gepubliceerd op 27 december 2023
Wet houdende diverse bepalingen in burgerlijke en gerechtelijke zaken
19 DECEMBER 2023. - Wet houdende diverse bepalingen in burgerlijke en gerechtelijke zaken (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het oud Burgerlijk Wetboek
Art. 2.In artikel 51 van het oud Burgerlijk Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten2, wordt een bepaling onder 5° /1 ingevoegd, luidende: "5° /1 in voorkomend geval, de nieuwe naam en de verklaring van naamskeuze door het meerderjarige kind;".
Art. 3.Artikel 63 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten2 en gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, wordt aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende: "5° in geval van toepassing van artikel 335sexies, het aktenummer van de akte van erkenning die als basis heeft gediend voor de opmaak van de akte van naamsverandering."
Art. 4.Artikel 313 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 31 maart 1987 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende: " § 4. Als de erkenning betrekking heeft op een meerderjarig kind dat reeds nakomelingen heeft en aanleiding geeft tot diens naamsverandering, wordt de akte medegedeeld of betekend aan de afstammelingen in de eerste graad die de leeftijd van twaalf jaar bereikt hebben overeenkomstig de nadere regels bedoeld in paragraaf 3, tweede lid."
Art. 5.Artikel 319bis van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 1 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/07/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006009998 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan type wet prom. 01/07/2006 pub. 28/07/2006 numac 2006009558 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 29 maart 2004 betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen, en tot invoeging in deze wet van een nieuwe Titel V betreffende het Speciaal Tribunaal voor Sierra Leone type wet prom. 01/07/2006 pub. 02/08/2006 numac 2006009559 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot invoeging in de wet van 29 maart 2004 betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen van een nieuwe titel VI betreffende kamers belast met de vervolging van de misdaden gepleegd onder het regime van democratisch Kampuchea sluiten en gewijzigd bij de wetten van 19 september 2017 en van 18 juni 2018, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Als de erkenning betrekking heeft op een meerderjarig kind dat reeds nakomelingen heeft en aanleiding geeft tot diens naamsverandering, wordt de akte medegedeeld of betekend aan de afstammelingen in de eerste graad die de leeftijd van twaalf jaar bereikt hebben overeenkomstig de nadere regels bedoeld in het tweede lid."
Art. 6.Artikel 325/6 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten5 en gewijzigd bij de wetten van 19 september 2017 en van 18 juni 2018, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Als de erkenning betrekking heeft op een meerderjarig kind dat reeds nakomelingen heeft en aanleiding geeft tot diens naamsverandering, wordt de akte medegedeeld of betekend aan de afstammelingen in de eerste graad die de leeftijd van twaalf jaar bereikt hebben overeenkomstig de nadere regels bedoeld in het tweede lid."
Art. 7.In artikel 327/2, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten9 en vervangen bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten2, wordt een bepaling onder 3° /1 ingevoegd, luidende: "3° /1 in voorkomend geval, de verklaring van naamskeuze op basis van artikel 335, § 3, eerste lid, of van artikel 335ter, § 2, eerste lid, en de toestemming van het minderjarig kind met betrekking tot die keuze indien het de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt;".
Art. 8.Artikel 333 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 31 maart 1987 en gewijzigd bij de wetten van 18 juni 2018 en 31 juli 2020, wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3. Als de beslissing aanleiding geeft tot de naamsverandering van een meerderjarig kind dat reeds nakomelingen heeft, brengt de griffier het beschikkend gedeelte van het vonnis of van het arrest bij gerechtsbrief ter kennis van de afstammelingen in de eerste graad die de leeftijd van twaalf jaar bereikt hebben."
Art. 9.In artikel 335 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten4 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende: "In geval van een rechtsvordering die aanleiding geeft tot de vaststelling of het handhaven van deze enige afstammingsband, wordt de naam bepaald overeenkomstig het eerste en het tweede lid."; 2° in paragraaf 3 wordt het eerste lid opgeheven;3° in paragraaf 3 worden het tweede en het derde lid vervangen als volgt: "Indien de afstamming van vaderszijde of van moederszijde wordt vastgesteld door erkenning na de vaststelling van de afstamming ten aanzien van de andere ouder, wordt de naam van het kind vastgesteld overeenkomstig de regels bedoeld in paragraaf 1 op het ogenblik van de aangifte van erkenning. In geval van een rechtsvordering die aanleiding geeft tot de vaststelling van een tweede afstammingsband of de vervanging van een van deze banden, wordt de naam van het kind vastgesteld overeenkomstig de regels bedoeld in paragraaf 1 of in artikel 335ter, § 1."; 4° in paragraaf 3 worden het vierde en het vijfde lid opgeheven;5° in paragraaf 4 worden het eerste en het tweede lid vervangen als volgt: "In alle gevallen waarin de afstamming van een kind wordt gewijzigd wanneer het de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, wordt er zonder zijn instemming geen verandering aan zijn naam aangebracht. Wanneer een keuze mogelijk is overeenkomstig de regels bedoeld in paragraaf 1 ten aanzien van een meerderjarig kind, wordt de keuze uitgeoefend door deze laatste."; 6° in paragraaf 4 wordt het derde lid opgeheven;7° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende: " § 5.In geval van wijziging van de afstamming ingevolge een rechtsvordering die aanleiding geeft tot een verandering van naam, wijzigt de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand de akte van geboorte van het kind en de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking heeft, alsook, in voorkomend geval, de akten van zijn afstammelingen in de eerste graad."
Art. 10.In artikel 335ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten5 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt het eerste lid opgeheven;2° in paragraaf 2 worden het tweede en het derde lid vervangen als volgt: "Indien de afstamming ten aanzien van de meemoeder door erkenning wordt vastgesteld na de vaststelling van de afstamming van moederszijde, wordt de naam van het kind vastgesteld overeenkomstig de regels bedoeld in paragraaf 1 op het ogenblik van de aangifte van erkenning. In geval van een rechtsvordering die aanleiding geeft tot de vaststelling van een tweede afstammingsband of de vervanging van een van deze banden, wordt de naam van het kind vastgesteld overeenkomstig de regels bedoeld in paragraaf 1 of in artikel 335, § 1."; 3° in paragraaf 2 worden het vierde en het vijfde lid opgeheven;4° in paragraaf 3 worden het eerste en het tweede lid vervangen als volgt: "In alle gevallen waarin de afstamming van een kind wordt gewijzigd wanneer het de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, wordt er zonder zijn instemming geen verandering aan zijn naam aangebracht. Wanneer een keuze mogelijk is overeenkomstig de regels bedoeld in paragraaf 1 ten aanzien van een meerderjarig kind, wordt de keuze uitgeoefend door deze laatste."; 5° in paragraaf 3 wordt het derde lid opgeheven;6° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende: " § 5.In geval van wijziging van de afstamming ingevolge een rechtsvordering die aanleiding geeft tot een verandering van naam, wijzigt de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand de akte van geboorte van het kind en de akten van de burgerlijke stand waarop ze betrekking heeft, alsook, in voorkomend geval, de akten van zijn afstammelingen in de eerste graad."
Art. 11.In boek I, titel VII, hoofdstuk 5, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 335quinquies ingevoegd, luidende: "
Art. 335quinquies.De rechter neemt in zijn vonnis akte van de gekozen of door de wet vastgestelde naam van het kind in alle gevallen van wijziging van de afstamming ingevolge een rechtsvordering die aanleiding geeft tot een verandering van naam."
Art. 12.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 335sexies ingevoegd, luidende: "
Art. 335sexies.§ 1. De naam van de ouder die is gekozen of vastgelegd ter gelegenheid van een verandering van afstamming overeenkomstig de artikelen 335, §§ 2 tot 4, en 335ter, §§ 2 en 3, geldt ook geheel of ten dele voor de afstammelingen in de eerste graad die zijn geboren voor deze verandering, indien het de naam van die ouder is die hun werd toegekend of die een deel van de dubbele naam die hun werd gegeven vormt. De bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand maakt daarvan onmiddellijk een akte van naamsverandering op en verbindt deze met de akten van de burgerlijke stand die daarop betrekking hebben. § 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt die naam aan het kind dat de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, enkel toegekend met diens instemming. Op verzoek van het kind, in voorkomend geval bijgestaan door zijn ouders of zijn wettelijke vertegenwoordiger indien het een niet-ontvoogde minderjarige betreft, maakt de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand daarvan een akte van naamsverandering op en verbindt deze met de akten van de burgerlijke stand die daarop betrekking hebben. Het verzoek wordt ingediend in het jaar dat volgt op de dag waarop de beslissing inzake de afstamming van de ouder of de akte van erkenning hem werd medegedeeld of betekend."
