Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 11 februari 2021
gepubliceerd op 10 maart 2021

Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 60 houdende afwijking van een aantal bepalingen betreffende de stages in de kwalificatieafdeling van het secundair onderwijs en opleidingen in het alternerend secundair onderwijs in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2021030383
pub.
10/03/2021
prom.
11/02/2021
ELI
eli/besluit/2021/02/11/2021030383/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 FEBRUARI 2021. - Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 60 houdende afwijking van een aantal bepalingen betreffende de stages in de kwalificatieafdeling van het secundair onderwijs en opleidingen in het alternerend secundair onderwijs in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis


De regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 14 november 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/11/2020 pub. 18/11/2020 numac 2020031633 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering om te reageren op de tweede golf van de "COVID-19"-gezondheidscrisis sluiten tot toekenning aan de regering van bijzondere machten om het hoofd te bieden aan de tweede golf van de COVID-19-gezondheidscrisis, artikel 1, § 1, f);

Gelet op de wet van 19 juli 1971 houdende de algemene structuur en organisatie van het secundair onderwijs;

Gelet op het decreet van 3 juli 1991 houdende de organisatie van het alternerend secundair onderwijs;

Gelet op het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs sluiten houdende de organisatie van het gespecialiseerd onderwijs;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs;

Gelet op advies nr. 68.790/2 van de Raad van State, gegeven op 4 februari 2021, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 en van artikel 2, tweede lid, van het decreet van 14 november 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/11/2020 pub. 18/11/2020 numac 2020031633 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering om te reageren op de tweede golf van de "COVID-19"-gezondheidscrisis sluiten tot toekenning aan de regering van bijzondere machten om het hoofd te bieden aan de tweede golf van de COVID-19-gezondheidscrisis;

Gelet op de hoogdringendheid die is ingegeven door de noodzaak om de Franse Gemeenschap in staat te stellen zo snel mogelijk te reageren op de maatregelen die zijn genomen in het kader van de strijd tegen de COVID-19-pandemie, in toepassing van artikel 1, § 1, f), van het decreet van 14 november 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/11/2020 pub. 18/11/2020 numac 2020031633 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering om te reageren op de tweede golf van de "COVID-19"-gezondheidscrisis sluiten tot toekenning aan de regering van bijzondere machten om het hoofd te bieden aan de tweede golf van de COVID-19-gezondheidscrisis, met betrekking tot de organisatie van stages in de kwalificatieafdeling van het secundair onderwijs en van opleidingen in het alternerend secundair onderwijs;

Overwegende het wetboek van het basis- en secundair onderwijs;

Overwegende het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten betreffende noodmaatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus COVID-19, en inzonderheid artikel 20, dat bepaalt dat de ministers van Onderwijs de specifieke voorwaarden voor de organisatie van de lessen en de scholen vaststellen op basis van het advies van deskundigen, rekening houdend met de gezondheidscontext en de mogelijke ontwikkelingen daarvan;

Overwegende dat de door de regering opgelegde stages, in de gegroepeerde basisopties waarvan het certificeringsprofiel door de regering is bepaald (CPU) en in bepaalde gegroepeerde basisopties waarvoor geen certificeringsprofiel is bepaald (deze gegroepeerde basisopties zijn door de regering bepaald in bijlage 7 bij het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 15 mei 2014 tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie van de stages in het gewoon secundair onderwijs en in het gespecialiseerd onderwijs van vorm 4), in beginsel verplicht zijn;

Overwegende dat de stages verplicht zijn voor alle opleidingen georganiseerd in de 2de en 3de fase van het gespecialiseerd onderwijs van vorm 3, tenzij anders vermeld in het certificatieprofiel voor de 3de fase met toepassing van het besluit van de Franse Gemeenschap van 15 mei 2014 tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie van de stages in het gespecialiseerd secundair onderwijs van vorm 3;

Overwegende dat met het oog op de tweede golf van verspreiding van COVID-19 en de noodmaatregelen die zijn genomen om deze te beperken, bepaalde beroepssectoren zijn stilgelegd; dat telewerken thuis is veralgemeend en verplicht wanneer het ambt en de organisatie het toelieten;

Overwegende dat het derhalve passend is voor het schooljaar 2020-2021 af te wijken van bovengenoemde stageverplichting en te bepalen dat het aan de klassenraad is om, in overleg met de kwalificatie-examencommissie, in het dossier van de leerling aan te geven of de leerling geheel of gedeeltelijk van de stage is vrijgesteld, rekening houdend met gevallen van overmacht;

Overwegende dat de stages die worden georganiseerd voor de gegroepeerde basisopties (OBG) "kinderverzorger" en "aspirant-verpleger" verplicht zijn ten gevolge van een specifieke rechtsgrondslag met het oog op het verkrijgen van het kwalificatiegetuigschrift;

