gepubliceerd op 04 mei 2020
Koninklijk besluit nr. 9 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 2° van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 , met het oog op het tijdelijk toestaan van de uitoefening van de verpleegkunde door niet bevoegde gezondheidszorgbeoefenaars
19 APRIL 2020. - Koninklijk besluit nr. 9 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 2° van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), met het oog op het tijdelijk toestaan van de uitoefening van de verpleegkunde door niet bevoegde gezondheidszorgbeoefenaars
VERSLAG AAN DE KONING Sire Het ontwerp van besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit voor te leggen, beoogt de nodige maatregelen te nemen ten aanzien van de buitengewone crisis waaraan ons land momenteel het hoofd moet bieden, met name de COVID-19-epidemie of -pandemie. Deze crisis zorgt voor bijzondere en ernstige problemen, met name in termen van de volksgezondheid.
Teneinde snel de talrijke maatregelen te kunnen nemen die een dergelijke noodsituatie voor de volksgezondheid oplegt, werd de Regering op die manier hiervoor expliciet door het Parlement gemachtigd via de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II).
Gelet op de ernst van deze pandemie en het exponentiële aantal zieken die de pandemie in een beperkte tijdsspanne teweegbrengt, is het absoluut noodzakelijk om het aantal zorgprofessionals die kunnen bijdragen aan het beheersen van deze gezondheidscrisis te kunnen vrijwaren of zelfs uit te breiden.
Een ontoereikend aantal gezondheidszorgbeoefenaars die de nodige verpleegkundige zorg aan de zieken kunnen verstrekken, zou in deze crisisperiode immers rampzalige gevolgen hebben.
Dit besluit heeft, uitzonderlijk en voor een beperkte tijd, dan ook tot doel om de uitoefening van de activiteiten die onder de verpleegkunde vallen, uit te breiden naar de gezondheidswerkers die normaliter niet gemachtigd zijn om dit te doen, en op die manier de artsen en verpleegkundigen ondersteuning te geven bij de zorg die tijdens de epidemie- of pandemieperiode aan de zieken verleend moet worden.
Het is absoluut noodzakelijk om op dit niveau op te treden; zo niet kunnen de talrijke personen met het COVID-19-virus en de andere zieken die opgenomen moeten worden in deze crisisperiode, niet correct en waardig verzorgd worden.
Dit besluit wil alleen maar de zorgprofessionals tijdelijk machtigen om de verpleegkunde te beoefenen. Dit zal het dan ook mogelijk maken om een beroep te doen op personen die reeds over een zekere vorming beschikken op het gebied van de gezondheidszorg. En het is ook voorzien dat die professionals op voorhand gevormd worden voor de taken die hen zullen worden toevertrouwd, teneinde, gelet op de omstandigheden, de kwaliteit van de zorg die zal worden verstrekt, zo goed mogelijk te verzekeren. Bovendien beoogt dit besluit enkel de verpleegkundige activiteiten die nodig zijn om het hoofd te bieden aan de gevolgen van COVID-19.
De activiteiten worden enkel gesteld binnen een functioneel samenwerkingsverband.
Het is vanzelfsprekend dat de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 juni 1990Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/06/1990 pub. 20/03/2009 numac 2009000168 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van de lijst van de technische verpleegkundige prestaties en de lijst van de handelingen die door een geneesheer aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, alsmede de wijze van uitvoering van die prestaties en handelingen en de kwalificatievereisten waaraan de beoefenaars van de verpleegkunde moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende vaststelling van de lijst van de technische verpleegkundige verstrekkingen en de lijst van de handelingen die door een arts of een tandarts aan beoefenaars van de verpleegkunde kunnen worden toevertrouwd, alsmede de wijze van uitvoering van die verstrekkingen en handelingen en de kwalificatievereisten waaraan de beoefenaars van de verpleegkunde moeten voldoen, van toepassing zijn.
De gezondheidszorgbeoefenaars kunnen dus op basis van dit besluit verpleegkundige activiteiten verrichten onder dezelfde voorwaarden als verpleegkundigen.
