Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 januari 2016
gepubliceerd op 01 maart 2016

Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het statuut van de militairen

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2016007049
pub.
01/03/2016
prom.
29/01/2016
ELI
eli/besluit/2016/01/29/2016007049/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 JANUARI 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het statuut van de militairen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, de artikelen 37, 107, 108 en 167, § 1;

Gelet op de wet van 18 maart 1838 houdende organisatie van de Koninklijke Militaire School, de artikelen 1, 2°, 1bis, § 1, tweede lid, 1ter en 20, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 mei 1994;

Gelet op de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger, de artikelen 2, 5, § 3, 7, 9, 12, 24, f, en 25, B, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op de wet van 23 december 1955 betreffende de hulpofficieren van de luchtmacht, piloten en navigatoren, de artikelen 3, 4, 9, § 1, tweede lid, §§ 2, 2bis en 2quater, 11bis, tweede lid, 16, 3°, 16bis, 3°, 17 en 21, § 1, tweede lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op de wetten op het technisch onderwijs gecoördineerd bij koninklijk besluit van 30 april 1957;

Gelet op de dienstplichtwetten gecoördineerd op 30 april 1962, artikel 14, § 3;

Gelet op de wet van 12 januari 1970 betreffende de toekenning van een bijzondere vergoeding in geval van luchtvaartongeval in vredestijd, artikel 10, § 3;

Gelet op de wet van 14 januari 1975 houdende het tuchtreglement van de krijgsmacht, artikel 14bis, ingevoegd bij de wet van 28 december 1990 en gewijzigd bij de wet van 24 juli 1992;

Gelet op de wet van 13 juli 1976 bepalingen betreffende het vrouwelijke militaire personeel van de krijgsmacht, de ouderschapsbescherming en het palliatief verlof, artikel 53quinquies, § 4, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2003, en artikel 54bis, § 5, vervangen bij de wet van 16 juli 2005;

Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, artikel 42, §§ 1 en 3, eerste lid, 3°, vervangen bij de wet van 27 december 2004;

Gelet op de wet van 18 februari 1991 betreffende de morele consulenten bij de krijgsmacht, die tot de niet-confessionele Gemeenschap van België behoren, de artikelen 5, derde lid, en 7, eerste lid;

Gelet op de wet van 16 maart 1994 betreffende het statuut en de bezoldiging van het onderwijzend personeel van de Koninklijke Militaire School, artikel 3, § 3, vijfde lid, § 4, tweede lid, en § 5, vervangen bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de perioden en de standen van de militairen van het reservekader alsook betreffende de aanwending en de paraatstelling van de krijgsmacht, artikel 3, § 1, 2°, c), gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014;

Gelet op de wet van 20 mei 1994 inzake de rechtstoestanden van het personeel van defensie, de artikelen 90, § 3, vervangen bij de wet van 22 maart 2001 en gewijzigd bij de wetten van 5 maart 2006 en 27 december 2006, 93, § 1, eerste lid, 96, § 5, en 97, § 1, tweede lid, vervangen bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, de artikelen 2, § 1, tweede lid, 9, 9bis, §§ 2, 3 en 4, 10bis, § 2, 10ter, §§ 1 en 2, 11bis, 13, 13bis, eerste lid, 1°, 13ter, § 1, tweede lid, en 16bis, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014;

Gelet op de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, de artikelen 3, eerste en tweede lid, 6, § 4, derde lid, 12, eerste en tweede lid, en 24, 3° ;

Gelet op de wet van 25 mei 2000 betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, de artikelen 3, § 2, derde lid, en 10, § 1;

Gelet op de programmawet van 19 juli 2001 voor het begrotingsjaar 2001, artikel 48, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op de wet van 25 februari 2003 houdende de inrichting van de functie van veiligheidsbeambte met het oog op de uitvoering van taken die betrekking hebben op de politie van hoven en rechtbanken en de overbrenging van gevangenen, artikel 4, tweede lid;

Gelet op de wet van 10 april 2003 tot regeling van de afschaffing van de militaire rechtscolleges in vredestijd alsmede van het behoud ervan in oorlogstijd, de artikelen 12, § 3, 23, 32 en 38;

Gelet op de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen, artikel 49, eerste lid;

Gelet op de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht, de artikelen 5, § 3, vierde lid, 6, § 1, eerste lid, 12, eerste lid, 1°, 3° en 4°, 13, zesde lid, 21, tweede, vijfde en zesde lid, 35, 37, 42, 46, zesde, zevende, achtste en negende lid, 47, 48, § 1 en § 2, 49, eerste lid, 50, 51, § 1, eerste lid, § 2, derde lid, § 3, tweede en vierde lid, en § 5, 52, § 1, eerste lid, en § 4, 53, tweede lid, 55, eerste en derde lid, 56, eerste lid, 57, 58, tweede lid, 64/2, eerste lid, 64/3, 65, § 2, tweede lid, 66, 68, § 3, 70, derde lid, 71, 72, 72/1, 72/2, 75, § 1, vijfde lid, 77/1, eerste en tweede lid, 79/1, 83/1, § 1, tweede lid, 2°, en § 3, eerste lid, 2°, 87, 93, § 3, 94, § 2, tweede lid, 99, § 3, 101, derde lid, 101/3, 110, 111, eerste lid, 4°, 113, 113/1, vierde lid, 117, eerste lid, 118, §§ 2 en 3, 119/1, § 1, 119/2, § 2, eerste en tweede lid, 139, eerste en tweede lid, 139/1, tweede lid, 3°, 139/2, tweede lid, 2°, en derde lid, 2°, 141, 143, 146, 152, derde en vierde lid, 153, § 1, eerste lid, § 2, tweede en derde lid, en § 3, 154, derde lid, 158, derde en vierde lid, 161, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 162/3, eerste lid, 163/1, derde en vierde lid, 167, § 4, tweede lid, 173, 174, § 2, derde lid, en § 3, vijfde lid, 176, § 2, eerste lid, 177, 178/1, § 2, zesde lid, 178/2, vijfde lid, 243, § 5, en 271/3, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 maart 1921 houdende goedkeuring van het reglement betreffende de verloven van de officieren en gelijkgestelden;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 augustus 1927 ter regeling van den staat en den stand der militaire aalmoezeniers;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 1335 van 3 juli 1936 met betrekking op de werving en op de toelatingsvoorwaarden tot de Cadettenschool van het Leger;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1938 dat het gebruik der talen in de dienstbetrekkingen onder militairen regelt;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1939 dat het programma van het examen voorzien bij artikel 25-B van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger vaststelt;

