie en de parketsecretariaten;c) de probatiecommissie en haar secretariaat.Zij wijzen binnen hun diensten de personen met een leesrecht aan. Dit leesrecht wordt individueel toegekend en is toereikend, ter zake dienend en niet overmatig voor het uitvoeren van specifieke taken in het kader van hun wettelijke of reglementaire opdrachten; d) de Entiteit Cassatie, het College van de hoven en rechtbanken, het College van het openbaar ministerie.Zij wijzen binnen hun diensten de personen met een leesrecht aan. Dit leesrecht wordt individueel toegekend en is toereikend, ter zake dienend en niet overmatig voor het uitvoeren van specifieke taken in het kader van hun wettelijke of reglementaire opdrachten; e) de functionaris voor gegevensbescherming aangesteld door de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken, binnen de grenzen van zijn wettelijke opdrachten;f) de diensten van slachtofferonthaal na een machtiging verleend door de bevoegde magistraat;6° voor de gegevensverwerking bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 5° : a) de gerechtelijke overheden belast met het beheer en de organisatie van de hoven en rechtbanken;b) de diensten belast met statistische analyse bij de in de beheerder vertegenwoordigde entiteiten;7° voor de gegevensverwerking bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 6°, de door de beheerder schriftelijk gemachtigde derden, overeenkomstig de door de beheerder bepaalde voorwaarden;8° voor de gegevensverwerking bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 9°, de door de beheerder schriftelijk gemachtigde publieke overheden, overeenkomstig de door de beheerder bepaalde voorwaarden;9° voor de raadpleging via elektronische weg van een in het Centraal register opgenomen strafdossier, de partijen in dat strafdossier en, in voorkomend geval, hun advocaat of vertegenwoordiger in rechte, evenals derden, waarbij het inzagerecht uitsluitend wordt uitgeoefend binnen de grenzen en conform de nadere regels van het Gerechtelijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering, de bijzondere wetten die betrekking hebben op de strafrechtspleging en de uitvoeringsbesluiten. Onverminderd de bepalingen onder 1° en 4° kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en na advies van de bevoegde toezichthoudende autoriteit, andere overheden, organen of diensten aanwijzen voor het neerleggen van de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde gegevens.
De verwerking van de in het Centraal register opgenomen gegevens voor andere doelen dan diegene bedoeld in paragraaf 1 is verboden. De overtreding van dit verbod wordt bestraft met de straf bedoeld in artikel 222 van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten7 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
De Koning bepaalt, na advies van de beheerder, de nadere regels en procedures betreffende de toegang tot het Centraal register.
Hij die in welke hoedanigheid dan ook deelneemt aan het verzamelen of aan de registratie van gegevens in het Centraal register of aan de verwerking of de mededeling van de erin geregistreerde gegevens en daardoor kennis heeft van die gegevens, moet het desgevallend vertrouwelijk karakter ervan in acht nemen. Bij een inbreuk zijn de straffen van artikel 458 van het Strafwetboek op hem van toepassing.
Wanneer de beheerder vaststelt dat ongerechtvaardigd gebruik wordt gemaakt van de toegang tot het Centraal register, brengt hij dit ter kennis van de overheid die krachtens de wet bevoegd is om een tuchtprocedure in te stellen ten aanzien van de betrokken gebruiker. § 6. De termijnen voor de bewaring worden gelijkgesteld met de termijnen van de verjaring van de strafvordering zoals voorzien in artikel 21 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering.
In elk geval dient het dossier bewaard te worden tot het einde van de strafuitvoering en mag de bewaartermijn niet korter zijn dan deze voorzien in de archief wet van 24 juni 1955Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten9.
Het tweede lid is eveneens van toepassing voor de misdrijven bedoeld in artikel 21bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering. Voor de dossiers waarin het voor die misdrijven niet tot een veroordeling is gekomen, gelden de bewaartermijnen voorzien in de archief wet van 24 juni 1955Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten9. § 7. De Koning bepaalt, na advies van de beheerder, de nadere technische en materiële regels voor de inrichting en werking van het Centraal register, die echter geen invloed kunnen hebben op de inhoud of de begrijpelijkheid van de in het Centraal register opgenomen strafdossiers.". HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering
Art. 19.In artikel 5bis, § 2, derde lid, van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij de wet van 12 maart 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten en vervangen bij de wet van 30 november 2011, worden de woorden "of via elektronische weg" ingevoegd tussen de woorden "aangetekende brief" en de woorden "aan het secretariaat". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 20.In artikel 32 van het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van 5 augustus 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten4 en gewijzigd bij de wet van 4 mei 2016, wordt de bepaling onder 5° vervangen als volgt: "5° gerechtelijk elektronisch adres: het unieke elektronisch adres dat door de bevoegde overheid wordt toegekend aan een natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit op grond van een persoonlijke of professionele hoedanigheid;"
Art. 21.Artikel 32bis, ingevoegd bij de wet van 5 augustus 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten4 en opgeheven bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten3, wordt hersteld als volgt: "
Art. 32bis.De Koning duidt, bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het informaticasysteem aan dat geldt als gerechtelijk elektronisch adres als bedoeld in artikel 32, 5°. Dit informaticasysteem verzekert onder meer: 1° de oorsprong en integriteit van de inhoud van het bericht;2° de vertrouwelijkheid van de inhoud van het bericht. De aanbieder en beheerder van het in het eerste lid bedoelde informaticasysteem maken ook gebruik van veilige informaticatechnieken die: 1° het mogelijk maken de gebruiker en de bestemmeling ondubbelzinnig te identificeren en te authenticeren en het tijdstip van de verzending en ontvangst ondubbelzinnig vast te stellen;2° een bewijs van verzending, ontvangst en opening van de zending registreren in het systeem en ter beschikking stellen;3° de identiteit van de gebruiker en de bestemmeling, het tijdstip van de verzending, de ontvangst en de opening, de kennisgeving en het uniek nummer toegekend aan het bericht registreren;4° systeemfouten vaststellen en de tijdstippen registreren waarop systeemfouten verhinderen dat er wordt verzonden, ontvangen of geopend en deze informatie beschikbaar maken voor de belanghebbenden. De ter beschikking gestelde informatie betreffende de tijdstippen waarop systeemfouten verhinderen dat er wordt verzonden, ontvangen of geopend, geldt als bewijs daarvan en kan worden ingeroepen als bewijs van overmacht.
De kennisgeving of mededeling aan het gerechtelijk elektronisch adres vindt slechts plaats op voorwaarde dat de geadresseerde binnen de 5 dagen volgend op de verzending ervan, naar gelang het geval, kennis heeft genomen van: 1° het op het gerechtelijk elektronisch adres ontvangen bericht tot kennisgeving of tot mededeling;2° de op het gerechtelijk elektronisch adres ontvangen kennisgeving of mededeling. De in het vierde lid bedoelde kennisname vindt plaats bij opening van het in het vierde lid, 1°, bedoelde bericht of de in het vierde lid, 2°, bedoelde kennisgeving of mededeling."
Art. 22.Artikel 32ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten1 en vervangen bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten3, wordt vervangen als volgt: "
Art. 32ter.Behalve indien de wet hiervoor uitdrukkelijk een welbepaald informaticasysteem aanwijst, kan elke neerlegging, kennisgeving of mededeling elektronisch gebeuren door middel van het informaticasysteem dat of op de wijze die door de Koning, bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad wordt aangewezen.
Het informaticasysteem of, desgevallend, de wijze bedoeld in het eerste lid, voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 32bis, eerste lid.
De aanbieder en beheerder van het informaticasysteem of, desgevallend, de wijze bedoeld in het eerste lid, voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 32bis, tweede lid.
De ter beschikking gestelde informatie betreffende de tijdstippen waarop systeemfouten verhinderen dat er wordt verzonden, ontvangen of geopend, geldt als bewijs daarvan en kan worden ingeroepen als bewijs van overmacht.
Indien het informaticasysteem of de wijze bedoeld in het eerste lid een informaticasysteem of wijze van Justitie betreft, bepaalt de Koning de nadere regels ervan.
De Koning kan, bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het gebruik van het in het eerste lid bedoelde informaticasysteem of de in het eerste lid bedoelde wijze opleggen aan de hoven of rechtbanken, het openbaar ministerie, de diensten die afhangen van de rechterlijke macht, met inbegrip van de griffies en parketsecretariaten, andere openbare diensten, de gerechtsdeurwaarders, de notarissen, de advocaten of aan de door een gerecht aangestelde gerechtsdeskundigen."
Art. 23.In artikel 46 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 24 mei 1985 en gewijzigd bij de wetten van 6 april 2010, 15 mei 2012 en 25 mei 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid vervangen als volgt: "In de gevallen waarin de wet de kennisgeving per gerechtsbrief voorschrijft, verricht de griffier of, in voorkomend geval, het openbaar ministerie deze aan het gerechtelijk elektronisch adres van de geadresseerde."; 2° het tweede lid van dezelfde paragraaf wordt vervangen als volgt: "In afwijking van het eerste lid wordt de gerechtsbrief in gedrukte vorm door de postdiensten ter hand gesteld aan de geadresseerde in persoon of aan diens woonplaats zoals bepaald in de artikelen 33 tot 35 en 39, indien: 1° de geadresseerde niet beschikt over een gerechtelijk elektronisch adres;2° de kennisgeving overeenkomstig het eerste lid onmogelijk is, met name om technische redenen of indien de geadresseerde gebruik heeft gemaakt van een hem bij wet geboden mogelijkheid om niet in te stemmen met de uitwisseling van berichten via het gerechtelijk elektronisch adres;3° de kennisgeving niet kan plaatsvinden in de zin van artikel 32bis, vijfde lid. De persoon aan wie de brief ter hand wordt gesteld, tekent en dateert het ontvangstbewijs dat door de postdiensten aan de afzender wordt teruggezonden. Het ontvangstbewijs in gedrukte vorm kan vervangen worden door een ontvangstbewijs in elektronische vorm. Weigert de persoon te tekenen of te dateren, dan maken de postdiensten van die weigering melding onderaan op het ontvangstbewijs of door middel van een elektronische toepassing in geval van een elektronisch ontvangstbewijs"; 3° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "van de gerechtsbrief bedoeld in paragraaf 1, tweede lid," ingevoegd tussen de woorden "het ontvangstbewijs" en de woorden "moeten voorkomen";4° het tweede lid van dezelfde paragraaf wordt vervangen als volgt: "Onverminderd de wijzen van overbrenging bij de internationale overeenkomsten bepaald, wordt, indien de plaats van bestemming in het buitenland ligt, de gerechtsbrief vervangen door een aangetekende zending indien: 1° de geadresseerde niet beschikt over een gerechtelijk elektronisch adres;2° de kennisgeving overeenkomstig het eerste lid onmogelijk is, met name om technische redenen of indien de geadresseerde gebruik heeft gemaakt van een hem bij wet geboden mogelijkheid om niet in te stemmen met de uitwisseling van berichten via het gerechtelijk elektronisch adres; 3° de kennisgeving niet kan plaatsvinden in de zin van artikel 32bis, vijfde lid."
Art. 24.Artikel 53bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten9 en gewijzigd bij de wet van 13 augustus 2011, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: " § 2. Ten aanzien van de geadresseerde, en tenzij de wet anders bepaalt, worden de termijnen die beginnen te lopen vanaf een elektronische kennisgeving aan het gerechtelijk elektronisch adres die plaats vond in de zin van artikel 32bis, vijfde lid, berekend vanaf de eerste dag die volgt op deze waarop de geadresseerde het bericht tot kennisgeving of de kennisgeving, naargelang het geval, op zijn gerechtelijk elektronisch adres ontvangt."
Art. 25.Artikel 259bis-2, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten en gewijzigd bij de wet van 23 november 2015, wordt aangevuld met een lid, luidende: "De persoonsgegevens van de kiezers en van de kandidaten ingewonnen in de loop van de verkiezingsprocedure van de ledenmagistraten worden bewaard voor de duur van het mandaat."
Art. 26.Artikel 529 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten7 en gewijzigd bij de wet van 26 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten9, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3. Het register bedoeld in paragraaf 2 wordt gelinkt aan het Centraal register van gedematerialiseerde authentieke akten van gerechtsdeurwaarders bedoeld in artikel 32quater/2. Deze link beoogt de automatische verificatie van de identiteit van de instrumenterende gerechtsdeurwaarder tijdens de periode van plaatsvervanging."
Art. 27.In artikel 720 van hetzelfde Wetboek wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Het dossier vermeldt zichtbaar de datum van de inschrijving op de rol en het volgnummer van de zaak."
Art. 28.In artikel 725ter, § 7, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten0, worden de woorden "overeenkomstig artikel 725quater, § 1" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 42, eerste lid, van de wet van 18 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten8 betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie"."
Art. 29.In boek II, titel 1, van hetzelfde Wetboek wordt hoofdstuk IVter, dat het artikel 725quater bevat, ingevoegd bij de wet van 19 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten0, opgeheven.
Art. 30.Artikel 730, § 2, a), van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten0, wordt vervangen als volgt: " § 2. a) Vanaf 1 juni tot 30 september van elk kalenderjaar lijst de griffier de zaken op waarvoor sinds vierentwintig maanden geen zitting werd vastgesteld. De griffie brengt de bij die zaken betrokken partijen ter kennis dat, in afwezigheid van een aanvraag tot handhaving, hun zaak ambtshalve zal worden weggelaten van de algemene rol. Deze kennisgeving geschiedt op 30 september van dat kalenderjaar, of, indien 30 september op een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag valt, op de hierop volgende werkdag, door elektronische openbare bekendmaking overeenkomstig de door de Koning bepaalde nadere regels, en per aangetekende zending met ontvangstbewijs aan de partijen die niet door een advocaat worden vertegenwoordigd of bijgestaan. Deze kennisgeving bevat de tekst van deze paragraaf en bepaalt dat, indien er elementen zijn opgedoken in het dossier tussen het tijdstip van de controle door de griffier en de kennisgeving, die kennisgeving als niet bestaande wordt beschouwd.
De partijen beschikken over een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de kennisgeving, om een aanvraag tot handhaving van de zaak op de algemene rol neer te leggen bij de griffie.
Alle zaken waarvoor geen aanvraag tot handhaving is gedaan door ten minste één partij, worden ambtshalve weggelaten van de algemene rol.
Een zaak die van de algemene rol werd weggelaten, kan terug ingeschreven worden op aanvraag van de meest gerede partij.
Deze paragraaf is niet van toepassing op de in artikel 755 bedoelde schriftelijke behandeling."
Art. 31.In artikel 792, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 26 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten9, worden de woorden "van artikel 53bis, 1° " vervangen door de woorden ", naargelang het geval, van artikel 53bis, § 1, 1° of § 2".