De technische verpleegkundige verstrekkingen met aanduiding B2 en de handelingen die door een arts of een tandarts kunnen worden toevertrouwd, worden nog steeds uitgevoerd op basis van een voorschrift of een staand order.
Afhankelijk van het kader waarbinnen de zorg wordt verstrekt en de aard van de equipe, beslist een arts, of bij ontstentenis daarvan, een verpleegkundige of er binnen de equipe een tekort is aan bevoegde personen en of er een beroep wordt gedaan op andere gezondheidszorgbeoefenaars.
Een arts of verpleegkundige is verantwoordelijk voor de vorming aan andere gezondheidszorgbeoefenaars.
De beslissing dat het dermate noodzakelijk is om andere gezondheidszorgbeoefenaars verpleegkundige activiteiten te laten verrichten wordt in voorkomend geval genomen door minstens een verpleegkundige.
Het spreekt voor zich dat de gezondheidszorgbeoefenaar op wie men op die manier een beroep wil doen, zich natuurlijk als een goede huisvader moet gedragen en zelf moet oordelen of hij over de nodige bekwaamheid beschikt om de verpleegkundige zorgactiviteiten in kwestie uit te voeren. Die inschatting zal onder zijn verantwoordelijkheid vallen. Weliswaar is dit geen makkelijke taak die van hen zal worden gevraagd, maar de crisistijd waaraan ons land momenteel het hoofd moet bieden, impliceert uitzonderlijke maatregelen, en enkel met zoveel mogelijk gezondheidszorgbeoefenaars zal het mogelijk zijn om deze gezondheidscrisis zo doeltreffend en zo waardig mogelijk op te vangen.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Advies 67.208/2 van 9 april 2020 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 5, § 1, 2° van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II)' Op 6 april 2020 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 5, § 1, 2° van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II)'.
Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 9 april 2020. De kamer was samengesteld uit Pierre VANDERNOOT, kamervoorzitter, Patrick RONVAUX en Christine HOREVOETS, staatsraden, Sébastien VAN DROOGHENBROECK en Marianne DONY, assessoren, en Béatrice DRAPIER, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Pauline LAGASSE, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre VANDERNOOT. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 9 april 2020.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 4, derde lid, van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten `die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID 19 (I)', waarin verwezen wordt naar artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
Algemene opmerking De verenigbaarheid van het ontwerp met het Europees recht 1. Ook al heeft het ontwerp maar een zeer beperkte draagwijdte, aangezien het ertoe strekt personen die daartoe niet bevoegd zijn te machtigen om onder strikte voorwaarden (inzake tijd, opleiding, noodzakelijkheid, dringendheid) verpleegkundige activiteiten uit te oefenen, toch komt het erop neer dat afgeweken wordt van artikel 45 van de wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten `betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015' (hierna: "de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten"). Zoals bepaald in artikel 2/1 van die wet, voorziet dat artikel 45 met name in de omzetting van richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 `betreffende de erkenning van de beroepskwalificaties' (hierna: "richtlijn 2005/36/EG"), laatstelijk gewijzigd bij richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013.
