Etaamb.openjustice.be
Wet van 13 juli 2023
gepubliceerd op 31 augustus 2023

Wet voor de preventie en de bestrijding van feminicides en gendergerelateerde dodingen

bron
instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen
numac
2023044133
pub.
31/08/2023
prom.
13/07/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JULI 2023. - Wet voor de preventie en de bestrijding van feminicides en gendergerelateerde dodingen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL I - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Deze wet vervolledigt de omzetting van Richtlijn 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures en van de Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ.

Art. 3.Deze wet is bedoeld om een algemeen kader te scheppen voor de bestrijding en preventie van feminicides en gendergerelateerde dodingen en het geweld dat daar aan voorafgaat.

TITEL II - Algemeen kader voor de preventie en de bestrijding van feminicides en gendergerelateerde dodingen HOOFDSTUK 1 - Definities

Art. 4.§ 1. Voor de toepassing en uitvoering van deze wet wordt verstaan onder: 1° gender: de maatschappelijk bepaalde rollen, gedragingen, activiteiten en eigenschappen die in een maatschappij passend worden geacht voor vrouwen en mannen.2° genderperspectief: de manier om de impact van gender op sociale rollen bij elk beleid, besluit of maatregel te onderzoeken of te analyseren, rekening houdend met structurele en historische onevenwichtigheden.3° partner: de persoon waarmee het slachtoffer is gehuwd of een duurzame affectieve en intieme lichamelijke relatie heeft, alsook de persoon waarmee het slachtoffer gehuwd is geweest of een duurzame affectieve en intieme lichamelijke relatie heeft gehad indien de strafbare feiten enigszins verband houden met dit ontbonden huwelijk of de beëindigde relatie.4° familielid: een bloedverwant of aanverwant in de rechte opgaande of neerdalende lijn, een bloedverwant of aanverwant in de zijlijn tot en met de derde graad, een partner of ieder ander persoon die een soortgelijke positie heeft in het gezin van voornoemde personen.5° persoon in kwetsbare toestand: elke persoon die zich in een kwetsbare toestand bevindt om sociale, economische, fysieke, psychische of administratieve redenen, zoals onder meer gebruikers van toxische stoffen, personen die zich in een prostitutiesituatie bevinden, migranten of asielzoekers of personen in illegaal verblijf, daklozen, of elke persoon die zich in een kwetsbare positie bevindt omwille van een of meer beschermde criteria wegens hun geslacht, gender, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, taal, geloof of levensbeschouwing, syndicale overtuiging, politieke of andere overtuigingen, sociale afkomst en positie, nationale of etnische afstamming, vermogen, geboorte, seksuele geaardheid, genderidentiteit of -expressie, leeftijd, huidige of toekomstige gezondheids-toestand, een handicap, burgerlijke staat, zwangerschap, bevalling, het geven van borstvoeding, moederschap, adoptie, medisch begeleide voortplanting, zogenaamde geslachtsverandering, seksekenmerken, fysieke of genetische eigenschappen, ongeacht of dit kenmerk daadwerkelijk aanwezig is of slechts vermeend is door de dader.6° gendergerelateerd geweld: elk geweld dat gericht is tegen een persoon vanwege diens geslacht, genderidentiteit of -expressie, of geweld dat personen van een bepaald geslacht onevenredig treft.7° gendergerelateerd geweld tegen vrouwen: elk geweld tegen een vrouw omdat zij een vrouw is of dat vrouwen onevenredig treft.8° intrafamiliaal geweld: elk lichamelijk, seksueel, psychologisch, economisch of eergerelateerd geweld dat plaatsvindt binnen de familie of het huishouden of tussen voormalige of huidige partners, ongeacht of de dader in dezelfde woning als het slachtoffer verblijft of heeft verbleven.9° partnergeweld: elk lichamelijk, seksueel, psychologisch, economisch of eergerelateerd geweld dat plaatsvindt tussen partners.10° lichamelijk geweld: elk geweld dat lichamelijke schade veroorzaakt, of tot doel heeft lichamelijke schade te veroorzaken, voortvloeiend uit een wederrechtelijk gebruik van geweld, en die de vorm kan aannemen van zware of lichte agressie, opsluiting of doding.11° psychologisch geweld: elk geweld dat psychische schade veroorzaakt, of tot doel heeft psychische schade te veroorzaken en die onder meer de vorm kan aannemen van dwingende controle, smaad, verbale beledigingen en pesterijen.12° seksueel geweld: elk geweld van seksuele aard zonder toestemming of elke handeling die gesteld wordt met de bedoeling om seksueel geweld te plegen.13° economisch geweld: elk geweld dat economische schade veroorzaakt of elke handeling of gedraging die gesteld wordt met de bedoeling om economisch geweld te plegen en die onder meer de vorm kan aannemen van materiële schade, beperking van de toegang tot de middelen van het huishouden, het onderwijs of de arbeidsmarkt of het nietnakomen van onderhoudsverplichtingen, en die tot gevolg heeft dat het slachtoffer financieel of materieel afhankelijk wordt of in bestaansonzekerheid belandt.14° eergerelateerd geweld: elk geweld dat uitgaat van één of meerdere personen en dat werd gesteld om de perceptie van de eer van een individu, een familie en/of een gemeenschap te garanderen, in strijd met de fundamentele mensenrechten van één of meerdere personen, of elke gedraging die gesteld wordt met de bedoeling misdrijven of incidenten te plegen om de perceptie van de eer van een individu, een familie en/of een gemeenschap te garanderen, in strijd met de fundamentele mensenrechten van één of meerdere personen.Dit omvat onder meer gedwongen huwelijken en vrouwelijke genitale verminking. 