Etaamb.openjustice.be
Wet van 19 maart 2017
gepubliceerd op 31 maart 2017

Wet tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2017011424
pub.
31/03/2017
prom.
19/03/2017
ELI
eli/wet/2017/03/19/2017011424/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

19 MAART 2017. - Wet tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand

Art. 2.Met toepassing van artikel 62, § 1, van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de compatibiliteit van de federale Staat, wordt bij de Federale Overheidsdienst Justitie een "Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand" opgericht, hierna "het Fonds" te noemen.

Art. 3.De opbrengsten van het Fonds worden gebruikt ter financiering van de vergoedingen van de advocaten belast met de juridische tweedelijnsbijstand alsmede de kosten verbonden aan de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand overeenkomstig de verdeelsleutel bedoeld in artikel 508/19bis, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

Art. 4.§ 1. Het Fonds wordt gestijfd met de bijdragen die worden geïnd in de hierna bedoelde zaken. § 2. Voor de zaken die volgens de burgerlijke rechtspleging worden behandeld, is voor elke gedinginleidende akte die op een van de rollen bedoeld in de artikelen 711 en 712 van het Gerechtelijk Wetboek wordt ingeschreven, op het ogenblik van die inschrijving, door elke eisende partij, een bijdrage aan het Fonds verschuldigd. Zonder betaling van deze bijdrage wordt de zaak niet ingeschreven.

Geen bijdrage wordt evenwel geïnd van de eisende partij : 1° indien zij juridische tweedelijnsbijstand of rechtsbijstand geniet;2° indien zij een vordering inleidt, bedoeld in artikel 68 van de Arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten en bedoeld in artikel 53, tweede lid, van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970;3° indien zij een vordering inleidt, bedoeld in de artikelen 579, 6°, 580, 581 en 582, 1° en 2° van het Gerechtelijk Wetboek betreffende vorderingen ingesteld door of tegen de sociaal verzekerden persoonlijk;4° indien zij een vordering inleidt, bedoeld in artikel 1675/4 van het Gerechtelijk Wetboek;5° indien zij in de hoedanigheid van openbaar ministerie een vordering inleidt, bedoeld in artikel 138bis Gerechtelijk Wetboek. Tenzij de in het ongelijk gestelde partij van de juridische tweedelijnsbijstand of rechtsbijstand geniet, vereffent het rechtscollege het bedrag van de bijdrage aan het Fonds in de eindbeslissing die in de kosten verwijst.

De Koning bepaalt de nadere regels voor de invordering van de bijdrage aan het Fonds. § 3. Behalve indien hij van de juridische tweedelijnsbijstand geniet, wordt iedere door een strafgerecht veroordeelde verdachte, inverdenkinggestelde, beklaagde, beschuldigde of voor het misdrijf burgerrechtelijk aansprakelijke persoon, veroordeeld tot het betalen van een bijdrage aan het Fonds.

Behalve indien zij van de juridische tweedelijnsbijstand geniet, wordt de burgerlijke partij, wanneer zij het initiatief tot de rechtstreekse dagvaarding heeft genomen of wanneer een onderzoek is geopend ten gevolge van haar optreden als burgerlijke partij en zij in het ongelijk wordt gesteld, veroordeeld tot het betalen van een bijdrage aan het Fonds.

Het rechtscollege vereffent het bedrag van de bijdrage aan het Fonds in de eindbeslissing die in de kosten verwijst.

De bijdrage wordt ingevorderd volgens de regels van toepassing op de invordering van de strafrechtelijke geldboeten.

Art. 5.§ 1. De bijdrage bedoeld in artikel 4 bedraagt 20 euro. § 2. De bijdrage bedoeld in paragraaf 1 is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand die voorafgaat aan de inwerkingtreding van deze bepaling. Telkens als het indexcijfer met tien punten stijgt of daalt, wordt de bijdrage met tien procent vermeerderd of verminderd. HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het Wetboek van strafvordering

Art. 6.In artikel 162 van het Wetboek van strafvordering, vervangen bij de wet van 25 oktober 1950 en gewijzigd bij de wet van 2 april 2014, wordt het tweede lid aangevuld met de woorden : "en omvatten de bijdrage bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand.". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 7.Artikel 1018, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007022909 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015067 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Akte van herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, laatst gewijzigd op 17 december 1991, gedaan te München op 29 november 2000 (1) sluiten, wordt aangevuld met de bepaling onder 8°, luidende : "8° de bijdrage bedoeld in artikel 4, § 2, van de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand.". HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de wet van 1 augustus 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/08/1985 pub. 15/11/2000 numac 2000000832 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende fiscale en andere bepalingen . - hoofdstuk III, afdeling II. - Duitse vertaling sluiten houdende fiscale en andere bepalingen

Art. 8.In artikel 29, vierde lid, van de wet van 1 augustus 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/08/1985 pub. 15/11/2000 numac 2000000832 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende fiscale en andere bepalingen . - hoofdstuk III, afdeling II. - Duitse vertaling sluiten houdende fiscale en andere bepalingen, vervangen bij de wet van 22 april 2003, worden de woorden ", vervolgens op de aan het Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand gestorte bijdrage bedoeld in artikel 4, § 3, van de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand" ingevoegd tussen de woorden "bijdrage bedoeld in het eerste lid" en de woorden "en ten slotte op de strafrechtelijke geldboete". HOOFDSTUK 6. - Wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen

Art. 9.In de tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, wordt rubriek 12 aangevuld als volgt: "Benaming van het organiek Begrotingsfonds 12-4 Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand Aard van de toegewezen ontvangsten: De ontvangsten bedoeld in artikel 4 van de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand.

Aard van de toegestane uitgaven : De uitgaven bedoeld in artikel 3 van de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand.". HOOFDSTUK 7. - Inwerkingtreding

Art. 10.Deze wet treedt in werking op de door de Koning bepaalde datum. De bepalingen van deze wet zijn van toepassing op de in deze wet bedoelde zaken die ingeleid zijn vanaf deze datum.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 maart 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 54 1851.

Integraal Verslag : 9 maart 2017.

^