Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juni 2007
gepubliceerd op 18 juli 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2007000662
pub.
18/07/2007
prom.
13/06/2007
ELI
eli/besluit/2007/06/13/2007000662/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit ontwerp strekt ertoe punt 2 "definities inzake weerstand tegen brand" van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen aan te passen aan de Europese bepalingen ter zake.

Het ontwerp van koninklijk besluit heeft het voorwerp uitgemaakt van het advies 42.307/4 van 7 maart 2007 van de Raad van State. 1. De Raad van State wees op de mogelijkheid voorzien in artikel 2 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in degelijke gevallen, om afwijkingen van de basispreventienormen toe te staan.Aangezien er ter zake tot op heden nog geen koninklijk besluit is dat het stelsel van die afwijkingen organiseert, kunnen er afwijkingen niet op rechtmatige wijze worden toegekend, aldus de Raad van State, en dit terwijl de wetgever dit toch wel degelijk had gewild.

Er wordt echter op heden volop gewerkt aan een ontwerp van koninklijk besluit tot regeling van een stelsel van afwijkingen. 2. Bij het ontwerpbesluit worden enerzijds een beschikking van de Europese Commissie en anderzijds diverse normen verplicht verklaard. De Raad van State merkt op dat de integrale publicatie van deze documenten in het Belgisch Staatsblad moet worden verricht.

Het ontwerp volgt hieromtrent het advies van de Raad van State niet. a) Een norm geeft de regels van goed vakmanschap weer die, op het moment dat ze worden aangenomen, gelden voor een bepaald product, een bepaald procédé of een bepaalde dienst. Op zich is het naleven van een norm niet verplicht. Het wordt dit wel wanneer dit door afdwingbare regelgeving zo wordt voorgeschreven.

Artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2004 betreffende de uitvoeringsmodaliteiten van de normalisatieprogramma's evenals de bekrachtiging of registratie van normen, genomen in uitvoering van de wet van 3 april 2003 betreffende de normalisatie, bepaalt in dit verband dat de Staat en de andere publiekrechtelijke personen aan de door het Bureau voor Normalisatie gepubliceerde normen kunnen refereren in besluiten, verordeningen, administratieve handelingen en bestekken door een eenvoudige verwijzing naar het indicatief van deze normen.

Een integrale bekendmaking van de norm in het Belgisch Staatsblad is niet mogelijk. Krachtens artikel 5 van het koninklijk besluit van 25 oktober 2004 beschikt het bureau voor Normalisatie over de exploitatierechten van de gegevensbanken en van de werkdocumenten.

Overeenkomstig artikel 2 van het voormeld koninklijk besluit van 25 oktober 2004 kan de Staat in besluiten alleen maar aan de door het Bureau gepubliceerde normen refereren door een eenvoudige verwijzing naar het indicatief van deze normen.

Professionelen die een norm willen naleven, dienen zich aldus te wenden tot het Bureau voor Normalisatie. Zij kunnen er de norm aankopen, tegen een door die instelling vastgestelde prijs, of haar gratis raadplegen in de bibliotheek. b) De beschikkingen van de Europese Commissie worden onder electronische vorm gepubliceerd in het Officiële Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Er is dus geen reden om deze beschikkingen opnieuw te publiceren in het Belgisch Staatsblad. 3. Verscheidene bepalingen van het ontwerp bieden de mogelijkheid beroep te doen op een gelijkwaardig veiligheidsniveau van normen of procedures. De Raad van State merkt op dat de wijze moet worden bepaald waarop die gelijkwaardigheid kan worden aangetoond. a) Het ontwerp, dat aan de Raad van State voorgelegd werd, bepaalt dat de prestatie op het gebied van de weerstand tegen brand van een bouwelement kan worden bewezen door een classificatierapport voor de desbetreffende toepassing opgemaakt door een laboratorium of certificatieorganisme uit een Lidstaat van de Europese Unie of uit een ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, dat de waarborgen inzake onafhankelijkheid en bekwaamheid zoals vastgelegd in de normen van de reeks EN 45000 of NBN EN ISO/IEC 17025 of gelijkwaardige waarborgen aantoont. In het huidige ontwerp wordt "of gelijkwaardige waarborgen biedt" weggelaten.

De bevoegdheid van deze organismen wordt immers erkend door BELAC, de Belgische Accreditatieorganisatie op basis van de normen van de reeks EN 45000 of EN ISO/IEC 17025. In België bestaat er geen ander middel om de bevoegdheid en de onafhankelijkheid van deze organismen te evalueren tenzij er een erkenningssysteem wordt ingevoerd door de overheid. b) Volgens punt 2.1, 3° a) van artikel 1 van het ontwerp mag de prestatie met betrekking tot de brandwerendheid van een bouwelement wordt geattesteerd door een klasseringsrapport gebaseerd op één of meerdere beproevingen uitgevoerd volgens een norm of technische specificatie van een andere Lidstaat van de Europese Unie of van een ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte waarbij een gelijkwaardige graad van bescherming wordt gegarandeerd.

Het artikel 3 van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 komt tegemoet aan deze opmerking. Volgens dit artikel moet de bouwheer of zijn afgevaardigde namelijk de gelijkwaardigheid met de nodige documenten aantonen.

Een door het ontwerp verplicht document is het klasseringsrapport uitgewerkt door een laboratorium of certificatieorganisme uit een Lidstaat van de Europese Unie of uit een ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, dat de waarborgen inzake onafhankelijkheid en bekwaamheid biedt zoals vastgelegd in de normen van de reeks EN 45000 of NBN EN ISO/lEC 17025. Bij dit rapport kan indien nodig elk al dan niet reglementair document worden toegevoegd dat aantoont dat het product in het land van oorsprong voor gelijkaardig gebruik wordt aangewend. 4. Het ontwerp voor advies voorgelegd aan de Raad van State bepaalde een systeem voor controle van de plaatsing van de brandwerende deuren, die verricht moet worden door een geaccrediteerde controleinstelling voor de ingebruikneming van het gebouw.Evenwel werd voorzien dat brandwerende deuren geplaatst door plaatsers die voor plaatsing gecertificeerd zijn door een geaccrediteerde certificatie-instelling van personen, vrijgesteld werden van die controle.