Met inachtneming van de artikelen 21 en 31 van die richtlijn, bepaalt artikel 45 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten immers de titels en opleidingen die elke persoon die de verpleegkunde wenst uit te oefenen in de zin van artikel 46 van dezelfde wet, minstens moet bezitten of gevolgd hebben. 2. De vraag rijst of de ontworpen regeling vastgesteld kan worden in het licht van het Europese recht.3. Richtlijn 2005/36/EG is onder meer vastgesteld op basis van het huidige artikel 53 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: "VWEU") (het voormalige artikel 47 van het EG Verdrag), dat als volgt luidt: "1.Teneinde de toegang tot werkzaamheden, anders dan in loondienst, en de uitoefening daarvan te vergemakkelijken, stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingspro-cedure richtlijnen vast inzake de onderlinge erkenning van diploma's, certificaten en andere titels en inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten betreffende de toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst en de uitoefening daarvan. 2. Wat de geneeskundige, paramedische en farmaceutische beroepen betreft, is de geleidelijke afschaffing van de beperkingen afhankelijk van de coördinatie van de voorwaarden waaronder zij in de verschillende lidstaten worden uitgeoefend". Naast de onderlinge erkenning van de beroepskwalificaties met betrekking tot de belangrijkste gezondheidszorgberoepen, is de richtlijn tevens bedoeld om de patiëntenveiligheid te waarborgen. (1) Artikel 21, lid 6, van richtlijn 2005/36/EG bepaalt in dat verband het volgende: "Elke lidstaat stelt de toegang tot en uitoefening van de beroepswerkzaamheden van artsen, verantwoordelijk algemeen ziekenverplegers, beoefenaren der tandheelkunde, dierenartsen, verloskundigen en apothekers afhankelijk van het bezit van een opleidingstitel zoals bedoeld in bijlage V, respectievelijk de punten 5.1.1, 5.1.2, 5.1.4, 5.2.2, 5.3.2, 5.3.3, 5.4.2, 5.5.2 en 5.6.2, die waarborgt dat de betrokkene gedurende zijn gehele opleiding de in artikel 24, lid 3, artikel 31, lid 6, artikel 31, lid 7, artikel 34, lid 3, artikel 38, lid 3, artikel 40, lid 3, en artikel 44, lid 3, bedoelde kennis, vaardigheden en competenties, zoals toepasselijk, heeft verworven'. (eigen cursivering) Die bepaling van de richtlijn moet worden gelezen in het licht van overweging 19 ervan die als volgt luidt: "Bovendien moet de toegang tot het beroep van arts, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige en apotheker in de lidstaten afhankelijk zijn van het bezit van een bepaalde opleidingstitel, waardoor wordt gegarandeerd dat de betrokkene een opleiding heeft gevolgd die aan de vastgestelde minimumeisen voldoet. Dit systeem moet worden aangevuld met een reeks verworven rechten waarop de gekwalificeerde beroepsbeoefenaren onder bepaalde voorwaarden een beroep kunnen doen." 4. Die bepalingen van richtlijn 2005/36/EG moeten worden geïnterpreteerd op grond van het doel en het toepassingsgebied van deze richtlijn, die in de artikelen 1 en 2 ervan aldus zijn geformuleerd: "Artikel 1 - Doel Deze richtlijn stelt de regels vast volgens welke een lidstaat die de toegang tot of de uitoefening van een gereglementeerd beroep op zijn grondgebied afhankelijk stelt van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties (hierna de `ontvangende lidstaat' genoemd), de in een andere lidstaat of andere lidstaten (hierna de `lidstaat van oorsprong' genoemd) verworven beroepskwalificaties die de houder van die kwalificaties het recht verlenen er hetzelfde beroep uit te oefenen, erkent voor de toegang tot en de uitoefening van dit beroep. Deze richtlijn stelt ook de regels vast voor de gedeeltelijke toegang tot een gereglementeerd beroep alsook voor de erkenning van een beroepsstage die in een andere lidstaat is volbracht". "Art. 2 Toepassingsgebied 1. Deze richtlijn is van toepassing op alle onderdanen van een lidstaat, met inbegrip van beoefenaren van de vrije beroepen, die in een andere lidstaat dan die waar zij hun beroepskwalificaties hebben verworven, een gereglementeerd beroep willen uitoefenen, hetzij als zelfstandige, hetzij als werknemer. Deze richtlijn is eveneens van toepassing op alle onderdanen van een lidstaat die buiten hun lidstaat van oorsprong een beroepsstage hebben gevolgd. (...)" Het is dan ook om de automatische erkenning van de beroepskwalificaties van de houders van de titel van gezondheidszorgbeoefenaars mogelijk te maken, en dus vanuit een transnationaal perspectief, dat artikel 21 van richtlijn 2005/36/EG de lidstaten minimale harmonisatieverplichtingen oplegt met betrekking tot de minimumvoorwaarden voor het uitoefenen van bepaalde gezondheidszorgberoepen. De derde en de vierde overweging van de richtlijn suggereren eveneens een interpretatie in die zin.
Aangezien het ontworpen besluit niet rechtstreeks betrekking heeft op de transnationale erkenning van de beroepskwalificaties, is de richtlijn bijgevolg niet van toepassing.