Gelet op het besluit van de regent van 17 september 1948 betreffende de inrichting van de Koninklijke Cadettenschool, de artikelen 1, 2, 6, 7 en 8;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 mei 1951 betreffende de commissie voor keuringscriteria inzake geschiktheid voor de militaire dienst;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 mei 1952 tot vaststelling van de staat der militaire aalmoezeniers van het reservekader;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 juli 1952 tot bepaling van de functies van het Ministerie van Landsverdediging waaraan vrije inwoning is verbonden;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 mei 1955 betreffende twee regionale onderafdelingen van de Koninklijke Cadettenschool;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 oktober 1956 betreffende de organisatie van het taalexamen voor de benoeming tot de graad van reservemajoor, reservekorvetkapitein of reserve kapitein-technicus;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 februari 1957 betreffende de herhalingen gehouden in de tweede taal in de scholen van de krijgsmacht en de rijkswacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1959 houdende oprichting van hogere secundaire technische school bij de koninklijke technische school van de luchtmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 oktober 1959 houdende oprichting van Studiecentra en van Consultatieve Commissies bij het Departement van Landsverdediging;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 maart 1960 houdende organisatie van een administratief en technisch secretariaat op het Departement van Landsverdediging;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1962 tot instelling van het brevet van grondige kennis van de tweede landstaal;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het aktief kader van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 januari 1967;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 december 1969 tot regeling van de toekenning van een vergoeding wegens begrafeniskosten in geval van overlijden van sommige militairen en sommigen van hun familieleden;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 september 1970 tot vaststelling van de procedureregelen voor de commissie die gelast is uitspraak te doen inzake bijzondere vergoeding wegens luchtvaartongeval;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1970 betreffende de toekenning van een toelage aan de officieren-geneesheren, -veeartsen, -apothekers en -tandartsen, in dienst in het buitenland;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het Departement van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 1971 houdende regelen ter zake van de rang en van het uniform van de militaire magistraten en griffiers en van de leden van het secretariaat van het auditoraat-generaal, alsmede van de eerbewijzen die zij in het leger ontvangen;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot vaststelling van de keuringscriteria inzake medische geschiktheid voor de militaire dienst van de dienstplichtigen evenals voor de dienst van de andere militairen en van het personeel van de rijkswacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 juni 1974 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 mei 1975 betreffende de tegemoetkoming van de Staat in sommige begrafeniskosten van militairen die in werkelijke dienst overleden zijn;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 1977 betreffende de toekenning van een vergoeding voor sociale promotie aan sommige weddetrekkende militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaat-hulpofficieren piloten;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 augustus 1981 betreffende het medisch geschiktheidsprofiel;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 augustus 1985 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de krijgsmacht dat een soldij geniet;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1987 betreffende de toekenning van een bijzondere vergoeding in geval van opzettelijke gewelddaden tegen leden van de politie- en hulpdiensten en tegen derden die hulp verlenen aan een slachtoffer van een opzettelijke gewelddaad;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1987 betreffende de Commissie leger-jeugd;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende de farmaceutische inspectie bij de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1991 betreffende het verblijf van sommige categorieën van militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de morele hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de fysieke hoedanigheden van sommige kandidaten en leerlingen van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1991 betreffende de dienstnemingen en wederdienstnemingen van de kandidaat-militairen van het actief kader;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1991 betreffende de medische geschiktheid voor dienst op zee;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 houdende toekenning van een vergoeding aan de militairen die deelnemen aan bijzonder gevaarlijke operaties;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 houdende toekenning van een verhuisvergoeding aan de militairen bij overbrenging van de gewone plaats van het werk;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 1992 houdende toekenning van een vergoeding aan de militairen van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst die deelnemen aan de vredesoperatie van de Verenigde Naties in ex-Joegoslavië;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 juli 1993 houdende toekenning van toelagen voor leeropdrachten en aan bekleders van bepaalde betrekkingen in bepaalde scholen voor vorming en voortgezette vorming van officieren;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 januari 1994 tot bepaling van de aard en de modaliteiten van de taalexamens voor de kandidaat morele consulenten bij de krijgsmacht, tot vaststelling van de voorwaarden om in deze examens te slagen en tot inrichting van de examencommissie;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1994 houdende bepaling van de vormen van operationele inzet, hulpverlening en militaire bijstand, en van de voorbereidingsactiviteiten met het oog op de aanwending van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende sommige uit het gebrevetteerd varend personeel geschrapte hulpofficieren die aanvaard kunnen worden om een vorming tot officier van niveau B in de loopbaan van beperkte duur te volgen;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 houdende het statuut van de morele consulenten bij de krijgsmacht die tot de niet-confessionele Gemeenschap van België behoren;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, artikel 9;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 1995 betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid van en de rechtshulp aan militairen en de vergoeding van de door hen opgelopen schade;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 juli 1995 betreffende de beoordelingsprocedure voor de militairen van het actief kader en van het reservekader;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 maart 1996 betreffende de bevoegdheden van sommige militaire overheden op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juli 1997 tot uitvoering van de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juli 1997 betreffende de procedure van in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 februari 1998 betreffende het uniform van de militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 augustus 1998 tot vaststelling van het statuut van de repetitoren, taalleraren en eerstaanwezend taalleraren bij de Koninklijke Militaire School;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1998 houdende toekenning van kledijvergoedingen aan de militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 maart 1999 betreffende de medische geschiktheid als parachutist of commando;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 januari 2000 betreffende de medische geschiktheid voor duikactiviteiten en voor droge duiken;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot toekenning van een vergoeding aan militairen voor de verzorging van een erkende hond;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten, artikel 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 2002 houdende toekenning van een toelage aan de militaire luchtverkeersleiders en aan de militaire luchtgevechtsleiders;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende het stelsel der toelagen verschuldigd aan het varend personeel van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 2003 betreffende de selectie, de opleiding en de aanwerving van veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen bij de federale overheidsdienst justitie;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 juli 2003 betreffende de kosteloosheid van de gezondheidszorgen voor het personeel tewerkgesteld in het Ministerie van Landsverdediging;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2003 betreffende het vermogen van de Koninklijke Militaire School;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut van de militaire luchtverkeersleiders en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders en luchtgevechtleiders;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende de aanvraag- en toekenningsprocedures van het verlof voor ouderschapsbescherming en het verlof voor verzorging van een zwaar zieke verwant;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 mei 2004 betreffende de examencommissies van de taalexamens bepaald door de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de afwezigheid om gezondheidsredenen van de militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de militaire commissies voor geschiktheid en reform;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 september 2005 betreffende de geschiktheid voor luchtdienst;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 november 2005 tot bepaling van het tuchtreglement van het onderwijzend burgerpersoneel van de Koninklijke Militaire School;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2005 betreffende het statuut van de militaire muzikanten;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2006 betreffende de organisatie van het koninklijk hoger instituut voor Defensie;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 september 2006 betreffende het politiek verlof van de militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 december 2006 betreffende de biotheek van Defensie;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 december 2006 betreffende de toekenning van een bijzondere en bijkomende vergoeding in geval van fysieke schade geleden door leden van politie- en hulpdiensten, door sommige leden van de Veiligheid van de Staat, door sommige leden van het Bestuur der Strafinrichtingen en door het personeel van Landsverdediging, bij de redding van personen van wie het leven in gevaar was;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 2007 betreffende de terugbetaling van bepaalde buitengewone kosten opgelopen door de militair;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 2007 tot regeling van de overplaatsing van bepaalde militairen naar het administratief en logistiek kader van de politiezones;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 2007 betreffende de organisatie van de vakrichtingen en competentiepools;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 augustus 2007 betreffende de nadere regels van de terbeschikkingstelling van militairen bij de nationale toezichthoudende instantie van de luchtvaartnavigatiediensten;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 november 2007 tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure voor deze instanties;