15° dwingende controle: voortdurende of herhaalde dwingende of controlerende gedragingen, die psychische schade veroorzaken.16° dwingend gedrag: een handeling of een reeks handelingen van agressie, bedreiging, vernedering en intimidatie of andere mishandeling die worden gebruikt om het slachtoffer te kwetsen, te straffen of bang te maken.17° controlerend gedrag: een geheel van handelingen die erop gericht zijn personen ondergeschikt en/of afhankelijk te maken door hen te isoleren van steunbronnen, hun middelen en capaciteiten uit te buiten voor persoonlijke doeleinden, hen de middelen te ontnemen die nodig zijn voor hun onafhankelijkheid, weerstand en ontsnapping, of door hun dagelijks gedrag te reguleren.18° het Instituut: het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen opgericht bij de wet van 16 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002013438 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet houdende oprichting van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen sluiten houdende oprichting van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. § 2. Voor de toepassing en uitvoering van deze wet wordt onder "feminicide" verstaan de opzettelijke doding van een vrouw wegens haar gender of de dood van een vrouw ten gevolge van praktijken die schadelijk zijn voor vrouwen, ongeacht of deze opzettelijke doding of de schadelijke praktijken gepleegd werden door een partner, een familielid of een derde. Intieme feminicide, niet-intieme feminicide en indirecte feminicide vertonen de volgende kenmerken: 1° Intieme feminicide is de opzettelijke doding van een vrouw omwille van haar gender, gepleegd door een partner of door een familielid in naam van de cultuur, de gewoonte, de religie, de traditie of de vermeende `eer' of om andere redenen;2° Niet-intieme feminicide is de opzettelijke doding van een vrouw door een derde wegens haar gender.Ze wordt: - ofwel hoofdzakelijk gepleegd in een context van seksuele uitbuiting; - ofwel hoofdzakelijk gepleegd in een context van mensensmokkel of mensenhandel; - ofwel hoofdzakelijk gepleegd in een context van seksueel geweld; - ofwel hoofdzakelijk gepleegd als onderdeel van een continuüm van geweld in verband met een ongelijke machtsverhouding of machtsmisbruik door de dader over het slachtoffer; - ofwel gepleegd in elke andere context, omwille van het gender van het slachtoffer. 3° Indirecte feminicide is de onopzettelijke doding van een vrouw wegens haar gender, die bestaat uit de dood van een vrouw ten gevolge van praktijken die schadelijk zijn voor vrouwen, of de zelfmoord van een vrouw die het gevolg is van: - ofwel hoofdzakelijk geweld onder partners of in een familiale context; - ofwel hoofdzakelijk genitale verminkingen bij vrouwen; - ofwel het geweld gepleegd door een derde. § 3. Gendergerelateerde doding is de doding van een persoon omwille van diens gender, of de dood van een persoon als gevolg van gendergerelateerde praktijken die schadelijk zijn voor deze personen, met uitzondering van de in paragraaf 2 van deze bepaling bedoelde dodingen of overlijdens. Gendergerelateerde dodingen zijn ofwel intiem, ofwel niet-intiem, ofwel indirect, en worden gedefinieerd in overeenstemming met § 2, tweede lid, 1° tot 3°. § 4. Poging tot het plegen van intieme of niet-intieme feminicide of gendergerelateerde doding bestaat wanneer het voornemen om de in § 2, 1° tot 2° en § 3 vernoemde gedragingen te plegen zich heeft geopenbaard door uitwendige daden die een begin van uitvoering uitmaken en alleen ten gevolge van omstandigheden, van de wil van de dader onafhankelijk, zijn gestaakt of hun uitwerking hebben gemist. HOOFDSTUK 2 - Toepassingsgebied

Art. 5.Met uitzondering van de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de gemeenschappen en de gewesten behoren, is deze wet van toepassing op alle personen in de publieke sector, met inbegrip van de overheidsorganen, alsook op alle administratieve en gerechtelijke overheden, met betrekking tot elke maatregel, beslissing, elk beleid in verband met de doelstelling van deze wet zoals bepaald in artikel 3. HOOFDSTUK 3 - Algemene beginselen

Art. 6.Bij de goedkeuring en uitvoering van alle besluiten, beleidslijnen, of maatregelen in verband met het toepassingsgebied van deze wet, integreren de in artikel 5 bedoelde personen en autoriteiten een genderperspectief.