Overwegende dat het, gezien de huidige uitzonderlijke context, noodzakelijk is van dit beginsel af te wijken, met inachtneming van de door de regering vastgestelde minima;

Overwegende dat leerlingen die zijn ingeschreven in de gegroepeerde basisopties (OBG) "kinderverzorger" en die een vrijstelling van de stage genieten, in beginsel niet het kwalificatiegetuigschrift kunnen krijgen dat met hun studierichting overeenkomt;

Overwegende evenwel dat, gezien de huidige context en bij wijze van uitzondering, de leerlingen van deze gegroepeerde basisoptie die, met inachtneming van de door de regering vastgestelde minimumeisen, voor het schooljaar 2020-2021 zijn vrijgesteld van een deel van de stageperiode, van de kwalificatie-examencommissie het kwalificatiegetuigschrift kunnen krijgen;

Overwegende dat de klassenraad in overleg met de kwalificatie-examencommissie bij wijze van uitzondering besluiten kan de andere leerlingen geheel of gedeeltelijk vrij te stellen van de stage, mits hij van mening is dat de vrijstelling de voldoende beheersing van de essentiële leerstof door de leerling niet in het gedrang brengt;

Overwegende dat het alternerend secundair onderwijs bedoeld in artikel 49 van het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren sluiten tot bepaling van de prioritaire opdrachten van het basis- en secundair onderwijs en tot organisatie van de structuren om deze te verwezenlijken en in artikel 1.4. 3-2, § 4, punt 3, van het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 19/09/2019 numac 2019030854 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de boeken 1 en 2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, en tot instelling van de gemeenschappelijke kern sluiten betreffende de boeken 1 en 2 van het wetboek van basis- en secundair onderwijs en tot instelling van de gemeenschappelijk kern, moet bestaan uit 600 stageperiodes van 50 minuten in de scholen en ten minste 600 uren opleiding door het werk in de ondernemingen per jaar;

Overwegende dat wanneer het niet mogelijk is om de leerlingen 600 uur stages in de onderneming te geven, in het kader van CEFA aanvullende beroepsopleidingslestijden georganiseerd moeten worden. Het aantal uren opleiding binnen de onderneming mag echter niet minder bedragen dan 300 uur opleiding per jaar op de tweede graad en 450 uur per jaar op de derde graad;

Overwegende dat met het oog op de COVID-19-pandemie en de maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het virus onder de bevolking te beperken, bepaalde beroepssectoren gesloten zijn;

Overwegende dat, bij overmacht, in het geval van het alternerend onderwijs, indien de leerling niet in staat is het vereiste aantal uren werk in de onderneming te voltooien tegen het einde van het jaar, de klassenraad, in overleg met de kwalificatie-examencommissie, de bevoegdheid moet krijgen om in het dossier van de leerling aan te geven dat hij of zij vrijgesteld is van een deel van de uren stages in de onderneming;

Overwegende dat in dat geval de kwalificatie-examencommissie op basis van de verwerving van essentiële vaardigheden en kennis besluiten kan het kwalificatiegetuigschrift toe te kennen aan een stagiair die niet zijn volledige opleiding in de onderneming heeft voltooid;

Overwegende dat ook moet worden bepaald dat indien de specifieke voorwaarden voor de organisatie van lessen en scholen in 2020-2021 het niet mogelijk maken het quotum van 600 lesuren in scholen te bereiken, het aan de klassenraad is om in het dossier van de leerling aan te geven dat de leerling is vrijgesteld van deze lesuren in een school, rekening houdend met het geval van overmacht;

Overwegende dat de klassenraad in dit geval op grond van de verwerving van essentiële vaardigheden en kennis kan besluiten certificaten en getuigschriften uit te reiken aan een leerling die niet zijn gehele opleiding in een school heeft voltooid, rekening houdend met het geval van overmacht;

Overwegende dat het genummerde besluit in werking zal treden de dag waarop het wordt aangenomen, gezien de dringende noodzaak om deze maatregelen vóór het einde van het schooljaar aan te nemen en de noodzaak om de aangenomen bepalingen zo spoedig mogelijk aan het betrokken publiek mee te delen, zodat het zich in alle sereniteit op de rest van het schooljaar kan voorbereiden. In dit opzicht voldoet dit besluit aan de vereisten van de jurisprudentie van de Raad van State en het Grondwettelijk Hof inzake de terugwerkende kracht van regelgevende bepalingen, gelet op de uitzonderlijke omstandigheden die tot de aanneming ervan hebben geleid en de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang, zoals het recht op onderwijs, het recht van elk kind om maatregelen en diensten te genieten die bijdragen tot zijn of haar ontwikkeling, en het primaire belang van het kind;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 2 van het decreet van 14 november 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/11/2020 pub. 18/11/2020 numac 2020031633 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering om te reageren op de tweede golf van de "COVID-19"-gezondheidscrisis sluiten tot verlening van bijzondere machten aan de regering om het hoofd te bieden aan de tweede golf van de COVID-19-gezondheidscrisis, de in artikel 1 bedoelde besluiten kunnen worden vastgesteld zonder dat eerst de wettelijk of bestuursrechtelijk vereiste adviezen, raadplegingen en onderhandelingen zijn ingewonnen of georganiseerd, maar dat zij niettemin worden vastgesteld na advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State, tenzij deze afdeling te kennen geeft dat zij haar advies niet binnen vijf dagen kan meedelen;

