Etaamb.openjustice.be
Wet van 14 februari 2022
gepubliceerd op 25 februari 2022

Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2022200942
pub.
25/02/2022
prom.
14/02/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 FEBRUARI 2022. - Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : TITEL I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL 2. - Pensioenen ENIG HOOFDSTUK. - Wijziging van de wet van 7 mei 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/2020 pub. 18/05/2020 numac 2020020937 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid

Art. 2.In artikel 14 van de wet van 7 mei 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/2020 pub. 18/05/2020 numac 2020020937 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2021 pub. 29/07/2021 numac 2021021520 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteunings- maatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, worden de woorden "30 september 2021" telkens vervangen door de woorden "31 maart 2022".

Art. 3.In artikel 16, § 1, derde lid, van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2021 pub. 29/07/2021 numac 2021021520 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteunings- maatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, worden de woorden "30 september 2021" vervangen door de woorden "31 maart 2022".

Art. 4.In dezelfde wet wordt een artikel 16/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 16/1.§ 1. De pensioeninstelling, de verzekeringsonderneming of de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening informeert de inrichters, de werkgevers of de rechtspersonen op sectoraal niveau die, uiterlijk op 30 september 2021, de toezegging niet hebben geschorst in overeenstemming met de artikelen 9, § 5, 16, § 1, of 17, op duidelijke en begrijpbare manier over de mogelijkheid om de toezegging zoals deze resulteert uit het pensioenreglement, uit de pensioenovereenkomst, uit het reglement of uit de overeenkomst te schorsen.

In voorkomend geval moet dit besluit tot schorsing uiterlijk 30 dagen na ontvangst van de communicatie bedoeld in het eerste lid worden meegedeeld aan de pensioeninstelling, de verzekeringsonderneming of de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening.

Dit besluit tot schorsing geldt alleen voor de periode van tijdelijke werkloosheid van de betrokken aangeslotenen wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19 die zich na 30 september 2021 situeert.

Indien de inrichter van een pensioentoezegging overeenkomstig het tweede lid beslist deze te schorsen, wordt de overlijdensdekking echter, niettegenstaande het eerste en tweede lid, behouden tot en met 31 maart 2022, zoals deze bestond aan de vooravond van de periode van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19 voor zover de aangeslotene tijdelijk werkloos is wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19 tot en met die datum. § 2. Artikel 16, §§ 2 en 3, is van toepassing wanneer de inrichter, de werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau gebruik maakt van de in § 1 bedoelde mogelijkheid.".

Art. 5.In dezelfde wet wordt een artikel 17/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 17/1.Onverminderd artikel 17, wordt voor inrichters, werkgevers of rechtspersonen op sectoraal niveau waarbij de eerste situatie van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19 zich voordoet tussen 1 oktober 2021 en 31 december 2021, het verstrijken van de in artikel 9, § 5, bedoelde termijn van 30 dagen verlengd tot en met 31 januari 2022.".

Art. 6.In artikel 18 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2020 pub. 30/12/2020 numac 2020044510 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, worden na de woorden "30 september 2020" de woorden "en met uitzondering van de artikelen 16/1 en 17/1, die met ingang van 1 oktober 2021 uitwerking hebben" ingevoegd.

TITEL 3. - Sociale bijstand ENIG HOOFDSTUK. - Wijziging van het koninklijk besluit nr. 47 van 26 juni 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 3° en 5°, van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), met het oog op het toekennen van een tijdelijke premie aan de gerechtigden op bepaalde sociale bijstandsuitkeringen

Art. 7.In artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 47 van 26 juni 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 3° en 5°, van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), met het oog op het toekennen van een tijdelijke premie aan de gerechtigden op bepaalde sociale bijstandsuitkeringen, bekrachtigd bij de wet van 24 december 2020 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 november 2021, worden de woorden "achttien opeenvolgende maanden" vervangen door de woorden "eenentwintig opeenvolgende maanden".

Art. 8.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.

TITEL 4. - Werk HOOFDSTUK 1. - Wijziging van artikel 9, a), van het koninklijk besluit nr. 45 van 26 juni 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) tot verlenging van sommige maatregelen, tot verduidelijking van bepaalde modaliteiten van het corona ouderschapsverlof en van de consumptiecheque

Art. 9.In artikel 9, a), van het koninklijk besluit nr. 45 van 26 juni 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) tot verlenging van sommige maatregelen, tot verduidelijking van bepaalde modaliteiten van het corona ouderschapsverlof en van de consumptiecheque, bevestigd bij de wet van 24 december 2020 en gewijzigd bij de wet van 18 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2021 pub. 29/07/2021 numac 2021021520 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteunings- maatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, worden de woorden "en uitgereikt ten laatste op 31 december 2021" opgeheven.