Art. 7.Bij de goedkeuring en uitvoering van alle besluiten, beleidslijnen, of maatregelen met betrekking tot het toepassingsgebied van deze wet houden de in artikel 5 bedoelde personen en autoriteiten rekening met de specifieke kenmerken van de behoeften van de personen in kwetsbare toestand.

Art. 8.Bij de goedkeuring en uitvoering van alle besluiten, beleidslijnen of maatregelen met betrekking tot het toepassingsgebied van deze wet dragen de in artikel 5 bedoelde personen en autoriteiten aan het kind dat blootgesteld is geweest aan het vernoemde geweld zonder er rechtstreeks het slachtoffer van te zijn maar wel het slachtoffer te kennen, het statuut van slachtoffer toe en dit in het hoger belang van het kind.

TITEL III - Gegevensverzameling en publicaties

Art. 9.Met het oog op de uitvoering van artikelen 9, 10 en 11 van deze wet en met het oog op het bestuderen van de oorzaken en gevolgen, frequentie en de veroordelingspercentages, alsmede de doeltreffendheid van de maatregelen inzake feminicide, gendergerelateerde dodingen en het geweld dat daar aan voorafgaat en het onderzoeken van de omvang van en de ontwikkeling binnen alle vormen van geweld die vallen onder de reikwijdte van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, verzamelen de politiediensten en de diensten van Justitie de relevante gegevens.

Het Instituut, dat tevens gegevensverwerker is, publiceert jaarlijks een verslag met de belangrijkste statistieken over feminicides en gendergerelateerde dodingen, de kenmerken van het slachtoffer, de dader en de relatie tussen slachtoffer en dader en meer in het bijzonder minstens volgende informatie: - het aantal klachten, aangiften en zonder gevolg geklasseerde zaken (en de motieven hiervoor), onderzoeken en veroordelingen in het kader van feminicides zoals bedoeld in artikel 4 § 2 en de pogingen hiertoe zoals bedoeld in artikel 4 § 4, alsook hun indeling en type; - het aantal klachten, aangiften en zonder gevolg geklasseerde zaken (en de motieven hiervoor), onderzoeken en veroordelingen in het kader van gendergerelateerde dodingen zoals bedoeld in artikel 4 § 3 en de pogingen hiertoe zoals bedoeld in artikel 4 § 4, alsook hun indeling en type; - het aantal klachten, aangiften en zonder gevolg geklasseerde zaken (en de motieven hiervoor), onderzoeken en veroordelingen in het kader van gendergerelateerd geweld zoals bedoeld in artikel 4 § 1 6° tot 14° en de pogingen hiertoe zoals bedoeld in artikel 4 § 4; - het aantal bevelen en vonnissen tot tijdelijk huisverbod uitgevaardigd op grond van de artikelen 3 en 5 van de wet van 15 mei 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2012 pub. 01/10/2012 numac 2012009239 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende het tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld type wet prom. 15/05/2012 pub. 14/01/2013 numac 2012000747 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld. - Duitse vertaling sluiten betreffende het tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld, alsook het aantal niet-nageleefde beschikkingen en de veroordelingen zoals bedoeld in de artikelen 5/1 en 5/2 van diezelfde wet; - de beschikbare internationale cijfers met betrekking tot feminicide en hun verhouding tot de Belgische gegevens.

Deze gegevens worden enkel in gespeudonimiseerde vorm bekomen.

Het Instituut zorgt ervoor dat het jaarlijks verslag enkel anonieme gegevens bevat en publiceert dit verslag op diens website en bezorgt dit jaarlijks verslag aan de bevoegde ministers.

De gegevens die het Instituut bekomt voor het opmaken van het jaarlijks verslag, worden bijgehouden voor een maximale termijn van één jaar, tenzij een langere termijn nodig is voor het opstellen van de jaarlijkse statistieken en om te voldoen aan de internationale verplichtingen van België met betrekking tot gegevensverzameling in toepassing van het Verdrag van Istanbul, maar maximaal voor een periode van vier jaar.

De Koning bepaalt, na advies van het Controleorgaan op de Politionele Informatie, de verder uitsplitsing van de te verzamelen gegevens, de bevoegde diensten vermeld in het eerste lid alsook de wijze waarop een jaarlijkse evaluatie van de gegevensverzameling en de statistieken uitgevoerd zal worden.

Art. 10.Met het oog op het bestuderen van de oorzaken en gevolgen, frequentie en de veroordelingspercentages, alsmede de doeltreffendheid van de maatregelen inzake feminicide, gendergerelateerde dodingen en het geweld dat daar aan voorafgaat en het onderzoeken van de omvang van en de ontwikkeling binnen alle vormen van geweld die vallen onder de reikwijdte van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld publiceert het Instituut, dat tevens verwerkingsverantwoordelijke is, met het oog op de analyse van de oorzaken en gevolgen, frequentie en de veroordelingspercentages, de doeltreffendheid van de maatregelen genomen ter uitvoering van voormeld Verdrag, alsook de omvang van en ontwikkelingen binnen feminicides, gendergerelateerde dodingen en het geweld dat daar aan voorafgaat, om de twee jaar een studie over feminicides en gendergerelateerde dodingen. Deze studie betreft onder meer de prevalentie van de verschillende categorieën en types bedoeld in artikel 4 § 2, § 3 en § 4 over de evolutie ervan in de tijd en over de maatregelen die genomen zijn om het fenomeen in te dijken, over de relevante gegevens van de slachtoffers, de verdachten, relatie tussen slachtoffer en dader, de omstandigheden van het overlijden, de kenmerken van het incident en de motieven in verband met het gender van het slachtoffer.