De afwijking waarin het ontwerp voorziet, doet geen afbreuk aan de minimumvereisten voor een automatische erkenning van de titel van algemeen ziekenverpleger in het buitenland, aangezien de gezondheidszorgbeoefenaars die aanvankelijk niet gekwalificeerd waren om de verpleegkunde uit te oefenen in de zin van artikel 46 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten, geen aanspraak kunnen maken op een dergelijke erkenning wanneer zij niet in het bezit zijn van één van de in punt 5.2.2 van bijlage V bij richtlijn 2005/36/EG bedoelde titels.
De afdeling Wetgeving denkt bijgevolg te kunnen concluderen dat het aldus omschreven ontwerp geen bezwaar doet rijzen in het licht van het Europese recht. (2) Er zij overigens op gewezen dat de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten het reeds mogelijk maakt een beroep te doen op afwijkende regelingen inzake de opleiding voor verpleegkundigen. Artikel 148, § 1, derde en vierde lid, van die wet, bepaalt immers het volgende: "In afwijking van deze gecoördineerde wet bepaalt de Koning volgens de in artikel 141 bedoelde procedure de activiteiten welke onder de verpleegkunde vallen en mogen worden uitgeoefend door personen die daartoe niet bevoegd zijn, doch daartoe een speciale opleiding hebben gekregen: 1° tijdens de opleiding die hun vooraf wordt gegeven;2° wanneer, bij ontstentenis van een voldoende aantal wettelijk bevoegde personen, oorlogshandelingen of rampen het verrichten van die handelingen dringend maken. De Koning stelt het bestaan vast van een ramptoestand die gepaard gaat met een tekort aan wettig bevoegd personeel". 5.1. Die conclusie lijkt niet te worden ontkracht door de volgende elementen, waarop de afdeling Wetgeving de aandacht van de steller van het ontwerp meent te moeten vestigen. 5.2. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft, in het kader van een geschil tussen de Conseil national de l'ordre des médecins en Frankrijk, over de invoering van een nieuwe gemeenschappelijke opleiding voor tandartsen en artsen, het volgende geoordeeld: "Richtlijn 2005/36 verzet er zich immers tegen dat iemand zonder titel van een medische basisopleiding het beroep van arts uitoefent en iemand zonder titel van een basisopleiding tandheelkunde het beroep van beoefenaar der tandheelkunde uitoefent". (3) Dergelijke rechtspraak zou kunnen worden gelezen als de weerspiegeling van de opvatting dat de verplichtingen die aan de lidstaten zijn opgelegd met betrekking tot de minimumvereisten inzake opleiding niet noodzakelijkerwijs verband houden met een juridische context van wederzijdse erkenning van de beroepskwalificaties.
Het is echter niet zeker dat die opvatting kan worden veralgemeend tot de gevallen die, zoals in casu, uitzonderlijke situaties met een zeer beperkte draagwijdte zijn en ertoe strekken personen die daartoe niet bevoegd zijn, te machtigen om onder strikte voorwaarden (van tijd, opleiding, noodzakelijkheid, dringendheid) verpleegkundige activiteiten uit te oefenen, zonder de structurele en systemische dimensie die aan die opvatting ten grondslag ligt, welke opvatting het Hof van Justitie, buiten eventuele uitzonderlijke situaties, erop kon nahouden in zijn bovengenoemde jurisprudentie. 