Art. 13.In artikel 338, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 31 maart 1987 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 juni 2018, worden de woorden "1253ter/1, § 3, tweede lid" vervangen door de woorden "734/1, § 2".
Art. 14.Artikel 359-2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/04/2003 pub. 16/05/2003 numac 2003009435 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot hervorming van de adoptie sluiten, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Wanneer de oorspronkelijke afstamming van het kind niet vaststaat of wanneer de vader en de moeder van het kind, of de enige ouder ten aanzien van wie de afstamming vaststaat, overleden zijn, vermoedelijk afwezig zijn, geen gekende verblijfplaats hebben of in de onmogelijkheid verkeren om hun wil te kennen te geven of wilsonbekwaam zijn en het kind geen wettelijke vertegenwoordiger heeft in de Staat van herkomst, wordt in afwijking van artikel 361-4, 1°, c), de toestemming tot de omzetting in volle adoptie gegeven door een voogd ad hoc aangewezen door de rechtbank op verzoek van iedere betrokken persoon of van de procureur des Konings."
Art. 15.In artikel 499/19, § 2, tweede lid, 2°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten2 en vervangen bij de wet van 21 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "voor zover dat ze het overlijden van de beschermde persoon voorafgaan," worden opgeheven;2° de bepaling onder d) wordt aangevuld met de woorden "voor zover dat ze het overlijden van de beschermde persoon voorafgaan". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 16.Artikel 76, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten3 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 mei 2016, wordt aangevuld met een lid, luidende: "De burgerlijke rechtbank bestaat uit de burgerlijke kamer(s) en een of meer kamers voor minnelijke schikking. Wanneer de rechtbank van eerste aanleg is verdeeld in afdelingen, bestaat de burgerlijke rechtbank van een van de afdelingen uit ten minste één kamer voor minnelijke schikking."
Art. 17.In artikel 78 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten9, wordt het zevende lid vervangen als volgt: "Elke kamer voor minnelijke schikking bestaat uit een alleenrechtsprekende rechter die de door het Instituut voor gerechtelijke opleiding georganiseerde gespecialiseerde opleiding inzake verzoening en doorverwijzing naar bemiddeling heeft gevolgd.
Een plaatsvervangend rechter kan zetelen in de kamer voor minnelijke schikking op voorwaarde dat hij ook een dergelijke opleiding heeft gevolgd."
Art. 18.In artikel 79 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten3 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 februari 2021 wordt het achtste lid vervangen als volgt: "Onverminderd artikel 734/4, § 4, kunnen de rechters in de familie- en jeugdrechtbank zitting nemen in de burgerlijke kamers van de rechtbank van eerste aanleg."
Art. 19.In artikel 81 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "en uit een of meer kamers voor minnelijke schikking.Wanneer de arbeidsrechtbank in afdelingen is verdeeld, bestaat een van de afdelingen uit ten minste één kamer voor minnelijke schikking."; 2° in het tweede lid worden de woorden "Ten minstens één daarvan" vervangen door de woorden "Minstens een van de drie kamers,";3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "Elke kamer voor minnelijke schikking bestaat uit een voorzitter, rechter in de arbeidsrechtbank, en twee rechters in sociale zaken, van wie de ene benoemd is als werkgever en de andere als werknemer, die allemaal de door het Instituut voor gerechtelijke opleiding georganiseerde gespecialiseerde opleiding inzake verzoening en doorverwijzing naar bemiddeling hebben gevolgd.Een plaatsvervangend rechter of een plaatsvervangend rechter in sociale zaken kan zetelen in de kamer voor minnelijke schikking op voorwaarde dat hij ook een dergelijke opleiding heeft gevolgd."
Art. 20.In artikel 84 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "en een of meer kamers voor minnelijke schikking.Wanneer de ondernemingsrechtbank in afdelingen is verdeeld, bestaat een van de afdelingen uit ten minste één kamer voor minnelijke schikking."; 2° het tweede lid wordt vervangen als volgt: "Iedere kamer wordt voorgezeten door een rechter in de ondernemingsrechtbank en telt bovendien twee rechters in ondernemingszaken.De rechters die van de kamer voor minnelijke schikking deel uitmaken, moeten allemaal de door het Instituut voor gerechtelijke opleiding georganiseerde gespecialiseerde opleiding inzake verzoening en doorverwijzing naar bemiddeling hebben gevolgd.
Een plaatsvervangend rechter of een plaatsvervangend rechter in ondernemingszaken kan zetelen in de kamer voor minnelijke schikking op voorwaarde dat hij ook een dergelijke opleiding heeft gevolgd."
Art. 21.In artikel 101 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten3 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten9 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "waarvan een of meer kamers voor minnelijke schikking," ingevoegd tussen de woorden "Er zijn in het hof van beroep kamers voor burgerlijke zaken," en de woorden "kamers voor correctionele zaken"; 2° in paragraaf 2, vijfde lid, wordt de zin "Opdat de gespecialiseerde kamer voor minnelijke schikking rechtsgeldig zou zijn samengesteld, moet het voor die kamer aangewezen lid van het hof een gespecialiseerde opleiding hebben genoten verstrekt door het Instituut voor gerechtelijke opleiding." vervangen door de zin "Elke kamer voor minnelijke schikking bestaat uit een raadsheer in het hof die de door het Instituut voor gerechtelijke opleiding georganiseerde gespecialiseerde opleiding inzake verzoening en doorverwijzing naar bemiddeling heeft gevolgd."
Art. 22.Artikel 102, § 1, van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 9 juli 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1997 pub. 13/08/1997 numac 1997009638 bron ministerie van justitie Wet houdende maatregelen teneinde de gerechtelijke achterstand weg te werken bij de hoven van beroep sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1 december 2013, wordt aangevuld met een lid, luidende: "Een plaatsvervangend raadsheer kan alleen zetelend zitting nemen in de kamer voor minnelijke schikking op voorwaarde dat hij de door het Instituut voor gerechtelijke opleiding georganiseerde gespecialiseerde opleiding inzake verzoening en doorverwijzing naar bemiddeling heeft gevolgd."
Art. 23.In artikel 104 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 februari 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt aangevuld met de volgende zin: "Elk arbeidshof stelt een of meer kamers voor minnelijke schikking in. Wanneer het arbeidshof in afdelingen is verdeeld, bestaat een van de afdelingen uit ten minste één kamer voor minnelijke schikking."; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "De kamer voor minnelijke schikking bestaat uit een voorzitter, raadsheer in het arbeidshof, en twee raadsheren in sociale zaken, van wie de ene benoemd is als werkgever en de andere als werknemer, die allemaal de door het Instituut voor gerechtelijke opleiding georganiseerde gespecialiseerde opleiding inzake verzoening en doorverwijzing naar bemiddeling hebben gevolgd.Een plaatsvervangend raadsheer of plaatsvervangend raadsheer in sociale zaken kan zetelen in de kamer voor minnelijke schikking op voorwaarde dat hij ook een dergelijke opleiding heeft gevolgd."
Art. 24.Artikel 508/11 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/1998 pub. 22/12/1998 numac 1998009936 bron ministerie van justitie Wet betreffende de juridische bijstand sluiten, wordt vervangen als volgt: "
Art. 508/11.De in artikel 488 bedoelde overheden bezorgen jaarlijks een verslag over de werking van de juridische tweedelijnsbijstand aan de minister van Justitie volgens de door de Koning bepaalde nadere regels."
