Etaamb.openjustice.be
Wet van 07 mei 2020
gepubliceerd op 18 mei 2020

Wet houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2020020937
pub.
18/05/2020
prom.
07/05/2020
ELI
eli/wet/2020/05/07/2020020937/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

7 MEI 2020. - Wet houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Uitzonderlijke maatregelen inzake wettelijke pensioenen in het kader van de COVID-19-pandemie

Art. 2.Dit hoofdstuk is van toepassing op de volgende uitkeringen en hun bijkomende voordelen: 1° de rust- en overlevingspensioenen bedoeld in artikel 38 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen, en artikel 80 van de wet van 3 februari 2003 houdende diverse wijzigingen aan de wetgeving betreffende de pensioenen van de openbare sector;2° de rust- en overlevingspensioenen voor werknemers bedoeld in het koninklijk besluit nr.50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers; 3° de rust- en overlevingspensioenen en de pensioenen van uit de echt gescheiden echtgenoot voor zelfstandigen, helpers en meewerkende echtgenoten bedoeld in het koninklijk besluit nr.72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen; 4° de inkomensgarantie voor ouderen bedoeld in de wet van 22 maart 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2001 pub. 29/03/2001 numac 2001022201 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen sluiten tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen;5° het gewaarborgd inkomen voor bejaarden bedoeld in de wet van 1 april 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/04/1969 pub. 11/06/1998 numac 1998000217 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden . - Duitse vertaling sluiten tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden.

Art. 3.§ 1. Voor de regeling van de cumulatie van de in artikel 2, 1° tot 3°, bedoelde uitkeringen met inkomsten uit een beroepsactiviteit wordt geen rekening gehouden met de inkomsten voortvloeiend uit een beroepsactiviteit uitgeoefend door de gerechtigde van de uitkering of zijn echtgenoot in de periode vanaf 1 maart 2020, voor zover die inkomsten voortvloeien uit een beroepsactiviteit die aangevat of uitgebreid werd in het kader van de strijd tegen het coronavirus COVID-19 en voor zover deze beroepsactiviteit wordt uitgeoefend in één van de bedrijven van de cruciale sectoren of in de essentiële diensten, zoals opgenomen in de bijlage bij het ministerieel besluit van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 23/03/2020 numac 2020030347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. § 2. De inkomsten voortvloeiend uit een beroepsactiviteit uitgeoefend door de gerechtigde of elke andere persoon van wie de bestaansmiddelen en de pensioenen in aanmerking genomen worden voor de in artikel 2, 4° en 5°, bedoelde uitkeringen in de periode vanaf 1 maart 2020, worden voor het vaststellen van die uitkeringen als volledig vrijgestelde inkomsten beschouwd, voor zover die inkomsten voortvloeien uit een beroepsactiviteit die aangevat of uitgebreid werd in het kader van de strijd tegen het coronavirus COVID-19 en voor zover deze beroepsactiviteit wordt uitgeoefend in één van de bedrijven van de cruciale sectoren of in de essentiële diensten, zoals opgenomen in de bijlage bij het ministerieel besluit van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 23/03/2020 numac 2020030347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

Art. 4.§ 1. Voor de regeling van de cumulatie van de in artikel 2, 1° tot 3°, bedoelde uitkeringen met een vervangingsinkomen wordt geen rekening gehouden met de volgende uitkeringen toegekend aan de gerechtigde van de in artikel 2, 1° tot 3°, bedoelde uitkeringen of zijn echtgenoot: 1° de uitkering wegens tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, met inbegrip van elk hierbij toegekend supplement, voor zover deze betrekking heeft op de periode vanaf 1 maart 2020 en de werkloosheid te wijten is aan het coronavirus COVID-19;2° de uitkering wegens tijdelijke werkloosheid op grond van economische oorzaken, met inbegrip van elk hierbij toegekend supplement, voor zover deze betrekking heeft op de periode vanaf 1 maart 2020 en de werkloosheid te wijten is aan het coronavirus COVID-19;3° het overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen bedoeld in hoofdstuk 3 van de wet van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2020 pub. 24/03/2020 numac 2020030349 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen sluiten tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen;4° de primaire ongeschiktheidsuitkering en de invaliditeitsuitkering, voor zover deze betrekking heeft op de periode vanaf 1 maart 2020 en de arbeidsongeschiktheid te wijten is aan het coronavirus COVID-19. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde vervangingsinkomens ontvangen door de gerechtigde of elke andere persoon van wie de bestaansmiddelen en de pensioenen in aanmerking genomen worden voor de in artikel 2, 4° en 5°, bedoelde uitkeringen, worden voor het vaststellen van die uitkeringen als volledig vrijgestelde inkomsten beschouwd, voor zover deze betrekking hebben op de periode vanaf 1 maart 2020 en toegekend zijn wegens het coronavirus COVID-19. § 3. Voor de toepassing van de paragrafen 1 en 2 worden de uitkeringen toegekend krachtens een buitenlandse wetgeving of door een instelling van internationaal publiek recht gelijkgesteld met de in die paragrafen bedoelde uitkeringen, op voorwaarde dat zij van dezelfde aard zijn en voor zover zij betrekking hebben op de periode vanaf 1 maart 2020 en toegekend zijn wegens het coronavirus COVID-19.