Gelet op koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende toekenning van toelagen aan de militairen die houder zijn van bepaalde kwalificaties;

Gelet op koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende toekenning van toelagen aan de militairen die bepaalde prestaties van opruiming, van vernietiging of van ontmanteling van ontploffingstuigen uitvoeren;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 juli 2009 tot regeling van de overplaatsing van bepaalde militairen naar het administratief en logistiek kader van de federale politie;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 juni 2010 betreffende het administratief statuut van de militair die een vrijwillige militaire inzet vervult;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 augustus 2010 houdende bepaalde uitzonderlijke begeleidingsmaatregelen toepasselijk op de personeelsleden van het ministerie van Landsverdediging die rechtstreeks betrokken zijn bij het transformatieplan van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 september 2010 houdende diverse bepalingen betreffende het administratief, geldelijk en sociaal statuut van de militair die een vrijwillige militaire inzet vervult;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 december 2010 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 september 2011 tot regeling van de overplaatsing van bepaalde militairen naar het operationeel kader van de federale politie;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober 2013 tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de beroepsinstantie binnen Defensie;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober 2013 tot vaststelling van de procedure betreffende de statutaire maatregelen toepasselijk op de militairen van het actief kader en tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende de militaire tucht;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober 2013 betreffende de interne overplaatsing van sommige op medisch vlak definitief ongeschikt verklaarde militairen als rijksambtenaar bij het Ministerie van Landsverdediging;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie, de sociale promotie en de promotie op diploma naar een hogere personeelscategorie;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende het administratief statuut van de militair die een dienstneming van beperkte duur aangaat;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 december 2013 betreffende de vervolmakingscursussen van de beroepsmilitairen van het actief kader van de krijgsmacht, het examen voor overgang naar de graad van eerste sergeant-majoor, het kwalificatie-examen voor de graad van adjudant-chef en de beroepsproeven voor de bevordering tot de graad van majoor;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 december 2013 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de loopbaan van de militairen van het actief kader van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 januari 2014 betreffende het recht op voeding ten laste van de Staat ten voordele van de militairen die zich in bepaalde bijzondere omstandigheden bevinden;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 2014 houdende uitvoering van artikel 271/5 van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 2014 betreffende de postbeoordeling van de militairen;

Gelet op het protocol van onderhandelingen van het Onderhandelingscomité van het militair personeel Nr N-379, gesloten op 9 juli 2015;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 27 juli 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 2 september 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 8 september 2015;

Gelet op het advies 58.479/4 van de Raad van State, gegeven op 9 december 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Defensie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - WIJZIGINGSBEPALINGEN Afdeling 1. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 MAART 1921

HOUDENDE GOEDKEURING VAN HET REGLEMENT BETREFFENDE DE VERLOVEN VAN DE OFFICIEREN EN GELIJKGESTELDEN

Artikel 1.In de artikelen 18 en 47 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 22 maart 1921 houdende goedkeuring van het reglement betreffende de verloven van de officieren en gelijkgestelden, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 2. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 AUGUSTUS

1927 TER REGELING VAN DEN STAAT EN DEN STAND DER MILITAIRE AALMOEZENIERS

Art. 2.In de artikelen 1, eerste lid, 7, eerste lid, 8, 9, 10, eerste en vierde lid, 14, eerste lid, 1°, en derde lid, 15, eerste lid, 19 en 20 van het koninklijk besluit van 17 augustus 1927 ter regeling van den staat en den stand der militaire aalmoezeniers, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 3. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 DECEMBER

1938 DAT HET GEBRUIK DER TALEN IN DE DIENSTBETREKKINGEN ONDER MILITAIREN REGELT

Art. 3.In artikel 6 van het koninklijk besluit van 24 december 1938 dat het gebruik der talen in de dienstbetrekkingen onder militairen regelt, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 4. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS

1939 DAT HET PROGRAMMA VAN HET EXAMEN VOORZIEN BIJ ARTIKEL 25-B VAN DE WET VAN 30 JULI 1938 BETREFFENDE HET GEBRUIK DER TALEN BIJ HET LEGER VASTSTELT

Art. 4.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1939 dat het programma van het examen voorzien bij artikel 25-B van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger vaststelt, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 5. - WIJZIGING VAN HET BESLUIT VAN DE REGENT VAN 17 SEPTEMBER

1948 BETREFFENDE DE INRICHTING VAN DE KONINKLIJKE CADETTENSCHOOL

Art. 5.In de artikelen 2, 6, 7, 8, 10, 11, § 2, e), 14, §§ 1 en 2, 15, § 1, en 16, tweede lid, van het besluit van de regent van 17 september 1948 betreffende de inrichting van de Koninklijke Cadettenschool, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 6. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 MEI 1951

BETREFFENDE DE COMMISSIE VOOR KEURINGSCRITERIA INZAKE GESCHIKTHEID VOOR DE MILITAIRE DIENST

Art. 6.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 19 mei 1951 betreffende de commissie voor keuringscriteria inzake geschiktheid voor de militaire dienst, vervangen bij het koninklijk besluit van 9 augustus 1989, worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie". Afdeling 7. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 MEI 1952 TOT

VASTSTELLING VAN DE STAAT DER MILITAIRE AALMOEZENIERS VAN HET RESERVEKADER

Art. 7.In de artikelen 2, eerste lid, 5, eerste lid, en 9, § 2, van het koninklijk besluit van 17 mei 1952 tot vaststelling van de staat der militaire aalmoezeniers van het reservekader, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 8. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 31 JULI 1952

TOT BEPALING VAN DE FUNCTIES VAN HET MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING WAARAAN VRIJE INWONING IS VERBONDEN

Art. 8.In artikel 1, 10°, van het koninklijk besluit van 31 juli 1952 tot bepaling van de functies van het Ministerie van Landsverdediging waaraan vrije inwoning is verbonden, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 september 1958, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 9. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 MEI 1955

BETREFFENDE TWEE REGIONALE ONDERAFDELINGEN VAN DE KONINKLIJKE CADETTENSCHOOL

Art. 9.In de artikelen 1, eerste lid, 3 en 8 van het koninklijk besluit van 13 mei 1955 betreffende twee regionale onderafdelingen van de Koninklijke Cadettenschool, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 10. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 OKTOBER

1956 BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN HET TAALEXAMEN VOOR DE BENOEMING TOT DE GRAAD VAN RESERVEMAJOOR, RESERVEKORVET-KAPITEIN OF RESERVEKAPITEIN-TECHNICUS