Art. 25.In artikel 508/19 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/1998 pub. 22/12/1998 numac 1998009936 bron ministerie van justitie Wet betreffende de juridische bijstand sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen als volgt: "De controle en toekenning van de punten voor de prestaties verricht door de advocaten zoals bepaald in het tweede lid en in artikel 508/8 worden uitgevoerd door de bureaus voor juridische bijstand en gecoördineerd door de overheden bedoeld in artikel 488 op de wijze die door de Koning wordt bepaald."; 2° een paragraaf 2/1 wordt ingevoegd, luidende: " § 2/1.Het bureau voor juridische bijstand groepeert alle goedgekeurde eindverslagen per materie overeenkomstig paragraaf 2.
Enkele ervan worden nadien onderworpen aan een audit om de correctheid van de aanstellingen, de kwaliteit van de prestaties verricht door de advocaat, de realiteit van de prestaties verricht door de advocaten overeenkomstig de in paragraaf 2, tweede lid, bedoelde lijst, en de uitvoering van deze controles door het bureau voor juridische bijstand te verifiëren. Deze audit wordt door de in artikel 488 bedoelde overheden uitgevoerd overeenkomstig de door de Koning bepaalde nadere regels. De conclusies van deze audit worden toegezonden aan de betrokken bureaus voor juridische bijstand, dat er rekening mee houdt.
Een vereenvoudigd verslag van deze conclusies, waarvan de inhoud door de Koning wordt bepaald, wordt door de in artikel 488 bedoelde overheden opgesteld en aan de minister van Justitie meegedeeld.
De stafhouder deelt het totaal van de punten van de balie mee aan de in artikel 488 bedoelde overheden die overeenkomstig de in het eerste lid en paragraaf 2 bedoelde controles het totaal van de punten van alle balies meedelen aan de minister van Justitie."; 3° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.Zodra hij de mededeling heeft ontvangen van de informatie bedoeld in paragraaf 2/1, tweede lid, kan de minister van Justitie, indien hij dit noodzakelijk acht, een aanvullende controle laten uitvoeren volgens de nadere regels die hij bepaalt na raadpleging van de in artikel 488 bedoelde overheden.
Hij gelast de betaling van de vergoeding aan die overheden die, in voorkomend geval, via de Ordes van Advocaten voor de verdeling ervan zorgen. De betaling wordt uitgevoerd overeenkomstig de door de Koning vastgestelde voorwaarden."; 4° in paragraaf 4 worden de woorden "de berekeningswijze van" opgeheven.
Art. 26.Artikel 508/19bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021183 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten en gewijzigd bij de wet van 21 april 2007, wordt vervangen als volgt: "
Art. 508/19bis.Er wordt in een jaarlijkse subsidie voorzien voor de kosten verbonden aan de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand, ten laste van de begroting van de FOD Justitie.
Het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld op basis van de door de bureaus voor juridische bijstand aangegeven werkelijke kosten en goedgekeurd door de minister van Justitie. Dit bedrag mag niet hoger zijn dan 7 % van de vergoeding bedoeld in artikel 508/19, § 3.
De Koning bepaalt de nadere regels voor de uitvoering van dit artikel en kan, in bijzondere gevallen, bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad afwijken van het voormelde percentage van 7 % op gemotiveerde vraag van de in artikel 488 bedoelde overheden op basis van aangetoonde kosten."
Art. 27.In deel IV, boek II, titel II, hoofdstuk I, van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling I ingevoegd, die artikel 730/1 bevat, luidende "Algemene bepaling".
Art. 28.In artikel 730/1, § 2, van hetzelfde Wetboek ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "Behoudens in kort geding, kan de rechter" vervangen door de woorden "De rechter kan";2° in het tweede lid worden de woorden "zo hij vaststelt dat verzoening mogelijk is" vervangen door de woorden "zo hij vaststelt dat verzoening mogelijk is, behoudens in kort geding,".
Art. 29.In deel IV, boek II, titel II, hoofdstuk I, van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling II ingevoegd, die de artikelen 731 tot en met 734 bevat, luidende "Minnelijke schikking".
Art. 30.In artikel 731 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten2 en gewijzigd bij de wet van 6 november 2022, wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 31.In afdeling II, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel 731/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 731/1.Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1724 tot 1737 kan iedere inleidende hoofdvordering tussen partijen die bekwaam zijn om een dading aan te gaan en betreffende zaken welke voor dading vatbaar zijn, op verzoek van een partij of met beider instemming vooraf ter minnelijke schikking worden voorgelegd aan de rechter die bevoegd is om ervan kennis te nemen. Indien er evenwel ernstige aanwijzingen zijn dat de ene partij geweld, bedreigingen of enige andere vorm van druk gebruikt of heeft gebruikt ten aanzien van de andere partij, is artikel 1734, § 1, derde lid, van overeenkomstige toepassing."
Art. 32.In artikel 732 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het enige lid, dat het eerste lid wordt, worden de woorden "Onverminderd de termijn voor dagvaarding bedoeld in artikel 707," ingevoegd voor de woorden "indien een van hen het," en worden de woorden "binnen de gewone termijn van dagvaarding" vervangen door de woorden "binnen een maand"; 2° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende: "Indien het verzoek tot minnelijke schikking een aanspraak op een recht bevat, wordt het gelijkgesteld met de ingebrekestelling bedoeld in artikel 5.240 van het Burgerlijk Wetboek.
Onder dezelfde voorwaarden schorst het verzoek tot minnelijke schikking gedurende een maand de verjaring van de aan dit recht verbonden vordering."
Art. 33.In artikel 733 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het enige lid, dat het eerste lid wordt, wordt aangevuld met de woorden ", tenzij de partijen daarvan afzien."; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "Het verschijnen van de partijen op de zitting tot minnelijke schikking schorst de verjaringstermijn voor de duur van de minnelijke schikking."
Art. 34.In afdeling II wordt een artikel 733/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 733/1.Indien er al een procedure loopt, kan het geschil gedurende het gehele geding ter minnelijke schikking aan de rechter worden voorgelegd, op initiatief van de rechter tenzij alle partijen daartegen gekant zijn of van een partij. Indien er evenwel ernstige aanwijzingen zijn dat de ene partij geweld, bedreigingen of enige andere vorm van druk gebruikt of heeft gebruikt ten aanzien van de andere partij, is artikel 1734, § 1, derde lid, van overeenkomstige toepassing.
De partijen zullen worden opgeroepen overeenkomstig artikel 732.
Indien een schikking tot stand komt, kan akte worden genomen van de bewoordingen van die schikking in een vonnis of arrest overeenkomstig artikel 1043.
Als de minnelijke schikking geen uitkomst biedt, kan de gewone gerechtelijke procedure op initiatief van een van de partijen voortgezet worden."
Art. 35.In deel IV, boek II, titel II, hoofdstuk I, van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling III ingevoegd, luidende "Kamer voor minnelijke schikking".
Art. 36.In afdeling III, ingevoegd bij artikel 35, wordt een artikel 734/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 734/1.§ 1. De zaken kunnen ter minnelijke schikking worden voorgelegd aan de kamer voor minnelijke schikking onder de voorwaarden bedoeld in artikel 731/1.
Het geschil kan ook ter minnelijke schikking aan de kamer voor minnelijke schikking worden voorgelegd, onder de voorwaarden bedoeld in artikel 733/1, eerste lid.
De partijen worden opgeroepen overeenkomstig artikel 732. § 2. Op verzoek van een van de partijen of indien hij dit nuttig acht tenzij alle partijen daartegen gekant zijn, kan de rechter ook, gedurende het gehele geding, de doorverwijzing van de zaak naar de kamer voor minnelijke schikking van dezelfde rechtbank of van hetzelfde hof bevelen, middels eenvoudige vermelding op het proces-verbaal van de zitting.
Binnen drie dagen na die beslissing zendt de griffier het dossier van de procedure over aan de griffier van de kamer voor minnelijke schikking waarnaar de zaak werd doorverwezen.
De griffier van de kamer voor minnelijke schikking roept de partijen bij eenvoudige brief op om te verschijnen, binnen een maand, op de dag, de plaats en het uur van de zitting waarop de zaak zal worden behandeld.