Deze gegevens worden enkel in gepseudonimiseerde vorm bekomen.

Het Instituut zorgt ervoor dat dit tweejaarlijks verslag enkel anonieme gegevens bevat en publiceert dit verslag op diens website en bezorgt het aan de bevoegde ministers.

De gegevens die het Instituut bekomt voor het opmaken van het jaarlijks verslag, worden bijgehouden voor een maximale termijn van twee jaar, tenzij een langere termijn nodig is voor het opstellen van de jaarlijkse statistieken en om te voldoen aan de internationale verplichtingen van België met betrekking tot gegevensverzameling in toepassing van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, maar maximaal voor een periode van vier jaar.

TITEL IV - Wetenschappelijk comité

Art. 11.Er wordt een Wetenschappelijk Comité voor de analyse van feminicides en gendergerelateerde dodingen opgericht, dat feminicides en gendergerelateerde dodingen, en de oorzaken van feminicides en gendergerelateerde dodingen analyseert op basis van individuele casussen en, dat met het oog op preventie, een geanonimiseerd rapport publiceert dat algemene aanbevelingen bevat. Dit geanonimiseerde rapport wordt door de voorzitter overgemaakt aan de bevoegde ministers.

Art. 12.Het Wetenschappelijk Comité bestaat uit: - een voorzitter; - vaste leden.

Het voorzitterschap wordt waargenomen door een vertegenwoordiger van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie. De voorzitter garandeert de eenheid van werkzaamheden van het Wetenschappelijk Comité.

De vaste leden bestaan uit zes tot acht leden en vertegenwoordigen minstens de lokale en federale politie, de magistraten van het Openbaar Ministerie en het Instituut. De helft van de leden behoort tot de Nederlandse taalrol, de andere helft tot de Franse taalrol.

Het Wetenschappelijk Comité kan eveneens deskundigen en getuigen uitnodigen.

De Koning bepaalt de wijze waarop de voorzitter en de vaste leden worden aangeduid, hun statuut en mandaat, alsook de wijze waarop de voorzitter en de vaste leden deskundigen en getuigen kunnen uitnodigen.

De Koning bepaalt eveneens de werkwijze van het Wetenschappelijk Comité.

Art. 13.§ 1. Het Wetenschappelijk Comité is een overlegstructuur in de zin van artikel 458ter van het Strafwetboek met het oog op de preventie en bestrijding van feminicides, gendergerelateerde doding en het geweld dat daar aan voorafgaat. De leden van het comité en de genodigden zijn tot geheimhouding verplicht wat betreft de tijdens het overleg meegedeelde vertrouwelijke informatie.

Elke eventuele mededeling van vertrouwelijke informatie vindt steeds plaats binnen het vooropgestelde doel en overeenkomstig de door het Wetenschappelijk Comité vastgelegde modaliteiten. Alle deelnemers van het Wetenschappelijk Comité worden hierop gewezen alvorens zij aan het Wetenschappelijk Comité deelnemen. § 2. Het Wetenschappelijk Comité vraagt aan het Parket-Generaal om hem kosteloos een afschrift over te maken van de onderzoeks- en proceshandelingen en om hem alle elementen te bezorgen die nuttig zijn voor de behandeling van de individuele casus die door het Wetenschappelijk Comité moet worden geanalyseerd.

Art. 14.§ 1. De doeleinden van de gegevensverwerking door het Wetenschappelijk Comité zijn: 1° het verbeteren van de kennis inzake feminicides en gendergerelateerde dodingen;2° het formuleren van structurele aanbevelingen met betrekking tot de preventie van feminicide en gendergerelateerde dodingen en het geweld dat daaraan voorafgaat. § 2. Voor de analyse van feminicides en gendergerelateerde dodingen worden algemene en bijzondere persoonsgegevens verwerkt, waaronder persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten, die betrekking hebben op de volgende personen: 1° personen die in verdenking werden gesteld van een feminicide of gendergerelateerde doding te hebben gepleegd;2° personen die voor feminicide of gendergerelateerde doding zijn veroordeeld;3° slachtoffers van feminicide of gendergerelateerde dodingen;4° andere personen die bij feminicide of gendergerelateerde doding betrokken zijn, zoals personen die als getuige kunnen opgeroepen worden in een onderzoek naar deze feiten of een daaruit voortvloeiende strafrechtelijke procedure, personen die informatie kunnen verstrekken over deze feiten, of personen die contact hebben of banden onderhouden met een van de personen bedoeld in de bepalingen onder 1° of 2°. De algemene en bijzondere persoonsgegevens van deze personen worden steeds in gepseudonimiseerde vorm verwerkt.