Art. 5.§ 1. Voor de regeling van de cumulatie van de in artikel 2, 1° tot 3°, bedoelde uitkeringen met een vergoeding wordt geen rekening gehouden met de volgende vergoedingen toegekend aan de gerechtigde van de in artikel 2, 1° tot 3°, bedoelde uitkeringen of zijn echtgenoot: 1° de inkomenscompensatievergoedingen die door de gewesten aan ondernemingen worden toegekend voor de economische gevolgen die zij ondervinden naar aanleiding van de toepassing van de ministeriële besluiten van 13 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en van 18 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;2° de forfaitaire vergoeding die aan tijdelijk werklozen wordt toegekend, bedoeld in artikel 6, § 1, van het decreet van 3 april 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2020 pub. 08/04/2020 numac 2020020684 bron vlaamse overheid Decreet tot afwijking van diverse bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en de uitvoeringsbesluiten ervan, en tot dekking van de kosten voor elektriciteitsverbruik, verwarming of waterverbruik voor de eerste maand van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis sluiten tot afwijking van diverse bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en de uitvoeringsbesluiten ervan, en tot dekking van de kosten voor elektriciteitsverbruik, verwarming of waterverbruik voor de eerste maand van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis;3° de subsidies en vergoedingen toegekend als compensatie voor de afwezigheidsdagen bedoeld in het besluit van de Vlaamse regering van 24 maart 2020Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040934 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang sluiten tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het COVID-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de kinderopvang en in het besluit van de Vlaamse regering van 1 april 2020 tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het Covid-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en in de preventieve gezinsondersteuning;4° elke andere vergoeding toegekend krachtens een wettelijke, decretale of reglementaire bepaling, op voorwaarde dat zij toegekend werd als compensatie voor een verlies aan inkomsten of als vergoeding voor bijkomende kosten te wijten aan het coronavirus COVID-19 en voor zover zij betrekking heeft op de periode vanaf 1 maart 2020. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde vergoedingen ontvangen door de gerechtigde of elke andere persoon van wie de bestaansmiddelen en de pensioenen in aanmerking genomen worden voor de in artikel 2, 4° en 5°, bedoelde uitkeringen, worden voor het vaststellen van die uitkeringen als volledig vrijgestelde inkomsten beschouwd, voor zover deze betrekking hebben op de periode vanaf 1 maart 2020 en toegekend zijn wegens het coronavirus COVID-19. § 3. Voor de toepassing van de paragrafen 1 en 2 worden de vergoedingen toegekend krachtens een buitenlandse wetgeving of door een instelling van internationaal publiek recht gelijkgesteld met de in die paragrafen bedoelde vergoedingen, op voorwaarde dat zij van dezelfde aard zijn en voor zover zij betrekking hebben op de periode vanaf 1 maart 2020 en toegekend zijn wegens het coronavirus COVID-19.

Art. 6.De in de artikelen 3, 4 en 5 bedoelde periode die een aanvang neemt vanaf 1 maart 2020 neemt een einde op 30 juni 2020.

De Koning kan, voor de door hem aangewezen bepalingen van de artikelen 3, 4 en 5, de periode bedoeld in het eerste lid verlengen.