Art. 10.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 31 december 2021. HOOFDSTUK 2. - Inwerkingtreding van hoofdstuk 2 van de wet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2021 pub. 12/01/2022 numac 2021206128 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie

Art. 11.Artikel 7 van de wet van 23 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2021 pub. 12/01/2022 numac 2021206128 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie wordt vervangen als volgt: "

Art. 7.Hoofdstuk 2 heeft uitwerking met ingang van 31 december 2021.".

TITEL 5. - Diverse dringende fiscale bepalingen HOOFDSTUK 1. - Belastingkrediet voor niet-recupereerbare uitgaven Afdeling 1. - Definities

Art. 12.Voor de toepassing van dit hoofdstuk hebben de volgende termen de betekenis die is bepaald in dit artikel: 1° Niet-recupereerbare uitgaven Onder "niet-recupereerbare uitgaven" wordt verstaan de uitgaven, die overeenkomstig de artikelen 49 en volgende van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 als beroepskosten kunnen worden aangemerkt, gedaan in het kader van het organiseren van evenementen, die oorspronkelijk gepland waren plaats te vinden in de periode van 1 oktober 2021 tot en met 28 januari 2022 en die ten gevolge van de door de federale overheid, gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten uitgevaardigde maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie niet kunnen plaatsvinden. Uitgaven die in aanmerking zijn genomen voor steunmaatregelen die worden genomen door de gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten worden in de mate dat zij effectief door die steunmaatregel gefinancierd worden, niet als niet-recupereerbare uitgaven aangemerkt; 2° Evenement Onder "evenement" wordt verstaan een activiteit die vanuit zijn karakter beoogt bij te dragen tot het actief creëren van omzet, toegevoegde waarde en directe en indirecte tewerkstelling, hetzij bij de belastingplichtige zelf, hetzij bij de onderaannemers die aan de activiteit meewerken;3° Steunmaatregelen die worden genomen door de gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten Onder "steunmaatregelen die worden genomen door de gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten" wordt verstaan de steunmaatregelen zoals bedoeld in artikel 6 van de wet van 29 mei 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/05/2020 pub. 11/06/2020 numac 2020021216 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie sluiten houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie;4° Onderneming in moeilijkheden Onder "onderneming in moeilijkheden" wordt verstaan een onderneming in moeilijkheden als bedoeld in artikel 2, § 1, 4°/2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Afdeling 2. - Vennootschapsbelasting en belasting van

niet-inwoners/vennootschappen

Art. 13.§ 1. Wat de niet-recupereerbare uitgaven betreft, kan een belastingkrediet worden verrekend met de vennootschapsbelasting of met de belasting van niet-inwoners voor de in artikel 227, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vermelde belastingplichtige, dat gelijk is aan 25 pct. van de niet-recupereerbare uitgaven. § 2. In afwijking van de artikelen 49, 183 en 235 van hetzelfde Wetboek, zijn uitgaven die in aanmerking worden genomen voor het belastingkrediet voor niet-recupereerbare uitgaven niet als beroepskosten aftrekbaar. § 3. Het belastingkrediet wordt verleend voor het belastbare tijdperk waarin de niet-recupereerbare uitgaven worden gedaan. § 4. Evenwel dient de belastingplichtige ervoor te opteren om het in deze afdeling bedoelde belastingkrediet te genieten.

De keuze voor het belastingkrediet is definitief, onherroepelijk en bindend voor de belastingplichtige.

De belastingplichtige kan het in deze afdeling bedoelde belastingkrediet enkel genieten wanneer: - hij op de laatste dag van het belastbaar tijdperk waarin de niet-recupereerbare uitgaven gedaan zijn, niet kan worden aangemerkt als een onderneming in moeilijkheden; en - het resultaat van het belastbaar tijdperk vastgesteld overeenkomstig artikel 206/1 van hetzelfde Wetboek waarin de niet-recupereerbare uitgaven gedaan zijn, niet positief is vóór toepassing van het in deze afdeling bedoelde belastingkrediet. § 5. De Koning kan nadere regels voor de toepassing van het in deze afdeling bedoelde belastingkrediet voor niet-recupereerbare uitgaven vastleggen, onder meer met betrekking tot het leveren van het bewijs dat aan de voorwaarden voor de toepassing van het voormelde belastingkrediet is voldaan.