Het Wetenschappelijk Comité neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de voorwaarden opgenomen in artikel 10, § 2 van de Wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens worden nagekomen. § 3. Met toepassing van artikel 23, lid 1, d) en i), van de Algemene Verordening Gegevensbescherming kan het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, dat verwerkingsverantwoordelijke is, beslissen om de verplichtingen en de rechten, vermeld in artikelen 12 tot en met 22 van de voormelde verordening, niet toe te passen bij de verwerkingen van persoonsgegevens die betrekking hebben op personen die in verdenking werden gesteld voor feminicide of gendergerelateerde doding, mits voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld in het tweede tot en met het tiende lid.

De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, geldt alleen gedurende de periode waarin de betrokkene het voorwerp uitmaakt van een onderzoek door politie en parket, op voorwaarde dat het voor het goede verloop van dat onderzoek noodzakelijk is of kan zijn dat de verplichtingen en de rechten, vermeld in artikelen 12 tot en met 22 van de voormelde verordening, niet worden toegepast.

De afwijkingsmogelijkheid, vermeld in het eerste lid, heeft geen betrekking op de gegevens die los staan van het voorwerp van het onderzoek dat de weigering of beperking van de rechten, vermeld in het eerste lid, rechtvaardigt.

Als de betrokkene in het geval, vermeld in het eerste lid, tijdens de periode, vermeld in het tweede lid, een verzoek indient op basis van artikelen 12 tot en met 22 van de voormelde verordening, bevestigt de functionaris voor gegevensbescherming van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie de ontvangst daarvan.

De functionaris voor gegevensbescherming van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie brengt de betrokkene schriftelijk, zo snel mogelijk en in elk geval binnen een maand vanaf de dag die volgt op de dag waarop het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie het verzoek heeft ontvangen, op de hoogte van de weigering of beperking van de rechten, vermeld in het eerste lid. De verdere informatie over de nadere redenen voor die weigering of die beperking hoeft niet te worden verstrekt als dat de opdrachten van de politie en het parket zou ondermijnen, met behoud van de toepassing van het achtste lid. Als het nodig is, kan de voormelde reactietermijn met twee maanden worden verlengd, rekening houdend met het aantal aanvragen en de complexiteit ervan. Het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie brengt de betrokkene binnen een maand vanaf de dag die volgt op de dag waarop hij het verzoek heeft ontvangen, op de hoogte van die verlenging en van de redenen voor het uitstel.

De functionaris voor gegevensbescherming van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie informeert de betrokkene ook over de mogelijkheid om een verzoek in te dienen bij de Gegevensbeschermingsautoriteit conform de wet van 3 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/12/2017 pub. 10/01/2018 numac 2017031916 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit sluiten tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit en om een beroep in rechte in te stellen.

De functionaris voor gegevensbescherming van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie noteert de feitelijke of juridische gronden waarop de beslissing tot afwijking door het Instituut is gebaseerd. Die informatie houdt hij ter beschikking van de voormelde Gegevensbeschermingsautoriteit.

Nadat het onderzoek afgesloten is, worden de rechten, vermeld in artikelen 13 tot en met 22 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, in voorkomend geval, conform artikel 12 van de voormelde verordening opnieuw toegepast.

Als er persoonsgegevens als vermeld in het eerste lid worden verwerkt en deze gegevens gebruikt worden in het kader van werkzaamheden van het Openbaar Ministerie of een onderzoeksrechter, mag de functionaris voor gegevensbescherming van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie, teneinde rekening te houden met het geheim van het onderzoek onder leiding van het Openbaar Ministerie of een onderzoeksrechter, op een verzoek van de betrokkene overeenkomstig artikelen 12 tot en met 22 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming pas antwoorden nadat het Openbaar Ministerie of, in voorkomend geval, de onderzoeksrechter heeft bevestigd dat een antwoord het onderzoek niet in het gedrang brengt of kan brengen. § 4. De gegevens die worden verkregen met het oog op de analyse van feminicides en gendergerelateerde dodingen worden bijgehouden gedurende de periode die nodig is om die analyse te maken en om te voldoen aan de internationale verplichtingen die België heeft in toepassing van het Verdrag van Istanbul. Ze worden maximaal vier jaar bijgehouden. § 5. Onverminderd de toepassing van § 3 wordt alle informatie die het Wetenschappelijk Comité deelt buiten diens leden om geanonimiseerd.