5.3. Bovendien wordt in de door de Europese Commissie bekendgemaakte richtsnoeren `voor EU-noodhulp voor grensoverschrijdende samenwerking in de gezondheidszorg met betrekking tot de COVID-19-crisis' (2020/C 111 I/01) (4) vastgesteld dat "[d]e COVID-19-pandemie (...) de gezondheidszorgstelsels van heel wat EU lidstaten al onder druk [zet]. Veel lidstaten vrezen dat hun intensivecarecapaciteit ontoereikend zal zijn. Gezondheidswerkers zijn overwerkt en veel zorginstellingen kampen met een snel toenemend personeelstekort." Gelet op die vaststelling haalt de Commissie verschillende maatregelen aan, die evenwel niet zover gaan dat de minimumvoorwaarden voor de toegang tot het beroep versoepeld worden op nationaal niveau. Wat de verplichtingen van de lidstaten betreft inzake de erkenning van beroepskwalificaties, stelt de Commissie immers het volgende: "Erkenning van beroepskwalificaties van gezondheidswerkers - De erkenning van tal van beroepen in de gezondheidszorg, zoals dat van arts met een basisopleiding, specialist in een aantal medische specialismen, zoals pneumologie, immunologie of overdraagbare ziekten, en algemeen verpleegkundige, is gebaseerd op een minimale harmonisatie in het kader van de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (...). Voor gezondheidswerkers die tijdelijk of incidenteel diensten verrichten, kan een eenvoudige verklaring volstaan, zonder dat hoeft te worden gewacht op een beslissing van de autoriteiten van de ontvangende lidstaat. Voor andere beroepen in de gezondheidszorg kan een procedure voor wederzijdse erkenning worden gevolgd als de bevoegde autoriteiten het nodig achten de inhoud van de opleiding te vergelijken. - In de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties is bepaald wat ten hoogste van gezondheidswerkers die zich binnen de EU willen verplaatsen, kan worden verlangd. De lidstaten zijn op grond van die richtlijn niet verplicht om beperkingen op te leggen ten aanzien van erkenningsprocedures en worden derhalve niet belemmerd om gezondheidswerkers die uit andere lidstaten komen, op een vrijere manier te behandelen, ongeacht of het doel dienstverrichting of vestiging is, door bijvoorbeeld geen voorafgaande verklaring of voorafgaande controle van de beroepskwalificaties te eisen of door de termijnen voor de behandeling van aanvragen te verkorten, door minder documenten te vragen dan gewoonlijk, door geen gewaarmerkte vertalingen te eisen of door niet aan te dringen op een compenserende maatregel wanneer de ontvangende lidstaat van mening is dat er geen sprake is van een ernstig risico voor de veiligheid van de patiënten. - Verdere richtsnoeren van de Commissie over aspecten die relevant zijn voor de grensoverschrijdende mobiliteit van gezondheidswerkers, kunnen worden verstrekt." Hoewel de overweging van de Commissie niet in de mogelijkheid lijkt te voorzien waarover de lidstaten zouden beschikken om de toegang tot de uitoefening van de verpleegkunde uit te breiden, lijken de voorgaande overwegingen zelfs te bevestigen dat de Commissie aansluiting vindt bij het strikte kader van de voorwaarden voor wederzijdse erkenning, wat dus van transnationale aard is, uitgaand van de vaststelling dat het Europese recht zich ter zake niet om andere situaties bekommert dan om die welke voortvloeien uit de geografische mobiliteit van de gezondheidswerkers, aangezien die andere situaties buiten zijn werkingssfeer vallen.
Bijzondere opmerkingen Opschrift Ter wille van de duidelijkheid en aangezien het gaat om een bijzonderemachtenbesluit, verdient het aanbeveling het besluit te nummeren zoals dat gebruikelijk is.
Het opschrift moet bovendien herzien worden om de strekking van het ontwerp nauwkeuriger aan te geven en daarbij moet niet enkel vermeld worden dat het ontwerpbesluit vastgesteld wordt op basis van de machtigings wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten. In het Frans draagt die wet trouwens het volgende opschrift: "habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (II)" en niet "accordant des pouvoirs au Roi afin de prendre des mesures dans la lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (II)", zoals vermeld in het opschrift van dit ontwerp.