Art. 10.In artikel 6 van het koninklijk besluit van 22 oktober 1956 betreffende de organisatie van het taalexamen voor de benoeming tot de graad van reservemajoor, reservekorvetkapitein of reserve kapitein-technicus, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 11. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 FEBRUARI

1957 BETREFFENDE DE HERHALINGEN GEHOUDEN IN DE TWEEDE TAAL IN DE SCHOLEN VAN DE KRIJGSMACHT EN DE RIJKSWACHT

Art. 11.In artikel 11 van het koninklijk besluit van 7 februari 1957 betreffende de herhalingen gehouden in de tweede taal in de scholen van de krijgsmacht en de rijkswacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 12. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 APRIL 1959

BETREFFENDE DE STAND EN DE BEVORDERING VAN DE BEROEPSOFFICIEREN

Art. 12.In de artikelen 1, 2, 3, eerste lid, 4, eerste en derde lid, 6, § 1, 7, 8, derde lid, 9, 11, eerste en tweede lid, 17, §§ 1 en 3, 21, vierde lid, 30ter en 67, § 1, van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 13. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 APRIL 1959

HOUDENDE OPRICHTING VAN DE HOGERE SECUNDAIRE TECHNISCHE SCHOOL BIJ DE KONINKLIJKE TECHNISCHE SCHOOL VAN DE LUCHTMACHT

Art. 13.In de artikelen 4, tweede lid, 5, eerste lid, en 12 van het koninklijk besluit van 7 april 1959 houdende oprichting van de hogere secundaire technische school bij de Koninklijke technische school van de luchtmacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 14. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 MAART 1960

HOUDENDE ORGANISATIE VAN EEN ADMINISTRATIEF EN TECHNISCH SECRETARIAAT OP HET DEPARTEMENT VAN LANDSVERDEDIGING

Art. 14.In de artikelen 1 en 3 van het koninklijk besluit van 14 maart 1960 houdende organisatie van een administratief en technisch secretariaat op het Departement van Landsverdediging, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 15. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 15 JANUARI

1962 TOT VASTSTELLING VAN HET VERGOEDINGSSTELSEL TOEPASSELIJK OP DE MILITAIREN DIE DIENSTREIZEN VOLBRENGEN IN HET BUITENLAND

Art. 15.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland, worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie".

Art. 16.In de artikelen 4, 5, § 2, en 10, § 1, vierde lid, van hetzelfde besluit, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 17.In artikel 10, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 april 2010, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 18.In de artikelen 11, tweede lid, 12, § 1, eerste lid, 13, § 2, 14, 15, eerste lid, 18, 19, 22, 23 en 24 van hetzelfde besluit, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 16. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 JULI 1962

TOT INSTELLING VAN HET BREVET VAN GRONDIGE KENNIS VAN DE TWEEDE LANDSTAAL

Art. 19.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juli 1962 tot instelling van het brevet van grondige kennis van de tweede landstaal, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 17. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 OKTOBER

1963 BETREFFENDE HET STATUUT VAN DE ONDEROFFICIEREN VAN HET AKTIEF KADER VAN DE KRIJGSMACHT

Art. 20.In de artikelen 3, §§ 1, 4 en 6, 5, 8, 11, eerste lid, 23bis, 31bis, 49, §§ 1 en 3, 77, eerste lid, 78, eerste lid, en 80 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het aktief kader van de krijgsmacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 18. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 16 DECEMBER

1969 TOT REGELING VAN DE TOEKENNING VAN EEN VERGOEDING WEGENS BEGRAFENISKOSTEN IN GEVAL VAN OVERLIJDEN VAN SOMMIGE MILITAIREN EN SOMMIGEN VAN HUN FAMILIELEDEN

Art. 21.In artikel 6, tweede lid, van het koninklijk besluit van 16 december 1969 tot regeling van de toekenning van een vergoeding wegens begrafeniskosten in geval van overlijden van sommige militairen en sommigen van hun familieleden, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 19. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 SEPTEMBER

1970 TOT VASTSTELLING VAN DE PROCEDUREREGELEN VOOR DE COMMISSIE DIE GELAST IS UITSPRAAK TE DOEN INZAKE BIJZONDERE VERGOEDING WEGENS LUCHTVAARTONGEVAL

Art. 22.In de artikelen 1, eerste lid, 2, § 1, eerste lid, en § 3, 4, 5, § 3, eerste lid, 6, eerste lid, en 7, tweede lid, van het koninklijk besluit van 11 september 1970 tot vaststelling van de procedureregelen voor de commissie die gelast is uitspraak te doen inzake bijzondere vergoeding wegens luchtvaartongeval, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 20. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 DECEMBER

1970 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN TOELAGE AAN DE OFFICIEREN-GENEESHEREN, -VEEARTSEN, -APOTHEKERS EN -TANDARTSEN, IN DIENST IN HET BUITENLAND

Art. 23.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 december 1970 betreffende de toekenning van een toelage aan de officieren-geneesheren, -veeartsen, -apothekers en -tandartsen, in dienst in het buitenland, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 21. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 21 JANUARI

1971 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN TOELAGEN AAN LEDEN VAN DE KRIJGSMACHT, EVENALS AAN SOMMIGE LEDEN VAN HET BURGERLIJK PERSONEEL VAN HET DEPARTEMENT VAN LANDSVERDEDIGING, VOOR SOMMIGE WERKEN OF PRESTATIES VAN BIJZONDER GEVAARLIJKE OF ONGEZONDE AARD

Art. 24.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het Departement van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard, worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie". Afdeling 22. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 AUGUSTUS

1971 HOUDENDE REGELEN TER ZAKE VAN DE RANG EN VAN HET UNIFORM VAN DE MILITAIRE MAGISTRATEN EN GRIFFIERS EN VAN DE LEDEN VAN HET SECRETARIAAT VAN HET AUDITORAAT-GENERAAL, ALSMEDE VAN DE EERBEWIJZEN DIE ZIJ IN HET LEGER ONTVANGEN

Art. 25.In artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 12 augustus 1971 houdende regelen ter zake van de rang en van het uniform van de militaire magistraten en griffiers en van de leden van het secretariaat van het auditoraat-generaal, alsmede van de eerbewijzen die zij in het leger ontvangen, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 23. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 NOVEMBER

1971 TOT VASTSTELLING VAN DE KEURINGSCRITERIA INZAKE MEDISCHE GESCHIKTHEID VOOR DE MILITAIRE DIENST VAN DE DIENSTPLICHTIGEN EVENALS VOOR DE DIENST VAN DE ANDERE MILITAIREN EN VAN HET PERSONEEL VAN DE RIJKSWACHT

Art. 26.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 november 1971 tot vaststelling van de keuringscriteria inzake medische geschiktheid voor de militaire dienst van de dienstplichtigen evenals voor de dienst van de andere militairen en van het personeel van de rijkswacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 24. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 JUNI 1974