TITEL V - Rechten van de slachtoffers

Art. 15.§ 1. In het kader van een aangifte voor het in art. 4 § 1 6° -14°, § 2, § 3 en § 4 vernoemde geweld heeft elk slachtoffer het recht te worden gehoord in een geschikt lokaal dat de nodige voorzorgen inzake discretie biedt, door een lid van de politiediensten dat is opgeleid in gendergerelateerd geweld in de zin van artikel 24 van deze wet. Slachtoffers dienen gepast te worden bejegend, in het bijzonder door het vermijden van secundaire victimisering. Vanaf de indiening van de klacht of de aangifte wordt rekening gehouden met de wensen van het slachtoffer. Met instemming van het slachtoffer, en mits aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, wordt de verstrekte informatie bezorgd aan andere instanties. § 2. In het kader van een aangifte voor het in art. 4 § 1 6° -14°, § 2, § 3 en § 4 vernoemde geweld stellen de politiediensten het slachtoffer, rekening houdend met diens persoonlijke kenmerken of met diens kwetsbare toestand, die van invloed kunnen zijn op het vermogen te begrijpen of begrepen te worden dan wel aanleiding kunnen geven tot andere specifieke behoeften, in kennis van volgende rechten: - de in § 1 bedoelde rechten; - het recht op kosteloze bijstand door een tolk zoals verankerd in art. 47bis § 6 punt 4) van het Wetboek van Strafvordering; - het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze tijdens gesprekken met de rechterlijke organen en/of de politie, tenzij dit in strijd is met de belangen van het slachtoffer of met het goede verloop van de procedure en dit onverminderd de bestaande regelgeving; - het recht om betrokken te worden bij de beoordeling van diens specifieke beschermingsbehoeften en de risico's op secundaire victimisering, vergelding en intimidatie, in overeenstemming met artikel 16; - het recht om gratis een kopie van de belangrijkste elementen van de klacht of aangifte te ontvangen in een taal die het slachtoffer begrijpt.

De politiediensten bezorgen eveneens informatie aan het slachtoffer wat betreft: - de toegang tot medische hulp, psychologische hulp, gespecialiseerde ondersteuningsdiensten en een huisvestingsoplossing; - de mogelijkheid dat, indien het slachtoffer dit wenst, het verhoor van het slachtoffer van het in art. 4 § 1 6° -14°, § 2, § 3 en § 4 van deze wet bedoelde geweld afgenomen wordt door een lid van de politiediensten van het verkozen geslacht, behalve wanneer dit een obstakel zou vormen voor het goede verloop van de procedure; - de bestaande beschermingsmaatregelen, zoals de beschikking tot tijdelijk huisverbod bedoeld in artikel 3 van de wet van 15 mei 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2012 pub. 01/10/2012 numac 2012009239 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende het tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld type wet prom. 15/05/2012 pub. 14/01/2013 numac 2012000747 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld. - Duitse vertaling sluiten betreffende het tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld en het mobiel stalkingalarm. § 3. De politiediensten bezorgen een kopie van de aangifte aan het slachtoffer na het verhoor. Op verzoek van het slachtoffer wordt haar zo spoedig mogelijk een vertaling van de belangrijkste elementen van de aangifte in een voor hem of haar begrijpelijke taal toegezonden.

De Koning bepaalt de wijze waarop deze vertaling dient te gebeuren. § 4. Zonder afbreuk te doen aan de bestaande regelgeving en in samenspraak met het slachtoffer worden specifieke beschermingsmaatregelen toegepast voor het slachtoffer en diens kinderen blootgesteld aan het in artikel 4 § 1 6° -14°, § 2, § 3 en § 4 bedoelde geweld. De beschermingsmaatregelen omvatten onder meer de tijdelijke uithuisplaatsing, het plaats- of contactverbod, het niet-mededeelbaar adres en het mobiel stalkingalarm. De weigering van een beschermingsmaatregel door het slachtoffer doet geen afbreuk aan de rechten en plichten opgelegd door deze wet. § 5. De politiediensten brengen, wanneer zij artikel 74/7 van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten toepassen op een vreemdeling die aangifte doet wegens geweld bedoeld in artikel 4 § 1 6° -14°, § , § 3 en § 2, de Dienst Vreemdelingenzaken op de hoogte van de aangifte, de hoedanigheid van de betrokkene als slachtoffer van geweld, de elementen in verband met de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de conform artikel 16 uitgevoerde beoordeling van de beschermingsbehoeften van het slachtoffer. § 6. Deze wet doet geen afbreuk aan de uitoefening van de rechten die aan slachtoffers worden toegekend door andere regelgeving.

TITEL VI - Risicotaxatieinstrument en risicobeheersinstrument

Art. 16.Bij alle klachten, meldingen, verklaringen of procedures in verband met het in artikel 4 § 1 6° -14°, § 2, § 3 en § 4 bedoelde geweld wordt er gebruik gemaakt van een risicotaxatie- en risicobeheersinstrument, waarvan de uitwerking door de Koning bepaald wordt. In dit risicotaxatie en -beheersinstrument zal rekening gehouden worden met de integratie van een genderperspectief en een intersectioneel perspectief.