Aanhef 1. In het eerste lid van de aanhef dient in de Franse tekst het juiste opschrift van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten overgenomen te worden en dient niet alleen verwezen te worden naar artikel 5, § 1, 2°, van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten `die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II)', maar ook naar artikel 2, eerste lid, van diezelfde wet.2. Artikel 4, derde lid, van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten `die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID19 (I)', welke bepaling het in casu mogelijk maakt om te werken met de procedure waarbij om een advies binnen een termijn van vijf dagen verzocht wordt, bedoeld in artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de gecoördineerde wetten `op de Raad van State', zonder dat daarvoor nog een bijzondere motivering van het verzoek om spoedbehandeling opgegeven hoeft te worden, dient in de aanhef vermeld te worden, aangezien die vermelding, voor de koninklijke besluiten die binnen het toepassingsgebied van die bepaling vallen, daar dienstdoet als de overname van de motivering van het spoedeisende karakter. Het zesde tot het elfde lid van de aanhef moeten bijgevolg weggelaten worden. Die leden kunnen eventueel in de vorm van overwegingen opgenomen worden na de verwijzing naar dit advies. 3. Om dezelfde redenen dient in het twaalfde lid van de aanhef de verwijzing naar artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de gecoördineerde wetten `op de Raad van State' vervangen te worden door een verwijzing naar artikel 4, derde lid, van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten `die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I)'. Artikel 1 1. Volgens de inleidende zin van artikel 1 zouden alle gezondheidszorgbeoefenaars bedoeld in de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten "de activiteiten" mogen verrichten die in artikel 46 van dezelfde wet vermeld worden. Het staat aan de steller van het ontwerp om na te gaan of zijn bedoeling wel weergegeven wordt met een dermate ruime formulering, die, zonder uitzondering, alle categorieën van gezondheidszorgberoepen omvat, zowel alle beroepen bedoeld in de wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten als de beroepen die opgesomd worden in de koninklijke besluiten genomen met toepassing van die wet. 2. Zoals het ontworpen artikel 148/1 gesteld is, wekt het de indruk dat de voorwaarde sub 2° dat de betrokken activiteiten "noodzakelijk" moeten zijn, niet volledig vervat is in de voorwaarde waarnaar sub 1° verwezen wordt dat die activiteiten "dringend" verricht moeten worden en krijgt de voorwaarde van dringendheid dus een extra dimensie. Als dat daadwerkelijk de bedoeling is, zou het beter zijn dat het verslag aan de Koning aangevuld wordt om die extra dimensie beter aan bod te laten komen. Als dat niet de bedoeling is, zou de tekst in dat geval gewijzigd moeten worden teneinde elke onzekerheid weg te nemen over de strekking ervan. 3. In het ontworpen artikel 148/1, 3°, van de wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten zou in het dispositief op rechtszekere wijze beschreven moeten worden wat bedoeld wordt met de woorden "een vorming".Door de onbepaaldheid van die woorden, in het bijzonder wat betreft de minimuminhoud van die vorming en de duur ervan, kan onvoldoende rechtszekerheid geboden worden aan de adressaten van het ontwerp, gelet op de context waarin ze moeten optreden om de gezondheid van de patiënten te vrijwaren.
Uit het verslag aan de Koning blijkt bovendien dat "[e]en arts of verpleegkundige (...) verantwoordelijk [is] voor de vorming aan andere gezondheidszorgbeoefenaars".
Die precisering moet weergegeven worden in het dispositief. 4. Gevraagd naar de strekking van het begrip "functioneel samenwerkingsverband" in het ontworpen artikel 148/1, 4°, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten, heeft de gemachtigde van de minister de volgende toelichting gegeven: "La formulation de `coopération fonctionnelle' utilisée dans le projet vise un groupe de praticiens qui travaillent ensemble de manière fonctionnelle afin que les activités infirmières puissent être effectuées de manière correcte et conforme, quelle que soit la qualification de base du praticien.Le projet pose en effet comme condition que `les activités sont accomplies uniquement au sein d'une coopération fonctionnelle' pour garantir une collaboration entre les professionnels de santé concernés et les médecins et/ou infirmières qui peuvent assurer une formation et une supervision et ce, afin de garantir une qualité dans les soins qui doivent être dispensés." In het ontwerp zou een definitie van het begrip "functioneel samenwerkingsverband" opgenomen moeten worden die de grote lijnen van die toelichting weergeeft.
