Etaamb.openjustice.be
Wet van 05 augustus 2006
gepubliceerd op 21 maart 2008

Wet houdende instemming met het Bilateraal Akkoord over wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Democratische Republiek Kongo, ondertekend te Brussel op 12 februari 2004 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2006015130
pub.
21/03/2008
prom.
05/08/2006
ELI
eli/wet/2006/08/05/2006015130/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 AUGUSTUS 2006. - Wet houdende instemming met het Bilateraal Akkoord over wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Democratische Republiek Kongo, ondertekend te Brussel op 12 februari 2004 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Bilateraal akkoord over wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Democratische Republiek Kongo, ondertekend te Brussel op 12 februari 2004, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 5 augustus 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2005-2006. Senaat Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 27 maart 2006, nr. 3-1622/1. - Verslag, nr. 3-1622/2 Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming. Vergadering van 18 mei 2006.

Kamer van volksvertegenwoordigers Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 51-2502/1.

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-2502/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming. Vergadering van 15 juni 2006. (2) Dit Akkoord treedt in werking op 1 april 2008. Bilateraal Akkoord over wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Democratische Republiek Kongo De Regering van het Koninkrijk België en De Regering van de Democratische Republiek Kongo, hierna de "overeenkomstsluitende Partijen" genoemd.

Overwegende dat strafbare feiten op het vlak van de douanewetten nadeel toebrengen aan de economische en commerciële belangen van hun respectieve landen;

Overwegende dat het van belang is een juiste heffing van de douanerechten en andere belastingen te verzekeren en ervoor te zorgen dat de beperkingen, verboden en controles juist worden toegepast;

Het belang inziend van de noodzaak om op internationaal niveau samen te werken voor de behandeling van vragen in verband met de toepassing van hun douanewetgeving;

Ervan overtuigd dat de strijd tegen strafbare feiten op het stuk van de douanewetten doeltreffender kan worden door een nauwe samenwerking tussen hun douaneadministraties;

Gezien de internationale overeenkomsten over verboden, beperkingen en bijzondere controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde goederen;