Art. 14.§ 1. Het in deze afdeling bedoelde belastingkrediet wordt volledig met de vennootschapsbelasting of met de belasting van niet-inwoners voor de in artikel 227, 2°, van hetzelfde Wetboek, bedoelde belastingplichtigen verrekend.

Het gedeelte van het belastingkrediet dat niet kan worden verrekend, wordt terugbetaald. § 2. Het in deze afdeling bedoelde belastingkrediet kan niet worden toegekend aan een onderneming: - indien het totaal van het voordeel voortkomend uit het krachtens deze afdeling toegekende belastingkrediet en andere door de federale overheid, gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten toegekende steun die onder het toepassingsgebied valt van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van 18 december 2013 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de minimissteun, en die in de loop van het huidige en de laatste twee afgesloten belastbare tijdperken werd toegekend aan deze onderneming of aan een vennootschap die deel uitmaakt van dezelfde groep van vennootschappen als deze onderneming, meer bedraagt dan 200 000 euro; - indien het totaal van het voordeel voortkomend uit het krachtens deze afdeling toegekende belastingkrediet en andere door de federale overheid, gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten toegekende steun die onder het toepassingsgebied valt van een besluit waarin de Commissie die steun verenigbaar met de interne markt verklaart, meer bedraagt dan het in dat besluit vermelde hoogst toepasselijke steunbedrag. § 3. De Koning bepaalt de berekeningswijze ter bepaling van het voordeel voortkomend uit het krachtens deze afdeling toegekende belastingkrediet. § 4. Het belastingkrediet voor niet-recupereerbare uitgaven kan slechts worden toegekend indien in bijlage bij de aangifte een verklaring wordt overgemaakt, waarvan de inhoud door de Koning wordt vastgelegd, en waarin het bedrag van de steun is opgenomen van het krachtens deze afdeling toegekende belastingkrediet en andere door de federale overheid, gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten toegekende steun bedoeld in paragraaf 2, en die in de loop van het huidige en de laatste twee afgesloten belastbare tijdperken werd toegekend aan deze onderneming of aan een vennootschap die deel uitmaakt van dezelfde groep van vennootschappen als deze onderneming. Afdeling 3. - Antimisbruikbepaling

Art. 15.De bepalingen van de artikelen 12 tot en met 14 van deze wet worden voor de toepassing van artikel 344, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gelijkgesteld met een bepaling van dit Wetboek. Afdeling 4. - Inwerkingtreding

Art. 16.De artikelen 12 tot 15 zijn van toepassing op de vanaf 1 januari 2021 gedane uitgaven tijdens een belastbaar tijdperk dat verbonden is met het aanslagjaar 2022. HOOFDSTUK 2. - Verlenging van de vrijstelling van vergoedingen in het kader van steunmaatregelen die worden genomen door de gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten

Art. 17.In artikel 6, tweede lid, derde streepje, van de wet van 29 mei 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/05/2020 pub. 11/06/2020 numac 2020021216 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie sluiten houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, gewijzigd bij de wetten van 20 december 2020 en 2 april 2021, worden de woorden "31 december 2021" vervangen door de woorden "31 maart 2022". HOOFDSTUK 3. - Tax shelter voor audiovisuele werken en podiumkunsten

Art. 18.In artikel 8, eerste lid, 1°, van de wet van 29 mei 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/05/2020 pub. 11/06/2020 numac 2020021216 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie sluiten houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, worden de woorden "door de federale regering" vervangen door de woorden "door de federale regering, gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten".

Art. 19.In artikel 9 van dezelfde wet worden de woorden "door de federale regering" vervangen door de woorden "door de federale regering, gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten".

Art. 20.In artikel 11, tweede lid, van dezelfde wet worden de woorden "tot 31 december 2021" vervangen door de woorden "tot 31 december 2022".

Art. 21.In artikel 13 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "tot 31 december 2021" vervangen door de woorden "tot 31 december 2022";2° het derde lid wordt opgegeven.

Art. 22.In artikel 15 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2021 pub. 29/07/2021 numac 2021021520 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteunings- maatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, worden de woorden "30 september 2021" telkens vervangen door de woorden "31 maart 2022".