BETREFFENDE HET STATUUT VAN DE VRIJWILLIGERS VAN HET ACTIEF KADER VAN DE KRIJGSMACHT

Art. 27.In de artikelen 4, 12bis, 42 en 47, §§ 1 en 3, van het koninklijk besluit van 11 juni 1974 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de krijgsmacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 25. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 27 MEI 1975

BETREFFENDE DE TEGEMOETKOMING VAN DE STAAT IN SOMMIGE BEGRAFENISKOSTEN VAN MILITAIREN DIE IN WERKELIJKE DIENST OVERLEDEN ZIJN

Art. 28.In de artikelen 3, 1°, 7, 1°, 8, § 2, en 9 van het koninklijk besluit van 27 mei 1975 betreffende de tegemoetkoming van de Staat in sommige begrafeniskosten van militairen die in werkelijke dienst overleden zijn, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 26. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 21 OKTOBER

1975 TOT VASTSTELLING VAN HET VERGOEDINGSSTELSEL TOEPASSELIJK OP DE MILITAIR DIE IN BELGIE VERPLICHT WORDT BEPAALDE WERKELIJKE LASTEN TE DRAGEN

Art. 29.In de artikelen 1, 5°, 3bis, tweede lid, 4, § 2, 7, § 1, eerste lid, 8, 9, § 3, 10, § 2, tweede lid, 12, tweede lid, 22, 23, 24, eerste lid, 25, 27, §§ 1 en 2, 29, § 2, 31, § 2, 33, 35, § 1, eerste lid, en 36 van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 27. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 1 MAART 1977

BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN VERGOEDING VOOR SOCIALE PROMOTIE AAN SOMMIGE WEDDETREKKENDE MILITAIREN

Art. 30.In de artikelen 5, eerste lid, en 6 van het koninklijk besluit van 1 maart 1977 betreffende de toekenning van een vergoeding voor sociale promotie aan sommige weddetrekkende militairen, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 28. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 2 SEPTEMBER

1978 BETREFFENDE HET STATUUT VAN DE HULPOFFICIEREN EN KANDIDAAT-HULPOFFICIEREN PILOTEN

Art. 31.In de artikelen 4, § 1, eerste lid, 3°, en derde lid, §§ 11 en 12, 6, §§ 1 en 2, § 3, tweede lid, 8, § 1, 2°, § 2, 9, derde lid, 12, § 1, eerste lid, 13, § 2, 14, 19, derde lid, 20 en 23, derde lid, van het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaat-hulpofficieren piloten, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 29. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 28 AUGUSTUS

1981 BETREFFENDE HET MEDISCH GESCHIKTHEIDSPROFIEL

Art. 32.In artikel 16, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 28 augustus 1981 betreffende het medisch geschiktheidsprofiel, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 30. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 AUGUSTUS

1985 HOUDENDE BEZOLDIGINGSREGELING VAN HET PERSONEEL VAN DE KRIJGSMACHT DAT EEN SOLDIJ GENIET

Art. 33.In de artikelen 4, 12, §§ 1 en 3, 13, § 2, eerste lid, 15, 16, § 2, en 17 van het koninklijk besluit van 19 augustus 1985 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de krijgsmacht dat een soldij geniet, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 31. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 23 JANUARI

1987 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN BIJZONDERE VERGOEDING IN GEVAL VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN TEGEN LEDEN VAN DE POLITIE- EN HULPDIENSTEN EN TEGEN DERDEN DIE HULP VERLENEN AAN EEN SLACHTOFFER VAN EEN OPZETTELIJKE GEWELDDAAD

Art. 34.In artikel 1, 4°, a), van het koninklijk besluit van 23 januari 1987 betreffende de toekenning van een bijzondere vergoeding in geval van opzettelijke gewelddaden tegen leden van de politie- en hulpdiensten en tegen derden die hulp verlenen aan een slachtoffer van een opzettelijke gewelddaad, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 november 2001, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 32. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 23 SEPTEMBER

1987 BETREFFENDE DE COMMISSIE LEGER-JEUGD

Art. 35.In de artikelen 1, 2, tweede lid, 3, 4, §§ 1 tot 3, en § 5, eerste lid, 5, 6, derde lid, en 7, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 september 1987 betreffende de Commissie leger-jeugd, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 33. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 FEBRUARI

1991 BETREFFENDE DE FARMACEUTISCHE INSPECTIE BIJ DE KRIJGSMACHT

Art. 36.In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende de farmaceutische inspectie bij de krijgsmacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 34. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 30 OKTOBER

1991 BETREFFENDE HET VERBLIJF VAN SOMMIGE CATEGORIEEN VAN MILITAIREN

Art. 37.In artikel 1, § 3, van het koninklijk besluit van 30 oktober 1991 betreffende het verblijf van sommige categorieën van militairen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 december 2013, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 35. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 NOVEMBER

1991 TOT BEPALING VAN DE REGELS DIE GELDEN BIJ DE BEOORDELING VAN DE MORELE HOEDANIGHEDEN VAN DE KANDIDATEN VAN DE KRIJGSMACHT

Art. 38.In artikel 5, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de morele hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 december 2013, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 36. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 NOVEMBER

1991 TOT BEPALING VAN DE REGELS DIE GELDEN BIJ DE BEOORDELING VAN DE FYSIEKE HOEDANIGHEDEN VAN SOMMIGE KANDIDATEN EN LEERLINGEN VAN DE KRIJGSMACHT

Art. 39.In de artikelen 9, § 1, 9bis, tweede lid, en 10, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de fysieke hoedanigheden van sommige kandidaten en leerlingen van de krijgsmacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 37. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 NOVEMBER

1991 BETREFFENDE DE DIENSTNEMINGEN EN WEDERDIENSTNEMINGEN VAN DE KANDIDAAT-MILITAIREN VAN HET ACTIEF KADER

Art. 40.In de artikelen 8, § 4, 12, § 5, eerste lid, 13 en 15, 1°, van het koninklijk besluit van 13 november 1991 betreffende de dienstnemingen en wederdienstnemingen van de kandidaat-militairen van het actief kader, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 41.In hetzelfde besluit, wordt de bijlage vervangen door de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit. Afdeling 38. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 23 DECEMBER

1991 BETREFFENDE DE MEDISCHE GESCHIKTHEID VOOR DIENST OP ZEE

Art. 42.In artikel 5, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1991 betreffende de medische geschiktheid voor dienst op zee, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 43.In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 44.In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 45.In de artikelen 16, eerste, derde en vierde lid, en 18 van hetzelfde besluit wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 39. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 DECEMBER

1992 HOUDENDE TOEKENNING VAN EEN VERGOEDING AAN DE MILITAIREN DIE DEELNEMEN AAN BIJZONDER GEVAARLIJKE OPERATIES

Art. 46.In artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 7 december 1992 houdende toekenning van een vergoeding aan de militairen die deelnemen aan bijzonder gevaarlijke operaties, worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie". Afdeling 40. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 DECEMBER