Zijn het volgende overeengekomen : Definities Artikel 1 Voor de toepassing van dit Akkoord verstaat men onder : 1. "Douaneadministraties" : Voor de Democratische Republiek Kongo : het Bureau der Douane en Accijnzen, afgekort OFIDA, ministerie dat bevoegd is voor Financiën; Voor het Koninkrijk België : de Centrale administratie der Douane en Accijnzen, ministerie van Financiën. 2. "Douanewetten" : geheel van door de douaneadministratie toegepaste wettelijke bepalingen en voorschriften inzake de in-, uit- en doorvoer van goederen, zowel die welke de douanerechten en alle andere rechten en belastingen betreffen als die welke de maatregelen inzake verboden, beperkingen en controle betreffen.3. "Strafbaar feit op het stuk van de douanewetten" : iedere overtreding of poging van overtreding van de douanewetgeving.4. "Persoon" : iedere natuurlijke of rechtspersoon.5. "Persoonsgegevens" : de gegevens die betrekking hebben op een natuurlijke of rechtspersoon die is of kan worden geïdentificeerd.6. "Inlichtingen" : ieder gegeven, document, verslag of voor eensluidend verklaard afschrift van deze stukken of iedere andere mededeling.7. "Gegeven" : de verwerkte of geanalyseerde inlichting die tot doel heeft bijzonderheden te geven over een strafbaar feit op het stuk van de douanewetten.8. "Verzoekende administratie" : de douaneadministratie die een verzoek om bijstand opstelt.9. "Aangezochte administratie" : douaneadministratie aan wie een verzoek om bijstand is gericht. Toepassingsgebied van het Akkoord Artikel 2 1. De overeenkomstsluitende Partijen verlenen elkaar volgens de bepalingen van dit Akkoord en door tussenkomst van hun douaneadministraties, wederzijdse bijstand ter voorkoming, opsporing en bestrijding van strafbare feiten op het stuk van de douanewetten.2. De door dit Akkoord bepaalde bijstand omvat eveneens - wanneer daartoe het verzoek is ingediend - het verstrekken van alle gegevens die de juiste heffing van de douanerechten en andere belastingen door de douaneadministraties kunnen verzekeren.3. Elke overeenkomstsluitende Partij verleent bijstand in overeenstemming met de wettelijke en administratieve bepalingen die zij toepast en binnen de grenzen van de bevoegdheid en de beschikbare middelen van haar douaneadministratie. Toepassingsgebied van de bijstand Artikel 3 1. De aangezochte administratie verstrekt op verzoek alle inlichtingen over de wetgeving en de nationale douaneprocedures die nuttig zijn voor onderzoeken die naar aanleiding van een strafbaar feit op het stuk van de douanewetten zijn ingesteld.2. Elke douaneadministratie deelt op verzoek of uit eigen beweging alle inlichtingen mede die betrekking hebben op de volgende vragen : a) nieuwe technieken ter bestrijding van de douanefraude die hun doeltreffendheid reeds bewezen hebben;b) nieuwe tendensen inzake strafbare feiten op het stuk van de douanewetten en de middelen of methodes die gebruikt worden om ze te plegen. Bijzondere gevallen van bijstand Artikel 4 De aangezochte administratie verstrekt de verzoekende administratie op verzoek inlichtingen onder meer over de volgende punten : a) de regelmatigheid van de uitvoer of doorvoer, vanaf het douanegebied van de aangezochte overeenkomstsluitende Partij, van goederen die in het douanegebied van de verzoekende overeenkomstsluitende Partij zijn ingevoerd;b) de regelmatigheid van de invoer, in het douanegebied van de Staat van de aangezochte overeenkomstsluitende Partij, van goederen die uit het douanegebied van de Staat van de verzoekende overeenkomstsluitende Partij zijn uitgevoerd en het douanestelsel waaronder de goederen eventueel werden geplaatst. Artikel 5 De aangezochte administratie verstrekt op verzoek inlichtingen en gegevens en houdt een bijzonder toezicht op : a) personen van wie de verzoekende Partij vermoedt dat zij strafbare feiten op het stuk van de douanewetten plegen of kunnen plegen;b) goederen waarvan de verzoekende Partij zegt dat zij het voorwerp uitmaken van een onregelmatig verkeer of van een verkeer waarvan men vermoedt dat het onregelmatig is, van en naar haar grondgebied;c) transportmiddelen waarvan wordt vermoed dat ze worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten op het stuk van de douanewetten in het douanegebied van de Staat van de verzoekende Partij. Artikel 6 1. De douaneadministraties verschaffen elkaar, op verzoek of uit eigen beweging, inlichtingen en gegevens over vastgestelde of voorgenomen handelingen die een strafbaar feit op het stuk van de douanewetten vormen of doen vermoeden.2. In de gevallen die de economie, de volksgezondheid, de openbare orde of andere vitale belangen van een overeenkomstsluitende Partij ernstig in het gevaar kunnen brengen, verstrekt de douaneadministratie van de andere overeenkomstsluitende Partij onverwijld de nodige inlichtingen en gegevens uit eigen beweging. Inlichtingen en gegevens Artikel 7 1. De originele dossiers, documenten en andere stukken worden slechts gevraagd wanneer kopieën niet zouden voldoen.Wanneer in die gevallen de originele stukken niet geleverd kunnen worden, worden de voor eensluidend verklaarde afschriften aan de verzoekende Partij bezorgd. 2. De originele dossiers, documenten en andere stukken worden op zodanige wijze bezorgd dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de rechten die de aangezochte Partij of elke andere partij op deze documenten zou hebben verworven.3. De originele dossiers, documenten en andere stukken moeten zo snel mogelijk teruggegeven worden.4. De in overeenstemming met dit Akkoord uit te wisselen inlichtingen en gegevens dienen vergezeld te gaan van alle nuttige aanwijzingen die nodig zijn voor hun interpretatie of hun gebruik. Deskundigen en getuigen Artikel 8 Op verzoek van de andere Partij kan de aangezochte administratie haar ambtenaren machtigen om op het grondgebied van de verzoekende Partij als deskundige of getuige voor de rechtbanken of de administratieve autoriteiten te verschijnen. Deze ambtenaren zijn gemachtigd, binnen de grenzen vastgelegd door hun administratie, dossiers, documenten en andere stukken of de voor eensluidend verklaarde afschriften van deze stukken met betrekking tot hetgeen zij in de uitoefening van hun functie hebben waargenomen, voor te leggen. Het verzoek om verschijning van de verzoekende Partij moet in het bijzonder aangeven in welke aangelegenheid en in welke hoedanigheid de ambtenaar zal worden gehoord.