Art. 23.In artikel 9 van de wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2020 pub. 30/12/2020 numac 2020044510 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, gewijzigd bij de wet van 2 april 2021, wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt: "1° het is: - ofwel de eerste en enige wijziging van de raamovereenkomst met het oog op de aanduiding van een ander in aanmerking komend werk en op voorwaarde dat het nieuw in aanmerking komend werk door dezelfde productievennootschap wordt uitgevoerd; - ofwel de tweede wijziging van de raamovereenkomst met het oog op de aanduiding van een ander in aanmerking komend werk, waarvoor de eerste wijziging ten laatste op 30 juni 2021 werd uitgevoerd en op voorwaarde dat het nieuw in aanmerking komend werk door dezelfde productievennootschap wordt uitgevoerd; - ofwel de derde wijziging van de raamovereenkomst met het oog op de aanduiding van een ander in aanmerking komend werk, waarvoor de eerste wijziging ten laatste op 31 januari 2021 en de tweede wijziging ten laatste op 30 juni 2021 werd uitgevoerd en op voorwaarde dat het nieuw in aanmerking komend werk door dezelfde productievennootschap wordt uitgevoerd;".

Art. 24.In artikel 14 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2021 pub. 29/07/2021 numac 2021021520 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteunings- maatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "Artikel 9, 1°, is van toepassing op de raamovereenkomsten die ten laatste op 31 maart 2022 zijn ondertekend."; 2° tussen het eerste en het tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt een lid ingevoegd, luidende: "Artikel 10 is van toepassing op de raamovereenkomsten die ten laatste op 30 september 2021 zijn ondertekend."; 3° in het derde en vierde lid, die het vierde en vijfde lid worden, worden de woorden "30 september 2021" telkens vervangen door de woorden "31 maart 2022". HOOFDSTUK 4. - Verlenging van de periode waarin een vrijgestelde coronapremie kan worden ter beschikking gesteld van de werknemer

Art. 25.Artikel 63 van de wet van 18 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2021 pub. 29/07/2021 numac 2021021520 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteunings- maatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie wordt aangevuld met een lid, luidende: "De voormelde premie is eveneens vrijgesteld van inkomstenbelastingen wanneer de beslissing om de premie toe te kennen is genomen en het recht op de premie is ontstaan op grond van een collectieve of individuele overeenkomst gesloten in de periode van 1 augustus 2021 tot 31 december 2021, maar de premie pas in de loop van januari, februari of maart 2022 door de uitgever ervan aan de werknemer ter beschikking wordt gesteld.".

TITEL 6. - Sociale zaken HOOFDSTUK 1. - Betalingstermijnen voor de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verschuldigde bijdragen voor het eerste kwartaal 2022

Art. 26.De werkgevers en de personen die hiermee worden gelijkgesteld bedoeld in artikel 1, § 1, van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, die ernstige economische moeilijkheden ondervinden ingevolge het coronavirus COVID-19 kunnen, vóór iedere gerechtelijke vervolging en elk ander voorafgaandelijk minnelijk afbetalingsplan, aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid om minnelijke afbetalingstermijnen verzoeken voor de door de werkgever aangegeven bijdragen voor het eerste kwartaal 2022, voor de bijdragen jaarlijkse vakantie voor het vakantiedienstjaar 2021 en voor de tot 30 juni 2022 vervallen rechtzettingen van bijdragen, met uitzondering van de door voormelde Rijksdienst ambtshalve vastgestelde bijdragen met betrekking tot het eerste kwartaal 2022 in toepassing van artikel 22 van voornoemde wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, waarbij de bijdrageopslagen, de eventuele forfaitaire vergoedingen wegens het niet-nakomen van de verplichtingen inzake betaling van de voorschotten en de verwijlintresten niet worden aangerekend wanneer en voor zover de vastgelegde betalingsmodaliteiten strikt worden nageleefd.

De minnelijke afbetalingstermijnen bedoeld in het eerste lid worden toegestaan volgens de voorwaarden en nadere regels vastgelegd krachtens artikel 40bis van voornoemde wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

Art. 27.De vaste vergoeding wegens het niet-nakomen van de verplichtingen inzake betaling van voorschotten bedoeld in artikel 54bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders is niet van toepassing voor het eerste kwartaal 2022.