Indien er evenwel ernstige aanwijzingen zijn dat de ene partij geweld, bedreigingen of enige andere vorm van druk gebruikt of heeft gebruikt ten aanzien van de andere partij, is artikel 1734, § 1, derde lid, van overeenkomstige toepassing. § 3. In de gevallen bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, zijn de artikelen 732, tweede en derde lid en 733, tweede lid, van toepassing."
Art. 37.In dezelfde afdeling III wordt een artikel 734/2 ingevoegd, luidende: "
Art. 734/2.§ 1. In de zaken die op grond van artikel 734/1, § 1, eerste lid, aanhangig zijn gemaakt en waarbij de minnelijke schikking uitkomst biedt, worden de bewoordingen van de schikking door de kamer voor minnelijke schikking opgetekend in het proces-verbaal van verschijning tot minnelijke schikking, waarvan de uitgifte wordt voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging, tenzij de partijen daarvan afzien. § 2. In de gevallen bedoeld in artikel 734/1, § 1, tweede lid, en § 2, waarbij de minnelijke schikking uitkomst biedt, kan akte worden genomen van de bewoordingen van het geheel of gedeeltelijk akkoord in een vonnis of een arrest overeenkomstig artikel 1043."
Art. 38.In dezelfde afdeling III wordt een artikel 734/3 ingevoegd, luidende: "
Art. 734/3.§ 1. In de zaken die op grond van artikel 734/1, § 1, eerste lid, aanhangig zijn gemaakt en waarbij de minnelijke schikking geen uitkomst biedt, sluit het proces-verbaal van verschijning tot minnelijke schikking de procedure af.
Vervolgens kunnen de partijen, indien ze dat wensen, een gewone gerechtelijke procedure inleiden om hun geschil door de rechtbank of het hof te laten beslechten. § 2. In de gevallen bedoeld in artikel 734/1, § 1, tweede lid en § 2, waarbij de minnelijke schikking geen uitkomst biedt, wordt de gewone gerechtelijke procedure voortgezet voor de oorspronkelijke kamer.
De kamer voor minnelijke schikking verwijst het dossier, volgens dezelfde vormvereisten als bepaald bij artikel 734/1, § 2, eerste en tweede lid, door naar de oorspronkelijke kamer.
Indien een van de partijen op de hoorzitting voor een minnelijke schikking daarom heeft verzocht, roept de griffier van de oorspronkelijke kamer de partijen bij gerechtsbrief op om te verschijnen op de dag, de plaats en het uur van de zitting waarop de zaak zal worden behandeld. Dit verzoek kan ook schriftelijk door een van de partijen na de doorverwijzing worden gedaan."
Art. 39.In dezelfde afdeling III wordt een artikel 734/4 ingevoegd, luidende: "
Art. 734/4.§ 1. De zittingen tot minnelijke schikking die worden gehouden door de kamers voor minnelijke schikking verlopen in raadkamer overeenkomstig artikel 757, § 2, eerste lid, 14°. Alles wat wordt gezegd of geschreven in de loop van en ten behoeve van die zittingen is vertrouwelijk overeenkomstig artikel 1728. Bij schending van de vertrouwelijkheidsplicht, is artikel 1728, § 4, van toepassing.
Met instemming van de partijen, kan de rechtbank of het hof, indien de rechtbank of het hof dit nuttig acht, ook aparte gesprekken voeren met elk van de partijen. § 2. Op de dag van de zitting tot minnelijke schikking moeten de partijen in persoon verschijnen, in voorkomend geval bijgestaan door hun advocaten of de personen die worden vermeld in artikel 728. Indien een rechtspersoon in het geding is, wordt die vertegenwoordigd door een natuurlijke persoon die hem kan verbinden behoudens andersluidende beslissing van de kamer voor minnelijk schikking. § 3. Zowel de partijen als de rechter bij de kamer voor minnelijke schikking kunnen te allen tijde een einde stellen aan de minnelijke schikking. § 4. Een rechter die de verzoeningsprocedure heeft uitgevoerd in een geschil dat aan de kamer voor minnelijke schikking is voorgelegd, onthoudt zich ervan deel te nemen aan een vonnis of arrest over de uitkomst van hetzelfde geschil voor een andere kamer. Doet hij dat niet, dan kan hij worden gewraakt overeenkomstig artikel 828, 9°. § 5. Op de eerste zitting van minnelijke schikking zet de rechter de beginselen van dit artikel uiteen."
Art. 40.In artikel 757, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 2 juni 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten1 en gewijzigd bij de wet van 17 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten2, wordt de bepaling onder 14° ingevoegd, luidende: "14° de zittingen tot minnelijke schikking die worden gehouden door de kamers voor minnelijke schikking."
Art. 41.In artikel 780/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 26 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten8, wordt het vierde lid aangevuld met de woorden "of, in voorkomend geval, het door de griffier eensluidend verklaard afschrift ervan".
Art. 42.In deel IV, boek III, titel IV, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1094/2 ingevoegd, luidende: "
Art. 1094/2.Wanneer er tijdens de cassatieprocedure een wettelijke bepaling in werking treedt die met terugwerkende kracht van toepassing is op het geschil, kan de eisende partij bij het Hof een aanvullend verzoekschrift indienen dat een middel bevat dat ontleend is aan de schending van die bepaling. Dat verzoekschrift wordt toegevoegd aan het aanhangige geding.
Het verzoekschrift wordt, op straffe van verval, ingediend op de griffie van het Hof binnen drie maanden te rekenen vanaf de bekendmaking van de nieuwe bepaling in het Belgisch Staatsblad nadat het in voorkomend geval aan de andere partijen is betekend.
De artikelen 1079 tot 1081, 1087, 1092 tot 1094/1 en 1097 zijn van toepassing op dit verzoekschrift en op de memories die de partijen met elkaar uitwisselen.".
Art. 43.In artikel 1187 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, worden de woorden "of aan personen die geïnterneerd zijn ingevolge de wet op de bescherming van de maatschappij," opgeheven;2° in het tweede lid, worden de woorden "en bevoorrechte schuldeisers" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers en desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers,"; 3° in hetzelfde lid, wordt de tweede zin aangevuld met de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden".
Art. 44.In de Franse tekst van artikel 1189, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8, wordt het woord "où" vervangen door het woord "ou".
Art. 45.In artikel 1189/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "en bevoorrechte schuldeisers" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers en desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers,"; 2° in het eerste lid wordt de derde zin aangevuld met de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden"; 3° het derde lid wordt vervangen als volgt: "Geen van de mede-eigenaars moet de machtiging van de familierechtbank bekomen indien zij die een machtiging moeten vragen op basis van artikel 1187 deze hebben bekomen."
Art. 46.Artikel 1191 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8, wordt vervangen als volgt: "
Art. 1191.Indien het evenwel met het oog op de beschermde belangen bedoeld in de artikelen 1186 tot 1190 evenals in artikel 1193quater, § 2, vereist is dat de onroerende goederen geheel of gedeeltelijk worden verkocht in een of meer andere kantons dan dat waar het goed gelegen is, wordt zulks naargelang van het geval vermeld in de beschikking van de vrederechter, in de beslissing tot machtiging van de familierechtbank, van de rechter-commissaris van het faillissement of van de ondernemingsrechtbank. De vrederechter, de familierechtbank, de rechter-commissaris of de ondernemingsrechtbank wijst tegelijkertijd de vrederechter aan die, in voorkomend geval, waakt over de bescherming van de betrokken belangen."
Art. 47.In artikel 1192 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, derde lid, wordt het woord "tot" ingevoegd tussen het woord "over" en de woorden "de bekendmaking";2° in paragraaf 2 worden de woorden "de onbeheerde nalatenschappen of de curatoren van de failliete boedels" vervangen door de woorden "de onbeheerde nalatenschappen, de curatoren van de failliete boedels of de vereffenaars van een rechtspersoon".
Art. 48.In artikel 1193, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 15 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten1, worden de woorden "en 1193ter" vervangen door de woorden ", 1193ter en 1193quater, § 3".