Art. 32.In artikel 978, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten5 en gewijzigd bij de wet van 30 december 2009, worden de woorden "De minuut van het verslag" vervangen door de woorden "Het eindverslag".
Art. 33.Tussen artikel 1094 en artikel 1094/1 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1094/0 ingevoegd, luidende: "
Art. 1094/0.Indien het inleidend verzoekschrift, de memorie van toelichting of de memorie van antwoord, opgemaakt op gedematerialiseerde wijze en ondertekend met een gekwalificeerde elektronische handtekening, niet elektronisch kan worden betekend, geldt als ondertekend afschrift ervan een uitgeprint afschrift ervan dat voor eensluidend aan het origineel is verklaard door de instrumenterende gerechtsdeurwaarder.
Het gedematerialiseerd afschrift van het betekeningsexploot dat, in het geval bedoeld in het eerste lid, elektronisch aan de griffie wordt overgemaakt, wordt door de instrumenterende gerechtsdeurwaarder voor eensluidend aan het origineel verklaard."
Art. 34.In artikel 1675/22, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten3, en gewijzigd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten9, worden de woorden ", in voorkomend geval de betrokken notaris(sen) en gerechtsdeurwaarder," ingevoegd tussen de woorden "de griffiers" en de woorden "en de schuldbemiddelaars" en worden de woorden ", de derden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, alsook de wettelijke vertegenwoordiger of gerechtelijk mandataris, de derden bedoeld in artikel 1675/8, eerste lid," ingevoegd tussen de woorden "de schuldeisers" en de woorden "en de beheerder". HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 8 maart 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/03/1999 pub. 19/03/1999 numac 1999009315 bron ministerie van justitie Wet tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur sluiten tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur
Art. 35.In de wet van 8 maart 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/03/1999 pub. 19/03/1999 numac 1999009315 bron ministerie van justitie Wet tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur sluiten tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten9, wordt een artikel 8 ingevoegd, luidende: "
Art. 8.De persoonsgegevens van de kiezers en van de kandidaten ingewonnen in de loop van de verkiezingsprocedure worden bewaard voor een termijn van een jaar." HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten1 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten
Art. 36.Artikel 46, § 2, van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten1 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten3, wordt aangevuld met een zesde streepje, luidende: "- aan de Dienst Vreemdelingenzaken, ingeval de beslissing betrekking heeft op een voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering."
Art. 37.Artikel 58, § 2, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 november 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten3, wordt aangevuld met een zesde streepje, luidende: "- aan de Dienst Vreemdelingenzaken, ingeval de beslissing betrekking heeft op een voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering." HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van de wet van 19 december 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten5 betreffende het Europees aanhoudingsbevel
Art. 38.In artikel 14, § 5, eerste lid, van de wet van 19 december 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten5 betreffende het Europees aanhoudingsbevel worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "per faxpost, bij gewone brief of langs elektronische weg".
Art. 39.In artikel 16, § 2, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "per faxpost, bij gewone brief of langs elektronische weg".
Art. 40.In artikel 17, § 3, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "per faxpost, bij gewone brief of langs elektronische weg". HOOFDSTUK 8. - Wijziging van de wet van 18 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten8 betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie
Art. 41.In artikel 42 van de wet van 18 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten8 betreffende de invoering van een verzelfstandigd beheer voor de rechterlijke organisatie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "en de voorzitters van de Colleges" vervangen door de woorden ", de voorzitters van de Colleges, de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie";2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "Wanneer voor het beheer van de interne gegevensbanken en informaticasystemen van justitie ter ondersteuning van de rechterlijke orde sprake is van een gemeenschappelijke verwerkingsverantwoordelijkheid, zal het gemeenschappelijk beheerscomité deze dragen en instaan voor de besluitvorming over het doel en de middelen van deze gegevensbanken en informaticasystemen. Het gemeenschappelijk beheerscomité zal daartoe voorzien in een huishoudelijk reglement." HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten9 betreffende de internering
Art. 42.In artikel 13, § 1, eerste lid, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten9 betreffende de internering, gewijzigd bij de wet van 4 mei 2016, worden de woorden "per faxpost of bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "per faxpost, bij gewone brief of langs elektronische weg".
Art. 43.Artikel 44, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten9, wordt aangevuld met de bepaling onder 9°, luidende: "9° aan de Dienst Vreemdelingenzaken, ingeval de beslissing betrekking heeft op een vervroegde invrijheidstelling met het op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering." HOOFDSTUK 1 0. - Wijziging van het Burgerlijk Wetboek
Art. 44.In artikel 8.25 van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten8, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "Het gewaarmerkt afschrift dat gemaakt werd overeenkomstig artikel 1, vierde lid, van de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten7 op het notarisambt of overeenkomstig artikel 126 van de nieuwe gemeentewet heeft dezelfde wettelijke bewijswaarde als het geschrift waarvan het, tot betichting van valsheid, verondersteld wordt een getrouwe en duurzame kopie te zijn. De overlegging van het origineel wordt niet vereist." HOOFDSTUK 11 (vroeger hoofdstuk 10). - Wijziging van de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten9 houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank
Art. 45.In artikel 19 van de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten9 houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank, wordt paragraaf 1 aangevuld met een bepaling onder 7°, luidende: "7° de Dienst Vreemdelingenzaken, met dien verstande dat het leesrecht beperkt is tot de mededeling van de relevante stappen en van het vonnis in de procedure tot toekenning van een voorlopige of vervroegde invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering." HOOFDSTUK 1 2. - Wijziging van de wet van 16 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten7 tot oprichting van het Centraal register voor de beslissingen van de rechterlijke orde en betreffende de bekendmaking van de vonnissen, houdende tijdelijke versoepelingen betreffende de elektronische ondertekening door leden of entiteiten van de rechterlijke orde en tot wijziging van de assisenprocedure betreffende de wraking van de gezworenen
Art. 46.In artikel 22, derde lid, van de wet van 16 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten7 tot oprichting van het Centraal register voor de beslissingen van de rechterlijke orde en betreffende de bekendmaking van de vonnissen, houdende tijdelijke versoepelingen betreffende de elektronische ondertekening door leden of entiteiten van de rechterlijke orde en tot wijziging van de assisenprocedure betreffende de wraking van de gezworenen, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2023, worden de woorden "31 maart 2024" vervangen door de woorden "1 september 2025".
TITEL 3. - Diverse bepalingen HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten7 op het notarisambt
Art. 47.In artikel 97quater van de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten7 op het notarisambt, ingevoegd bij de wet van 22 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Zij is eveneens bevoegd voor het onderzoek van tuchtzaken en voor de procedures die betrekking hebben op de kandidaat-notarissen die in het Nederlandstalig taalgebied ingeschreven zijn op een tableau bedoeld in artikel 77 of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de Nederlandse taalrol ingeschreven zijn en de erenotarissen met de laatste standplaats in het Nederlandstalig taalgebied of die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de Nederlandse taalrol ingeschreven zijn."; 2° in paragraaf 2 wordt het vierde lid vervangen als volgt: "Zij is eveneens bevoegd voor het onderzoek van tuchtzaken en voor de procedures die betrekking hebben op de kandidaat-notarissen die in het Franstalig taalgebied ingeschreven zijn op een tableau bedoeld in artikel 77 of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de Franse taalrol ingeschreven zijn en de erenotarissen met de laatste standplaats in het Franstalig taalgebied of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de Franse taalrol ingeschreven zijn.".
Art. 48.In artikel 117 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 4 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 22 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "100 euro, inclusief btw" vervangen door de woorden "200 euro, exclusief btw";2° in paragraaf 3, wordt tussen het tweede en het derde lid, een lid ingevoegd, luidende: "Het bedrag bedoeld in het tweede lid wordt jaarlijks op 1 januari van rechtswege aangepast aan het indexcijfer der consumptieprijzen aan de hand van de volgende formule: basisbedrag vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer der consumptieprijzen voor de maand september voorafgaand aan elke eerder bedoelde aanpassing. De eerste indexering vindt plaats op 1 januari 2025 en het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer der consumptieprijzen voor de maand januari 2023."; 3° in paragraaf 3, vierde lid, dat het vijfde lid wordt, worden de woorden "tot en met 60.000 euro: 50 euro;" ingevoegd tussen de woorden "Dit bedrag wordt als volgt bepaald:" en "vanaf 60.000 euro tot en met 75.000 euro: 75 euro;"; 4° in paragraaf 4, wordt het vierde lid aangevuld met de woorden ", verminderd met de bijdragen bepaald in paragraaf 5". HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het oud Burgerlijk Wetboek
Art. 49.In artikel 58 van het oud Burgerlijk Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten6 en gewijzigd bij de wet van 13 september 2023, wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende: " § 2/1. Indien de moeder voor 31 maart 2019 bevallen is na een zwangerschapsduur van honderdtachtig dagen te rekenen van de verwekking, kunnen de ouders, bij een gemeenschappelijke verklaring of bij verklaring van de langstlevende ouder, in geval van vooroverlijden van de andere ouder, bij de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand, vragen om de voornamen en/of de naam van hun kind te vermelden in de akte van een levenloos kind overeenkomstig artikel 59, eerste lid, 5° en 6°. De ambtenaar van de burgerlijke stand wijzigt de akte van een levenloos kind ten gevolge van deze verklaring.
Indien de moeder voor 31 maart 2019 bevallen is na een zwangerschapsduur van honderdveertig dagen tot honderdnegenenzeventig dagen te rekenen van de verwekking, kunnen de ouders bij een gemeenschappelijke verklaring of bij verklaring van de langstlevende ouder, in geval van vooroverlijden van de andere ouder, aan de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand vragen een akte van een levenloos kind op te maken overeenkomstig paragraaf 2."
Art. 50.In artikel 318, § 4, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 1 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "in het kader van een gedeeld ouderschapsproject tussen de echtgenoten," worden ingevoegd tussen de woorden "tot doel had," en de woorden "tenzij de verwekking". 2° het enig lid wordt aangevuld met de volgende zin: "De familierechtbank gaat in elk geval na of er al dan niet sprake was van dergelijk gedeeld ouderschapsproject."
Art. 51.In artikel 325/3, § 3, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "in het kader van een gedeeld ouderschapsproject tussen de echtgenoten," worden ingevoegd tussen de woorden "tot doel had," en de woorden "tenzij de verwekking"; 2° het enig lid wordt aangevuld met de volgende zin: "De familierechtbank gaat in elk geval na of er al dan niet sprake was van dergelijk gedeeld ouderschapsproject."
Art. 52.In artikel 351 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 24 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten4 en gewijzigd bij de wetten van 30 juli 2013 en 18 juni 2018, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidend: "In afwijking van het eerste en het tweede lid kan de herziening enkel door de geadopteerde gevorderd worden wanneer deze laatste meerderjarig is." HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering
Art. 53.In boek I, hoofdstuk IIIbis, van het Wetboek van strafvordering, wordt een artikel 21ter ingevoegd, luidend: "
Art. 21ter.Artikel 21bis, §§ 2, eerste en derde lid, tot 8, is van toepassing op het verzoek tot het verlenen van inzage van zijn in het dossier verwerkte persoonsgegevens of op de vraag tot het verkrijgen van een afschrift van deze gegevens vanwege een rechtstreeks belanghebbende op grond van het recht op toegang vermeld in artikel 37, § 1, 5°, van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten7 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
Op alle andere verzoeken tot het verlenen van inzage van zijn in het dossier verwerkte persoonsgegevens of vraag tot het verkrijgen van een afschrift van deze gegevens, gegrond op dit recht op toegang, uitgaande van een persoon die niet de hoedanigheid van rechtstreeks belanghebbende heeft, is artikel 21bis, §§ 2, eerste en derde lid, tot 8, eveneens van toepassing, zelfs tijdens het gerechtelijk onderzoek.
De verzoeker vermeldt op straffe van niet ontvankelijkheid in zijn verzoekschrift dat hij zijn in het eerste en tweede lid bedoelde recht wil uitoefenen en doet keuze van woonplaats in België, indien hij er zijn woonplaats of zijn zetel niet heeft.
De procureur des Konings kan de inzage of het nemen van een afschrift van in het dossier verwerkte persoonsgegevens verbieden of beperken op grond van een van de redenen voorzien onder artikel 21bis, § 5, of indien dit een noodzakelijke en evenredige maatregel is om: - belemmering van strafrechtelijke of andere gereglementeerde onderzoeken, opsporingen of procedures te voorkomen; - de nadelige gevolgen voor de voorkoming, de opsporing, het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen te voorkomen; - de openbare veiligheid te beschermen; - de nationale veiligheid te beschermen; of - de rechten en vrijheden van anderen te beschermen.
In dat geval stelt de procureur des Konings de verzoeker in kennis van de redenen van de weigering of beperking van de toegang. De procureur des Konings kan deze informatie achterwege laten indien deze mededeling een van de in het vierde lid vermelde doeleinden zou ondermijnen.
De verzoeker mag geen verzoekschrift met hetzelfde voorwerp toezenden of neerleggen vooraleer een termijn van zes maanden is verstreken te rekenen van de laatste beslissing die betrekking heeft op hetzelfde voorwerp.".
Art. 54.In boek I, hoofdstuk IIIbis, van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 21quater ingevoegd, luidend: "
Art. 21quater.§ 1. De benadeelde persoon die een verklaring aflegde overeenkomstig artikel 5bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering en de verdachte kunnen de procureur des Konings verzoeken een bijkomende opsporingshandeling te verrichten in een dossier dat betrekking heeft op een misdaad of een wanbedrijf. Voor de wanbedrijven die tot de bevoegdheid van de politierechtbank behoren, bestaat deze mogelijkheid alleen voor de in artikel 138, 6° bis en 6° ter, bedoelde wanbedrijven en voor de misdrijven waarvoor bij toepassing van artikel 68 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer, de verjaringstermijn drie jaar bedraagt. § 2. Op straffe van niet-ontvankelijkheid wordt het verzoekschrift met redenen omkleed en houdt het de keuze van woonplaats in België in, indien de verzoeker er zijn woonplaats of zijn zetel niet heeft.
Het verzoekschrift wordt toegezonden aan of neergelegd op het secretariaat van het parket, dat het opneemt in een daartoe bestemd register. § 3. De procureur des Konings neemt een beslissing binnen een termijn van vier maanden na de opname van het verzoekschrift in het register.