Op de voordracht van de minister van Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In afwijking van artikel 7bis, § 8, derde lid, van de wet van 19 juli 1971 houdende de algemene structuur en organisatie van het secundair onderwijs, wordt voor het schooljaar 2020-2021 afgeweken van de in diezelfde bepaling bedoelde stageverplichting.

In afwijking van artikel 7bis, § 8, vijfde lid, van dezelfde wet kunnen de leerlingen die ingeschreven zijn in de gegroepeerde basisoptie "kinderverzorger" en die voor het schooljaar 2020-2021 vrijgesteld zijn van een deel van de stages, in toepassing van het vorige lid en met inachtneming van de door de regering vastgestelde minimumvereisten, het kwalificatiegetuigschrift ontvangen van de kwalificatie-examencommissie, volgens het model dat de regering voor datzelfde schooljaar heeft vastgesteld.

Art. 2.In afwijking van artikel 55bis, § 8, derde lid, van het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs sluiten houdende de organisatie van het gespecialiseerd onderwijs, wordt voor het schooljaar 2020-2021 afgeweken van de verplichting om de in diezelfde bepaling bedoelde stages te verstrekken.

Art. 3.In afwijking van artikel 2ter, § 1, tweede lid, van het decreet van 3 juli 1991 houdende de organisatie van het alternerend secundair onderwijs, voor het schooljaar 2020-2021, komt het de klassenraad toe: - om in het dossier van de leerling aan te geven dat de leerling is vrijgesteld van een deel van de opleidingslestijden in de instelling, indien de specifieke voorwaarden voor de organisatie van de lessen en de scholen in 2020-2021 niet toelaten het quotum van 600 perioden (lestijden) van 50 minuten te bereiken; -, in overleg met de kwalificatie-examencommissie, in het dossier van de leerling aan te geven dat de leerling is vrijgesteld van een deel van de opleiding in ondernemingen, gelet op de maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van COVID-19 onder de bevolking tegen te gaan.

De beslissing om getuigschriften en attesten af te geven aan een leerling die niet zijn volledige opleiding in een instelling heeft genoten, valt onder de verantwoordelijkheid van de klassenraad.

De beslissing om het kwalificatiegetuigschrift toe te kennen aan een student die zijn opleiding niet volledig in een onderneming heeft gevolgd, valt onder de bevoegdheid van de kwalificatie-examencommissie.

Art. 4.§ 1. In afwijking van artikel 2ter, § 2, vierde lid, van hetzelfde decreet wordt de verplichting om een verzoek om afwijking in te dienen voor leerlingen die niet hun volledige opleiding in een school en/of in een onderneming hebben gevolgd, opgeschort voor het schooljaar 2020-2021. Het komt de klassenraad toe: - om in het dossier van de leerling aan te geven dat de leerling is vrijgesteld van een deel van de lesuren in een school, indien de specifieke omstandigheden van de organisatie van de lessen en de scholen in 2020-2021 niet toelaten het quotum van 600 lesuren van 50 minuten te bereiken; -, in overleg met de kwalificatie-examencommissie, in het dossier van de leerling aan te geven dat de leerling is vrijgesteld van een deel van de opleiding in ondernemingen, gelet op de maatregelen die zijn genomen om de verspreiding van COVID-19 onder de bevolking tegen te gaan. § 2 De beslissing om getuigschriften en attesten af te geven aan een leerling die niet zijn volledige opleiding in een instelling heeft genoten, behoort tot de bevoegdheid van de klassenraad.

De beslissing om het kwalificatiegetuigschrift toe te kennen aan een leerling die zijn opleiding niet volledig in een onderneming heeft gevolgd, valt onder de bevoegdheid van de kwalificatie-examencommissie.

Art. 5.In afwijking van artikel 26, § 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 houdende de organisatie van het secundair onderwijs, valt voor het schooljaar 2020-2021 de beslissing tot toekenning van het kwalificatiegetuigschrift aan een leerling die niet de volledige stageperiode heeft vervuld, onder de bevoegdheid van de kwalificatie-examencommissie.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.

Art. 7.De minister van Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 februari 2021.

De minister-president, P.-Y. JEHOLET De minister van Onderwijs, C. DESIR

^