1992 HOUDENDE TOEKENNING VAN EEN VERHUISVERGOEDING AAN DE MILITAIREN BIJ OVERBRENGING VAN DE GEWONE PLAATS VAN HET WERK

Art. 47.In de artikelen 2, 6° en 8°, tweede lid, 5, 2°, 10 en in tabel III van het koninklijk besluit van 7 december 1992 houdende toekenning van een verhuisvergoeding aan de militairen bij overbrenging van de gewone plaats van het werk, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 41. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 30 DECEMBER

1992 HOUDENDE TOEKENNING VAN EEN VERGOEDING AAN DE MILITAIREN VAN DE LAND-, DE LUCHT- EN DE ZEEMACHT EN VAN DE MEDISCHE DIENST DIE DEELNEMEN AAN DE VREDESOPERATIE VAN DE VERENIGDE NATIES IN EX-JOEGOSLAVIE

Art. 48.In artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 30 december 1992 houdende toekenning van een vergoeding aan de militairen van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst die deelnemen aan de vredesoperatie van de Verenigde Naties in ex-Joegoslavië, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 42. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 31 JANUARI

1994 TOT BEPALING VAN DE AARD EN DE MODALITEITEN VAN DE TAALEXAMENS VOOR DE KANDIDAAT MORELE CONSULENTEN BIJ DE KRIJGSMACHT, TOT VASTSTELLING VAN DE VOORWAARDEN OM IN DEZE EXAMENS TE SLAGEN EN TOT INRICHTING VAN DE EXAMENCOMMISSIE

Art. 49.In artikel 6, eerste lid, van het koninklijk besluit van 31 januari 1994 tot bepaling van de aard en de modaliteiten van de taalexamens voor de kandidaat morele consulenten bij de krijgsmacht, tot vaststelling van de voorwaarden om in deze examens te slagen en tot inrichting van de examencommissie, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 50.In artikel 7, §§ 1 en 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie".

Art. 51.In de artikelen 8, § 1, en 10 van hetzelfde besluit, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 43. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 6 JULI 1994

HOUDENDE BEPALING VAN DE VORMEN VAN OPERATIONELE INZET, HULPVERLENING EN MILITAIRE BIJSTAND, EN VAN DE VOORBEREIDINGSACTIVITEITEN MET HET OOG OP DE AANWENDING VAN DE KRIJGSMACHT

Art. 52.In de artikelen 1, derde en vierde lid, en 6/2 van het koninklijk besluit van 6 juli 1994 houdende bepaling van de vormen van operationele inzet, hulpverlening en militaire bijstand, en van de voorbereidingsactiviteiten met het oog op de aanwending van de krijgsmacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 53.In de Franse tekst van artikel 6/4, eerste lid, 3°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juli 2014, worden de woorden "d'assistance" vervangen door de woorden "d'appui militaire".

Art. 54.In artikel 6/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juli 2014, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 44. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 AUGUSTUS

1994 BETREFFENDE SOMMIGE UIT HET GEBREVETTEERD VAREND PERSONEEL GESCHRAPTE HULPOFFICIEREN DIE AANVAARD KUNNEN WORDEN OM EEN VORMING TOT OFFICIER VAN NIVEAU B IN DE LOOPBAAN VAN BEPERKTE DUUR TE VOLGEN

Art. 55.In de artikelen 1 en 3, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende sommige uit het gebrevetteerd varend personeel geschrapte hulpofficieren die aanvaard kunnen worden om een vorming tot officier van niveau B in de loopbaan van beperkte duur te volgen, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 45. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 SEPTEMBER

1994 HOUDENDE HET STATUUT VAN DE MORELE CONSULENTEN BIJ DE KRIJGSMACHT DIE TOT DE NIET-CONFESSIONELE GEMEENSCHAP VAN BELGIE BEHOREN

Art. 56.In de artikelen 8, eerste lid, 10, tweede lid, 12, en 14, § 1, van het koninklijk besluit van 26 september 1994 houdende het statuut van de morele consulenten bij de krijgsmacht die tot de niet-confessionele Gemeenschap van België behoren, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 57.In artikel 15, §§ 2 en 4, van hetzelfde besluit, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 46. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 9 MAART 1995

BETREFFENDE DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN EN DE RECHTSHULP AAN MILITAIREN EN DE VERGOEDING VAN DE DOOR HEN OPGELOPEN SCHADE

Art. 58.In de artikelen 1, 2°, en 13 van het koninklijk besluit van 9 maart 1995 betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid van en de rechtshulp aan militairen en de vergoeding van de door hen opgelopen schade, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 47. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 28 JULI 1995

BETREFFENDE DE BEOORDELINGSPROCEDURE VOOR DE MILITAIREN VAN HET ACTIEF KADER EN VAN HET RESERVEKADER

Art. 59.In artikel 2, § 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 28 juli 1995 betreffende de beoordelingsprocedure voor de militairen van het actief kader en van het reservekader, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 60.In artikel 3 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 2, tweede lid, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie";2° in § 3, eerste lid, 3°, worden de woorden "beroeps- of aanvullingsonderofficier" vervangen door het woord "beroepsonderofficier";3° in § 6, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 61.In artikel 9 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 4, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 september 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 april 2004, worden de woorden "het hoofd van de interne audit," ingevoegd tussen de woorden "de inspecteur-generaal," en de woorden "een directeur-generaal" en wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie";2° in § 5, tweede lid, 1°, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 48. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 MAART 1996

BETREFFENDE DE BEVOEGDHEDEN VAN SOMMIGE MILITAIRE OVERHEDEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND

Art. 62.In de artikelen 2, §§ 1 en 3, 3, tweede lid, 4, 5 en 6 van het koninklijk besluit van 7 maart 1996 betreffende de bevoegdheden van sommige militaire overheden op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland, worden de woorden "minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie". Afdeling 49. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 29 JULI 1997

TOT UITVOERING VAN DE WET VAN 25 MEI 2000 TOT INSTELLING VAN DE VRIJWILLIGE ARBEIDSREGELING VAN DE VIERDAGENWEEK EN DE REGELING VAN DE HALFTIJDSE VERVROEGDE UITSTAP VOOR SOMMIGE MILITAIREN EN TOT WIJZIGING VAN HET STATUUT VAN DE MILITAIREN MET HET OOG OP DE INSTELLING VAN DE TIJDELIJKE AMBTSONTHEFFING WEGENS LOOPBAANONDERBREKING

Art. 63.In de artikelen 4, § 2, vierde lid, 6, § 2, derde lid, 13, tweede lid, 17, § 1, derde lid, en 25, tweede lid, van het koninklijk besluit van 29 juli 1997 tot uitvoering van de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 50. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 29 JULI 1997

BETREFFENDE DE PROCEDURE VAN IN DISPONIBILITEIT STELLEN VAN BEPAALDE MILITAIREN VAN HET ACTIEF KADER VAN DE KRIJGSMACHT

Art. 64.In de artikelen 2, § 1, eerste lid, 3, § 1, derde lid, en 5, §§ 1, eerste lid, en 2, van het koninklijk besluit van 29 juli 1997 betreffende de procedure van in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 51. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 FEBRUARI

1998 BETREFFENDE HET UNIFORM VAN DE MILITAIREN

Art. 65.In de artikelen 3, 3bis en 5 van het koninklijk besluit van 4 februari 1998 betreffende het uniform van de militairen, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 52. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 31 AUGUSTUS

1998 TOT VASTSTELLING VAN HET STATUUT VAN DE REPETITOREN, TAALLERAREN EN EERSTAANWEZEND TAALLERAREN BIJ DE KONINKLIJKE MILITAIRE SCHOOL

Art. 66.In artikel 3, 8° van het koninklijk besluit van 31 augustus 1998 tot vaststelling van het statuut van de repetitoren, taalleraren en eerstaanwezend taalleraren bij de Koninklijke Militaire School, gewijzigd bij het besluit van 23 november 2005, worden de woorden "minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie".