Indien het verzoek betrekking heeft op een dossier waarin de procureur des Konings bij toepassing van artikel 28septies de onderzoeksrechter heeft gevorderd een onderzoekhandeling te stellen waarvoor alleen deze bevoegd is, wordt bovenvermelde termijn herleid tot maximum één maand vanaf de eerste machtiging verleend door de onderzoeksrechter. § 4. De met redenen omklede beslissing wordt per aangetekende zending, per faxpost of langs elektronische weg ter kennis gebracht van de verzoeker en, in voorkomend geval, van zijn advocaat, binnen acht dagen na de beslissing. § 5. De procureur des Konings kan dit verzoek afwijzen indien hij de maatregel niet noodzakelijk acht om de waarheid aan de dag te brengen of indien hij de maatregel op dat ogenblik nadelig acht voor het opsporingsonderzoek. § 6. Tegen de beslissing van de procureur des Konings kan bij de kamer van inbeschuldigingstelling hoger beroep worden ingesteld door een verklaring gedaan op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg, binnen een termijn van acht dagen na de kennisgeving van de beslissing aan de verzoeker, en ingeschreven in een daartoe bestemd register.
De procureur des Konings zendt de stukken over aan de procureur-generaal die ze ter griffie neerlegt.
Indien het opsporingsonderzoek wordt gevoerd door de federale procureur, wordt de zaak aangebracht bij de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van beroep te Brussel.
De kamer van inbeschuldigingstelling doet uitspraak binnen vijftien dagen na de neerlegging van de verklaring. Deze termijn is geschorst tijdens de duur van het uitstel verleend op vraag van de verzoeker of van zijn advocaat.
De griffier stelt de verzoeker en, in voorkomend geval zijn advocaat, per faxpost, bij een gewone brief of langs elektronische weg, uiterlijk achtenveertig uur vooraf in kennis van plaats, dag en uur van de zitting.
De procureur-generaal, de verzoeker en zijn advocaat worden gehoord. § 7. Indien het openbaar ministerie geen beslissing heeft genomen binnen de termijn vermeld in paragraaf 3, vermeerderd met vijftien dagen, kan de verzoeker zich wenden tot de kamer van inbeschuldigingstelling. Dit recht vervalt indien het met redenen omklede verzoekschrift niet binnen acht dagen na het verstrijken van die termijn is neergelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg. Het verzoekschrift wordt opgenomen in een daartoe bestemd register.
Indien het opsporingsonderzoek wordt gevoerd door de federale procureur, wordt de zaak aangebracht bij de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van beroep te Brussel.
De procedure verloopt overeenkomstig paragraaf 6, tweede tot zesde lid. § 8. De verzoeker mag geen verzoekschrift met hetzelfde voorwerp toezenden of neerleggen vooraleer een termijn van zes maanden is verstreken te rekenen van de laatste beslissing die betrekking heeft op hetzelfde voorwerp.".
Art. 55.In boek I, hoofdstuk IIIbis, van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 21quinquies ingevoegd, luidende: "
Art. 21quinquies.§ 1. De benadeelde persoon die een verklaring aflegde overeenkomstig artikel 5bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering en de verdachte kunnen de procureur des Konings verzoeken de hen betreffende persoonsgegevens te verbeteren en eventueel aan te vullen, te verwijderen, of het gebruik ervan te verbieden of te beperken overeenkomstig de artikelen 39, § 1, en 210 van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten7 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
De verzoeker vermeldt op straffe van niet-ontvankelijkheid in zijn verzoekschrift dat hij zijn in het eerste lid bedoelde rechten wil uitoefenen.
Op straffe van niet-ontvankelijkheid duidt het verzoekschrift precies de stukken en de daarin vervatte persoonsgegevens aan die het voorwerp uitmaken van het verzoek. Artikel 21quater, §§ 2, 3 en 4, is van toepassing.
De procureur des Konings kan dit verzoek afwijzen om de redenen bepaald in artikel 21quater, § 5, of indien het een noodzakelijke en evenredige maatregel is op basis van een van de volgende gronden: - om de belemmering van strafrechtelijke of andere gereglementeerde onderzoeken, opsporingen of procedures te voorkomen; - om nadelige gevolgen voor de voorkoming, de opsporing, het onderzoek of de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen te voorkomen; - de openbare veiligheid te beschermen; - de nationale veiligheid te beschermen; - de rechten en vrijheden van anderen te beschermen; - het verzoek is ongegrond.
In dat geval stelt de procureur des Konings de verzoeker in kennis van de redenen van de weigering. De procureur des Konings kan deze informatie achterwege laten indien deze mededeling een van de in het vierde lid vermelde doeleinden zou ondermijnen.
Tegen de beslissing van de procureur des Konings kan bij de kamer van inbeschuldigingstelling hoger beroep worden ingesteld door een met redenen omkleed verzoekschrift dat wordt neergelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg, binnen een termijn van acht dagen na de kennisgeving van de beslissing aan de verzoeker, en ingeschreven in een daartoe bestemd register.
Indien het openbaar ministerie geen beslissing heeft genomen binnen de termijn bepaald in artikel 21quater, § 3, vermeerderd met vijftien dagen, kan de verzoeker zich wenden tot de kamer van inbeschuldigingstelling. Dit recht vervalt indien het met redenen omklede verzoekschrift niet binnen acht dagen na het verstrijken van die termijn is neergelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg. Het verzoekschrift wordt opgenomen in een daartoe bestemd register.
De procureur des Konings zendt de door de verzoeker aangeduide stukken over aan de procureur-generaal die deze stukken ter griffie neerlegt.
Indien het opsporingsonderzoek wordt gevoerd door de federale procureur, wordt de zaak aangebracht bij de kamer van inbeschuldigingstelling van het hof van beroep te Brussel.
De kamer van inbeschuldigingstelling doet uitspraak zonder debat.
De griffier stelt de verzoeker en, in voorkomend geval zijn advocaat, per faxpost, bij een gewone brief of langs elektronische weg, uiterlijk achtenveertig uur vooraf in kennis van plaats, dag en uur van de zitting.
De kamer van inbeschuldigingstelling kan, afzonderlijk en buiten de aanwezigheid van de verzoeker en zijn advocaat, de opmerkingen van de procureur-generaal horen. Zij kan, in aanwezigheid van de procureur-generaal, de verzoeker of zijn advocaat horen. De procureur-generaal kan zijn schriftelijke vorderingen richten aan de kamer van inbeschuldigingstelling.
Ingeval het verzoek het verwijderen, het verbod of de beperking van het gebruik van persoonsgegevens tot voorwerp heeft en de kamer van inbeschuldigingstelling binnen de haar aldus verleende rechtsmacht een onregelmatigheid, een verzuim of een nietigheid als bedoeld in artikel 131, § 1, vaststelt, kan ze beslissen om de persoonsgegevens uit het dossier te verwijderen en de stukken neer te leggen ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg, in voorkomend geval mits voeging van stukken die gezuiverd werden van deze persoonsgegevens aan het dossier. Ingeval de kamer van inbeschuldigingstelling vaststelt dat er geen in deze paragraaf voorziene afwijzingsgronden voorhanden zijn en onverminderd de toepassing van het twaalfde lid kan ze beslissen ook andere partijen in de procedure op dezelfde wijze te horen en kan ze beslissen in welke mate de ter griffie neergelegde stukken nog in de strafprocedure ten laste mogen worden aangewend door een in de strafprocedure betrokken partij.
De kamer van inbeschuldigingstelling doet uitspraak. binnen vijftien dagen na de neerlegging van het verzoekschrift. Deze termijn is geschorst tijdens de duur van het uitstel verleend op vraag van de verzoeker of van zijn advocaat, of in voorkomend geval van andere partijen en hun advocaat indien de kamer van inbeschuldigingstelling beslist ze te horen.
Indien de procureur des Konings vaststelt dat aanleiding kan bestaan om op het verzoek tot het verwijderen, het verbod of de beperking van het gebruik van persoonsgegevens in te gaan maakt hij het dossier over aan de procureur-generaal. De verzoeker, en in voorkomend geval zijn advocaat, worden daarvan in kennis gesteld op de wijze bepaald in artikel 21quater, § 4. Tegen deze beslissing kan geen rechtsmiddel worden ingesteld. De procedure verloopt overeenkomstig deze paragraaf.
De procureur des Konings kan bewarende maatregelen nemen teneinde het gebruik en de raadpleging van deze persoonsgegevens te beperken.
De verzoeker mag geen verzoekschrift met hetzelfde voorwerp toezenden of neerleggen vooraleer een termijn van zes maanden is verstreken te rekenen van de laatste beslissing die betrekking heeft op hetzelfde voorwerp. § 2. Op alle andere verzoeken tot het verbeteren, het aanvullen, het verwijderen, het verbod of de beperking van het gebruik van de hen betreffende onjuiste persoonsgegevens uitgaande van personen die niet de in de paragraaf 1 of artikel 61quinquies, § 1, vereiste hoedanigheid bezitten, is, behoudens andersluidende bepalingen, paragraaf 1 eveneens van toepassing.
De procureur des Konings oordeelt over deze verzoeken, ook tijdens het gerechtelijk onderzoek, nadat de strafvordering is ingesteld en tijdens de fase van uitvoering van een strafrechtelijk vonnis.
Het verzoek is niet ontvankelijk indien een verzoek met hetzelfde voorwerp werd gericht aan de feitenrechter, de strafuitvoeringsrechter of de strafuitvoeringsrechtbank. § 3. Personen die zelf als partij betrokken zijn bij de procedure ten gronde, voor de strafuitvoeringsrechter of de strafuitvoeringsrechtbank, leggen hun verzoeken met betrekking tot de verwerking van hun persoonsgegevens aan deze rechter of rechtbank voor in het raam van de behandeling van de zaak. Zij dienen dit te doen bij een op de terechtzitting genomen conclusie tijdens de inleidende zitting en voor enige exceptie of enig verweer. Het verzoek is niet ontvankelijk hangende een procedure betreffende een verzoek met hetzelfde voorwerp gericht aan de procureur des Konings.
Er bestaat geen afzonderlijk rechtsmiddel tegen een beslissing van een rechter bedoeld in deze paragraaf".
Art. 56.In artikel 29, § 3, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende zin: "Het overleg kan ook plaatsvinden op initiatief van de procureur des Konings."; 2° in het derde lid worden de woorden "omschreven in tijd en ruimte" opgeheven.
Art. 57.In boek I, hoofdstuk VI, afdeling II, onderafdeling II, § 1, van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 61ter/1 ingevoegd, luidende: "Art. 61ter/1. Artikel 61ter, §§ 2, eerste lid, tweede, derde en vierde volzin, tot 6, is van toepassing op het verzoek van de rechtstreeks belanghebbenden om inzage te krijgen van zijn in het dossier verwerkte persoonsgegevens of op het verzoek er een afschrift van te verkrijgen op grond van het recht op toegang vermeld in artikel 37, § 1, 5°, van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten7 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
De verzoeker vermeldt op straffe van niet-ontvankelijkheid in zijn verzoekschrift dat hij zijn in het eerste alinea bedoelde recht wil uitoefenen en doet keuze van woonplaats in België, indien hij er zijn woonplaats of zijn zetel niet heeft.
De onderzoeksrechter kan de inzage of het nemen van een afschrift van in het dossier verwerkte persoonsgegevens verbieden of beperken op grond van een van de redenen voorzien in artikel 61ter, § 3, of indien het een noodzakelijke en evenredige maatregel is om: - de belemmering van strafrechtelijke of andere gereglementeerde onderzoeken, opsporingen of procedures te voorkomen; - de nadelige gevolgen voor de voorkoming, de opsporing, het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen te voorkomen; - de openbare veiligheid te beschermen; - de nationale veiligheid te beschermen; of - de rechten en vrijheden van anderen te beschermen.
In dat geval stelt de onderzoeksrechter de verzoeker in kennis van de redenen van de weigering of beperking van de toegang. De onderzoeksrechter kan deze informatie achterwege laten indien deze mededeling een van de in het derde lid vermelde doeleinden zou ondermijnen.
De verzoeker mag geen verzoekschrift met hetzelfde voorwerp toezenden of neerleggen vooraleer een termijn van zes maanden is verstreken te rekenen van de laatste beslissing die betrekking heeft op hetzelfde voorwerp.".
Art. 58.In boek I, hoofdstuk V, onderafdeling II, § 1, van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 61quinquies/1 ingevoegd, luidende: "Art. 61quinquies/1. De inverdenkinggestelde en de burgerlijke partij kunnen de onderzoeksrechter verzoeken de hen betreffende persoonsgegevens te verbeteren en eventueel aan te vullen, te verwijderen, of het gebruik ervan te verbieden of te beperken overeenkomstig de artikelen 39, § 1, en 210 van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten7 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens De verzoeker vermeldt op straffe van niet-ontvankelijkheid in zijn verzoekschrift dat hij zijn in het eerste lid bedoelde rechten wil uitoefenen.
Op straffe van niet-ontvankelijkheid duidt het verzoekschrift precies de stukken en de daarin vervatte persoonsgegevens aan die het voorwerp uitmaken van het verzoek. Artikel 61quinquies, § 2, is van toepassing.
De onderzoeksrechter kan dit verzoek afwijzen om de redenen bepaald in artikel 61quinquies, § 3, omdat het verzoek ongegrond is of indien het een noodzakelijke en evenredige maatregel is op basis van een van de volgende gronden: - om de belemmering van strafrechtelijke of andere gereglementeerde onderzoeken, opsporingen of procedures te voorkomen; - om de nadelige gevolgen voor de voorkoming, de opsporing, het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen te voorkomen; - om de openbare veiligheid te beschermen; - om de nationale veiligheid te beschermen; - om de rechten en vrijheden van anderen te beschermen.
In dat geval stelt de onderzoeksrechter de verzoeker in kennis van de redenen van de weigering. De onderzoeksrechter kan deze informatie achterwege laten indien deze mededeling een van de in het vorig lid vermelde doeleinden zou ondermijnen.
Tegen de beslissing van de onderzoeksrechter kan door de verzoeker bij de kamer van inbeschuldigingstelling hoger beroep worden ingesteld door een met redenen omkleed verzoekschrift dat wordt neergelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg, binnen een termijn van acht dagen na de kennisgeving van de beslissing aan de verzoeker, en ingeschreven in een daartoe bestemd register.
Indien de onderzoeksrechter geen beslissing heeft genomen binnen de termijn bepaald in artikel 61quinquies, § 2, tweede lid, vermeerderd met vijftien dagen, kan de verzoeker zich wenden tot de kamer van inbeschuldigingstelling. Dit recht vervalt indien het met redenen omklede verzoekschrift niet binnen acht dagen na het verstrijken van die termijn is neergelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg. Het verzoekschrift wordt opgenomen in een daartoe bestemd register.
De onderzoeksrechter zendt de door de verzoeker aangeduide stukken aan de procureur des Konings. De procureur des Konings maakt ze over aan de procureur-generaal die ze ter griffie neerlegt.
De kamer van inbeschuldigingstelling doet uitspraak zonder debat.