Art. 49.In artikel 1193bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 februari 1981 en vervangen bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid worden de woorden "waarbij een door een notaris opgemaakt ontwerp van verkoopakte, alsook een schattingsverslag wordt gevoegd.De ontwerpakte" vervangen door de woorden ". Hierbij voegen zij een door een notaris opgemaakt ontwerp van verkoopakte, een schattingsverslag en een getuigschrift van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie van de Federale Overheidsdienst Financiën met vermelding van de bestaande inschrijvingen en alle overschrijvingen van een bevel of een beslag betreffende de te verkopen onroerende goederen evenals, desgevallend, het resultaat van de opzoeking na raadpleging van het Pandregister. Het schattingsverslag wordt opgemaakt door de deskundige aangewezen door de notaris die de ontwerpakte heeft opgesteld. De ontwerpakte"; 2° in het vierde lid worden de woorden "of bevoorrechte schuldeisers, zij" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, de schuldeisers"; 3° in het vierde lid worden de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden" ingevoegd tussen de woorden "doen overschrijven" en de woorden ", alsook de personen".
Art. 50.In artikel 1193ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 18 februari 1981, vervangen bij de wet van 15 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten1 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "door een notaris, aangewezen door de rechter-commissaris, opgemaakt ontwerp van verkoopakte voor" vervangen door de woorden "ontwerp van verkoopakte opgemaakt door een door de curator aangewezen notaris voor";2° in het tweede lid worden de woorden "of bevoorrechte schuldeisers, de personen" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, de schuldeisers"; 3° in het tweede lid worden de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden," ingevoegd tussen de woorden "doen overschrijven" en de woorden "en de gefailleerde"; 4° in het tweede lid worden de woorden "en de gefailleerde" vervangen door de woorden "de gefailleerde en desgevallend de andere mede-eigenaars";5° in het tweede lid worden de woorden "zoals een minimumverkoopprijs" opgeheven.
Art. 51.In deel IV, boek IV, hoofdstuk IV, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1193quater ingevoegd, luidende: "
Art. 1193quater.§ 1. Indien de vereffenaar van een rechtspersoon van de zuivering wenst te genieten overeenkomstig artikel 1326 voor de openbare verkoop of de verkoop uit de hand waartoe hij overgaat op basis van de artikelen 2:87, § 3, 2:88, § 1, 4° of 5°, 2:121, § 3, of 2:122, § 1, 4° of 5°, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen dient hij, voorafgaandelijk aan deze verkoop, bovendien een machtiging te verkrijgen van de ondernemingsrechtbank. Bij gerechtelijke ontbinding kunnen de machtiging bepaald in de artikelen 2:88 of 2:122 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en deze bedoeld in deze paragraaf tegelijkertijd gevorderd worden. § 2. Indien de rechtbank machtiging verleent om het onroerend goed openbaar te verkopen met zuiverende werking, wijst hij tegelijk een notaris aan, door wiens ambtelijke tussenkomst de openbare verkoping zal geschieden. De vereffenaar en, in voorkomend geval, de vrederechter van het kanton waar het onroerend goed gelegen is, waken, elk voor wat hen betreft, over de bescherming van de betrokken belangen. § 3. De vereffenaar kan bij een met redenen omkleed verzoekschrift aan de ondernemingsrechtbank de machtiging vragen om uit de hand te verkopen met zuiverende werking. De vereffenaar legt aan de rechtbank een ontwerp van verkoopakte voor, opgemaakt door een door de vereffenaar aangewezen notaris, onder opgave van de redenen waarom de verkoop uit de hand geboden is.
Hierbij voegt hij een schattingsverslag, opgemaakt door de deskundige aangewezen door de notaris die de ontwerpakte heeft opgesteld en een getuigschrift van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie van de Federale Overheidsdienst Financiën, na de invereffeningstelling opgesteld, met vermelding van de bestaande inschrijvingen en alle overschrijvingen van een bevel of een beslag betreffende het te verkopen onroerend goed evenals, desgevallend, het resultaat van de opzoeking na raadpleging van het Pandregister. De ingeschreven hypothecaire schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, de schuldeisers die een bevel of een beslagexploot hebben doen overschrijven en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden evenals de rechtspersoon in vereffening en, desgevallend, de mede-eigenaars dienen tot de machtigingsprocedure te worden opgeroepen bij gerechtsbrief die ten minste acht dagen voor de zitting betekend wordt. De verschuldigde retributie geldt als griffiekost. Zij kunnen van de rechtbank vorderen dat de machtiging om uit de hand te verkopen afhankelijk wordt gesteld van bepaalde voorwaarden.
De machtiging om te verkopen met zuiverende werking wordt verleend indien het belang van de te vereffenen boedel zulks vereist. De beschikking bepaalt uitdrukkelijk waarom de verkoop uit de hand het belang van de te vereffenen boedel dient en vermeldt de identiteit van de schuldeisers die naar behoren bij de procedure werden opgeroepen.
Deze vorm van verkoop kan van de vaststelling van een minimumprijs afhankelijk worden gesteld.
De verkoping moet overeenkomstig de door de rechtbank aangenomen ontwerpakte geschieden, door de ambtelijke tussenkomst van de notaris die deze heeft opgesteld. Hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank kan ingesteld worden door de verzoeker of door de tussenkomende schuldeisers op de wijze bepaald in artikel 1031."
Art. 52.In artikel 1253ter/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten3 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "paragraaf 3" vervangen door de woorden "de artikelen 734/1 tot 734/4";2° paragraaf 3 wordt opgeheven.
Art. 53.In artikel 1253ter/3, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten3 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 juni 2018, worden de woorden "1253ter/1, § 3, tweede lid" vervangen door de woorden "734/1, § 2".
Art. 54.In artikel 1253quater, a) van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 14 juli 1976 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 juni 2018, worden de woorden "1253ter/1, § 3, tweede lid" vervangen door de woorden "734/1, § 2".
Art. 55.Artikel 1326 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8, wordt vervangen als volgt: "
Art. 1326.§ 1. De verkopingen van onroerende goederen die geheel toebehoren aan de schuldenaar toegelaten tot de collectieve schuldenregeling, de gefailleerde, de schuldenaar in gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag, de rechtspersoon in vereffening, minderjarigen, vermoedelijk afwezigen, beschermde personen die krachtens artikel 492/1 van het oud Burgerlijk Wetboek onbekwaam werden verklaard om onroerende goederen te vervreemden, een onbeheerde nalatenschap, een nalatenschap aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving, brengen overwijzing van de prijs met zich mee ten behoeve van de ingeschreven hypothecaire schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, van de schuldeisers die een bevel of beslagexploot hebben doen overschrijven alsook ten behoeve van de schuldeisers die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden, op voorwaarde: 1° dat deze schuldeisers in het kader van de gemachtigde of bevolen openbare verkoop werden opgeroepen door de notaris om de verkoopsverrichtingen te volgen.Deze oproeping gebeurt bij deurwaardersexploot of aangetekende zending met ontvangstbewijs ten minste acht dagen voor de dag van de verkoop, of, bij gedematerialiseerde biedingen, ten minste acht dagen voor de dag van de aanvang van de biedingsperiode; of 2° dat zij in het kader van de verkoop uit de hand door de griffie tot de machtingsprocedure werden opgeroepen.Deze oproeping gebeurt bij gerechtsbrief die ten minste acht dagen voor de zitting ter kennis wordt gegeven.