Art. 67.In artikel 8, derde lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 23 november 2005, worden de woorden "minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie".

Art. 68.In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 23 november 2005, worden de woorden "minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie". Afdeling 53. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 16 NOVEMBER

1998 HOUDENDE TOEKENNING VAN KLEDIJVERGOEDINGEN AAN DE MILITAIREN

Art. 69.In artikel 1bis, tweede lid, van het koninklijk besluit van 16 november 1998 houdende toekenning van kledijvergoedingen aan de militairen, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 70.In artikel 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 54. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 3 MAART 1999

BETREFFENDE DE MEDISCHE GESCHIKTHEID ALS PARACHUTIST OF COMMANDO

Art. 71.In de artikelen 19, eerste lid, 24 en 27, eerste, derde en vijfde lid, van het koninklijk besluit van 3 maart 1999 betreffende de medische geschiktheid als parachutist of commando, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 55. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 28 JANUARI

2000 BETREFFENDE DE MEDISCHE GESCHIKTHEID VOOR DUIKACTIVITEITEN EN VOOR DROGE DUIKEN

Art. 72.In de artikelen 13, eerste lid, en 15, eerste, derde en vijfde lid, van het koninklijk besluit van 28 januari 2000 betreffende de medische geschiktheid voor duikactiviteiten en voor droge duiken, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 56. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 JANUARI

2001 TOT TOEKENNING VAN EEN VERGOEDING AAN MILITAIREN VOOR DE VERZORGING VAN EEN ERKENDE HOND

Art. 73.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 18 januari 2001 tot toekenning van een vergoeding aan militairen voor de verzorging van een erkende hond, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 57. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 21 DECEMBER

2001 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE STRUCTUUR VAN HET MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING EN TOT VASTLEGGING VAN DE BEVOEGDHEDEN VAN BEPAALDE AUTORITEITEN

Art. 74.In artikel 3, 1°, van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 58. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 SEPTEMBER

2002 BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DE KONINKLIJKE MILITAIRE SCHOOL

Art. 75.In de artikelen 1, 2°, en 3, 4°, van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 59. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 16 OKTOBER

2002 HOUDENDE TOEKENNING VAN EEN TOELAGE AAN DE MILITAIRE LUCHTVERKEERSLEIDERS EN AAN DE MILITAIRE LUCHTGEVECHTSLEIDERS

Art. 76.In artikel 2, § 2, en § 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 16 oktober 2002 houdende toekenning van een toelage aan de militaire luchtverkeersleiders en aan de militaire luchtgevechtsleiders, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 60. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 MAART 2003

HOUDENDE BEZOLDIGINGSREGELING VAN DE MILITAIREN VAN ALLE RANGEN EN BETREFFENDE HET STELSEL VAN DE DIENSTPRESTATIES VAN DE MILITAIREN VAN HET ACTIEF KADER BENEDEN DE RANG VAN OFFICIER

Art. 77.In artikel 1, § 5, van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt: "3° de militair met vaste dienst bij de internationale hoofdkwartieren, generale staven en instellingen die in België zijn gevestigd en die worden bedoeld in de tabellen 1, 2 en 3 van de bijlage aan het ministerieel besluit van 22 oktober 1975 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen;".

Art. 78.In de artikelen 3, tweede lid, 4, 10bis, eerste en vierde lid, 18, 28, vierde lid, 32, § 2, tweede lid, 33, § 4, 41, tweede lid, 48, 3° en 4°, 50, § 1, tweede lid, en 51, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 61. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 3 APRIL 2003

HOUDENDE HET STELSEL DER TOELAGEN VERSCHULDIGD AAN HET VAREND PERSONEEL VAN DE KRIJGSMACHT

Art. 79.In de artikelen 9, 12, § 3, 14, tweede lid, en 14bis, vierde lid, van het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende het stelsel der toelagen verschuldigd aan het varend personeel van de krijgsmacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 62. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 3 MEI 2003

BETREFFENDE HET STATUUT VAN DE MILITAIREN VAN HET RESERVEKADER VAN DE KRIJGSMACHT

Art. 80.In artikel 1, 2°, van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 63. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 1 JULI 2003

BETREFFENDE DE SELECTIE, DE OPLEIDING EN DE AANWERVING VAN VEILIGHEIDSBEAMBTEN BIJ HET VEILIGHEIDSKORPS VOOR DE POLITIE VAN HOVEN EN RECHTBANKEN EN VOOR DE OVERBRENGING VAN GEVANGENEN BIJ DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

Art. 81.In artikel 3, § 1, derde lid, en § 2, van het koninklijk besluit van 1 juli 2003 betreffende de selectie, de opleiding en de aanwerving van veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen bij de federale overheidsdienst justitie, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 64. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 31 JULI 2003

BETREFFENDE DE KOSTELOOSHEID VAN DE GEZONDHEIDSZORGEN VOOR HET PERSONEEL TEWERKGESTELD IN HET MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING

Art. 82.In de artikelen 2, § 2, 3, § 2, en 6, van het koninklijk besluit van 31 juli 2003 betreffende de kosteloosheid van de gezondheidszorgen voor het personeel tewerkgesteld in het Ministerie van Landsverdediging, worden de woorden "minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie". Afdeling 65. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 SEPTEMBER

2003 BETREFFENDE DE WERVING VAN DE MILITAIREN

Art. 83.In artikel 1, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 84.Het artikel 23ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 7 november 2013, wordt aangevuld met een lid, luidende: "De minimumduur van de beroepservaring voor de kandidaat-officieren van de laterale werving die tot de vakrichting "medische technieken" behoren, wordt evenwel vastgesteld op vijf jaar in het beoogde medisch domein.".

Art. 85.In artikel 48, § 2, tweede lid, 3°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 mei 2004 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 augustus 2010 en van 7 november 2013, worden de woorden "en de wetenschappelijke proeven" ingevoegd tussen de woorden "de proef Engels" en de woorden "van de sollicitant kandidaat-beroepsofficier".