Behandeling van de verzoeken Artikel 9 Wanneer de aangezochte administratie niet over de gevraagde inlichtingen beschikt, moet zij, onder voorbehoud van de nationale wetsbepalingen en administratieve voorschriften : a) onderzoeken instellen om deze inlichtingen te verkrijgen, of b) het verzoek onmiddellijk doorsturen naar de bevoegde autoriteit, of c) de bevoegde autoriteiten terzake aanwijzen. Artikel 10 1. Op schriftelijk verzoek kunnen de door de verzoekende administratie speciaal aangewezen ambtenaren, ten behoeve van de onderzoeken naar een strafbaar feit op het stuk van de douanewetten, met machtiging van de aangezochte administratie en onder voorbehoud van de door deze laatste eventueel opgelegde voorwaarden : a) in de kantoren van de aangezochte administratie documenten, dossiers en andere stukken raadplegen met het doel er inlichtingen over dit strafbaar feit in terug te vinden;b) kopieën van documenten, dossiers en andere stukken over het betrokken strafbaar feit laten maken;c) aanwezig zijn bij elk onderzoek dat de aangezochte administratie op het douanegebied van de Staat van de aangezochte overeenkomstsluitende Partij instelt en dat nuttig is voor de verzoekende administratie.2. Wanneer de ambtenaren van de verzoekende administratie zich, onder de in paragraaf 1 van dit artikel bepaalde voorwaarden, op het grondgebied van de Staat van de andere overeenkomstsluitende Partij bevinden, moeten zij te allen tijde het bewijs kunnen leveren dat zij officieel bevoegd zijn om te handelen.3. Zij genieten op dit grondgebied dezelfde bescherming en bijstand die aan de douaneambtenaren van de andere overeenkomstsluitende partij door de op het grondgebied van de Staat van deze laatste geldende wetgeving zijn toegekend en zijn verantwoordelijk voor ieder strafbaar feit dat zij eventueel zouden begaan. Bescherming van de inlichtingen Artikel 11 1. De binnen het raam van de administratieve bijstand overeenkomstig dit Akkoord verkregen inlichtingen of gegevens mogen uitsluitend voor de doeleinden van dit Akkoord en door de douaneadministraties worden gebruikt, behalve wanneer de overeenkomstsluitende Partij die deze inlichtingen heeft verstrekt, het gebruik ervan voor andere doeleinden of door andere autoriteiten uitdrukkelijk toestaat.2. De in overeenstemming met dit Akkoord verkregen inlichtingen of gegevens moeten als vertrouwelijk worden beschouwd en een bescherming genieten die minstens gelijkwaardig is met de bescherming die voor de inlichtingen of gegevens van dezelfde aard door de nationale wetgeving van de overeenkomstsluitende Partij die ze ontvangt, is vastgesteld. Afwijkingen Artikel 12 1. De door dit Akkoord bepaalde bijstand kan worden geweigerd, wanneer deze bijstand zou kunnen leiden tot aantasting van de soevereiniteit, de veiligheid, de openbare orde of andere wezenlijke nationale belangen van een overeenkomstsluitende Partij, wanneer de bijstand de schending van een industrieel, commercieel of beroepsgeheim tot gevolg heeft of onverenigbaar is met door een overeenkomstsluitende Partij toegepaste wetsbepalingen en administratieve voorschriften.2. Wanneer de verzoekende administratie niet in staat is een gelijksoortig verzoek dat door de aangezochte administratie zou zijn ingediend, in te willigen, vermeldt zij dit in de uiteenzetting van haar verzoek.In dergelijk geval heeft de aangezochte administratie de algehele vrijheid om over het gevolg dat aan dit verzoek moet worden gegeven, te beslissen. 3. De bijstand kan door de aangezochte administratie worden uitgesteld wanneer dit een onderzoek, rechtsvervolgingen of een procedure aan de gang verstoort.In dat geval raadpleegt de aangezochte administratie de verzoekende administratie om te bepalen of de bijstand kan worden verleend onder de door de aangezochte administratie eventueel voorgestelde voorwaarden. 4. Wanneer aan een verzoek om bijstand geen gevolg kan worden gegeven, wordt de verzoekende administratie hiervan onmiddellijk verwittigd aan de hand van een uiteenzetting van de redenen en omstandigheden die voor het vervolg van de zaak belangrijk kunnen zijn. Vorm en inhoud van de verzoeken om bijstand Artikel 13 1. De krachtens dit Akkoord verleende bijstand, geschiedt rechtstreeks tussen de douaneadministraties.2. De krachtens dit Akkoord gedane verzoeken gebeuren schriftelijk.De documenten die nodig zijn voor de behandeling van deze verzoeken, moeten bijgevoegd zijn. Indien de toestand dit vereist, kunnen mondelinge verzoeken eveneens aanvaard worden, maar ze moeten onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd. 3. De overeenkomstig paragraaf 2 van dit artikel gedane verzoeken bevatten de volgende gegevens : a) de administratie aan wie het verzoek uitgaat;b) de aard van de betrokken procedure;c) het voorwerp en de reden van het verzoek;d) de namen en adressen van de partijen die in de procedure betrokken zijn, indien ze gekend zijn;e) een korte beschrijving van de zaak in kwestie en de opgave van de toe te passen wettelijke bepalingen. Kosten Artikel 14 1. De kosten die voortvloeien uit de toepassing van de artikelen 8 en 10, paragraaf 1, zijn ten laste van de verzoekende administratie.2. De douaneadministraties doen afstand van iedere aanspraak op terugbetaling van de kosten die uit de toepassing van dit Akkoord voortvloeien, met uitzondering van de uitgaven voor getuigen en de vergoedingen voor deskundigen en tolken die geen administratief beambte zijn.De kosten worden pas gemaakt na voorafgaand akkoord van de verzoekende administratie die de kosten hiervoor op zich neemt. 3. Indien er hoge en ongewone kosten moeten of zullen moeten gemaakt worden om aan het verzoek gevolg te geven, plegen de douaneadministraties van beide Partijen overleg teneinde de wijze waarop deze kosten zullen gedragen worden, te bepalen. Uitvoering van het Akkoord Artikel 15 1. De respectieve douaneadministraties nemen maatregelen opdat de bijstand via rechtstreekse communicatie tussen de daartoe aangewezen ambtenaren zou geschieden.2. De douaneadministraties stellen gedetailleerde bepalingen op om de uitvoering van dit Akkoord te vergemakkelijken.3. De douaneadministraties proberen in goed overleg een oplossing te vinden voor de moeilijkheden of twijfels die de interpretatie of de toepassing van dit Akkoord oproept.4. Problemen waarvoor geen oplossing wordt gevonden, worden langs diplomatieke weg geregeld. Toepassing Artikel 16 Dit Akkoord is van toepassing op de douanegebieden van de Staten van de overeenkomstsluitende Partijen zoals zij door de wettelijke en administratieve bepalingen die op de overeenkomstsluitende Partijen van toepassing zijn, precies zijn vastgesteld.