De Raad van State merkt op dat de Koning, in uitvoering van artikel 2 van de wet van 30 juli 1979, niet gerechtigd is om te voorzien in een certificatieregeling van plaatsers van brandwerende deuren.

Deze bepalingen, die door de Raad van State in twijfel worden getrokken, werden weggelaten.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en getrouwe dienaar De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

13 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wet van 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 december 1996, 19 december 1997 en 4 april 2003;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor beveiliging tegen brand en ontploffing van 24 november 2005;

Gelet op de uitvoering van de formaliteiten die voorgeschreven zijn door de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en van de Raad die een informatieprocedure voorziet op het gebied van normen en technische voorschriften;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 november 2006;

Gelet op advies 42.307/4 van de Raad van State, gegeven op 7 maart 2007;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Punt 2 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 2. BRANDWERENDHEID De brandwerendheid behelst het vermogen van een bouwelement om gedurende een bepaalde tijdsduur te voldoen aan de voor de standaardproef voor de brandwerendheid gespecificeerde criteria ten aanzien van de dragende functie, de vlamdichtheid en/of thermische isolatie.

Het indelingssysteem voor het gedrag bij brand van voor de bouw bestemde producten, bouwwerken en delen daarvan is beschreven in de bijlage van de beschikking van de Commissie 2000/367/EG van 3 mei 2000 ter uitvoering van de richtlijn 89/106/EEG van de Raad inzake de indeling van voor de bouw bestemde producten, bouwwerken en delen daarvan in klassen van materiaalgedrag bij brand, gewijzigd door de beschikking 2003/629/EG van 27 augustus 2003. 2.1 Algemene beoordeling van bouwelementen De prestatie met betrekking tot de brandwerendheid van een bouwelement wordt geattesteerd : 1° door de informatiegegevens bij de CE-markering;2° bij gebrek aan CE-markering : a) door een classificatierapport voor de desbetreffende toepassing opgemaakt door een laboratorium of een certificatieorganisme uit een Lidstaat van de Europese Unie of uit een ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, dat de waarborgen inzake onafhankelijkheid en bekwaamheid zoals vastgelegd in de normen van de reeks EN 45000 of NBN EN ISO/IEC 17025 aantoont; Dat classificatierapport is gebaseerd op één van de volgende evaluatieprocedures : 1) één of meerdere beproevingen uitgevoerd volgens de Europese norm ter zake;2) één of meerdere beproevingen uitgevoerd volgens de norm NBN 713-020;3) één of meerdere beproevingen uitgevoerd volgens een norm of technische specificatie van een andere lidstaat van de Europese Unie of van een ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, waarbij een gelijkwaardige graad van bescherming wordt gegarandeerd;4) een analyse van beproevingsresultaten die leidt tot een welbepaald toepassingsgebied;b) door een berekeningsnota uitgewerkt volgens een methode goedgekeurd door de Minister van Binnenlandse Zaken, volgens de procedure en de voorwaarden die hij vastlegt;c) door de informatie bij een BENOR- en/of ATG-goedkeuring, of door een gelijkwaardige beoordeling aanvaard in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte. 2.2 Specifieke beoordeling van de brandwerende deuren § 1 Vereisten betreffende de brandwerende deuren 1° De brandweerstand van de deuren wordt getest volgens de normen NBN EN 1654-1 en NBN EN 13501-2.2° Bovendien worden de brandwerende deuren getest : a) volgens de testnormen NBN EN 951 en NBN EN 1294 voor wat betreft de afmetingen;b) volgens de testnormen NBN EN 952 en NBN EN 1294 voor wat betreft de vlakheid;c) volgens de testnormen NBN EN 947, NBN EN 948, NBN EN 949 en NBN EN 950 voor wat betreft de mechanische prestaties;d) volgens de testnormen NBN EN 1191 en NBN EN 12046-2 wat betreft de mechanische duurzaamheid.3° De minimale vereiste prestaties voor de in punt 1° geteste kenmerken zijn, respectievelijk, de volgende : a) klasse (D)2 volgens de classificatienorm NBN EN 1529;b) klasse (V) 2 volgens de norm NBN EN 1530, en klasse (V)1 naa gelang van het klimatologische sollicitatieniveau volgens de classificatienorm NBN EN 12219;c) klasse (M)2 volgens de classificatienorm NBN EN 1192;d) klasse (f)4 volgens de classificatienorm NBN EN 12400. De vereisten betreffende de mechanische duurzaamheid worden naar gelang van het gebruik van de deur strenger gemaakt, overeenkomstig de aanbevelingen van de norm NBN EN 12400. 4° De brandwerende deuren maken, met betrekking tot de vereisten inzake brandwerendheid en de minimale vereisten bepaald in punt 2°, het voorwerp uit van een verklaring van overeenstemming volgens het systeem beschreven in punt 2, i) van de bijlage II van het koninklijk besluit van 19 augustus 1998 betreffende de bouwproducten, met uitzondering van de steekproefsgewijze controle van in de fabriek, op de markt of op de bouwplaats genomen monsters. § 2 Vereisten betreffende de plaatsing van de brandwerende deuren De brandwerende deuren moeten geplaatst worden volgens de plaatsingsvoorwaarden waarvoor ze hun classificatie inzake brandwerendheid bekomen hebben. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^