Art. 28.De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de periode van de maatregel bedoeld in de artikelen 26 en 27, verlengen voor de aangegeven bijdragen voor het tweede kwartaal 2022 en de tot 30 september 2022 vervallen rechtzettingen van bijdragen.

Art. 29.De bepalingen van dit hoofdstuk hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2022. HOOFDSTUK 2. - Toekenning van een premie aan werkgevers uit de evenementensector, aan discotheken, dancings en binnenspeeltuinen

Art. 30.Voor de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° "netto werkgeversbijdrage": het bedrag van de globale werkgeversbijdrage verminderd met de verminderingen van socialezekerheidsbijdragen bedoeld in Titel IV, hoofdstuk 7, van de programmawet (I) van 24 december 2002;2° "globale werkgeversbijdrage": de globale bijdrage bedoeld in artikel 38, § 3, 1°, 2° of 3° en § 3bis, van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, waarbij geen rekening wordt gehouden met de loonmatigingsbijdrage bedoeld in artikel 38, § 3bis, eerste lid, van dezelfde wet, die niet werd berekend op de werkgeversbijdragen bedoeld in artikel 38, § 3, 1°, 2° of 3° en 8°, en § 3bis, eerste en tweede lid, van dezelfde wet en waarbij evenmin rekening wordt gehouden met het enkel vertrekvakantiegeld bedoeld in artikel 23bis, § 1, 3°, van de voormelde wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten;3° "solidariteitsbijdrage op studentenarbeid": de door de werkgever verschuldigde solidariteitsbijdrage op studentenarbeid bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten0 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een solidariteitsbijdrage op de tewerkstelling van studenten die niet onderworpen zijn aan het stelsel van sociale zekerheid van de werknemers, met toepassing van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.

Art. 31.§ 1. Er wordt een premie verleend volgens de nadere regels en voorwaarden bepaald bij de artikelen 32 tot en met 35 aan de werkgevers en de personen die met werkgevers worden gelijkgesteld bedoeld in artikel 1, § 1, van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders wanneer en voor zover zij onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, en: 1° die ressorteren onder het paritair comité voor het vermakelijkheidsbedrijf of wiens hoofdactiviteit in de evenementensector bestaat uit: a) de beoefening van uitvoerende kunsten;b) de promotie en organisatie van uitvoerende kunstevenementen;c) het ontwerp en bouw van podia;d) de gespecialiseerde beeld-, verlichtings- en geluidstechnieken;e) ondersteunende activiteiten voor de uitvoerende kunsten;f) de beoefening van scheppende kunsten;g) ondersteunende activiteiten voor scheppende kunsten;h) de exploitatie van schouwburgen, theaters, concertzalen, music-halls, cabarets en andere accomodaties voor podiumkunst;i) de exploitatie van geluidsopnamestudio's voor rekening van derden;j) het beheer en exploitatie van culturele centra en multifunctionele zalen ten behoeve van culturele activiteiten;k) de organisatie van congressen en beurzen;l) de organisatie van sportevenementen;2° die kwalificeren als discotheken of dancings, gesloten voor het publiek op grond van artikel 7, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten1 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie te voorkomen of te beperken, zoals dit besluit gold op 4 december 2021;3° die kwalificeren als binnenspeeltuinen gesloten voor het publiek op grond van artikel 7, § 2, 2°, van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten1 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie te voorkomen of te beperken, zoals dit besluit gold op 4 december 2021. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de toepassing van dit hoofdstuk uitbreiden tot andere categorieën van werkgevers die gesloten zijn voor het publiek op grond van een koninklijk besluit in uitvoering van artikel 4 van de wet van 14 augustus 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/08/2021 pub. 20/08/2021 numac 2021021663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie sluiten betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie.

Art. 32.§ 1. De premie moet worden aangewend om tewerkstelling te behouden in de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022. De premie wordt begrensd tot 80 % van de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven brutolonen van het betrokken kwartaal, met inbegrip van de socialezekerheidsbijdragen voor deze periode. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de brutolonen en de socialezekerheidsbijdragen voor werknemers ontslagen in deze periode, met uitzondering van de werknemers ontslagen om dringende reden. § 2. De werkgever dient zich in de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 te onthouden van: a) het uitkeren van dividenden aan aandeelhouders;b) het uitkeren van bonussen aan de leden van de Raad van bestuur en het leidinggevend personeel van de onderneming;c) het inkopen van eigen aandelen.