De griffier stelt de verzoeker en, in voorkomend geval zijn advocaat, per faxpost, bij een gewone brief of langs elektronische weg, uiterlijk achtenveertig uur vooraf in kennis van plaats, dag en uur van de zitting.
De kamer van inbeschuldigingstelling kan, afzonderlijk en buiten de aanwezigheid van de verzoeker en zijn advocaat, de opmerkingen van de procureur-generaal horen. Zij kan, in aanwezigheid van de procureur-generaal, de verzoeker of zijn advocaat horen. De procureur-generaal kan zijn schriftelijke vorderingen richten aan de kamer van inbeschuldigingstelling.
Ingeval het verzoek het verwijderen, het verbod of de beperking van het gebruik van persoonsgegevens tot voorwerp heeft en de kamer van inbeschuldigingstelling binnen de haar aldus verleende rechtsmacht een onregelmatigheid, een verzuim of een nietigheid als bedoeld in artikel 131, § 1, vaststelt, kan ze beslissen om de persoonsgegevens uit het dossier te verwijderen en de stukken neer te leggen ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg in voorkomend geval mits voeging van stukken die gezuiverd werden van deze persoonsgegevens aan het dossier. Ingeval de kamer van inbeschuldigingstelling vaststelt dat er geen in deze paragraaf voorziene afwijzingsgronden voorhanden zijn en onverminderd de toepassing van het twaalfde lid, kan ze beslissen ook andere partijen in de procedure op dezelfde wijze te horen en kan ze beslissen in welke mate de ter griffie neergelegde stukken nog in de strafprocedure ten laste mogen worden aangewend door een in de strafprocedure betrokken partij.
De kamer van inbeschuldigingstelling doet uitspraak binnen vijftien dagen na de neerlegging van het verzoekschrift. Deze termijn is geschorst tijdens de duur van het uitstel verleend op vraag van de verzoeker of van zijn advocaat, of in voorkomend geval van andere partijen en hun advocaat indien de kamer van inbeschuldigingstelling beslist ze te horen.
Indien de onderzoeksrechter vaststelt dat aanleiding kan bestaan om op het verzoek tot het verwijderen, het verbod of de beperking van het gebruik van persoonsgegevens in te gaan maakt hij het dossier over aan de procureur des Konings die het verder overmaakt aan de procureur-generaal. De verzoeker, en in voorkomend geval zijn advocaat, worden daarvan in kennis gesteld op de wijze bepaald in artikel 61quinquies, § 2. Tegen deze beslissing kan geen rechtsmiddel worden ingesteld. De procedure verloopt overeenkomstig deze paragraaf.
De onderzoeksrechter kan bewarende maatregelen nemen teneinde het gebruik en de raadpleging van deze persoonsgegevens te beperken.
De verzoeker mag geen verzoekschrift met hetzelfde voorwerp toezenden of neerleggen vooraleer een termijn van zes maanden is verstreken te rekenen van de laatste beslissing die betrekking heeft op hetzelfde voorwerp.".
Art. 59.In artikel 90ter, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 juni 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten6 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 juli 2023, wordt een bepaling onder 1° /1 ingevoegd, luidende: "1° /1 de hoofdstukken II en III van titel I, boek II van het Strafwetboek;".
Art. 60.In het eerste boek van hetzelfde Wetboek wordt een hoofdstuk VIbis ingevoegd, luidende "Algemene bepalingen inzake de persoonsgegevensbescherming in het kader van de strafprocedure en inzake mededelingen aan de pers".
Art. 61.In hoofdstuk VIbis, ingevoegd bij artikel 60, wordt een artikel 90terdecies ingevoegd, luidende: "
Art. 90terdecies.De uitoefening van de rechten bedoeld in de artikelen 21ter, 21quinquies, 61ter/1, 61quinquies/1, en de daarmee gepaard gaande procedure kunnen de eigenlijke procedure niet schorsen en niet vertragen.".
Art. 62.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 90quaterdecies ingevoegd, luidende: "
Art. 90quaterdecies.De verzoeken bedoeld in de artikelen 21quinquies en 61quinquies/1 schorsen de regeling van de rechtspleging niet en kunnen geen reden zijn om vast te stellen dat de zaak niet in staat van wijzen is.
Zolang er betreffende de regeling van de rechtspleging geen in kracht van gewijsde getreden eindbeslissing van het onderzoeksgerecht is, is de onderzoeksrechter bevoegd om kennis te nemen van en uitspraak te doen over de verzoeken bedoeld in artikel 61quinquies/1.".
Art. 63.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 90quindecies ingevoegd, luidende: "
Art. 90quindecies.De uitoefening van de rechten inzake gegevensbescherming en de procedures bedoeld in de artikelen 21ter, 21quinquies, 61ter/1 en 61quinquies/1, zijn uitgesloten wat betreft de gegevens opgenomen in een vertrouwelijk dossier in het kader van de bijzondere opsporingsmethoden van observatie, infiltratie en burgerinfiltratie, de informantenwerking, de maatregel bedoeld in artikel 46sexies indien daarbij een vertrouwelijk dossier werd aangelegd, de gegevens die door volledige of gedeeltelijke anonimiteit worden beschermd, de gegevens beschermd door gewone of bijzondere beschermingsmaatregelen, de afgeschermde identiteitsgegevens van de leden van de politiediensten behorend tot de speciale eenheden of die onderzoek doen naar of interveniëren bij bijzonder zware misdrijven."
Art. 64.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 90sedecies ingevoegd, luidende: "
Art. 90sedecies.De procureur des Konings kan in andere situaties dan bedoeld in de artikelen 28quinquies en 57 indien het openbaar belang het vereist, aan de pers gegevens betreffende feiten die strafbaar zijn met criminele of correctionele straffen verstrekken. Hij waakt voor de inachtneming van het vermoeden van onschuld zolang niet definitief rechterlijk de schuld of onschuld is vastgesteld, de rechten van verdediging van de beklaagde of de beschuldigde, het slachtoffer en derden, het privéleven en de waardigheid van personen.
Voor zover als mogelijk wordt de identiteit van de in het dossier genoemde personen niet vrijgegeven.
De procureur des Konings kan in het raam van het openbaar belang en de voorkoming van strafbare feiten met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid duiding geven over ernstige criminele en correctionele zaken die werden afgesloten met een in kracht van gewijsde veroordeling".
Art. 65.In artikel 527bis, derde lid van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/10/1967 pub. 10/09/1997 numac 1997000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende het Gerechtelijk Wetboek - Duitse vertaling van de artikelen 728 en 1017 sluiten, worden de woorden "in de artikelen 420 tot 420ter" vervangen door de woorden "in artikel 432". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Strafwetboek
Art. 66.In boek 2, titel I, hoofdstuk 2, van het Strafwetboek, wordt een artikel 112/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 112/1.Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder het begrip "staatsgeheim" worden begrepen voorwerpen, plannen, documenten of inlichtingen die geheim moeten worden gehouden aangezien hun bekendmaking van aard is dat het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde, de veiligheid van de Staat, de verdediging van het grondgebied, de internationale betrekkingen, het economisch of wetenschappelijk potentieel van het land, de veiligheid van Belgen in het buitenland of de werking van de besluitvormingsorganen van de Staat aan te tasten."
Art. 67.In artikel 118 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 19 juli 1934 en gewijzigd bij de wetten van 10 december 1937 en 23 januari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "Met hechtenis van tien jaar tot vijftien jaar wordt gestraft, hij die geheel of ten dele, in origineel of reproductie, wetens een staatsgeheim reproduceert, bekendmaakt of overdraagt aan een vreemde Staat of een buitenlandse gewapende groep of een persoon die in het belang van een vreemde Staat of dergelijke buitenlandse gewapende groep handelt, alsook het wetens onderhoudt van contacten met het oog op het plegen van dergelijke reproductie, bekendmaking of overdracht van een staatsgeheim."; 2° in het tweede lid worden de woorden "de regering" vervangen door de woorden "`een Belgische regering of een lid daarvan".
Art. 68.Artikel 119 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 juli 1934 en gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, wordt vervangen als volgt: "
Art. 119.Met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met geldboete van vijfhonderd euro tot vijfduizend euro wordt gestraft hij die met het oogmerk afbreuk te doen aan de essentiële belangen van België of van een Staat waarmee België met het oog op een gemeenschappelijke verdediging door een internationale overeenkomst is verbonden, een staatsgeheim, geheel of ten dele, in origineel of in reproductie, overlevert of meedeelt aan een persoon die onbevoegd is om die in ontvangst te nemen of er kennis van te nemen.
Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die, zonder toelating van de bevoegde overheid, een staatsgeheim reproduceert, openbaar maakt of bekend maakt met het oogmerk afbreuk te doen aan de essentiële belangen van België of van een Staat waarmee België met het oog op een gemeenschappelijke verdediging door een internationale overeenkomst is verbonden."
Art. 69.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 119/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 119/1.Met een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met een geldboete van vijfhonderd euro tot vijfduizend euro wordt gestraft hij die wetens een staatsgeheim dat geheim moeten worden gehouden in het belang van de verdediging van het grondgebied of van de uitwendige veiligheid van de Staat, geheel of ten dele, in origineel of in reproductie, overlevert of meedeelt aan een persoon die onbevoegd is om die in ontvangst te nemen of er kennis van te nemen.
Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die, wetens, zonder toelating van de bevoegde overheid, een staatsgeheim dat geheim moet worden gehouden in het belang van de verdediging van het grondgebied of van de uitwendige veiligheid van de Staat, reproduceert, openbaar maakt of bekend maakt."
Art. 70.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 119/2 ingevoegd, luidende: "
Art. 119/2.Indien de reproductie, bekendmaking of overdracht aan onbevoegden van een staatsgeheim met betrekking tot de verdediging van het grondgebied of de uitwendige veiligheid van de Staat wordt gepleegd met het oogmerk afbreuk te doen aan de essentiële belangen van België of van een Staat waarmee België met het oog op een gemeenschappelijke verdediging door een regionale regeling is verbonden, wordt dit misdrijf bestraft met hechtenis van vijf jaar tot tien jaar."
Art. 71.Artikel 120 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 juli 1934 en gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, wordt vervangen als volgt: "
Art. 120.Hij die willens een staatsgeheim, geheel of ten dele, in origineel of reproductie aanschaft of ontvangt zonder bevoegd te zijn dit in ontvangst te nemen of er kennis van te nemen, wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie tot vijf jaar en een geldboete van drieduizend tot vijfduizend euro."
Art. 72.In artikel 120quater van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 juli 1934, worden de woorden "de artikelen 116, 119, 120 tot 120ter" vervangen door de woorden "de artikelen 116, 118, 119, 119/1, 119/2, 120 tot 120ter".
Art. 73.Artikel 120quinquies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 juli 1934 en gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, wordt vervangen als volgt: "
Art. 120quinquies.Wordt gestraft met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een geldboete van vijfhonderd euro tot drieduizend euro hij die, door een ernstig gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid en in strijd met de geldende regelgeving, een staatsgeheim hetzij verplaatst of in zijn bezit houdt, hetzij geheel of ten dele laat vernietigen, ontvreemden of wegnemen, zelfs tijdelijk, of er geheel of ten dele kennis, afschrift of reproductie van laat nemen."
Art. 74.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 120quinquies/1 ingevoegd, luidende: "Art. 120quinquies/1. Hij die met bedrieglijk opzet foute informatie verstrekt of vervalste of gewijzigde documenten overhandigt aan een Belgische overheid, dan wel correcte informatie verbergt, die van aard is het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde, de veiligheid van de Staat, de verdediging van het grondgebied, de internationale betrekkingen, het economisch of wetenschappelijk potentieel van het land, de veiligheid van Belgen in het buitenland of de werking van de besluitvormingsorganen van de Staat aan te tasten, wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie jaar tot vijf jaar en een geldboete van drieduizend tot vijfduizend euro."
Art. 75.Artikel 120septies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 juli 1934 en gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, wordt vervangen als volgt: "
Art. 120septies.Hij die wetens een onderdak, schuilplaats of vergaderruimte verschaft aan personen die de in de artikelen 120 of 120bis bedoelde strafbare feiten hebben gepleegd of hebben gepoogd dit te doen, hulp biedt aan deze personen bij hun communicatie of zaken verbergt die gediend hebben of moesten dienen voor het plegen van die misdrijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro.
Deze bepaling doet geen afbreuk aan de toepassing van artikelen 66 en 67."
Art. 76.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 120octies/1 ingevoegd, luidende: "Art. 120octies/1. De persoon die vóór dat enig staatsgeheim wordt overgedragen aan een vreemde Staat of een buitenlandse gewapende groep of aan een derde met het oog op de latere verdere overdracht aan een vreemde Staat of een buitenlandse gewapende groep, zijn contacten met het oog op het plegen van dergelijke overdracht aan de overheid ter kennis brengt, wordt niet gestraft.
Indien de persoon de essentiële elementen van de door hem gepleegde overdracht van staatsgeheim aan een vreemde Staat of een buitenlandse gewapende groep, dan wel aan een derde met het oog op de latere verdere overdracht aan een vreemde Staat of een buitenlandse gewapende groep, ter kennis brengt van de overheid wordt de straf vervangen overeenkomstig artikel 80."
Art. 77.Artikel 135bis, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 juli 1939 en gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000 wordt vervangen als volgt: "Hij die een democratisch beslissingsproces beïnvloedt of tracht te beïnvloeden, met het oogmerk om de democratische en grondwettelijke orde, de soevereiniteit of onafhankelijkheid van het Rijk, de veiligheid van de Staat, de verdediging van het Rijk, de internationale betrekkingen, het economisch of wetenschappelijk potentieel van het land of de werking van de besluitvormingsorganen van de Staat aan te tasten, ten dienste van een vreemde Staat of een persoon, onderneming of organisatie, uit het buitenland of onder controle van een vreemde Staat of van een persoon, onderneming of organisatie uit het buitenland, door hetzij onwettige of frauduleuze middelen hetzij het ontvangen van giften of enig ander voordeel van een buitenlandse persoon of organisatie dat geheel of gedeeltelijk bestemd is om in het Rijk activiteiten die de voormelde belangen kunnen aantasten, te ontplooien, wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie jaar tot vijf jaar en met een geldboete van duizend euro tot twintigduizend euro."
Art. 78.In artikel 136ter, 1°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 augustus 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten6, wordt het woord "moord" vervangen door het woord "doodslag".
Art. 79.In artikel 136quater, § 2, 1°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 augustus 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten6, wordt het woord "moord" vervangen door het woord "doodslag".
Art. 80.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 227quinquies ingevoegd, luidende: "
Art. 227quinquies.Hij die in het openbaar de titel van gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder voert of het beroep van gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder uitoefent indien hij niet voorkomt op de lijst bedoeld in artikel 555/1, § 1, 15° van het Gerechtelijk Wetboek, wordt gestraft met een geldboete van tweehonderd euro tot duizend euro."