Deze paragraaf is eveneens van toepassing op de gemachtigde of bevolen verkoop van een onroerend goed op beslag dat geheel of deels toebehoort aan de beslagene, tenzij in geval van toepassing van artikel 1561, in welk geval deze verkoop plaatsvindt in het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling overeenkomstig paragraaf 3. § 2. De verkopingen van onverdeelde onroerende goederen deels toebehorend aan de schuldenaar toegelaten tot de collectieve schuldenregeling, de gefailleerde, de schuldenaar in gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag, de rechtspersoon in vereffening die het voordeel van de zuivering heeft bekomen, minderjarigen, vermoedelijk afwezigen, beschermde personen die krachtens artikel 492/1 van het oud Burgerlijk Wetboek onbekwaam werden verklaard om onroerende goederen te vervreemden, een onbeheerde nalatenschap of een nalatenschap aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving, en aan andere personen, brengen overwijzing mee van de prijs ten behoeve van de in paragraaf 1 opgesomde schuldeisers die door de griffie werden opgeroepen tot de machtigingsprocedure van de verkoop. Deze oproeping gebeurt bij gerechtsbrief die ten minste acht dagen voor de zitting ter kennis wordt gegeven. § 3. Voor de verkopingen die plaatsvinden in het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling, is volgende bijzondere regeling van toepassing: 1° de openbare verkoop brengt overwijzing mee van de prijs ten behoeve van de in paragraaf 1 opgesomde schuldeisers die door de notaris werden opgeroepen om de verkoopsverrichtingen te volgen.Deze oproeping gebeurt bij deurwaardersexploot of aangetekende zending met ontvangstbewijs ten minste acht dagen voor de dag van de verkoop, of, bij gedematerialiseerde biedingen, ten minste acht dagen voor de dag van de aanvang van de biedingsperiode; 2° de verkoop uit de hand brengt overwijzing mee van de prijs ten behoeve van de in paragraaf 1 opgesomde schuldeisers die door de griffie werden opgeroepen tot de machtigingsprocedure, voor zover de verkopende partijen zich vrijwillig onderworpen hebben aan de procedure van machtiging bedoeld in artikel 1193bis.Deze oproeping gebeurt bij gerechtsbrief die ten minste acht dagen voor de zitting ter kennis wordt gegeven. § 4. Indien uit de toepassing van paragrafen 2 en 3 blijkt dat de overwijzing van de prijs kan worden bekomen in het kader van verschillende procedures, volstaat het dat de schuldeisers opgesomd in paragraaf 1 werden opgeroepen bij een van deze procedures om de zuivering te bewerkstelligen. § 5. Tegenover de schuldeisers opgesomd in paragraaf 1, van wie de inschrijving, overschrijving, registratie in het Pandregister of kantmelding dateert van na de oproeping voorzien in de paragrafen 1 tot 3, brengen de verkopingen van onroerende goederen eveneens van rechtswege overwijzing mee van de prijs, zonder dat deze schuldeisers moeten worden opgeroepen. § 6. De titel van de koper bestaat uit de akte zonder dat de beschikking of het vonnis tot machtiging hieraan toegevoegd dient te worden of overgeschreven moet worden."
Art. 56.In artikel 1389bis/7 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 29 mei 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/05/2000 pub. 09/08/2000 numac 2000009606 bron ministerie van justitie Wet houdende oprichting van een centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, alsook tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek sluiten en gewijzigd bij de wetten van 27 maart 2006 en 14 januari 2013, wordt het woord "eensluidend" opgeheven.
Art. 57.In artikel 1409 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragrafen 1 en 1bis: a) de woorden "35.000 frank" worden telkens vervangen door de woorden "1.706 euro"; b) de woorden "32.000 frank" worden telkens vervangen door de woorden "1.560 euro"; c) de woorden "29.000 frank" worden telkens vervangen door de woorden "1.414 euro"; d) de woorden "27.000 frank" worden telkens vervangen door de woorden "1.316 euro"; e) de woorden "50 euro" worden telkens vervangen door de woorden "81 euro".2° in paragraaf 2: a) in het eerste lid worden de woorden "en onverminderd de toepassing van paragraaf 3" ingevoegd tussen de woorden "Elk jaar" en de woorden "past de Koning";b) in het eerste lid worden de woorden "het indexcijfer van de consumptieprijzen" vervangen door de woorden "de afgevlakte gezondheidsindex";c) in het tweede lid worden de woorden "november 1989" vervangen door de woorden "november 2022";d) in het tweede lid worden de woorden "dat van de maand van de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de wet van 24 maart 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/03/2000 pub. 04/05/2000 numac 2000009377 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van de artikelen 1409, 1409bis, 1410 en 1411 van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op de aanpassing van het bedrag van het loon dat niet vatbaar is voor overdracht of beslag sluiten tot wijziging van de artikelen 1409, 1409bis, 1410 en 1411 van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op de aanpassing van het bedrag van het loon dat niet vatbaar is voor overdracht of beslag" vervangen door de woorden "dat van de maand november 2022";e) in het vierde lid worden de woorden "artikel 2, § 1, 1°, van de wet van 7 augustus 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten tot instelling van het recht op een bestaansminimum, dat van kracht zal zijn op 1 januari van het jaar volgend op de aanpassing, afgerond tot het hogere duizendtal" vervangen door de woorden "artikel 14, § 1, eerste lid, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, dat van kracht zal zijn op 1 januari van het jaar volgend op de aanpassing, afgerond tot het hogere honderdtal";f) in het vijfde lid worden de woorden "Binnen de eerste vijftien dagen van de maand" vervangen door de woorden "Voor 31";3° een paragraaf 2bis wordt ingevoegd, luidende: " § 2bis.De Koning verricht de in paragraaf 2 bedoelde aanpassing eveneens indien de stijging of daling van het indexcijfer in de loop van het jaar meer dan 5 % bedraagt ten opzichte van de laatste aanpassing.
De nieuwe bedragen worden bekendgemaakt binnen de maand die volgt op de verhoging of verlaging. Ze treden in werking vanaf de eerste dag van de maand na die waarin ze zijn bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad."; 4° in paragraaf 3: a) in het eerste lid worden de woorden "na advies van de Nationale Arbeidsraad" vervangen door de woorden "bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad";b) het tweede lid wordt vervangen door twee leden, luidende: "De nieuwe bedragen treden in werking vanaf de eerste dag van de maand na die waarin ze zijn bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.Ze treden uit werking op de door de Koning bepaalde datum of, bij gebreke daarvan, op 31 december van het jaar van hun inwerkingtreding en uiterlijk één jaar na hun inwerkingtreding.
Tijdens de laatste maand waarin zij van kracht zijn, verricht de Koning de in paragraaf 2 of in deze paragraaf bedoelde aanpassing.
Indien de aanpassing geschiedt op basis van paragraaf 2, houdt hij rekening met het indexcijfer van de maand die aan de aanpassing voorafgaat. De nieuwe bedragen treden in werking op de eerste dag van de maand die volgt op hun aanpassing."
Art. 58.Artikel 1561, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, wordt aangevuld met de volgende zin: "In voormelde gevallen zijn de artikelen 1207 en volgende van toepassing."
Art. 59.In artikel 1580bis, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten en vervangen bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "of bevoorrechte schuldeisers, degenen" worden vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, de schuldeisers"; 2° de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden" worden ingevoegd tussen de woorden "laten overschrijven" en de woorden ", de beslagene".
Art. 60.In artikel 1580ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten en vervangen bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt aangevuld met de volgende zin: "Hierbij voegt hij een schattingsverslag opgemaakt door een deskundige aangewezen door de notaris die de ontwerpakte heeft opgesteld en een getuigschrift van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie van de Federale Overheidsdienst Financiën met vermelding van de bestaande inschrijvingen en alle overschrijvingen van een bevel of een beslag betreffende de te verkopen onroerende goederen evenals desgevallend het resultaat van de opzoeking na raadpleging van het Pandregister."; 2° in het tweede lid worden de woorden "of bevoorrechte schuldeisers, degenen" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, de schuldeisers"; 3° in het tweede lid worden de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden" ingevoegd tussen de woorden "laten overschrijven" en de woorden ", de beslagene".
Art. 61.In artikel 1582, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 15 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "of bevoorrechte schuldeisers, degenen" worden vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, de schuldeisers"; 2° de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden" worden ingevoegd tussen de woorden "doen overschrijven" en de woorden "en de schuldenaar".
Art. 62.In artikel 1639, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "in het kader van een insolventieprocedure of in het kader van de vereffening van een onbeheerde of onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap" worden vervangen door de woorden "van het onroerend goed toebehorend aan een schuldenaar toegelaten tot de collectieve schuldenregeling, een gefailleerde, een schuldenaar in gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag, een rechtspersoon in vereffening die het voordeel van de zuivering heeft bekomen, een onbeheerde of een onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap";2° de woorden "en bevoorrechte schuldeisers" worden vervangen door de woorden "schuldeisers, de bijzonder bevoorrechte schuldeisers en desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers"; 3° de zin "De gelden die toekomen aan de schuldeiser die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek heeft gekantmeld, worden gestort op een rubriekrekening in afwachting van een uitvoerbare beslissing of een akkoord tussen partijen." wordt ingevoegd tussen de eerste en de tweede zin.