Art. 33.Teneinde aanspraak te kunnen maken op de in dit hoofdstuk bedoelde premie moet de werkgever hiertoe een aanvraag indienen bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, met behulp van een hiertoe door de voormelde Rijksdienst ter beschikking gestelde beveiligde elektronische toepassing.

Art. 34.§ 1. Voor de werkgevers die de in artikel 33 bedoelde aanvraag uiterlijk op 25 februari 2022 indienen, wordt de premie bedoeld in artikel 31 door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid berekend en toegekend in twee fasen. § 2. In de eerste fase berekent de voormelde Rijksdienst voor de werkgevers die actief zijn in het eerste kwartaal 2022 een premie waarvan het bedrag overeenkomt met het hoogste van de volgende bedragen: 1° de voor het tweede kwartaal 2021 verschuldigde netto werkgeversbijdrage, in voorkomend geval vermeerderd met de door de werkgever verschuldigde solidariteitsbijdrage op studentenarbeid voor het tweede kwartaal 2021;2° de voor het derde kwartaal 2021 verschuldigde netto werkgeversbijdrage, in voorkomend geval vermeerderd met de door de werkgever verschuldigde solidariteitsbijdrage op studentenarbeid voor het derde kwartaal 2021. Het bedrag van deze premie wordt eerst ambtshalve aangewend ter betaling van de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verschuldigde bedragen die betrekking hebben op het eerste kwartaal 2022 en vervolgens, in voorkomend geval, op de overige aan de voormelde Rijksdienst verschuldigde bedragen en dit met aanwending op de oudste schuld overeenkomstig artikel 25 van de voormelde wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Indien er na toerekening een saldo overblijft, kan de werkgever om de uitbetaling ervan verzoeken. Wanneer de werkgever niet om uitbetaling verzoekt, zal het saldo aangewend worden voor de eerstvolgende nog te vervallen bedragen verschuldigd aan de voormelde Rijksdienst. § 3. In de tweede fase berekent de voormelde Rijksdienst voor de werkgevers die actief zijn in het tweede kwartaal 2022 een premie waarvan het bedrag overeenkomt met de voor het vierde kwartaal 2021 verschuldigde netto werkgeversbijdrage, in voorkomend geval vermeerderd met de door de werkgever verschuldigde solidariteitsbijdrage op studentenarbeid voor het vierde kwartaal 2021. § 4. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid vergelijkt vervolgens de overeenkomstig paragraaf 3 berekende premie met de overeenkomstig paragraaf 2 berekende premie.

Wanneer het bedrag van de overeenkomstig paragraaf 3 berekende premie lager is dan het bedrag van de overeenkomstig paragraaf 2 berekende premie, dan blijft de overeenkomstig paragraaf 2 berekende premie die in de eerste fase werd toegekend, verworven.

Wanneer het bedrag van de overeenkomstig paragraaf 3 berekende premie hoger is dan de overeenkomstig paragraaf 2 berekende premie, dan wordt aan de werkgever een bijkomende premie ten belope van het verschil toegekend. Het bedrag van deze premie wordt eerst ambtshalve aangewend ter betaling van de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verschuldigde bedragen die betrekking hebben op het tweede kwartaal 2022 en vervolgens, in voorkomend geval, op de overige aan de voormelde Rijksdienst verschuldigde bedragen en dit met aanwending op de oudste schuld overeenkomstig artikel 25 van de voormelde wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Indien er na toerekening een saldo overblijft, kan de werkgever om de uitbetaling ervan verzoeken. Wanneer de werkgever niet om uitbetaling verzoekt, zal het saldo worden aangewend voor de eerstvolgende nog te vervallen bedragen verschuldigd aan de voormelde Rijksdienst.