Art. 7.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2020. HOOFDSTUK 3. - Uitzonderlijke maatregelen tot behoud van de pensioenopbouw en de risicodekkingen verbonden aan de beroepsactiviteit, van de werknemers in een situatie van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19

Art. 8.Dit hoofdstuk is van toepassing op: 1° de pensioentoezeggingen bedoeld in artikel 3, § 1, 2°, van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid alsook in voorkomend geval op de aanvullende verzekeringen bedoeld in hoofdstuk IX van het Koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023006 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023014 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de levensverzekeringsactiviteit sluiten betreffende de levensverzekeringsactiviteit die hiermee zijn verbonden;2° de beroepsgebonden ziektekostenverzekeringsovereenkomsten in de zin van artikel 201, § 1, 1°, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen;3° de beroepsgebonden arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsverzekeringsovereenkomsten in de zin van artikel 201, § 1, 2° en 3°, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen;4° dekkingen inzake arbeidsongeschiktheid en invaliditeit beheerd door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, ten gunste van werknemers indien de arbeidsovereenkomst van één of meerdere aangeslotenen wordt opgeschort ten gevolge van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19 en voor zover het pensioenreglement, het solidariteitsreglement, de pensioenovereenkomst, het reglement of de overeenkomst die van kracht zijn niet voorzien in de voortzetting van de pensioenopbouw en van de risicodekkingen gedurende deze periode van opschorting van de arbeidsovereenkomst.

Art. 9.§ 1. Onverminderd paragraaf 5 en niettegenstaande andersluidende bepalingen in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst of in elke andere overeenkomsten, geniet de aangeslotene van de pensioentoezegging gedurende de gehele periode van opschorting van zijn arbeidsovereenkomst omwille van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19.

Wanneer een solidariteitstoezegging is verbonden aan de pensioentoezegging, beslist de inrichter of het behoud van de pensioenopbouw een solidariteitsprestatie vormt.

Het behoud van de pensioenopbouw en het behoud van de overlijdensdekking mag geen enkele wijziging impliceren van de contractuele voorwaarden in het kader van de uitvoering van de pensioentoezegging door de pensioeninstelling, met inbegrip van de tarifaire voorwaarden, noch een formaliteit anders dan deze beoogd in dit hoofdstuk.

De bijdragen die verschuldigd zijn voor de periode bedoeld in het eerste lid, worden berekend overeenkomstig het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst alsof de arbeidsovereenkomst niet werd opgeschort.

Niettegenstaande alle andere betalingsmodaliteiten overeengekomen tussen de inrichter en de pensioeninstelling, kan de betaling van deze bijdragen op eenvoudig verzoek van de inrichter worden uitgesteld tot en met uiterlijk 30 september 2020, zonder dat een vroegere betaaldatum kan worden opgelegd en zonder dat de niet-betaling van de bijdrage op de vervaldag zoals voorzien in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst een wanbetaling uitmaakt.

De inrichter die wenst te genieten van dit uitstel van betaling, informeert de pensioeninstelling hiervan en communiceert alle nuttige informatie over de aangeslotenen die tijdelijk werkloos zijn wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19.

Wanneer de inrichter kiest voor het uitstel van betaling van de bijdragen beoogd in het vijfde lid worden de prestaties van de aangeslotenen en hun begunstigden berekend door rekening te houden met het behoud van de pensioenopbouw en het behoud van de overlijdensdekking gedurende de bedoelde periode van tijdelijke werkloosheid niettegenstaande ieder uitstel van de betaling van de bijdragen, echter rekening houdend met het feit dat, behalve wanneer andere bepalingen worden voorzien in het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst of in de overeenkomsten tussen de inrichter en de pensioeninstelling, het enkel vanaf de betaling van de bijdragen is dat de pensioeninstelling wanneer er slechts sprake is van een middelenverbintenis, gehouden is een rendement toe te kennen op de bijdragen gestort in het kader vaneen pensioentoezegging van het type vaste bijdragen zonder rendementsgarantie. § 2. Onverminderd paragraaf 5 en niettegenstaande iedere andere bepaling van het verzekeringscontract of van elke andere overeenkomsten, geniet de aangeslotene van de dekkingen van de aanvullende verzekeringen van de pensioentoezegging beoogd in § 1 gedurende de gehele periode van opschorting van de arbeidsovereenkomst omwille van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19.

Het behoud van de dekkingen beoogd in het eerste lid mag geen enkele wijziging impliceren van de contractuele voorwaarden in het kader van de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst door de verkeringsonderneming, met inbegrip van de tarifaire voorwaarden, noch een formaliteit anders dan deze beoogd in dit hoofdstuk.