TITEL VII - Bepalingen inzake de opleiding van de politie en de magistraten HOOFDSTUK 1 - Algemene bepalingen

Art. 17.§ 1. Het Instituut houdt een lijst bij van opleidingen die voldoen aan de algemene principes van deze wet voor magistraten, leden van de politiediensten, gezondheidszorgbeoefenaars, bemiddelaars, advocaten, notarissen en maatschappelijk werkers met betrekking tot feminicides en gendergerelateerde dodingen, met inbegrip van het in artikel 4, § 1, 6° -14° bedoelde geweld. § 2. De lijst van opleidingen wordt jaarlijks door het Instituut bijgewerkt. HOOFDSTUK 2 - Opleiding van de magistraten

Art. 18.In het tiende lid van artikel 78 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals laatst gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2020 pub. 14/08/2020 numac 2020042797 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de verwerking van operationele politionele informatie door het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie type wet prom. 31/07/2020 pub. 06/08/2020 numac 2020042506 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het gerechtelijk wetboek teneinde de toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand te verbeteren, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen type wet prom. 31/07/2020 pub. 03/10/2022 numac 2022041762 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de verwerking van operationele politionele informatie door het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2020 pub. 18/12/2020 numac 2020044223 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen type wet prom. 31/07/2020 pub. 31/08/2020 numac 2020203566 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 september 2013 ter vaststelling van een specifieke tegemoetkoming in de kostprijs van contraceptiva voor vrouwen, jonger dan 25 jaar, teneinde de specifieke tegemoetkoming voor contraceptiva uit te breiden naar vrouwen met een verhoogde tegemoetkoming type wet prom. 31/07/2020 pub. 16/05/2022 numac 2022031919 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2020 pub. 16/03/2023 numac 2023010120 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het gerechtelijk wetboek teneinde de toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand te verbeteren, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen. - Duitse vertaling sluiten, worden de woorden "met in het bijzonder aandacht voor feminicides en gendergerelateerde dodingen," ingevoegd tussen de woorden "seksueel en intrafamiliaal geweld" en "georganiseerd door het Instituut voor gerechtelijke opleiding".

Art. 19.In het zevende lid van artikel 101, § 2, van hetzelfde wetboek, zoals gewijzigd door de wetten van 8 mei 2014, 25 december 2016, 6 juli 2017 en 31 juli 2020, worden de woorden "met in het bijzonder aandacht voor feminicides en gendergerelateerde dodingen," ingevoegd tussen de woorden "seksueel en intrafamiliaal geweld" en "georganiseerd door het Instituut voor gerechtelijke opleiding".

Art. 20.In artikel 143, § 2/1, van hetzelfde wetboek, zoals gewijzigd door de wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2020 pub. 14/08/2020 numac 2020042797 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de verwerking van operationele politionele informatie door het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie type wet prom. 31/07/2020 pub. 06/08/2020 numac 2020042506 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het gerechtelijk wetboek teneinde de toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand te verbeteren, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen type wet prom. 31/07/2020 pub. 03/10/2022 numac 2022041762 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de verwerking van operationele politionele informatie door het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2020 pub. 18/12/2020 numac 2020044223 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen type wet prom. 31/07/2020 pub. 31/08/2020 numac 2020203566 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 september 2013 ter vaststelling van een specifieke tegemoetkoming in de kostprijs van contraceptiva voor vrouwen, jonger dan 25 jaar, teneinde de specifieke tegemoetkoming voor contraceptiva uit te breiden naar vrouwen met een verhoogde tegemoetkoming type wet prom. 31/07/2020 pub. 16/05/2022 numac 2022031919 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2020 pub. 16/03/2023 numac 2023010120 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het gerechtelijk wetboek teneinde de toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand te verbeteren, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen. - Duitse vertaling sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "met in het bijzonder aandacht voor feminicides en gendergerelateerde dodingen," ingevoegd tussen de woorden "seksueel en intrafamiliaal geweld bevat" en "georganiseerd door het Instituut voor gerechtelijke opleiding";2° in het tweede lid worden de woorden "met in het bijzonder aandacht voor feminicides en gendergerelateerde dodingen," ingevoegd tussen de woorden "seksueel en intrafamiliaal geweld" en "georganiseerd door het Instituut voor gerechtelijke opleiding".

Art. 21.In artikel 151 van hetzelfde wetboek, zoals laatst gewijzigd door de wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2020 pub. 14/08/2020 numac 2020042797 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de verwerking van operationele politionele informatie door het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie type wet prom. 31/07/2020 pub. 06/08/2020 numac 2020042506 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het gerechtelijk wetboek teneinde de toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand te verbeteren, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen type wet prom. 31/07/2020 pub. 03/10/2022 numac 2022041762 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de verwerking van operationele politionele informatie door het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2020 pub. 18/12/2020 numac 2020044223 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen type wet prom. 31/07/2020 pub. 31/08/2020 numac 2020203566 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 september 2013 ter vaststelling van een specifieke tegemoetkoming in de kostprijs van contraceptiva voor vrouwen, jonger dan 25 jaar, teneinde de specifieke tegemoetkoming voor contraceptiva uit te breiden naar vrouwen met een verhoogde tegemoetkoming type wet prom. 31/07/2020 pub. 16/05/2022 numac 2022031919 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2020 pub. 16/03/2023 numac 2023010120 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het gerechtelijk wetboek teneinde de toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand te verbeteren, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen. - Duitse vertaling sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "met in het bijzonder aandacht voor feminicides en gendergerelateerde dodingen," ingevoegd tussen de woorden "seksueel en intrafamiliaal geweld bevat" en de woorden "georganiseerd door het Instituut".2° in het derde lid worden de woorden "met in het bijzonder aandacht voor feminicides en gendergerelateerde dodingen," ingevoegd tussen de woorden "seksueel en intrafamiliaal geweld" en de woorden "georganiseerd door het Instituut".