Art. 81.In artikel 417/61 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten6, worden de woorden "artikelen 417/57 en 417/59" vervangen door de woorden "artikelen 417/57 tot 417/59". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering
Art. 82.In artikel 4 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wordt het tweede lid, vervangen bij de wet van 13 april 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten8, vervangen als volgt: "Bij de uitspraak over de strafvordering worden de burgerlijke belangen ambtshalve aangehouden, zelfs bij ontstentenis van burgerlijkepartijstelling, indien de zaak wat die belangen betreft niet in staat van wijzen is."
Art. 83.Artikel 4bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten9, wordt vervangen als volgt: "
Art. 4bis.In geval de strafvordering wordt ingesteld wegens de feiten bedoeld in de artikelen 29, §§ 2 en 3, en 29bis van het Wetboek van strafvordering neemt de strafrechter benevens van de strafvordering tevens kennis van de burgerlijke vordering tot bevestiging van de titel of tot het verschaffen van een titel tot betaling van de betreffende belastingen, de opcentiemen en opdeciemen, de verhogingen, de administratieve en fiscale geldboeten en bijbehoren. Deze burgerlijke vordering betreft een zelfstandige vordering waarbij de bevoegde belastingadministratie tussenkomt in de strafzaak.
Zodra de burgerlijke vordering aanhangig is bij de strafrechter, worden de procedures voor de burgerlijke rechtbanken, die betrekking hebben op dezelfde vordering, opgeschort om verdergezet te worden voor de strafrechter.
De bevoegde belastingadministratie wordt minstens twee maanden vooraf op de hoogte gebracht van de bepaling van de rechtsdag voor het vonnisgerecht. Van zodra de strafrechter de zelfstandige burgerlijke vordering van de belastingadministratie ontvankelijk verklaart, worden de procedures voor de burgerlijke rechtbanken beëindigd." HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 84.Artikel 319, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten4, wordt aangevuld met de volgende zinnen: "Indien deze vervanging voltijds is, kan in het oorspronkelijk korps van de vervanger aangewezen door het College van het openbaar ministerie in een vervanging voorzien worden door middel van een benoeming en, in voorkomend geval, een aanwijzing in overtal. Artikel 323bis, § 1, tweede tot vijfde lid, is in voorkomend geval van toepassing."
Art. 85.In artikel 383bis, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 juli 1984, vernummerd bij de wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "en, behalve voor de magistraten van het Hof van Cassatie, wegens het bereiken van de leeftijd zoals bedoeld in artikel 383ter, § 1" worden ingevoegd tussen de woorden "in artikel 383, § 1" en de woorden "door de Koning gemachtigd worden"; 2° de zin "De machtiging geldt voor een periode van maximaal zes maanden die eenmaal kan worden hernieuwd." wordt vervangen als volgt: "De machtiging geldt voor een periode van maximaal zes maanden die kan worden hernieuwd tot de magistraat de leeftijd van drieënzeventig jaar heeft bereikt."
Art. 86.In artikel 413 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 15 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten4 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 juli 2017, worden de woorden "drie maanden" telkens vervangen door de woorden "zes maanden".
Art. 87.In artikel 415 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 15 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid: a) worden de woorden "worden gemaakt binnen zes maanden" vervangen door de woorden "gemaakt binnen twaalf maanden";b) wordt het lid aangevuld met de woorden "en uiterlijk binnen de vijf jaar na de feiten"; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "Indien binnen de termijn van twaalf maanden nieuwe elementen naar boven komen betreffende de reeds gekende feiten, waardoor die feiten zwaarwegender worden, wordt de termijn van twaalf maanden verlengd met zes maanden."; 3° in het tweede lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden "wordt de termijn van zes maanden gestuit" vervangen door de woorden "worden de termijnen bedoeld in het eerste en tweede lid geschorst".
Art. 88.In artikel 511, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten7, wordt de zin "De stagemeester is een gerechtsdeurwaarder die reeds minstens vijf volle jaren het ambt uitoefent en die geen hogere tuchtstraf heeft opgelopen." vervangen als volgt: "De stagemeester is reeds 7 jaar ingeschreven op de lijst bedoeld in artikel 555/1, § 1, 15°, waarvan minstens 3 volle jaren als gerechtsdeurwaarder en heeft geen tuchtrechtelijke geldboete van meer dan 5.000 euro of een tuchtstraf zoals omschreven in artikel 555/3, derde lid, vierde tot zesde streepje, opgelopen, en voldoet aan de voorwaarden vastgelegd in het stagereglement goedgekeurd door de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders."
Art. 89.In artikel 523 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten7 en gewijzigd bij de wet van 26 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten9, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met de volgende zin: "Wanneer de continuïteit van het kantoor dit niet langer vereist, beëindigt de procureur des Konings de aanstelling op gezamenlijk gemotiveerd verzoek van de raad van de arrondissementskamer en de waarnemend gerechtsdeurwaarder, vergezeld van het advies van de door de Nationale Kamer aangestelde bedrijfsrevisor."; 2° paragraaf 2 wordt aangevuld met de volgende zin: "Wanneer de continuïteit van het kantoor dit niet langer vereist, beëindigt de procureur des Konings de aanstelling op gezamenlijk gemotiveerd verzoek van de raad van de arrondissementskamer en de waarnemend gerechtsdeurwaarder, vergezeld van het advies van de door de Nationale Kamer aangestelde bedrijfsrevisor."
Art. 90.Artikel 524 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten7, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3. De gerechtelijke mandaten die voorheen waren toegekend aan een gerechtsdeurwaarder die is overleden, ontslag heeft genomen, is geschorst of afgezet, of wiens benoeming nietig is verklaard, worden van rechtswege en zonder nieuwe aanstelling uitgevoerd door de gerechtsdeurwaarder die nieuw in zijn plaats wordt benoemd. In geval van aanstelling van een waarnemend gerechtsdeurwaarder overeenkomstig artikel 523, § 1, eerste lid, en paragraaf 2, oefent deze tijdelijk het gerechtelijk mandaat uit.
De waarnemend of nieuw benoemde gerechtsdeurwaarder stelt de partijen en de rechtbank hiervan in kennis.
In voorkomend geval kan de bevoegde rechtbank, op verzoek van de meest gerede partij en indien daartoe ernstige redenen bestaan, een andere gerechtsdeurwaarder aanstellen om de uitoefening van het gerechtelijk mandaat voort te zetten."
Art. 91.In artikel 555/5bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij wet van 22 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen als volgt: "Zij is eveneens bevoegd voor de procedures tegen de kandidaat-notarissen die in het Nederlandstalig taalgebied ingeschreven zijn op een tableau bedoeld in artikel 77 van de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten7 op het notarisambt of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de Nederlandse taalrol ingeschreven zijn, de erenotarissen met de laatste standplaats in het Nederlandstalig taalgebied of die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de Nederlandse taalrol ingeschreven zijn en de kandidaat-gerechtsdeurwaarders die ingeschreven zijn op de Nederlandse taalrol."; 2° in paragraaf 1 wordt het vijfde lid vervangen als volgt: "Zij is eveneens bevoegd voor de procedures tegen de kandidaat-notarissen die in het Franstalig taalgebied ingeschreven zijn op een tableau bedoeld in artikel 77 van de wet van 16 maart 1803Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten7 op het notarisambt of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de Franse taalrol ingeschreven zijn, de erenotarissen met de laatste standplaats in het Franstalig taalgebied of die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de Franse taalrol ingeschreven zijn en de kandidaat-gerechtsdeurwaarders die ingeschreven zijn op de Franse taalrol."; 3° in paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen als volgt: "In elk rechtsgebied van het hof van beroep wijzen de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg, van de ondernemingsrechtbanken en van de arbeidsrechtbanken alsook de voorzitter van de vrederechters en van de rechters in de politierechtbank gezamenlijk, om de drie jaar, twee werkende magistraten of eremagistraten van die rechtbanken aan die zitting kunnen hebben als voorzitter of plaatsvervangend voorzitter in de tuchtkamer.In het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel wordt per taalrol een werkende of eremagistraat op dezelfde wijze aangewezen. De eremagistraten mogen op het ogenblik van de aanwijzing de leeftijd van 72 jaar niet overschreden hebben. De aanwijzingen worden met redenen omkleed en medegedeeld aan het College van hoven en rechtbanken die uit de aangewezen magistraten één voorzitter en drie plaatsvervangers aanstelt per tuchtkamer."; 4° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende: " § 5.De Koning bepaalt welke vergoeding aan de voorzitters en de plaatsvervangende voorzitters van de tuchtkamers kan worden toegekend."
Art. 92.In artikel 555/5octies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid aangevuld met de woorden ", laatst heeft gehad of zijn beroepsactiviteit uitoefent";2° een paragraaf 1/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 1/1.Het hoger beroep tegen een beslissing over de gegrondheid van een wraking als bedoeld in artikel 555/5quater of een tussenvonnis heeft geen devolutieve werking. Na uitspraak in hoger beroep, wordt de zaak naar de tuchtraad verwezen."
Art. 93.In artikel 733 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 19 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten0, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "Wanneer het geschil betrekking heeft op aangelegenheden bedoeld in artikel 1004/1, wordt in de bewoordingen van de schikking aangegeven op welke wijze rekening is gehouden met het belang van het kind. Als de schikking deze vermelding niet bevat, schort de rechter de zaak op tot een bepaalde datum en vraagt hij de partijen de schikking op dit punt aan te vullen. Als er geen vermelding wordt gemaakt of als de schikking in strijd is met het belang van het kind, weigert de rechter de bewoordingen van de schikking op te tekenen of hiervan akte te nemen. De rechter informeert de partijen hierover tijdens de minnelijke schikking."
Art. 94.In artikel 733/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten0, wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende: Wanneer het geschil betrekking heeft op aangelegenheden bedoeld in artikel 1004/1, wordt in de bewoordingen van de schikking vermeld op welke wijze rekening is gehouden met het belang van het kind. Als de schikking deze vermelding niet bevat, schort de rechter de zaak op tot een bepaalde datum en vraagt hij de partijen de schikking op dit punt aan te vullen. Als er geen vermelding wordt gemaakt of als de schikking in strijd is met het belang van het kind, weigert de rechter de bewoordingen van de schikking op te tekenen of hiervan akte te nemen. De rechter informeert de partijen hierover tijdens de minnelijke schikking."
Art. 95.Artikel 734/2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten0, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3. Wanneer het geschil betrekking heeft op aangelegenheden bedoeld in artikel 1004/1, wordt in de bewoordingen van de schikking vermeld op welke wijze rekening is gehouden met het belang van het kind. Als de schikking deze vermelding niet bevat, schort de rechter de zaak op tot een bepaalde datum en vraagt hij de partijen de schikking op dit punt aan te vullen. Als er geen vermelding wordt gemaakt of als de schikking in strijd is met het belang van het kind, weigert de rechter de bewoordingen van de schikking op te tekenen of hiervan akte te nemen. De rechter informeert de partijen hierover tijdens de minnelijke schikking."
Art. 96.In artikel 1004/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten5 en gewijzigd bij de wet van 8 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.Elke minderjarige heeft het recht gehoord te worden door een rechter in aangelegenheden die hem aanbelangen met uitzondering van vorderingen met betrekking tot de onderhoudsverplichtingen en de louter financiële of vermogensrechtelijke vorderingen die het vermogen van de minderjarige niet rechtstreeks aanbelangen. Hij heeft het recht om te weigeren gehoord te worden.
Broers en zussen worden geacht betrokken te zijn bij aangelegenheden aangaande de verblijfsregeling die een of meer van hen betreffen.
Het horen van de minderjarige heeft tot doel hem in staat te stellen zijn bezorgdheden aan de rechter kenbaar te maken, om zo bij te dragen tot het vinden van de meest geschikte oplossing, rekening houdend met zijn belang."; 2° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, luidende: " § 3/1.De wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarige die jonger is dan twaalf jaar worden door de rechter geïnformeerd over het feit dat de minderjarige een verzoek kan richten tot de rechter om te worden gehoord.
In het verzoek wordt verduidelijkt of het uitgaat van de minderjarige zelf of van zijn ouder of ouders."; 3° de paragrafen 4 en 5 worden vervangen als volgt: " § 4.De rechter willigt het verzoek van de minderjarige in. Indien de minderjarige echter in de loop van de rechtspleging reeds is gehoord, is de rechter niet verplicht op het verzoek in te gaan, indien er geen nieuw element is dat een verhoor rechtvaardigt.
Wanneer de zaak wordt voorgelegd aan een kamer voor minnelijke schikking wordt de minderjarige door deze kamer gehoord als hij nog niet door de verwijzingskamer is gehoord. Paragraaf 5/3 is van overeenkomstige toepassing op het verslag van het onderhoud. § 5. De rechter hoort de minderjarige op een plaats die is afgestemd op het horen van het kind. § 5/1. Onverminderd artikel 168, eerste lid, en onder voorbehoud van wat volgt of tenzij de rechter hier bij een met redenen omklede beslissing van afwijkt vindt het onderhoud plaats buiten de aanwezigheid van wie ook.
De minderjarige heeft het recht om tijdens het horen te worden bijgestaan door een meerderjarige vertrouwenspersoon van zijn of haar keuze.
De vertrouwenspersoon mag noch een partij in het geding, noch een bloedverwant tot in de tweede graad van een partij in het geding zijn, met uitzondering van de broers en zussen van de minderjarige wier afstamming ten aanzien van dezelfde ouders is vastgesteld.
De rechter kan op elk ogenblik beslissen om het onderhoud voort te zetten zonder aanwezigheid van de vertrouwenspersoon of van een andere persoon van wie hij de aanwezigheid heeft toegestaan. Hij informeert dan de minderjarige over de inhoud van dit lid op een wijze die past bij de leeftijd en de maturiteit van het kind. Indien de minderjarige daar niet mee akkoord gaat, kan de rechter het onderhoud beëindigen.
In dit geval vermeldt de rechter in het verslag de redenen waarom het verhoor niet in aanwezigheid van de betrokkenen kon doorgaan. § 5/2. Bij het begin van het horen: 1° wijst de rechter op het doel van het horen, als bedoeld in paragraaf 1, derde lid;2° legt de rechter de minderjarige uit dat hij niet de verantwoordelijkheid heeft om het geschil te beslechten;3° wijst de rechter de minderjarige erop dat er niet noodzakelijk gevolg zal worden gegeven aan zijn verzoeken;4° informeert de rechter de minderjarige dat hij het recht heeft om te verduidelijken dat alle of een deel van de informatie die hij geeft vertrouwelijk is.De vertrouwelijke informatie wordt niet opgenomen in het verslag, maar kan worden overgezonden aan het openbaar ministerie.