De bijdragen die verschuldigd zijn voor de periode bedoeld in het eerste lid, worden berekend overeenkomstig het verzekeringscontract alsof de arbeidsovereenkomst niet werd opgeschort.

Niettegenstaande alle andere betalingsmodaliteiten overeengekomen tussen de werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau en de verzekeringsonderneming, kan de betaling van deze bijdragen op eenvoudig verzoek van de werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau worden uitgesteld tot en met uiterlijk 30 september 2020, zonder dat de verzekeringsonderneming een andere, vroegere betaaldatum kan opleggen.

De werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau die wenst te genieten van dit uitstel van betaling, informeert de verzekeringsonderneming hiervan en communiceert alle nuttige informatie over de aangeslotenen die tijdelijk werkloos zijn wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19.

Wanneer de werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau kiest voor een uitstel van de betaling van de bijdragen beoogd in het vierde lid, worden de prestaties van de aangeslotenen en van hun begunstigden berekend door rekening te houden met het behoud van de risicodekkingen gedurende de bedoelde periode van tijdelijke werkloosheid niettegenstaande iedere uitstel van de betaling van de bijdragen. § 3. Onverminderd paragraaf 5 en niettegenstaande iedere andere bepaling van het reglement, de overeenkomst en/of het verzekeringscontract, geniet de aangeslotene gedurende de gehele periode van opschorting van de arbeidsovereenkomst omwille van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19, van de dekking inzake ziektekosten, arbeidsongeschiktheid en invaliditeit die voor hem golden, evenals in voorkomend geval, voor zijn aangesloten familieleden, aan de vooravond van de opschorting van zijn arbeidsovereenkomst.

Het behoud van de dekkingen beoogd in het eerste lid mag geen enkele wijziging impliceren van de contractuele voorwaarden in het kader van de uitvoering van de toezegging van de werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau door de verzekeringsonderneming of de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, met inbegrip van de tarifaire voorwaarden, noch een formaliteit anders dan deze beoogd in dit hoofdstuk.

De bijdragen die verschuldigd zijn voor de periode bedoeld in het eerste lid, worden berekend overeenkomstig het reglement, de overeenkomst en/of het verzekeringscontract alsof de arbeidsovereenkomst niet werd opgeschort.

Niettegenstaande alle andere betalingsmodaliteiten overeengekomen tussen de werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau en de verzekeringsonderneming of de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, kan de betaling van deze bijdragen op eenvoudig verzoek van de werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau worden uitgesteld tot en met uiterlijk 30 september 2020, zonder dat de verzekeringsonderneming of de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening een vroegere betaaldatum kan opleggen dan deze datum.

De werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau die wenst te genieten van dit uitstel van betaling, informeert de verzekeringsonderneming of de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening hiervan en communiceert alle nuttige informatie over de aangeslotenen die tijdelijk werkloos zijn wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19.

Wanner de werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau kiest voor een uitstel van de betaling van de bijdragen beoogd in het vierde lid, worden de prestaties van de aangeslotenen en van hun begunstigden berekend door rekening te houden met het behoud van de risicodekkingen gedurende de bedoelde periode van tijdelijke werkloosheid niettegenstaande ieder uitstel van de betaling van de bijdragen. § 4. De pensioeninstelling, de verzekeringsonderneming of de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening informeert de inrichter, de werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau op een duidelijke en begrijpbare manier: - over de gevolgen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen op het behoud van de pensioenopbouw en de risicodekkingen van zijn pensioentoezegging in voorkomend geval rekening houdend met de solidariteitstoezegging, evenals op de dekkingen inzake gezondheidszorg, arbeidsongeschiktheid en invaliditeit waarbij wordt verduidelijkt in welke mate de pensioenopbouw en de risicodekkingen al dan niet deel uitmaken van éénzelfde toezegging; - over de voortzetting van de pensioenopbouw en van de risicodekkingen overeenkomstig paragrafen 1 tot 3; - over de mogelijkheid voor de inrichter, de werkgever of de rechtspersoon op het sectoraal niveau om te genieten van een uitstel van de betaling van de bijdragen overeenkomstig paragrafen 1 tot 3; - over de mogelijkheid voor de inrichter om, in het kader van een sociaal pensioenstelsel, te beslissen dat de voortzetting beoogd in paragraaf 1, een solidariteitsprestatie vormt voor wat betreft de pensioenopbouw; - over de mogelijkheid voor de inrichter, werkgever of rechtspersoon op sectoraal niveau om overeenkomstig paragraaf 5 te vragen de toezegging, zoals deze aan de vooravond van de aanvang van de tijdelijke werkloosheid bestond, te schorsen, met uitzondering van de overlijdensdekking die ten minste moet worden behouden tot en met 30 juni 2020 zoals deze bestond aan de vooravond van de periode van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de coronacrisis COVID-19; - over de verplichting van de inrichter, werkgever of rechtspersoon op sectoraal niveau om de betrokken aangeslotenen overeenkomstig § 6 te informeren. § 5. Binnen de 30 dagen die volgen op het ontvangen van de communicatie beoogd in paragraaf 4 of indien, bij de aangeslotenen, de eerste situatie van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19 zich later voordoet, binnen de 30 dagen die volgen op de ingang van deze situatie, informeert de inrichter, de werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau de pensioeninstelling, de verzekeringsonderneming of de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening van zijn eventuele beslissing om de toezegging, zoals deze resulteert uit het pensioenreglement, uit de pensioenovereenkomst, uit het reglement of uit de overeenkomst te schorsen tijdens de gehele periode van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19.