Art. 35.§ 1. Voor de werkgevers die actief zijn in het tweede kwartaal 2022 en die de in artikel 33 bedoelde aanvraag indienen in de periode van 26 februari 2022 tot en met 15 mei 2022, berekent de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een premie waarvan het bedrag overeenkomt met het hoogste van de volgende bedragen: 1° de voor het tweede kwartaal 2021 verschuldigde netto werkgeversbijdrage, in voorkomend geval vermeerderd met de door de werkgever verschuldigde solidariteitsbijdrage op studentenarbeid voor het tweede kwartaal 2021;2° de voor het derde kwartaal 2021 verschuldigde netto werkgeversbijdrage, in voorkomend geval vermeerderd met de door de werkgever verschuldigde solidariteitsbijdrage op studentenarbeid voor het derde kwartaal 2021;3° de voor het vierde kwartaal 2021 verschuldigde netto werkgeversbijdrage, in voorkomend geval vermeerderd met de door de werkgever verschuldigde solidariteitsbijdrage op studentenarbeid voor het vierde kwartaal 2021. § 2. Het bedrag van deze premie wordt eerst ambtshalve aangewend ter betaling van de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verschuldigde bedragen die betrekking hebben op het tweede kwartaal 2022 en vervolgens, in voorkomend geval, op de overige aan de voormelde Rijksdienst verschuldigde bedragen en dit met aanwending op de oudste schuld overeenkomstig artikel 25 van de voormelde wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Indien er na toerekening een saldo overblijft, kan de werkgever om de uitbetaling ervan verzoeken. Wanneer de werkgever niet om uitbetaling verzoekt, zal het saldo aangewend worden voor de eerstvolgende nog te vervallen bedragen verschuldigd aan de voormelde Rijksdienst.

Art. 36.Indien de werkgever niet voldoet aan de voorwaarden bepaald bij artikel 32, wordt de premie geannuleerd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Wanneer de premie wordt geannuleerd, is de werkgever ertoe gehouden zijn werkgeversrekening bij de voormelde Rijksdienst aan te zuiveren binnen dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek tot aanzuivering. In voorkomend geval, is de werkgever ertoe gehouden de saldi die in toepassing van artikel 34, § 2, tweede lid, en § 4, derde lid, onterecht werden uitbetaald, aan de voormelde Rijksdienst terug te betalen binnen dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek tot terugbetaling. Bij gebreke aan tijdige aanzuivering en terugbetaling, gaat de voormelde Rijksdienst over tot invordering overeenkomstig artikel 40 van de voormelde wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

Art. 37.De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, voor de categorieën van werkgevers die Hij bepaalt, de toepassing van de premie uitbreiden naar een volgend kwartaal.

In voorkomend geval, kan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorwaarden en nadere regels van de premie aanpassen in de tijd. Hij kan hiertoe, in het bijzonder het volgende bepalen: 1° de uiterste datum waarop de werkgevers hun aanvraag moeten indienen;2° de wijze van berekening en toekenning van de premie, met inbegrip van de kwartalen op basis waarvan de premie wordt berekend;3° de aanwending van de premie op de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verschuldigde bedragen.

Art. 38.De sociaal inspecteurs van de volgende diensten of instellingen zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit hoofdstuk: 1° de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;2° het Rijksinstituut voor de sociale verzekering der zelfstandigen;3° de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;4° de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;5° de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;6° het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. De sociaal inspecteurs beschikken over de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 23 tot 39 en 43 tot 49 van het Sociaal Strafwetboek wanneer zij, ambtshalve of op verzoek, optreden in het kader van hun opdracht tot informatie, bemiddeling en toezicht inzake de naleving van de bepalingen van dit hoofdstuk.

Art. 39.De bepalingen van dit hoofdstuk hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2022. HOOFDSTUK 3. - Tijdelijke uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 19/07/2005 numac 2005012166 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van vrijwilligers tot de organisaties die door de bevoegde overheid zijn erkend voor de bijstand aan en de zorg voor bejaarden en voor de opvang en de huisvesting van bejaarden in de private commerciële sector

Art. 40.§ 1. De definitie van de term "organisatie" zoals vermeld in artikel 3, 3°, van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 19/07/2005 numac 2005012166 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van vrijwilligers wordt uitgebreid tot de organisaties die niet als vereniging zonder winstoogmerk zijn opgericht en die door de bevoegde overheid zijn erkend voor de bijstand aan en de zorg voor bejaarden en voor de opvang en de huisvesting van bejaarden. § 2. De organisaties bedoeld in paragraaf 1 zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de voormelde wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 19/07/2005 numac 2005012166 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten voor de periodes waarin zij een werknemer die in tijdelijke werkloosheid wordt gesteld in de door hem uitgeoefende functie vervangen door een vrijwilliger.

Art. 41.De bepalingen van dit hoofdstuk hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2022 en treden buiten werking op 31 maart 2022.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 14 februari 2022.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, A. DE CROO De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, K. LALIEUX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 55-2430 Integraal verslag : 10 februari 2022.

^