Art. 63.In deel V, titel III, hoofdstuk VIII, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1639/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 1639/1.Indien een van de verkopingen vermeld in artikel 1326 een onverdeeld onroerend goed betreft, moet er per mede-eigenaar een rangregeling worden opgemaakt als volgt: 1° een volledige rangregeling voor het aandeel toebehorend aan een beslagene, een minderjarige, een vermoedelijk afwezige, een beschermde persoon die krachtens artikel 492/1 van het oud Burgerlijk Wetboek onbekwaam werd verklaard om onroerende goederen te vervreemden of aan de partijen in een gerechtelijke vereffening-verdeling;2° een verkorte rangregeling zoals voorzien in artikel 1639, tweede lid, voor het aandeel toebehorend aan een schuldenaar toegelaten tot de collectieve schuldenregeling, een gefailleerde, een schuldenaar in gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag, een rechtspersoon in vereffening die het voordeel van de zuivering heeft bekomen, een onbeheerde nalatenschap of een nalatenschap aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving;3° een semi-verkorte rangregeling voor het aandeel toebehorend aan een mede-eigenaar die niet vermeld wordt onder de bepalingen onder 1° en 2°.Deze rangregeling beperkt zich tot de betaling van de ingeschreven hypothecaire schuldeisers, de bijzonder bevoorrechte schuldeisers en desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, evenals tot de betaling van de sociale en fiscale schuldeisers die tijdig een kennisgeving hebben verstuurd. De gelden die toekomen aan de schuldeiser die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek heeft gekantmeld, worden gestort op een rubriekrekening in afwachting van een uitvoerbare beslissing of een akkoord tussen partijen.
De schuldvordering die kan worden verhaald op meerdere onverdeelde eigenaars, wordt aangerekend naar verhouding met het zakenrechtelijk aandeel dat toekomt aan elk van hen, zonder afbreuk te doen aan het ondeelbare karakter van de hypotheek.
Indien het onroerend goed deel uitmaakt van een mede-eigendom die betrekking heeft op een juridisch geheel van goederen, worden eerst de gemeenschappelijke schulden van deze mede-eigendom in rekening genomen in de rangregeling. Nadat vervolgens het netto-aandeel van elk van de deelgenoten werd bepaald, worden de eigen schulden in rekening genomen in de rangregeling zoals voorzien in het eerste lid. Indien de mede-eigendom die betrekking heeft op het juridisch geheel van goederen reeds was ontbonden, kan deze laatste fase slechts aangevat worden na gehele afwikkeling van deze mede-eigendom."
Art. 64.In artikel 1653, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 29 mei 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/05/2000 pub. 09/08/2000 numac 2000009606 bron ministerie van justitie Wet houdende oprichting van een centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling, alsook tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek sluiten, worden de woorden "die ten laste van de beslagene op het toegewezen goed bestaan, ambtshalve doorgehaald" vervangen door de woorden "ten laste van de eigenaar of van alle mede-eigenaars op het verkochte goed ambtshalve doorgehaald voor zover de notaris verklaart dat de bepalingen van artikel 1326 werden nageleefd. Dit getuigschrift laat eveneens de doorhaling toe van een nog bestaande inschrijving of overschrijving lastens de rechtsvoorgangers. Indien een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek werd gekantmeld, wordt er een nieuwe kantmelding verricht die melding maakt van de zuiverende verkoop en dit getuigschrift."
Art. 65.In artikel 1675/6, § 4, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten en gewijzigd bij de wetten van 6 april 2010 en 5 mei 2019, worden de woorden "de rechtbanken" vervangen door de woorden "van de rechtbanken en van de hoven".
Art. 66.In artikel 1675/7 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten4, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden ", bevoorrechte schuldeisers en beslagleggende schuldeiser" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, de beslagleggende schuldeiser en de schuldeisers die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden"; 2° in paragraaf 2, vijfde lid, wordt het woord "zekerheid" vervangen door het woord "zeker";3° in paragraaf 2bis wordt het woord "mee" ingevoegd tussen de woorden "de schrapping" en de woorden "van de vorderingen".
Art. 67.In artikel 1675/8bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten4, worden de woorden "na de uitspraak" ingevoegd tussen de woorden "binnen de drie dagen" en de woorden "kennis van".
Art. 68.In artikel 1675/9, § 4, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2005 pub. 21/12/2005 numac 2005009983 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende bepalingen betreffende de termijnen, het verzoekschrift op tegenspraak en de procedure van collectieve schuldregeling type wet prom. 13/12/2005 pub. 21/12/2005 numac 2005009982 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 81, 104, 569, 578, 580, 583, 1395 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten, vervangen bij de wet van 26 maart 2012 en gewijzigd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten4, wordt het woord "tenministe" vervangen door het woord "tenminste".
Art. 69.In artikel 1675/10 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 januari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2/1 wordt het woord "geachtualiseerde" vervangen door het woord "geactualiseerde";2° in paragraaf 4, eerste lid, worden de woorden "of wettelijk samenwonende" ingevoegd tussen de woorden "diens echtgenoot" en de woorden ", en de schuldeisers".
Art. 70.In artikel 1675/12, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten en gewijzigd bij de wet van 13 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2005 pub. 21/12/2005 numac 2005009983 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende bepalingen betreffende de termijnen, het verzoekschrift op tegenspraak en de procedure van collectieve schuldregeling type wet prom. 13/12/2005 pub. 21/12/2005 numac 2005009982 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 81, 104, 569, 578, 580, 583, 1395 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten, worden de woorden "en zijn gezin" ingevoegd tussen de woorden "van de schuldenaar" en de woorden "te verzekeren".
Art. 71.In artikel 1675/14bis, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2005 pub. 21/12/2005 numac 2005009983 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende bepalingen betreffende de termijnen, het verzoekschrift op tegenspraak en de procedure van collectieve schuldregeling type wet prom. 13/12/2005 pub. 21/12/2005 numac 2005009982 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 81, 104, 569, 578, 580, 583, 1395 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten en vervangen bij de wet van 15 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten1, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "of bevoorrechte schuldeisers" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers"; 2° in het eerste lid worden de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden" ingevoegd tussen de woorden "doen overschrijven" en de woorden ", alsook de andere"; 3° in het tweede lid worden de woorden "of bevoorrechte schuldeisers" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers"; 4° in het tweede lid worden de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden" ingevoegd tussen de woorden "doen overschrijven" en de woorden ", ten minste".
Art. 72.In artikel 1675/15bis, § 1, eerste lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten4, worden de woorden "rechtbank, met inbegrip van de griffie" vervangen door de woorden "rechtbank of het hof, met inbegrip van hun griffies".
Art. 73.In artikel 1675/21 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten6, wordt het woord "aangestelde" telkens vervangen door het woord "functionaris". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het Wetboek van de Belgische nationaliteit
Art. 74.Artikel 9 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, gewijzigd bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten2, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: " § 2. In geval van herziening van de adoptie, zoals bedoeld in artikel 351 van het oud Burgerlijk Wetboek, of van herroeping van de adoptie, zoals bedoeld in de artikelen 354-1 tot 354-3 van het oud Burgerlijk Wetboek, behoudt de geadopteerde de Belgische nationaliteit."
Art. 75.In artikel 23, § 5, van hetzelfde Wetboek wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Het verzet moet op straffe van onontvankelijkheid worden gedaan binnen de termijn waarin voor burgerlijke zaken is voorzien in artikel 1048 van het Gerechtelijk Wetboek, eventueel verlengd wegens de gerechtelijke vakantie, overeenkomstig artikel 50, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek." HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde
Art. 76.In artikel 2, eerste lid, 1°, van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 maart 2005, wordt een bepaling onder h) ingevoegd, luidende: "h) alle rechten bedoeld in de wet van 18 juli 2017 betreffende de oprichting van het statuut van nationale solidariteit, de toekenning van een herstelpensioen en de terugbetaling van medische zorg ingevolge daden van terrorisme;". HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het Wetboek van economisch recht
Art. 77.In artikel XX.44, § 3, tweede lid, 1°, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8 en vervangen bij de wet van 7 juni 2023, worden de woorden "en bevoorrechte schuldeisers, de beslagleggende schuldeiser" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, de beslagleggende schuldeiser en de schuldeisers die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden".
