Etaamb.openjustice.be
Wet van 27 maart 2020
gepubliceerd op 30 maart 2020

Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1)

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2020040938
pub.
30/03/2020
prom.
27/03/2020
ELI
eli/wet/2020/03/27/2020040938/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

27 MAART 2020. - Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Teneinde het België mogelijk te maken te reageren op de coronavirus COVID-19 epidemie of pandemie en de gevolgen ervan op te vangen, kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in artikel 5, § 1, 1° tot 8°, bedoelde maatregelen nemen.

Zo nodig kunnen deze maatregelen een terugwerkende kracht hebben, die echter niet verder kan teruggaan dan 1 maart 2020.

Art. 3.De koninklijke besluiten genomen krachtens deze wet mogen geen afbreuk doen aan de koopkracht van de gezinnen en aan de bestaande sociale bescherming.

Art. 4.De koninklijke besluiten genomen krachtens deze wet mogen de bijdragen aan de sociale zekerheid, de belastingen, de taksen en rechten, niet aanpassen, opheffen, wijzigen of vervangen, inzonderheid de grondslag, het tarief en de belastbare verrichtingen.

Art. 5.§ 1. Met het oog op de in artikel 2, eerste lid, bedoelde doelstellingen, kan de Koning maatregelen nemen om: 1° de verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19 onder de bevolking tegen te gaan, met inbegrip van de handhaving van de volksgezondheid en de openbare orde;2° de noodzakelijke logistieke en opvangcapaciteit, met inbegrip van de bevoorradingszekerheid, te vrijwaren of erin bijkomend te voorzien;3° directe of indirecte steun te bieden aan of beschermende maatregelen te nemen voor de getroffen financiële sectoren, de economische sectoren, de profit- en non-profitsector, de bedrijven en de huishoudens om de gevolgen van de pandemie te beperken;4° de continuïteit van de economie, de financiële stabiliteit van het land en de marktwerking te garanderen alsook de consument te beschermen;5° aanpassingen door te voeren in het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht, met het oog op de bescherming van de werknemers en van de bevolking, de goede organisatie van de ondernemingen en de overheid, met vrijwaring van de economische belangen van het land en de continuïteit van de kritieke sectoren;6° de bij of krachtens de wet bepaalde termijnen te schorsen of te verlengen volgens de door Hem bepaalde termijnen;7° met naleving van de fundamentele beginselen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht en met inachtneming van de rechten van verdediging van de rechtszoekenden, de goede werking van de rechterlijke instanties en in het bijzonder de continuïteit van de rechtsbedeling te verzekeren door voor zowel burgerlijke als strafzaken: - de organisatie aan te passen van de hoven en rechtbanken en andere rechterlijke instanties, met inbegrip van het openbaar ministerie, de andere organen van de rechterlijke macht, de gerechtsdeurwaarders, de gerechtsdeskundigen, de vertalers, tolken, vertalers-tolken, de notarissen en gerechtsmandatarissen; - de organisatie van de bevoegdheid en de rechtspleging aan te passen, met inbegrip van de bij de wet bepaalde termijnen; - de regels aan te passen inzake de procedure en de nadere regels voor de voorlopige hechtenis en voor de uitvoering van straffen en maatregelen; 8° zich te schikken naar de beslissingen genomen door de overheden van de Europese Unie in het kader van het gezamenlijk beheer van de crisis. § 2. De besluiten bedoeld in de eerste paragraaf mogen de geldende wettelijke bepalingen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen, zelfs inzake aangelegenheden die de Grondwet uitdrukkelijk aan de wet voorbehoudt.

De besluiten bedoeld in de eerste paragraaf kunnen de administratieve, burgerrechtelijke en strafrechtelijke sancties bepalen voor bepaalde overtredingen van die besluiten.

De strafrechtelijke sancties kunnen geen hogere strafmaat inhouden dan de strafmaat die voor de betrokken misdrijven is bepaald in de wetgeving die wordt gewijzigd of vervangen.

De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de door deze besluiten ingevoerde strafrechtelijke sancties.

Art. 6.De besluiten bedoeld in artikel 5, § 1, 1°, kunnen worden uitgevaardigd zonder dat de wettelijk of reglementair voorgeschreven adviezen voorafgaandelijk worden ingewonnen.

Met uitzondering van het advies van de Raad van State, kunnen de besluiten bedoeld in artikel 5, § 1, 2° tot 8°, worden uitgevaardigd zonder dat de wettelijk of reglementair voorgeschreven adviezen, voorafgaandelijk worden ingewonnen. Zo nodig kunnen die adviezen worden ingewonnen binnen een kortere termijn dan de wettelijk of reglementair voorgeschreven termijn.

Art. 7.De machtiging aan de Koning verleend door deze wet, vervalt drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet.

De in artikel 5, § 1, 1° tot 8°, bedoelde besluiten worden bij wet bekrachtigd binnen een termijn van een jaar vanaf hun inwerkingtreding.

De in artikel 5, § 1, 1° tot 8°, bedoelde koninklijke besluiten worden geacht nooit uitwerking te hebben gehad indien ze niet worden bekrachtigd binnen de termijn bedoeld in het tweede lid.

Art. 8.Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands Zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 27 maart 2020.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, S. WILMES De Vice-eersteminister en Minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen, en Minister van Europese Zaken, K. GEENS De Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking, A. DE CROO De Vice-eersteminister en Minister van Begroting en van Ambtenarenzaken, belast met de Nationale Loterij en Wetenschapsbeleid, D. CLARINVAL De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel, P. DE CREM De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie, M. DE BLOCK De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE De Minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling, M. C. MARGHEM De Minister van Mobiliteit, belast met skeyes en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen, Fr. BELLOT De Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw, en Maatschappelijke Integratie, belast met Grote Steden, D. DUCARME De Minister van Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, Ph. DE BACKER De Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking, N. MUYLLE De Minister van Buitenlandse Zaken en van Defensie, Ph. GOFFIN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 55-1113 Integraal verslag : 26 maart 2020.

^