De rechter geeft de in het eerste lid bedoelde uitleg op een wijze die past bij de leeftijd en de maturiteit van het kind. § 5/3. Het verslag van het onderhoud wordt bij het dossier van de rechtspleging gevoegd. Het geeft weer wat de minderjarige heeft gezegd behalve de elementen die de minderjarige als vertrouwelijk heeft aangeduid. De minderjarige wordt geïnformeerd over het feit dat de partijen er kennis van kunnen nemen. De rechter informeert de minderjarige over de inhoud van het verslag en gaat na of het verslag de mening van de minderjarige verwoordt.
De minderjarige ondertekent het verslag niet. Indien de rechter tijdens het onderhoud vaststelt dat de minderjarige niet over het nodige onderscheidingsvermogen beschikt, maakt hij hiervan melding in het verslag.
Met uitzondering van het verslag van het verhoor, hebben noch de gehoorde minderjarige, noch zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger toegang tot het dossier, tenzij zij partij zijn in de procedure."; 4° paragraaf 6, tweede lid, wordt aangevuld met de woorden "alsook met de eventuele invloed die op hem wordt uitgeoefend";5° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 7 luidende: " § 7.De rechterlijke beslissing die is genomen in de zaak waarvoor de minderjarige werd gehoord, wordt aan hem voorgelegd en toegelicht door zijn omgeving, in overeenstemming met zijn maturiteit."
Art. 97.In artikel 1004/2, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten5, worden de zinnen "Er wordt in aangegeven dat een brief van de minderjarige een onderhoud met de rechter niet vervangt. Het doel van het onderhoud, bedoeld in artikel 1004/1, § 1, derde lid, wordt erin aangegeven." ingevoegd tussen de woorden "het onderhoud aanvaard of geweigerd wordt." en de woorden "Het vermeldt eveneens"."
Art. 98.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1004/3 ingevoegd, luidende: "
Art. 1004/3.De rechter geeft gevolg aan de briefwisseling van de in artikel 1004/1 bedoelde minderjarige en beantwoordt die op passende wijze, in overeenstemming met de leeftijd en de maturiteit van het kind en dit zolang hij over het geschilpunt waarover de minderjarige gehoord werd, geen eindbeslissing heeft genomen."
Art. 99.In artikel 1231-10, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten4 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten5, worden de woorden "tweede en derde lid" vervangen door de woorden "tweede lid".
Art. 100.In artikel 1231-11 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten4 en gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten5, worden het tweede en het derde lid vervangen als volgt: "Artikel 1004/1, §§ 5 tot 7, is van overeenkomstige toepassing."
Art. 101.In artikel 1233, § 1, 2°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 29 april 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten0 en gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten5, worden de woorden " §§ 5 en 6" door de woorden " §§ 5 tot 7".
Art. 102.In artikel 1288 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 1 juli 1972 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten6, wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "De overeenkomst die betrekking heeft op een minderjarig kind geeft aan op welke wijze rekening is gehouden met het belang van het kind."
Art. 103.In artikel 1293 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 1 juli 1972 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten5, wordt het tweede lid aangevuld met de woorden "of wanneer de in artikel 1288, tweede lid, bedoelde vermelding ontbreekt".
Art. 104.In artikel 1675/21 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten3 en gewijzigd bij de wet van 19 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden de woorden "artikel 1, § 4, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens" vervangen door de woorden "artikel 4, 7), van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)";2° in paragraaf 3 worden de woorden "Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" telkens vervangen door het woord "Gegevensbeschermingsautoriteit".
Art. 105.In artikel 1675/22, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten3 en gewijzigd bij de wetten van 25 mei 2018 en 5 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste en het tweede lid worden de woorden "Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" telkens vervangen door het woord "Gegevensbeschermingsautoriteit";2° in het derde lid, in de Nederlandse tekst, wordt het woord "Gegevens-beschermingsautoriteit" vervangen door het woord "Gegevensbeschermingsautoriteit".
Art. 106.In artikel 1675/23 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten3, worden de woorden "Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" vervangen door het woord "Gegevensbeschermingsautoriteit".
Art. 107.In artikel 1675/26 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten3, worden de woorden "Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" vervangen door het woord "Gegevensbeschermingsautoriteit".
Art. 108.In artikel 1676, § 8, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3, worden de woorden "1679," ingevoegd tussen de woorden "artikelen" en de woorden "1682,".
Art. 109.In artikel 1679 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3, worden de woorden "gerechtvaardigde grond" vervangen door de woorden "wettige reden".
Art. 110.In artikel 1680, § 4, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3 en gewijzigd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten3, worden de woorden ", na dagvaarding," ingevoegd tussen de woorden "in kort gelding neemt" en de woorden "alle maatregelen".
Art. 111.In artikel 1690, § 4, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "vernietging" vervangen door het woord "vernietiging";2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 112.In artikel 1700, § 3, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3, wordt het woord "bewijskracht" vervangen door het woord "bewijswaarde".
Art. 113.In artikel 1705 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3, wordt paragraaf 1 aangevuld met de volgende zin: "Na raadpleging van de partijen beslist het scheidsgerecht om deze zitting in persoon, op afstand middels enig passend communicatiemiddel, of middels een combinatie van die middelen te houden."
Art. 114.In artikel 1708 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3, worden de woorden "Een partij kan" vervangen voor de woorden "Onverminderd artikel 1698 kan een partij".
Art. 115.In artikel 1713 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3 en gewijzigd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3 worden de woorden "ondertekend door de arbiter" vervangen door de woorden "handgeschreven ondertekend of, volgens het tweede lid, elektronisch ondertekend door de arbiter of de arbiters";2° paragraaf 3 wordt aangevuld met twee leden, luidende: "Het scheidsgerecht kan, behoudens verzet van een van de partijen, de arbitrale uitspraak in digitale vorm doen door deze te voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening als bedoeld in artikel 3, 12°, van de Verordening (EU) nr.910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG. De datum van de uitspraak is de datum van de laatste handtekening."; 3° in paragraaf 5, a), wordt het woord "woonplaatsen" vervangen door het woord "adressen".
Art. 116.In artikel 1717 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt aangevuld met een zin, luidende: "Indien er grond is voor de vernietiging van een deel van de arbitrale uitspraak, wordt alleen dat deel vernietigd indien het kan worden gescheiden van de andere delen van de uitspraak."; 2° in paragraaf 3, a), i), worden de woorden "of het scheidsgerecht zich zonder rechtsmacht heeft verklaard ondanks een geldige arbitrageovereenkomst;" ingevoegd tussen de woorden "volgens Belgisch recht;" en het woord "of"; 3° in paragraaf 3, a), iii), worden de woorden ", met dien verstande evenwel dat, indien de beslissingen betreffende vragen die aan arbitrage zijn onderworpen, gescheiden kunnen worden van de beslissingen betreffende vragen die er niet aan onderworpen zijn, enkel het gedeelte met de beslissingen over vragen die niet aan arbitrage onderworpen zijn, kan vernietigd worden" opgeheven;4° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt: " § 4.a) Behalve in het in artikel 1690, § 4, eerste lid, bedoelde geval, kan een vordering tot vernietiging niet worden ingesteld na verloop van een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum waarop de uitspraak overeenkomstig artikel 1678 werd meegedeeld aan de partij die deze vordering instelt, of, in afwijking hiervan, in geval van interpretatie, verbetering of aanvulling van een uitspraak krachtens artikel 1715 of krachtens een overeenkomst tussen partijen, te rekenen vanaf de datum waarop mededeling overeenkomstig artikel 1678 werd gedaan van de beslissing van het scheidsgerecht over de interpretatie, verbetering of aanvulling van de uitspraak aan de partij die de vordering tot vernietiging instelt. b) Indien de vordering tot vernietiging wordt ingesteld op basis van paragraaf 3, b), iii, begint de in de bepaling onder a), vermelde termijn van drie maanden te lopen vanaf de ontdekking van het bedrog door de partij die de vordering tot vernietiging instelt."; 5° in paragraaf 5 worden de woorden "en er zich toen niet heeft op beroepen" vervangen door de woorden "en er zich zonder wettige reden niet ten gepaste tijde heeft op beroepen voor het scheidsgerecht";6° in paragraaf 6, worden de woorden "kan, wanneer zij een vordering tot vernietiging van een arbitrale uitspraak krijgt, desgevallend," vervangen door de woorden "voor wie een vordering tot vernietiging van een arbitrale uitspraak aanhangig is, kan" en wordt het woord "opschorten" vervangen door het woord "schorsen";7° in paragraaf 7 worden de woorden "waardoor de uitspraak uitvoerbaar werd verklaard" vervangen door de woorden "tot erkenning en uitvoerbaarverklaring", worden de woorden "en haar derdenverzet" ingevoegd tussen de woorden "haar vordering tot vernietiging" en de woorden ", op straffe van verval" en worden de woorden "de termijn voorzien in § 4 niet is verstreken" vervangen door de woorden "de termijnen voorzien in paragraaf 4 niet zijn verstreken";8° paragraaf 7 wordt aangevuld met twee leden, luidende: "Indien de beslissing tot erkenning en uitvoerbaarverklaring meer dan een maand vóór het verstrijken van de termijn voorzien in paragraaf 4 aan de wederpartij wordt betekend, kan de termijn voor het instellen van een vordering tot vernietiging samen met het derdenverzet niet korter zijn dan de in paragraaf 4 bedoelde termijn. Indien de beslissing tot erkenning en uitvoerbaarverklaring minder dan een maand voor het verstrijken van de termijn voorzien in paragraaf 4 aan de wederpartij wordt betekend, kan de termijn voor het instellen van een vordering tot vernietiging samen met het derdenverzet niet korter zijn dan één maand na deze betekening."; 9° een paragraaf 8 wordt ingevoegd, luidende: " § 8.De rechtbank van eerste aanleg voor wie een vordering tot vernietiging van de arbitrale uitspraak aanhangig is, kan op vordering van een partij bevelen dat de uitvoerbaarheid van de uitspraak wordt geschorst. De rechtbank kan, op vordering van een partij, de ene of de andere partij bevelen een passende zekerheid te stellen."
Art. 117.In artikel 1720 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3 en gewijzigd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt: " § 4.De verzoeker moet of het origineel van de arbitrale uitspraak, zijnde een arbitrale uitspraak voorzien van een door de arbiters handgeschreven handtekening of een gekwalificeerde elektronische handtekening als bedoeld in artikel 3, 12°, van de Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, of een eensluidend verklaarde kopie van de arbitrale uitspraak voorleggen."; 2° een paragraaf 6 wordt ingevoegd, luidende: " § 6.De verzoeker moet de beslissing tot erkenning en uitvoerbaarverklaring van de arbitrale uitspraak doen betekenen aan hem tegen wie tenuitvoerlegging is verzocht. Onverminderd het bepaalde in artikel 1717, § 7, kan binnen een maand na deze betekening tegen de beslissing tot erkenning en uitvoerbaarverklaring derdenverzet bij de rechtbank van eerste aanleg die de bestreden beslissing heeft gewezen worden gedaan."; 3° een paragraaf 7 wordt ingevoegd, luidende: " § 7.De beslissing tot erkenning en uitvoerbaarverklaring van een arbitrale uitspraak heeft geen gevolg voor zover de arbitrale uitspraak is vernietigd."
Art. 118.In artikel 1721 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3 en gewijzigd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten3, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, a), iii), worden de woorden "de de beslissingen" vervangen door de woorden "de beslissingen";2° paragraaf 1, a), vi), wordt aangevuld met het woord "of"; 3° in paragraaf 1, b), ii), worden de woorden "openbare orde." vervangen door de woorden "openbare orde; of"; 4° paragraaf 1, b), wordt aangevuld met de bepaling onder iii), luidende: "iii) dat de uitspraak is verkregen door bedrog."; 5° een paragraaf 1/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 1/1.De in paragraaf 1, a), i), ii), iii) en v), bedoelde gevallen worden niet als grond tot weigering van de erkenning en uitvoerbaarverklaring van een arbitrale uitspraak in aanmerking genomen, indien de partij die ze aanvoert daarvan kennis heeft gekregen tijdens de arbitrageprocedure en er zich zonder wettige reden niet ten gepaste tijde heeft op beroepen voor het scheidsgerecht."; 6° in paragraaf 2, worden de woorden "geen schriftelijke en door de arbiters ondertekende" vervangen door de woorden "geen origineel of eensluidend verklaarde kopie van de" en worden de woorden "1713, § 3" vervangen door de woorden "1720, § 4";7° een paragraaf 2/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 2/1.Indien een verzoek tot vernietiging of schorsing van de arbitrale uitspraak werd ingesteld voor de rechterlijke instantie bedoeld in paragraaf 1, a), vi), kan de rechtbank van eerste aanleg waarvoor een derdenverzet tegen een beslissing tot erkenning of uitvoerbaarverklaring van deze uitspraak aanhangig is, op vordering van een partij, haar beslissing over het derdenverzet uitstellen. In elk geval kan de rechtbank ook beslissen om de tenuitvoerlegging van de uitspraak te schorsen.
De rechtbank van eerste aanleg kan, op vordering van een partij, de ene of de andere partij bevelen een passende zekerheid te stellen."
Art. 119.In artikel 1733 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 februari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten7, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "Indien de bemiddeling betrekking heeft op aangelegenheden bedoeld in artikel 1004/1 vermeldt het bemiddelingsakkoord dat de bemiddelaar de aandacht van de partijen heeft gevestigd op het belang van het kind en verduidelijkt het op welke wijze rekening werd gehouden met dat belang."; 2° het vroegere tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt aangevuld met de volgende zin: "Indien het akkoord de in het tweede lid bedoelde informatie niet bevat, vraagt de rechter de partijen hun akkoord op dit punt aan te vullen en schorst hij de behandeling van het verzoek totdat de partijen het akkoord hebben aangevuld."
Art. 120.In artikel 1736 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 21 februari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten7, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "Indien de bemiddeling betrekking heeft op aangelegenheden bedoeld in artikel 1004/1 vermeldt het bemiddelingsakkoord dat de bemiddelaar de aandacht van de partijen heeft gevestigd op het belang van het kind en verduidelijkt het op welke wijze rekening is gehouden met dat belang."; 2° het vroegere vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt aangevuld met de volgende zin: "Indien het akkoord de in het vierde lid bedoelde informatie niet bevat, vraagt de rechter de partijen hun akkoord op dit punt aan te vullen en schorst hij de behandeling van het verzoek totdat de partijen het akkoord hebben aangevuld."
