gepubliceerd op 29 januari 2021
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 45 waarbij de uitzonderlijke verlofdagen wegens overmacht worden uitgebreid van de personeelsleden van het onderwijs in geval van de sluiting van het kinderopvangcentrum, de klas of de school, het opvangcentrum voor vrije tijd of het opvangcentrum voor gehandicapten personen van hun kind
21 JANUARI 2021. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 45 waarbij de uitzonderlijke verlofdagen wegens overmacht worden uitgebreid van de personeelsleden van het onderwijs in geval van de sluiting van het kinderopvangcentrum, de klas of de school, het opvangcentrum voor vrije tijd of het opvangcentrum voor gehandicapten personen van hun kind
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het
decreet van 14 november 2020Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
14/11/2020
pub.
18/11/2020
numac
2020031633
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering om te reageren op de tweede golf van de "COVID-19"-gezondheidscrisis
sluiten tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering om te reageren op de tweede golf van de "COVID-19"-gezondheidscrisis, artikel 1, § 1, littera g) ;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de noodzaak om een systeem te voorzien dat is aangepast aan de toestand van de personeelsleden in het onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap die geconfronteerd worden met de quarantaine van de kinderopvangomgeving, de school, de opvang van vrije tijd of het opvangcentrum voor gehandicapten van hun kind vanwege een maatregel die erop gericht is de verspreiding van het coronavirus te beperken;
Gelet op het advies nr. 68.552/2 van de Raad van State, gegeven op 28 december 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 ;
Overwegende het koninklijk besluit van 8 december 1967 genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, artikel 4 bis;
Overwegende het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, artikel 5bis;
Overwegende het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemd technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten, artikel 5 ;
Overwegende de « gendertest » van 8 december 2020 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 2 van het decreet van 14 november 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/11/2020 pub. 18/11/2020 numac 2020031633 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering om te reageren op de tweede golf van de "COVID-19"-gezondheidscrisis sluiten tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering om te reageren op de tweede golf van de "COVID-19"-gezondheidscrisis, de besluiten bedoeld in artikel 1 aangenomen kunnen worden zonder dat de formaliteiten vereist door een decreet of een besluit, zoals adviezen, overleg of onderhandelingen, vooraf voltooid zijn ;
Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs en Onderwijs van Sociale promotie en de Minister van Onderwijs ;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de vastbenoemde, stagedoende en tijdelijke personeelsleden, in dienstactiviteit, onderworpen aan : - het koninklijk besluit van 8 december 1967 genomen ter uitvoering van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1967 houdende vaststelling van de administratieve stand van de leden van het administratief personeel en van het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs ; - het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing van artikel 160 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen van kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen ; - het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemd technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten.
Art. 2.De personeelsleden bedoeld in artikel 1 krijgen uitzonderlijke verlofdagen wegens overmacht : 1° wanneer een minderjarig kind jonger dan 12 jaar dat samenwoont met het personeelslid niet naar zijn kinderdagverblijf of niet naar school of naar het opvangcentrum van de vrije tijd kan gaan omdat het kinderdagverblijf of een afdeling ervan, de klas, de school of het opvangcentrum voor vrije tijd waartoe het behoort, gesloten is vanwege een maatregel die erop gericht is de verspreiding van het COVID-coronavirus 19 te beperken;2° wanneer een gehandicapt kind, ongeacht zijn leeftijd, dat samenwoont met het personeelslid, niet naar een opvangcentrum voor gehandicapten kan gaan, omdat dit centrum gesloten is of dat de intramurale of extramurale dienst of behandeling georganiseerd of goedgekeurd door de Gemeenschappen tijdelijk is onderbroken vanwege een maatregel die erop gericht is de verspreiding van het COVID-19 coronavirus te beperken. Het personeelslid behoudt dit recht zolang als gevolg van een maatregel om de verspreiding van COVID-19 te beperken, het betrokken kind niet kan terugkeren naar het kinderopvangcentrum, naar school, naar het opvangcentrum voor vrije tijd of naar het opvangcentrum voor gehandicapten en voor de tijd die nodig is voor de zorg voor het kind.
Het personeelslid dat gebruik maakt van dit recht, moet onmiddellijk de volgende personen informeren : - de inrichtende macht, door bemiddeling van het inrichtingshoofd, voor de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap ; - het hiërarchische gezag, voor de leden van de Algemene Sturingsdienst van de scholen en de psycho-medisch-sociale centra, voor de leden van de Algemene Inspectiedienst en de leden van recreatie- en openluchtcentra.
Het personeelslid moet de inrichtende macht via het inrichtingshoofd of het hiërarchische gezag, naargelang het geval, onmiddellijk een attest afgeven van het kinderopvangcentrum, de school, het opvangcentrum van vrije tijd of het opvangcentrum voor personen met een handicap ter bevestiging van de sluiting van de betrokken inrichting, van de afdeling daarvan, van de klas of van het opvangcentrum van vrije tijd ingevolge een maatregel die erop gericht is de verspreiding van het COVID-19 coronavirus beperken. Dit attest vermeldt de periode waarin de sluiting van toepassing is.
De inrichtende macht of het hiërarchische gezag, naargelang het geval, informeert de Minister of zijn afgevaardigde hierover.
Dit verlof wordt bezoldigd en wordt beschouwd als een periode van dienstactiviteit.
Art. 3.Dit besluit houdt op uitwerking te hebben met ingang van de datum waarop het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, of elk besluit dat het vervangt, houdt op uitwerking te hebben.
Art. 4.De Minister van Hoger Onderwijs en Onderwijs voor sociale promotie en de Minister van Onderwijs zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 januari 2021.
De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en Promotie van Brussel, V. GLATIGNY La Ministre de l'Education, C. DESIR