Indien de inrichter van een pensioentoezegging overeenkomstig het eerste lid beslist deze te schorsen, wordt de overlijdensdekking echter, niettegenstaande het eerste lid, behouden tot en met 30 juni 2020 zoals deze bestond aan de vooravond van de periode van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de coronacrisis COVID-19 voor zover de aangeslotene tijdelijk werkloos is wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19 tot en met die datum. In voorkomend geval, kan de inrichter genieten van het uitstel van de betaling van de bijdragen, overeenkomstig dit artikel. § 6. De inrichter, de werkgever of de rechtspersoon op sectoraal niveau informeert, via ieder communicatiemiddel van zijn keuze, de betrokken aangeslotenen over het behoud van de pensioenopbouw en van de risicodekkingen of over de keuze niet te voorzien in dit behoud en de toepassing verder te zetten van het pensioenreglement, de pensioenovereenkomst, het reglement of de overeenkomst onverminderd het behoud van de overlijdensdekking en in voorkomend geval, over de concrete gevolgen van het behoud op de persoonlijke bijdragen van de werknemer met inbegrip van de modaliteiten van de inhouding op het loon van de werknemer en de eventuele spreiding van deze inhoudingen.

Art. 10.§ 1. De voortzetting van de pensioenopbouw en van de risicodekkingen alsook het uitstel van betaling van de bijdragen bedoeld in artikel 9 maken integraal deel uit van de pensioentoezegging en houden geen wijziging in van de pensioentoezegging of in voorkomend geval van de solidariteitstoezegging die eraan is verbonden, in de zin van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.

De formele aanpassing van het pensioenreglement of in voorkomend geval van het solidariteitsreglement dat ermee is verbonden of de pensioenovereenkomst die voortvloeit uit de toepassing van artikel 9 moet echter plaatsvinden tegen ten laatste 31 december 2021. § 2. De toepassing van dit hoofdstuk doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de inrichter om zijn bestaande pensioentoezegging te wijzigen of op te heffen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.

Art. 11.De toepassing van artikel 4-14 van het koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023006 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023014 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de levensverzekeringsactiviteit sluiten tot uitvoering van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid wordt opgeschort tot 30 september 2020 in het kader van de toepassing van artikel 9.

Voor de verrichtingen beoogd in het koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023006 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023014 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de levensverzekeringsactiviteit sluiten betreffende de levensverzekeringsactiviteit en die betrekking hebben op een aanvullend pensioen, wordt de toepassing van artikel 50, eerste lid, van het koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023006 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023014 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de levensverzekeringsactiviteit sluiten betreffende de levensverzekeringsactiviteit opgeschort tot 30 september 2020 in het kader van de toepassing van artikel 9.

Art. 12.De Koning kan de periode bedoeld in artikel 9, § 5, tweede lid verlengen tot na 30 juni 2020 in het licht van een eventuele verlenging van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19.

Art. 13.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 13 maart 2020 en treedt buiten werking op 30 september 2020, met uitzondering van artikel 10.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 7 mei 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 0038 - 55-1159 Integraal verslag : 30 april 2020

^