Art. 121.Artikel 1746 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten6, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3. Indien het geschil betrekking heeft op aangelegenheden bedoeld in artikel 1004/1, wordt in het akkoord vermeld dat de advocaten de aandacht van de partijen hebben gevestigd op het belang van het kind en wordt aangegeven op welke wijze met dit belang rekening is gehouden." HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het Wetboek van de Belgische nationaliteit
Art. 122.In artikel 1 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, wordt de bepaling onder 5° aangevuld met de volgende zin: "Voor een analfabeet in de zin van dit Wetboek is enkel het bewijs van een mondelinge kennis die gelijk is aan het niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen, vereist;"; 2° de paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepaling onder 10°, luidende: "10° analfabeet: de persoon die de vereiste mondelinge taalkennis bezit maar niet over de taalkundige basiscompetenties en inzichten beschikt, waardoor hij de schriftelijke kennis gelijk aan niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen niet kan verwerven, zelfs door deel te nemen aan een door de bevoegde gemeenschapsoverheid daartoe ingerichte opleiding.De inachtneming van deze voorwaarden wordt bevestigd door de bevoegde gemeenschapsoverheid."
Art. 123.In artikel 12bis, § 3, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 juni 1991 en vervangen bij de wet van 4 december 2012, worden de woorden "de volgende, door de vreemdeling met de hand geschreven vermelding" vervangen door de woorden "de volgende vermelding, door de vreemdeling met de hand geschreven of, wanneer de persoon niet in staat is deze met de hand te schrijven, mondeling uitgesproken en opgetekend door de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand". HOOFDSTUK 8. - Interpretatieve bepaling inzake artikel 31, 1°, van de wet van 1 augustus 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/08/1985 pub. 15/11/2000 numac 2000000832 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende fiscale en andere bepalingen . - hoofdstuk III, afdeling II. - Duitse vertaling sluiten houdende fiscale en andere bepalingen
Art. 124.Artikel 31, 1°, van de wet van 1 augustus 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/08/1985 pub. 15/11/2000 numac 2000000832 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende fiscale en andere bepalingen . - hoofdstuk III, afdeling II. - Duitse vertaling sluiten houdende fiscale en andere bepalingen, vervangen bij de wet van 26 maart 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten3, wordt aldus uitgelegd dat de blijvende aard van een invaliditeit bepalend is voor de ernst ervan, ongeacht de graad ervan. HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
Art. 125.In artikel 3 van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 juli 2022, worden in de bepaling onder 9° a) de woorden "de agent die tenminste de graad van commissaris heeft" vervangen door de woorden "de door het diensthoofd hiertoe aangestelde agent die het niveau A heeft" en onder 9° b) de woorden "de burgerambtenaar die ten minste de graad van commissaris heeft" vervangen door de woorden "de door het diensthoofd hiertoe aangestelde burgerambtenaar die het niveau A heeft".
Art. 126.In artikel 13/4, derde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten4 en gewijzigd bij de wet van 14 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten5, worden de woorden "2 tot 6 en 8 tot 9" vervangen door de woorden "2 tot 6 en 8 tot 11".
Art. 127.In artikel 16/4, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten5 en gewijzigd bij de wet van 14 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten5, worden in de Franse tekst de worden "officier de renseignement" vervangen door de woorden "officier des méthodes".
Art. 128.In artikel 19/1, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 4 februari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten0 en gewijzigd bij de wet van 30 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten4, worden de woorden ", of bij verhindering, een ander Commissielid" ingevoegd tussen de woorden "de voorzitter" en het woord "daarvan".
Art. 129.In artikel 21 van dezelfde wet, worden in het derde lid en in het vierde lid telkens de woorden "de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" vervangen door de woorden "het Vast Comité I".
Art. 130.In artikel 43/4, eerste lid, tweede streepje, van de dezelfde wet, ingevoegd bij wet van 4 februari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten0 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" worden vervangen door de woorden "een Gegevensbeschermingsautoriteit";2° de woorden "van dezelfde commissie en" worden opgeheven.
Art. 131.In artikel 43/6 § 1, ingevoegd bij de wet van 4 februari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten0 en gewijzigd bij de wet van 30 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en" opgeheven;2° in het tweede lid worden de woorden "de Commissie tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer" vervangen door de woorden "een Gegevensbeschermings- autoriteit".
Art. 132.In artikel 44bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 3 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten2 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten4, worden de woorden "44bis" opgeheven.
Art. 133.In artikel 44ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 3 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten2 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten4, worden de woorden "44ter" opgeheven. HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingen van de wet van 28 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten1 betreffende de euthanasie
Art. 134.In hoofdstuk II van de wet van 28 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten1 betreffende de euthanasie wordt een artikel 3ter ingevoegd, luidende: "
Art. 3ter.De arts of de psycholoog die in het kader van de toepassing van artikel 3, § 2, 3° en 7°, artikel 3, § 3, 1° of artikel 4, § 2, tweede lid, 1°, een advies aflevert, kan voor dit feit alleen niet worden bestraft als dader of deelnemer aan de strafbare feiten bedoeld in artikel 13/3.".
Art. 135.Artikel 7 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten0, wordt vervangen als volgt: "
Art. 7.§ 1. De commissie stelt een registratiedocument op dat door de arts, telkens wanneer hij euthanasie toepast, ingevuld moet worden.
Dit document bevat de volgende gegevens: 1° de naam, de voornamen, het registratienummer bij het RIZIV, de correspondentiegegevens en de woonplaats van de arts die de euthanasie heeft uitgevoerd en aangegeven;2° de naam, de voornamen en de woonplaats van de patiënt, alsook het geslacht, de spreektaal, de datum en plaats van geboorte, en indien het gaat om een minderjarige of hij/zij oordeelsbekwaam is;3° de datum, de plaats en het uur van overlijden van de patiënt;4° de naam, de voornamen, de woonplaats en de hoedanigheid van de wettelijke vertegenwoordigers van de minderjarige die hun akkoord gaven voor de euthanasie;5° de naam, de voornamen, de hoedanigheid, het registratienummer bij het RIZIV en de woonplaats van de verplicht geraadpleegde arts(en) en in voorkomend geval, psycholoog;het opgestelde advies van deze arts(en) en in voorkomend geval van deze psycholoog en de data van de raadplegingen; 6° de naam, de voornamen, de hoedanigheid en de woonplaats van alle personen en instanties die door de arts die de euthanasie heeft uitgevoerd en aangegeven, werden geraadpleegd, alsook de data van de raadplegingen;7° indien er een wilsverklaring is waarin één of meerdere vertrouwenspersonen worden aangewezen, de naam en de voornamen van de betrokken vertrouwensperso(o)n(en);8° Indien de euthanasie is uitgevoerd op basis van een wilsverklaring, moet de toestand van bewustzijn of niet meer bij bewustzijn van de patiënt op het moment van de euthanasie, vermeld worden;9° de naam, de voornamen, het registratienummer bij het RIZIV en het adres van de apotheker die de producten heeft afgeleverd, de afgeleverde producten en hun hoeveelheid en eventueel het overschot dat aan de apotheker werd terugbezorgd;10° de wijze waarop de euthanasie is toegepast en de gebruikte middelen;11° de aard van de ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening waaraan de patiënt leed;12° de aard van de aanhoudende en ondraaglijke fysieke en/of psychische pijn;13° de redenen waarom dit lijden niet gelenigd kon worden;14° de geschatte korte of niet korte termijn van het overlijden;15° de elementen waaruit blijkt dat het verzoek vrijwillig, overwogen en herhaald is en niet tot stand is gekomen als gevolg van enige externe druk;16° het bestaan van een wilsverklaring bedoeld in artikel 4, de datum wanneer deze werd opgesteld en of deze werd opgesteld door de patiënt of door een derde, of het bestaan van een schriftelijk verzoek bedoeld in artikel 3, § 4, de datum wanneer dit werd opgesteld en of het werd opgesteld door de patiënt of door een derde;17° de procedure die de arts gevolgd heeft. § 2. Onverminderd artikel 8, derde lid, kan het in paragraaf 1 bedoelde registratiedocument enkel aan de leden van de commissie en aan het administratief personeel dat ter beschikking van de commissie is gesteld worden meegedeeld en kan het aan geen andere persoon of instantie worden meegedeeld. § 3. De gegevens die worden verzameld in het in paragraaf 1 bedoelde registratiedocument worden verwijderd na het verstrijken van de termijn van twintig jaar na het overlijden van de persoon waarop het registratiedocument betrekking heeft. Indien een rechtsvordering is ingesteld, wordt deze termijn verlengd tot op het ogenblik waarop omtrent deze vordering een in kracht van gewijsde gegane beslissing werd getroffen."
Art. 136.Artikel 8 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt: "
Art. 8.De commissie onderzoekt het volledig ingevulde registratiedocument dat haar door de arts die de euthanasie heeft uitgevoerd, is overgezonden. Zij gaat op basis van het registratiedocument na of de euthanasie is uitgevoerd onder de voorwaarden en volgens de procedure bepaald in deze wet. De commissie kan bij de arts die de euthanasie heeft uitgevoerd, elk element uit het medisch dossier dat betrekking heeft op de euthanasie opvragen.
De commissie spreekt zich binnen twee maanden uit.
Als de commissie bij beslissing genomen door een tweederdemeerderheid van oordeel is dat de in deze wet bepaalde voorwaarden niet zijn nageleefd, dan zendt zij het dossier over aan de procureur des Konings van de plaats van overlijden van de patiënt.
Als uit het registratiedocument blijkt dat er feiten of omstandigheden bestaan waardoor de onafhankelijkheid of de onpartijdigheid van het oordeel van een lid van de commissie in het gedrang komt, neemt het lid geen deel aan de beraadslagingen van de commissie over de betrokken zaak.".
Art. 137.In artikel 9 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de bepaling onder a) vervangen als volgt: "a) een statistisch verslag gebaseerd op de gegevens in de ontvangen registratiedocumenten bedoeld in artikel 7, waarbij die gegevens worden geanonimiseerd."; 2° in het tweede lid worden de woorden "De inlichtingen die de commissie inwint zijn vertrouwelijk" vervangen door de woorden "De inlichtingen die de commissie inwint kunnen door de commissie aan geen andere persoon of instantie worden meegedeeld".
Art. 138.Artikel 11 van hetzelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende: "De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt aangewezen als de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4.7) van de Algemene Verordening voor Gegevensbescherming nr. 2016/679, van de gegevens in de ontvangen registratiedocumenten bedoeld in artikel 7.
De doelstelling van deze gegevensverwerking is enerzijds toezicht te houden op de rechtmatigheid van euthanasie, zoals bepaald in artikel 8, en anderzijds verslagen en aanbevelingen op te stellen, zoals bepaald in artikel 9."
Art. 139.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk V/2 ingevoegd, luidende "Strafbepalingen".
Art. 140.In hoofdstuk V/2, ingevoegd bij artikel 139, wordt een artikel 13/3 ingevoegd, luidende: "
Art. 13/3.§ 1. De arts die een euthanasie uitvoert, waarbij één van de grondvoorwaarden bepaald in artikel 3, § 1, derde of vierde gedachtestreepje of artikel 4, § 2, eerste lid, 1e tot 3e streepje, niet wordt nageleefd, wordt gestraft met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar. § 2. De arts die een euthanasie uitvoert, waarbij één of meerdere van de procedurele voorwaarden bepaald in artikel 3, § 2, 3° en 7°, en § 3, 1°, of artikel 4, § 2, tweede lid, 1°, niet worden nageleefd, wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot drie jaar en een geldboete van 26 euro tot 1.000 euro, of één van die straffen alleen.
Indien verzachtende omstandigheden aanwezig zijn, kunnen de gevangenisstraf, de werkstraf, de autonome probatiestraf en de geldboete respectievelijk tot beneden acht dagen, vijfenveertig uren, twaalf maanden en zesentwintig euro worden verminderd, zonder dat zij lager mogen zijn dan politiestraffen. De rechter kan ook een van die straffen afzonderlijk toepassen. § 3. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de misdrijven bepaald in dit artikel." HOOFDSTUK 1 1. - Wijzigingen van het Wetboek van internationaal privaatrecht
Art. 141.Het opschrift van hoofdstuk IV van het Wetboek van internationaal privaatrecht wordt vervangen als volgt: "Hoofdstuk IV. Het geregistreerd partnerschap".
Art. 142.Artikel 58 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt: "Begrip "geregistreerd partnerschap"
Art. 58.Het begrip "geregistreerd partnerschap" in deze wet betekent de regeling inzake het samenleven van twee personen die bij wet is vastgesteld, waarvan registratie bij dezelfde wet verplicht is en die voldoet aan de bij die wet voor zijn totstandbrenging vastgestelde vormvereisten."
Art. 143.Artikel 59 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt: "Internationale bevoegdheid inzake het geregistreerd partnerschap.
Art. 59.Artikel 42 is naar analogie van toepassing op de vorderingen betreffende een geregistreerd partnerschap.
De registratie van het sluiten van een geregistreerd partnerschap kan in België alleen dan worden gedaan ingeval de partijen op het ogenblik van het sluiten een gemeenschappelijke gewone verblijfplaats hebben in België.
De registratie van de beëindiging van het geregistreerd partnerschap kan in België alleen dan worden gedaan als het sluiten van het partnerschap in België is geregistreerd."
Art. 144.Artikel 60 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt: "Recht toepasselijk op het geregistreerd partnerschap.
Art. 60.Het geregistreerd partnerschap wordt beheerst door het recht van de Staat op wiens grondgebied het voor het eerst is geregistreerd.
Dit recht bepaalt inzonderheid de voorwaarden van de vaststelling van het partnerschap, de gevolgen van het partnerschap voor de goederen van de partijen, alsmede de oorzaken en de voorwaarden inzake de beëindiging van het partnerschap.
Artikel 54 is naar analogie van toepassing. Ingeval het geregistreerd partnerschap evenwel niet bestaat in het aangewezen recht, wordt het recht toegepast van de Staat op wiens grondgebied het partnerschap is geregistreerd." HOOFDSTUK 1 2. - Wijziging van de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3 tot wijziging van het zesde deel van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de arbitrage
Art. 145.Artikel 59 van de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten3 tot wijziging van het zesde deel van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de arbitrage is vervangen als volgt: " § 1. Deze wet is van toepassing op arbitrages met plaats van arbitrage in België of onderworpen aan het Belgische arbitragerecht die aanvangen na de inwerkingtreding van deze wet, ongeacht de datum van de arbitrageovereenkomst.
Op arbitrages met plaats van arbitrage in België of onderworpen aan het Belgische arbitragerecht die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet aanhangig zijn, blijft het zesde deel van het Gerechtelijk Wetboek zoals het voor de inwerkingtreding van deze wet luidde van toepassing. § 2. Deze wet is van toepassing op procedures voor de overheidsrechter die aanhangig worden gemaakt na de inwerkingtreding van deze wet, ongeacht de datum van de arbitrageovereenkomst.