Inwerkingtreding en opzegging Artikel 17 1. Iedere overeenkomstsluitende Partij stelt de andere Partij op schriftelijke wijze en langs diplomatieke weg in kennis van de uitvoering van de procedures die door haar Grondwet of haar nationale regelgeving zijn vereist.Dit Akkoord treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum van kennisgeving. 2. Vijf jaar na de inwerkingtreding van dit Akkoord en op schriftelijk verzoek van één van de Partijen komen de overeenkomstsluitende Partijen bijeen om dit Akkoord opnieuw te bestuderen.Indien nodig plegen beide Partijen overleg om onderhavig Akkoord te evalueren.

Artikel 18 1. Dit Akkoord wordt voor onbepaalde tijd gesloten maar iedere overeenkomstsluitende Partij kan het op ieder tijdstip opzeggen door middel van een langs diplomatieke weg gedane kennisgeving.2. De opzegging wordt van kracht zes maanden na de datum van kennisgeving van de opzegging aan de andere overeenkomstsluitende Partij.De procedures die op het ogenblik van de opzegging nog aan de gang zijn, moeten evenwel beëindigd worden, in overeenstemming met de bepalingen van dit Akkoord.

Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun respectieve regeringen, dit Akkoord hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel, op 12 februari 2004, in twee oorspronkelijke exemplaren in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk rechtsgeldig. In geval van verschil in uitlegging is de Franse tekst doorslaggevend.

^