Art. 78.In artikel XX.51, § 3, tweede lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8 en vervangen bij de wet van 7 juni 2023, worden de woorden "en bevoorrechte schuldeisers, de beslagleggende schuldeiser en de schuldenaar" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, de beslagleggende schuldeiser en de schuldeisers die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden en de schuldenaar".
Art. 79.In artikel XX.88 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 juni 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden ", opgemaakt door de deskundige aangewezen door de notaris die de ontwerpakte heeft opgesteld," ingevoegd tussen de woorden "een schattingsverslag" en de woorden "evenals een getuigschrift";2° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "of bevoorrechte schuldeisers, evenals zij" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, de schuldeisers"; 3° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden" ingevoegd tussen de woorden "doen overschrijven" en de woorden ", moeten ten minste"; 4° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "of bevoorrechte schuldeisers" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers"; 5° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden" ingevoegd tussen de woorden "doen overschrijven" en de woorden ", alsook de schuldenaar"; 6° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "of bevoorrechte schuldeisers" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers"; 7° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden" ingevoegd tussen de woorden "doen overschrijven" en de woorden ", evenals de schuldenaar".
Art. 80.In artikel XX.120, § 1, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8 en gewijzigd bij de wet van 15 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten1, worden de woorden "of geregistreerde hypothecaire en bevoorrechte schuldeisers, de beslagleggende schuldeiser" vervangen door de woorden "hypothecaire schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers, de beslagleggende schuldeiser en de schuldeisers die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden".
Art. 81.In artikel XX.193, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 11 augustus 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten8 en gewijzigd bij de wet van 7 juni 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "of bevoorrechte schuldeisers" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers"; 2° in het eerste lid worden de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden" ingevoegd tussen de woorden "doen overschrijven" en de woorden ", alsook de gefailleerde"; 3° in het tweede lid worden de woorden "of bevoorrechte schuldeisers" vervangen door de woorden "schuldeisers, de ingeschreven bevoorrechte schuldeisers, desgevallend de in het Pandregister geregistreerde schuldeisers"; 4° in het tweede lid worden de woorden "en zij die een vordering ingesteld krachtens artikel 5.243 van het Burgerlijk Wetboek hebben laten kantmelden" ingevoegd tussen de woorden "doen overschrijven" en de woorden ", evenals de gefailleerde". HOOFDSTUK 7. - Wijziging van de wet van 19 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/08/1974 pub. 28/10/1998 numac 1998000076 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van het recht op een bestaansminimum - Duitse vertaling sluiten7 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand
Art. 82.Artikel 5, § 2, van de wet 19 maart 2017 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand wordt aangevuld met een lid, luidende: "Het nieuwe bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde bijdrage treedt in werking op de eerste werkdag van de tweede maand na de in het eerste lid bedoelde wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Dit nieuwe bedrag wordt via een bericht bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad voorafgaand aan de inwerkingtreding ervan." HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het Burgerlijk Wetboek
Art. 83.In artikel 1.8, § 5, van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 april 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten5, wordt het woord "heeft" ingevoegd tussen de woorden "hoeven te zijn, ertoe" en de woorden "bijgedragen de schijn". HOOFDSTUK 9. - Wijziging van de wet van 16 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten6 tot oprichting van het Centraal register voor de beslissingen van de rechterlijke orde en betreffende de bekendmaking van de vonnissen, houdende tijdelijke versoepelingen betreffende de elektronische ondertekening door leden of entiteiten van de rechterlijke orde en tot wijziging van de assisenprocedure betreffende de wraking van de gezworenen
Art. 84.In artikel 19, tweede lid, van de wet van 16 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten6 tot oprichting van het Centraal register voor de beslissingen van de rechterlijke orde en betreffende de bekendmaking van de vonnissen, houdende tijdelijke versoepelingen betreffende de elektronische ondertekening door leden of entiteiten van de rechterlijke orde en tot wijziging van de assisenprocedure betreffende de wraking van de gezworenen worden de woorden "hoofdstuk 2 en de artikelen 9, 10, 13 en 18, tweede lid," vervangen door de woorden "titel II, hoofdstuk 1, de artikelen 9, 10, 13 en dit lid". HOOFDSTUK 1 0. - Wijzigingen van de wet van 22 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten7 tot wijziging van de wet van 16 maart 1803 op het notarisambt, tot invoering van een tuchtraad voor de notarissen en de gerechtsdeurwaarders in het Gerechtelijk Wetboek en diverse bepalingen
Art. 85.In artikel 83 van de wet van 22 november 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/1998 pub. 31/07/1998 numac 1998011215 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen type wet prom. 05/07/1998 pub. 07/10/1998 numac 1998003328 bron ministerie van financien Wet houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1998 sluiten7 tot wijziging van de wet van 16 maart 1803 op het notarisambt, tot invoering van een tuchtraad voor de notarissen en de gerechtsdeurwaarders in het Gerechtelijk Wetboek en diverse bepalingen, in artikel 535, zesde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, worden de woorden "de kamer van notarissen, het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen" vervangen door de woorden "het auditoraat bij de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders".
Art. 86.In artikel 103 van dezelfde wet, in artikel 555/5bis, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, worden de woorden "van de aan het tuchtrecht van de onderworpen notarissen en gerechtsdeurwaarders" vervangen door de woorden "van de personen die aan het tuchtrecht van de notarissen en gerechtsdeurwaarders onderworpen zijn". HOOFDSTUK 1 1. - Wijziging van de wet van 14 maart 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/1998 pub. 22/12/1998 numac 1998009936 bron ministerie van justitie Wet betreffende de juridische bijstand sluiten0 tot uitvoering en aanvulling van Verordening (EU) 2020/1783 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken, en van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken
Art. 87.In de Franse tekst van artikel 7, eerste lid, van de wet van 14 maart 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/1998 pub. 22/12/1998 numac 1998009936 bron ministerie van justitie Wet betreffende de juridische bijstand sluiten0 tot uitvoering en aanvulling van Verordening (EU) 2020/1783 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken, en van Verordening (EU) 2020/1784 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken, worden de woorden "les juges belges peuvent" vervangen door de woorden "la juridiction peut". HOOFDSTUK 1 2. - Overgangsbepalingen
Art. 88.De artikelen 43 tot 51, 55, 58 tot 64, 66, 1°, 71 en 77 tot 81 zijn enkel van toepassing op de verkoopprocedures waarbij het verzoek tot machtiging, die aanleiding geeft tot de zuiverende verkoop, wordt neergelegd vanaf de inwerkingtreding van voornoemde artikelen of waarbij de oproeping van de schuldeisers om de verkoopsverrichtingen te volgen, die aanleiding geeft tot de zuiverende verkoop, plaatsvindt vanaf de inwerkingtreding van voornoemde artikelen.
Art. 89.Magistraten die bij de inwerkingtreding van deze wet zitting hebben in een kamer voor minnelijke schikking zijn vrijgesteld van de door het Instituut voor gerechtelijke opleiding georganiseerde gespecialiseerde opleiding inzake verzoening en doorverwijzing naar bemiddeling.
Art. 90.Onverminderd de reeds bestaande kamers voor minnelijke schikking, is de oprichting van nieuwe kamers voor minnelijke schikking binnen de hoven en rechtbanken facultatief tot 1 september 2025. HOOFDSTUK 1 3. - Inwerkingtreding
Art. 91.De artikelen 2 tot 12 treden in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin deze wet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 92.De artikelen 24 tot 26 treden in werking op 1 januari 2024.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 19 december 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TICHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken. - 55-3552 Integraal Verslag : 14 december 2023.