Op procedures voor de overheidsrechter die aanhangig zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet blijft het zesde deel van het Gerechtelijk Wetboek zoals het voor de inwerkingtreding van deze wet luidde van toepassing. § 3. In afwijking van paragraaf 2, eerste lid, blijft het zesde deel van het Gerechtelijk Wetboek zoals het voor de inwerkingtreding van deze wet luidde van toepassing op procedures voor de overheidsrechter die aanhangig worden gemaakt na de inwerkingtreding van deze wet indien zij betrekking hebben op arbitrages met plaats van arbitrage in België die aanvingen vóór de inwerkingtreding van deze wet."
Art. 146.Artikel 145 doet geen afbreuk aan voor de datum van inwerkingtreding van deze wet gegeven arbitrale uitspraken en vonnissen. HOOFDSTUK 1 3. - Wijzigingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen Afdeling 1. - Omzetting van gedelegeerde richtlijn (EU) 2023/2775 van
de Commissie van 17 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aanpassingen van de groottecriteria voor micro-ondernemingen, kleine, middelgrote en grote ondernemingen of groepen
Art. 147.In artikel 1:24, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het cijfer "9.000.000" wordt vervangen door het cijfer "11.250.000"; 2° het cijfer "4.500.000" wordt vervangen door het cijfer "6.000.000".
Art. 148.In artikel 1:25, § 1, van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het cijfer "700.000" wordt vervangen door het cijfer "900.000"; 2° het cijfer "350.000" wordt vervangen door het cijfer "450.000"."
Art. 149.In artikel 1:26, § 1, van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het cijfer "34.000.000" wordt vervangen door het cijfer "42.500.000"; 2° het cijfer "17.000.000" wordt vervangen door het cijfer "21.250.000". Afdeling 2. - Wijzigingen van de groottecriteria voor verenigingen en
stichtingen
Art. 150.In artikel 3:47, § 2, van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het cijfer "334.500" wordt vervangen door het cijfer "391.000"; 2° het cijfer "1.337.000" wordt telkens vervangen door het cijfer "1.562.000"."
Art. 151.In artikel 3:51, § 2, van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het cijfer "334.500" wordt vervangen door het cijfer "391.000"; 2° het cijfer "1.337.000" wordt telkens vervangen door het cijfer "1.562.000"." Afdeling 3. - Wijzigingen inzake governance
en de overdracht van significante activa
Art. 152.In artikel 5:2, eerste lid, 2°, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, gewijzigd bij de wet van 28 april 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten2, worden de woorden "7:86/1," ingevoegd tussen de woorden "7:86," en de woorden "7:87", en worden de woorden "7:151/1," ingevoegd tussen de woorden "7:151," en de woorden "7:175".
Art. 153.In artikel 7:85, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, wordt de zin "Indien en zolang de vennootschap minder dan drie aandeelhouders heeft, mag de raad van bestuur bestaan uit twee bestuurders" vervangen als volgt: "Behalve bij genoteerde vennootschappen mag de raad van bestuur bestaan uit twee bestuurders, indien en zolang de vennootschap minder dan drie aandeelhouders heeft."
Art. 154.Artikel 7:86 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd door de wet van 28 april 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten2, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: " § 2. De bestuurders in genoteerde vennootschappen en organisaties van openbaar belang bedoeld in artikel 1:12, 2°, mogen zich niet in één van de in artikel 20 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten6 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen voorziene gevallen bevinden."
Art. 155.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 7:86/1 ingevoegd, luidende: "Art. 7:86/1. In genoteerde vennootschappen zijn minstens drie bestuurders onafhankelijk als bedoeld in artikel 7:87.
Voldoet de samenstelling van de raad van bestuur om welke reden dan ook niet of niet langer aan de vereiste gesteld in het eerste lid, dan stelt de eerstvolgende algemene vergadering een raad van bestuur samen die wel aan deze vereiste voldoet, zonder dat dit afbreuk doet aan de regelmatigheid van de samenstelling van de raad van bestuur tot op dat ogenblik. Elke andere benoeming is nietig.
Ingeval de raad van bestuur na de algemene vergadering bedoeld in het tweede lid niet is samengesteld overeenkomstig het eerste en het tweede lid, dan wordt elk financieel of ander voordeel dat aan de bestuurders toekomt op grond van hun mandaat vanaf dat ogenblik geschorst, tot op het ogenblik waarop de samenstelling van de raad van bestuur terug in overeenstemming is."
Art. 156.In artikel 7:87 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt het woord "minstens" ingevoegd tussen de woorden "voldoet, worden" en de woorden "de criteria";2° in paragraaf 1, tweede lid, wordt de laatste zin opgeheven; 3° in paragraaf 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende: "Wanneer de raad van bestuur de kandidaatstelling van een onafhankelijke bestuurder voorlegt aan de algemene vergadering, bevestigt hij uitdrukkelijk geen indicatie te hebben van enig element dat de onafhankelijkheid bedoeld in het eerste lid in twijfel zou kunnen trekken."; 4° paragraaf 1, derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt vervangen als volgt: "Wanneer de raad van bestuur de kandidaatstelling van een onafhankelijke bestuurder over wiens onafhankelijkheid als bedoeld in het eerste lid twijfel zou kunnen bestaan, voorlegt aan de algemene vergadering, licht hij deze indicatie(s) toe en zet hij de redenen uiteen waarom hij aanneemt dat de kandidaat daadwerkelijk onafhankelijk is als bedoeld in het eerste lid."
Art. 157.In artikel 7:88, § 2, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 april 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "gesteld in artikel 7:86, eerste lid," vervangen door de woorden "gesteld in artikel 7:86, § 1, eerste lid,".2° in het tweede lid: a) worden de woorden "Artikel 7:86, derde lid, is" vervangen door de woorden "Artikel 7:86, § 1, derde lid, is";b) worden de woorden "te brengen met artikel 7:86, eerste lid" vervangen door de woorden "te brengen met artikel 7:86, § 1, eerste lid".
Art. 158.Artikel 7:97, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende: "3° een voorstel van overdracht van activa als bedoeld in artikel 7:151/1 die verband houdt met een partij die met die genoteerde vennootschap is verbonden."
Art. 159.In artikel 7:106 van hetzelfde Wetboek wordt het woord "7:86/1," ingevoegd tussen het woord "7:86," en het woord "7:87".
Art. 160.Artikel 7:107 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een lid, luidende: "Leden van de directieraad in genoteerde vennootschappen en organisaties van openbaar belang bedoeld in artikel 1:12, 2°, mogen zich niet in een van de in artikel 20 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten6 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen voorziene gevallen bevinden."
Art. 161.Artikel 7:116, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 april 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten2, wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende: "3° een voorstel van overdracht van activa als bedoeld in artikel 7:151/1 aan een partij die met die genoteerde vennootschap is verbonden."
Art. 162.Artikel 7:121 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een lid, luidende: "Personen belast met het dagelijks bestuur en de andere personen belast met de leiding bedoeld in artikel 3:6, § 3, derde lid, in genoteerde vennootschappen en organisaties van openbaar belang bedoeld in artikel 1:12, 2°, mogen zich niet in een van de in artikel 20 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten6 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen voorziene gevallen bevinden."
Art. 163.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 7:151/1 ingevoegd, luidende: "Art. 7:151/1. § 1. In genoteerde vennootschappen kan enkel de algemene vergadering een overdracht van activa die betrekking heeft op drie vierden of meer van de activa van de vennootschap goedkeuren. Om te bepalen of de overdracht minstens drie vierden van de activa van de vennootschap betreft, dient de voorgestelde overdracht getoetst te worden aan de laatste jaarrekening die werd openbaar gemaakt. Indien de genoteerde vennootschap geconsolideerde jaarrekeningen openbaar maakt, moet de drievierdendrempel ook op basis van de geconsolideerde activa worden berekend.
De niet-genoteerde dochtervennootschappen van een genoteerde vennootschap kunnen zonder voorafgaand akkoord van de algemene vergadering van deze genoteerde vennootschap geen activa overdragen waarvan de waarde meer bedraagt dan drie vierden van de geconsolideerde activa van deze genoteerde vennootschap.
Alle overdrachten van activa door een genoteerde vennootschap en door niet-genoteerde dochtervennootschappen van deze genoteerde vennootschap die hebben plaatsgevonden in een voorafgaande periode van twaalf maanden en die niet werden goedgekeurd door de algemene vergadering van deze genoteerde vennootschap worden samengeteld met de voorgenomen overdracht van activa om te bepalen of de voorgenomen overdracht van activa betrekking heeft op drie vierden of meer van de activa dan wel van de geconsolideerde activa van de vennootschap.
Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing wanneer de activa overgedragen worden aan een dochtervennootschap van de genoteerde vennootschap, behalve als de natuurlijke of rechtspersoon die de rechtstreekse of onrechtstreekse controle over de genoteerde vennootschap heeft, rechtstreeks of onrechtstreeks via andere natuurlijke of rechtspersonen dan de genoteerde vennootschap, een deelneming aanhoudt die minstens 25 % van het kapitaal van de betrokken dochtervennootschap vertegenwoordigt of die hem ingeval van winstuitkering door die dochtervennootschap recht geeft op minstens 25 % daarvan.
Het besluit van de algemene vergadering om drie vierden of meer van de activa over te dragen wordt neergelegd en bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 2:8 en 2:14, 4°.
De Koning kan, na advies van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, nadere criteria bepalen voor de wijze waarop de drempel van drie vierden wordt berekend. § 2. Indien een overdracht als bedoeld in dit artikel ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de algemene vergadering van de genoteerde vennootschap, verantwoordt het bestuursorgaan van de genoteerde vennootschap de voorgestelde overdracht in een omstandig verslag dat in de agenda wordt vermeld.
Een kopie van dit verslag wordt aan de houders van aandelen, winstbewijzen, converteerbare obligaties, inschrijvingsrechten of met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten ter beschikking gesteld overeenkomstig artikel 7:132.
Ontbreekt dit verslag, dan is het besluit van de algemene vergadering nietig. § 3. Het ontbreken van de goedkeuring van de algemene vergadering van een overdracht bedoeld in paragraaf 1 tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuursorgaan niet aan." HOOFDSTUK 1 4. - Wijziging van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
Art. 164.In artikel 13 van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009267 bron ministerie van justitie Wet tot verbetering van de strafrechtspleging in het stadium van het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek type wet prom. 12/03/1998 pub. 02/04/1998 numac 1998009266 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering inzake de procedure tot onttrekking van de zaak aan de rechter sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bestaande tekst van het eerste en het tweede lid vormt paragraaf 1;2° de bestaande tekst van het derde lid vormt paragraaf 2;3° de bestaande tekst van het vierde lid vormt paragraaf 3;4° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende: " § 4.Indien een agent, tijdens een veiligheidsonderzoek of een veiligheidsverificatie in de zin van de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleeerde dienst, kennis neemt van informatie die wijst op het bestaan van een potentiële dreiging als bedoeld in de artikelen 7 en 8 of tegen een belang als bedoeld in artikel 11, maakt hij deze onmiddellijk schriftelijk over aan zijn diensthoofd of aan diens gedelegeerde, met het oog op de verwerking ervan ter bestrijding van de voormelde dreiging." HOOFDSTUK 1 5. - Verschillende wijzigingen ingevolge het arrest nr. 12/2023 van 19 januari 2023 van het Grondwettelijk Hof Afdeling 1. - Wijziging van het oud Burgerlijk Wetboek
Art. 165.In het oud Burgerlijk Wetboek wordt een artikel 334quater ingevoegd, luidende: "
Art. 334quater.In geval van betwisting van de afstamming, een nietigverklaring van een frauduleuze erkenning of een nietigverklaring van een akte van de burgerlijke stand, in voorkomend geval naar aanleiding van een beslissing genomen op grond van artikel 463 van het Wetboek van Strafvordering, die leidt tot de vernietiging van de afstammingsband ten aanzien van een Belgische ouder, spreekt de rechter zich uit over het eventuele behoud van de Belgische nationaliteit van het kind." Afdeling 2. - Wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit
Art. 166.In hoofdstuk 1 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit wordt een artikel 7ter ingevoegd, luidende: "
Art. 7ter.In het geval dat de afstamming van een Belgische ouder niet langer vaststaat, vindt de intrekking van rechtswege van de Belgische nationaliteit van het kind niet plaats indien in het vonnis waarbij de vernietiging van de afstamming wordt uitgesproken, is beslist om de Belgische nationaliteit te behouden overeenkomstig artikel 334quater van het oud Burgerlijk Wetboek.
In het geval van intrekking van de Belgische nationaliteit, betekent de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand die intrekking onverwijld per aangetekende zending aan de betrokkene of zijn wettelijke vertegenwoordiger.
Tenzij een rechter zich reeds heeft uitgesproken over het behoud van de Belgische nationaliteit overeenkomstig artikel 334quater van het oud Burgerlijk Wetboek, vermeldt de betekening dat tegen een dergelijke intrekking beroep kan worden aangetekend bij de familierechtbank binnen vijftien dagen na deze betekening." TITEL 4. - Opheffingsbepalingen
Art. 167.Hoofdstuk III van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen sluiten3 betreffende de elektronische procesvoering, dat de artikelen 28/1 tot 37 bevat, wordt opgeheven.
Art. 168.Artikel 4 van de wet van 14 juli 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/05/1999 pub. 12/06/1999 numac 1999003331 bron ministerie van financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten5 tot wijziging van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst type wet prom. 30/11/1998 pub. 02/02/1999 numac 1998003675 bron ministerie van financien Wet houdende elfde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Sectie 12, Ministerie van Justitie sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten wordt ingetrokken.
TITEL 5. - Overgangsbepalingen
Art. 169.De definitie uit artikel 58 van het Wetboek van internationaal privaatrecht, zoals gewijzigd bij artikel 142, is van toepassing op de geregistreerde partnerschappen die erkend zijn door de Belgische overheden na de inwerkingtreding van deze wet.
Art. 170.titel 3, hoofdstuk 13, afdelingen 1 en 2, is van toepassing op de boekjaren die een aanvang nemen na 31 december 2023.
Art. 171.Het bij artikel 155 ingevoegde artikel 7:86/1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen is van toepassing vanaf de eerste dag van het tweede boekjaar dat aanvangt na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.
TITEL 6. - Inwerkingtreding
Art. 172.De artikelen 15 tot 18 en 167 treden in werking op 1 april 2024.
Titel 2, hoofdstuk 12, treedt in werking op 30 maart 2024.
De artikelen 20 tot 24 en 31 treden in werking op 1 januari 2025.
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het derde lid.
Artikel 164 heeft uitwerking met ingang van 15 augustus 2022.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 27 maart 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 55 3728 Integraal Verslag : 21 maart 2024