De griffier, Béatrice DRAPIER De voorzitter, Pierre VANDERNOOT _______ Nota's (1) Resolutie van het Europees Parlement van 15 november 2011 `over de uitvoering van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (2011/2024(INI))', 9.(2) Niettegenstaande die bevinding kunnen de Belgische autoriteiten dit hoe dan ook laten onderzoeken door de Europese Commissie in het kader van de procedure waarin artikel 61 van richtlijn 2005/36/EG voorziet.(3) HvJ 19 september 2013, nr.C-492/12, Conseil national de l'ordre des médecins, § 41. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri= CELEX:52020XC0403(02)&from=NL.
19 APRIL 2020. - Koninklijk besluit nr. 9 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 2° van de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), met het oog op het tijdelijk toestaan van de uitoefening van de verpleegkunde door niet bevoegde gezondheidszorgbeoefenaars FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), artikelen 2, eerste lid en 5, § 1, 2° ;
Gelet op de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I), artikel 4, derde lid;
Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 maart 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 2 april 2020;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op advies 67.208/2 van de Raad van State, gegeven op 9 april 2020, met toepassing van artikel 4, derde lid van de de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 31/03/2020 numac 2020040944 bron federale overheidsdienst financien Wet tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I);
Overwegende het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat dit besluit betrekking heeft op een buitengewone crisissituatie, namelijk de gevolgen van de COVID-19-epidemie of -pandemie die momenteel in België heerst, wat bijzondere en ernstige problemen oplevert in termen van de volksgezondheid;
Dat het uitermate belangrijk is dat snel de nodige maatregelen worden genomen om de bestaande capaciteit aan zorgprofessionals die kunnen bijdragen aan het beheersen van deze gezondheidscrisis te kunnen vrijwaren of zelfs uit te breiden;
Dat zodoende alles in het werk moet worden gesteld om in alle veiligheid de verstrekking van de best mogelijke zorg aan het grootst aantal zieken te garanderen, en dit ondanks de huidige crisissituatie;
Dat er bij ontstentenis van een voldoende aantal zorgprofessionals die wettelijk bevoegd zijn om verpleegkundige activiteiten te stellen, de verstrekking van gezondheidszorg binnen de kortst mogelijke termijnen in het gedrang komt en dramatische gevolgen zal hebben;
Dat het dus van het grootste belang is dat de buitengewone maatregel bepaald in dit besluit wordt genomen, meer bepaald ervoor te zorgen dat de zorgsectoren, de zorginstellingen en de ziekenhuizen kunnen beschikken over een voldoende aantal zorgprofessionals die de artsen en verpleegkundigen kunnen ondersteunen bij de behandeling van personen met het COVID-19-virus en de andere zieken die opgenomen moeten worden in deze crisisperiode;
Dat bijgevolg onderhavig besluit zo snel mogelijk moet worden gepubliceerd;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, wordt een nieuw artikel 148/1 ingevoegd, luidende: "
Artikel 148/1.In het kader van de COVID-19-epidemie of -pandemie mogen, in afwijking van deze gecoördineerde wet, de in deze wet bedoelde gezondheidszorgbeoefenaars die daartoe niet bevoegd zijn, de activiteiten bedoeld in artikel 46 van deze wet verrichten, voor zover voldaan is aan de volgende voorwaarden: 1° in geval van ontstentenis van een voldoende aantal wettelijk bevoegde personen om deze activiteiten te verrichten, vastgesteld door een leidinggevende arts of leidinggevende verpleegkundige, en de epidemie of pandemie deze noodzakelijk maakt;2° het betreffen activiteiten bedoeld in artikel 46 van deze wet noodzakelijk om de gevolgen van de COVID-19-epidemie of -pandemie op te vangen;3° er wordt voorafgaand aan het stellen van de activiteiten een door een arts of een verpleegkundige gegeven vorming gevolgd, zowel wat betreft de activiteiten als wat betreft de nodige beschermende maatregelen; 4° de activiteiten worden enkel gesteld in het kader van een functioneel samenwerkingsverband dat bestaat uit een samenwerking tussen de niet bevoegde gezondheidszorgbeoefenaars en de artsen en/of verpleegkundigen die hun vorming en toezicht kunnen verzekeren.".
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Dit besluit houdt op uitwerking te hebben op een 31 december 2020.
Art. 4.De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK