gepubliceerd op 12 mei 2003
Wet tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst en van artikel 259bis van het Strafwetboek
3 APRIL 2003. - Wet tot wijziging van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst en van artikel 259bis van het Strafwetboek (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.Paragraaf 5 van artikel 259bis van het Strafwetboek wordt vervangen als volgt : « § 5. De bepalingen van § 1, 1° en 2°, zijn niet van toepassing op het onderscheppen, het afluisteren, het kennisnemen of het opnemen door de Algemene Dienst inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht van elke vorm van communicatie uitgezonden in het buitenland zowel om redenen van militaire aard in het kader van de opdrachten gedefinieerd in artikel 11, § 2, 1° en 2°van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst als om redenen van veiligheid en bescherming van onze troepen en van deze van onze geallieerden tijdens opdrachten in het buitenland en van onze onderdanen die in het buitenland gevestigd zijn, zoals gedefinieerd in hetzelfde artikel 11, § 2, 3° et 4°. »
Art. 3.Artikel 42 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst wordt vervangen als volgt : « De inlichtingen verkregen door de middelen bedoeld in artikel 44, alsook de wijze waarop ze zijn verkregen, worden ten minste op het niveau « GEHEIM » geclassificeerd in toepassing van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen. »
Art. 4.Een nieuw artikel 44bis wordt ingevoegd in dezelfde wet luidend als volgt : Art. 44bis . Het toezicht van het Vast comité van toezicht op de inlichtingendiensten inzake interceptie van communicatie door de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht gebeurt als volgt : 1° De controle voorafgaand aan de interceptie gebeurt op basis van een jaarlijks opgestelde lijst. Te dien einde legt de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht ieder jaar, bij het begin van de maand december, voor toelating aan de Minister van Landsverdediging een lijst voor met organisaties of instellingen die het voorwerp zullen uitmaken van interceptie van hun communicaties tijdens het komende jaar. Deze lijst vermeldt voor iedere interceptie de motivering en de voorziene duur.
Binnen de 10 werkdagen neemt de Minister van Landsverdediging een beslissing en deelt deze mede aan de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid. Deze dienst maakt de jaarlijkse lijst, voorzien van de toelating van de minister van Landsverdediging, over aan het Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten.
Indien de Minister van Landsverdediging geen beslissing heeft genomen of deze niet heeft medegedeeld aan de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid vóór 1 januari, mag deze dienst de voorziene intercepties aanvangen, onverminderd iedere latere beslissing van de minister van Landsverdediging.
Indien intercepties van communicatie, niet hernomen op de jaarlijkse lijst, onontbeerlijk en dringend blijken te zijn voor de uitoefening van een opdracht van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, licht deze dienst de Minister van Landsverdediging zo spoedig mogelijk in en uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de aanvang van de interceptie. Indien de minister niet akkoord gaat, kan hij deze interceptie laten stopzetten. De beslissing van de Minister van Landsverdediging wordt aan het Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten medegedeeld volgens de bepalingen van alinea 2 van dit artikel. 2° Het toezicht tijdens de interceptie gebeurt door middel van bezoeken aan de installaties waar de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht deze intercepties uitvoert.3° Het toezicht na de intercepties gebeurt aan de hand van het nazicht van een logboek dat permanent op de plaats van de interceptie door de Algemene Dienst voor Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht wordt bijgehouden.Dat logboek is steeds toegankelijk voor het Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten.
Art. 5.Een nieuw artikel 44ter wordt ingevoegd in dezelfde wet luidend als volgt : « Art. 44ter . In het kader van de interceptie van communicatie door de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht heeft het Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten, ongeacht de andere bevoegdheden aan dit Comité toegekend op basis van de wet van 18 juli 1991, het recht de aan de gang zijnde intercepties te doen stopzetten wanneer blijkt dat de voorwaarden waarin ze uitgevoerd worden klaarblijkelijk de wettelijke bepalingen en/of de toelating bedoeld in artikel 44bis ,1°, tweede lid, niet respecteren. Deze omstandig gemotiveerde beslissing moet medegedeeld worden aan de Chef van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht alsook aan de Minister van Landsverdediging. »
Art. 6.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen deze wet, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 3 april 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Zitting 2002-2003 Kamer van volksvertegenwoordigers Parlementaire bescheiden : Wetsontwerp nr.2059/1 Amendement nr 2059/2. - Verslag nr. 2059/3 - Tekst aangenomen door de Commissie nr. 2059/4.
Parlementaire handelingen : Tekst aangenomen op 18 december 2002.
Senaat Parlementaire bescheiden : Wetsontwerp overgezonden door de Kamer nr. 1412/1. Amendement nr. 1412/2. - Verslagen nrs. 1412/3, 1412/4.
Bespreking en aanneming : 20 maart 2003.