Art. 22.In artikel 259bis-9, § 5, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door de wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 15/01/1999 numac 1998003665 bron ministerie van financien Wet houdende fiscale en andere bepalingen type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten en laatst gewijzigd door de wet van 31 juli 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2020 pub. 14/08/2020 numac 2020042797 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de verwerking van operationele politionele informatie door het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie type wet prom. 31/07/2020 pub. 06/08/2020 numac 2020042506 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het gerechtelijk wetboek teneinde de toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand te verbeteren, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen type wet prom. 31/07/2020 pub. 03/10/2022 numac 2022041762 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de verwerking van operationele politionele informatie door het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2020 pub. 18/12/2020 numac 2020044223 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen type wet prom. 31/07/2020 pub. 31/08/2020 numac 2020203566 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 september 2013 ter vaststelling van een specifieke tegemoetkoming in de kostprijs van contraceptiva voor vrouwen, jonger dan 25 jaar, teneinde de specifieke tegemoetkoming voor contraceptiva uit te breiden naar vrouwen met een verhoogde tegemoetkoming type wet prom. 31/07/2020 pub. 16/05/2022 numac 2022031919 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2020 pub. 16/03/2023 numac 2023010120 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van het gerechtelijk wetboek teneinde de toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand te verbeteren, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen. - Duitse vertaling sluiten, worden de woorden "met in het bijzonder aandacht voor feminicides en gendergerelateerde dodingen." toegevoegd na de woorden "seksueel geweld en intrafamiliaal geweld".

Art. 23.De magistraten bedoeld in de artikelen 78, tiende lid; 101, § 2, zevende lid; 143, § 2/1, eerste en tweede lid, en 151, tweede en derde lid, van het Gerechtelijk wetboek die de grondige opleiding inzake seksueel- en intrafamiliaal geweld georganiseerd door het Instituut voor gerechtelijke opleiding hebben gevolgd vóór 31 december 2024 worden van rechtswege geacht de grondige opleiding inzake seksueel-en intrafamiliaal geweld, met in het bijzonder aandacht voor feminicides en gendergerelateerde dodingen, georganiseerd door het Instituut voor gerechtelijke opleiding, zoals gewijzigd door deze wet, te hebben gevolgd.

De magistraten bedoeld in artikel 259bis-9, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek die de basisopleiding met betrekking tot seksueel geweld en intrafamiliaal geweld hebben gevolgd vóór 31 december 2024, worden van rechtswege geacht de basisopleiding met betrekking tot seksueel geweld en intrafamiliaal geweld, met in het bijzonder aandacht voor feminicides en gendergerelateerde dodingen, zoals gewijzigd door deze wet, te hebben gevolgd. HOOFDSTUK 3 - Opleiding van de politie

Art. 24.uater van de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, zoals ingevoegd door de wet van 31 mei 2001, wordt als volgt gewijzigd: het eindpunt wordt vervangen door een kommapunt en er wordt een 5° toegevoegd, luidend als volgt: "5° de bijstand aan de slachtoffers, meer bepaald op het vlak van feminicides, gendergerelateerde dodingen en geweld zoals bedoeld in artikel 4 § 3 van de wet van ...".

Art. 25.Leden van de politiediensten die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit hoofdstuk reeds in dienst zijn, moeten binnen twee jaar na de inwerkingtreding van dit hoofdstuk de in artikel 142quater 5° van de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geintegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, zoals ingevoegd door de wet van 31 mei 2001 bedoelde opleiding volgen.

Tijdens die periode bepalen de korpschef of zijn afgevaardigde voor de lokale politie en de commissaris-generaal, de directeurs-generaal of hun afgevaardigde voor de federale politie de volgorde van prioriteit waarin de betrokken leden van de politiediensten de opleiding vermeld in dit hoofdstuk moeten volgen.

TITEL VIII - Inwerkingtreding

Art. 26.§ 1. Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. § 2. In afwijking van de eerste paragraaf bepaalt de Koning de inwerkingtreding van de artikelen 12 § 2, 12 § 4 en 13. Deze artikelen dienen in werking te treden uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van de wet. § 3. In afwijking van de eerste paragraaf treden de artikelen 9, 10, 11, 12 § 1 en 12 § 3 slechts in werking twee jaar na de inwerkingtreding van de wet zoals bepaald in § 1 van dit artikel.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 13 juli 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, G. GILKINET De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, A. VERLINDEN De Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, M. LEROY Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken. - Kamer 55 - 3400 Integraal Verslag : 29 juni 2023

^