Art. 86.In artikel 49, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, wordt de bepaling onder 4° ingevoegd, luidende: "4° de wetenschappelijke proeven bedoeld in artikel 32, 7°. ". Afdeling 66. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 20 DECEMBER

2003 BETREFFENDE HET VERMOGEN VAN DE KONINKLIJKE MILITAIRE SCHOOL

Art. 87.In artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 20 december 2003 betreffende het vermogen van de Koninklijke Militaire School, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 67. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2004

BETREFFENDE HET STATUUT VAN DE MILITAIRE LUCHTVERKEERSLEIDERS EN DE MEDISCHE GESCHIKTHEID VAN DE MILITAIRE LUCHTVERKEERSLEIDERS EN LUCHTGEVECHTLEIDERS

Art. 88.In de artikelen 1, 15°, 2, § 1, vierde lid, en 39, eerste lid, van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut van de militaire luchtverkeersleiders en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders en luchtgevechtleiders, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 68. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2004

BETREFFENDE DE AANVRAAG- EN TOEKENNINGSPROCEDURES VAN HET VERLOF VOOR OUDERSCHAPSBESCHERMING EN HET VERLOF VOOR VERZORGING VAN EEN ZWAAR ZIEKE VERWANT

Art. 89.In de artikelen 1, vierde en zesde lid, en 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende de aanvraag- en toekenningsprocedures van het verlof voor ouderschapsbescherming en het verlof voor verzorging van een zwaar zieke verwant, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 69. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 MEI 2004

BETREFFENDE HET VAREND PERSONEEL VAN DE KRIJGSMACHT

Art. 90.In artikel 1, 7° en 8°, van het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 70. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 MEI 2004

BETREFFENDE DE EXAMENCOMMISSIES VAN DE TAALEXAMENS BEPAALD DOOR DE WET VAN 30 JULI 1938 BETREFFENDE HET GEBRUIK DER TALEN BIJ HET LEGER

Art. 91.In de artikelen 4, 5, 6, 7, 9 en 10 van het koninklijk besluit van 19 mei 2004 betreffende de examencommissies van de taalexamens bepaald door de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen, worden de woorden "minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie". Afdeling 71. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS

2005 BETREFFENDE DE AFWEZIGHEID OM GEZONDHEIDSREDENEN VAN DE MILITAIREN

Art. 92.In artikel 2, 2°, van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de afwezigheid om gezondheidsredenen van de militairen, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 72. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS

2005 BETREFFENDE DE MILITAIRE COMMISSIES VOOR GESCHIKTHEID EN REFORM

Art. 93.In de artikelen 2, tweede tot vierde lid, 3, § 1, tweede en derde lid, van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de militaire commissies voor geschiktheid en reform, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 94.In artikel 4 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie";2° in het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 december 2013, worden de woorden "dertig dagen" vervangen door de woorden "tien werkdagen".

Art. 95.In de artikelen 9 en 10, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 73. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 SEPTEMBER

2005 BETREFFENDE DE GESCHIKTHEID VOOR LUCHTDIENST

Art. 96.In de artikelen 2, 9°, en 10, tweede lid, van het koninklijk besluit van 17 september 2005 betreffende de geschiktheid voor luchtdienst wordt, het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 74. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 23 NOVEMBER

2005 TOT BEPALING VAN HET TUCHTREGLEMENT VAN HET ONDERWIJZEND BURGERPERSONEEL VAN DE KONINKLIJKE MILITAIRE SCHOOL

Art. 97.In de artikelen 5, § 1, eerste lid, 1°, 6, § 4, tweede lid, 9, § 5, tweede lid, en § 6, 10, 11, 14, derde lid, 17, eerste lid, 18, eerste lid, 19 en 20 van het koninklijk besluit van 23 november 2005 tot bepaling van het tuchtreglement van het onderwijzend burgerpersoneel van de Koninklijke Militaire School, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 75. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 21 DECEMBER

2005 BETREFFENDE HET STATUUT VAN DE MILITAIRE MUZIKANTEN

Art. 98.In artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 21 december 2005 betreffende het statuut van de militaire muzikanten, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 76. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 JUNI 2006

TOT REGELING VAN HET VERWERVEN DOOR DE MILITAIR VAN DE HOEDANIGHEID VAN RIJKSAMBTENAAR DOOR OVERPLAATSING

Art. 99.In de artikelen 2, eerste lid, 9, eerste lid, en 14, derde lid, van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 77. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS

2006 BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN HET KONINKLIJK HOGER INSTITUUT VOOR DEFENSIE

Art. 100.In artikel 1, tweede lid, 2°, van het koninklijk besluit van 10 augustus 2006 betreffende de organisatie van het koninklijk hoger instituut voor Defensie, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 78. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 SEPTEMBER

2006 BETREFFENDE HET POLITIEK VERLOF VAN DE MILITAIREN

Art. 101.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 september 2006 betreffende het politiek verlof van de militairen, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 79. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 3 DECEMBER

2006 BETREFFENDE DE BIOTHEEK VAN DEFENSIE

Art. 102.In de artikelen 3, tweede lid, 13, 4°, 17, tweede lid, 2°, 19, tweede en vierde lid, en 22, derde en vierde lid, van het koninklijk besluit van 3 december 2006 betreffende de biotheek van Defensie, worden de woorden "minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie". Afdeling 80. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 DECEMBER

2006 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN BIJZONDERE EN BIJKOMENDE VERGOEDING IN GEVAL VAN FYSIEKE SCHADE GELEDEN DOOR LEDEN VAN POLITIE- EN HULPDIENSTEN, DOOR SOMMIGE LEDEN VAN DE VEILIGHEID VAN DE STAAT, DOOR SOMMIGE LEDEN VAN HET BESTUUR DER STRAFINRICHTINGEN EN DOOR HET PERSONEEL VAN LANDSVERDEDIGING, BIJ DE REDDING VAN PERSONEN VAN WIE HET LEVEN IN GEVAAR WAS

Art. 103.In artikel 1, 3°, c), van het koninklijk besluit van 4 december 2006 betreffende de toekenning van een bijzondere en bijkomende vergoeding in geval van fysieke schade geleden door leden van politie- en hulpdiensten, door sommige leden van de Veiligheid van de Staat, door sommige leden van het Bestuur der Strafinrichtingen en door het personeel van Landsverdediging, bij de redding van personen van wie het leven in gevaar was, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 81. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 27 APRIL 2007

BETREFFENDE DE TERUGBETALING VAN BEPAALDE BUITENGEWONE KOSTEN OPGELOPEN DOOR DE MILITAIR

Art. 104.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 betreffende de terugbetaling van bepaalde buitengewone kosten opgelopen door de militair, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 82. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 3 JULI 2007

TOT REGELING VAN DE OVERPLAATSING VAN BEPAALDE MILITAIREN NAAR HET ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK KADER VAN DE POLITIEZONES

Art. 105.In de artikelen 3, 12, 2°, en 13, derde lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 2007 tot regeling van de overplaatsing van bepaalde militairen naar het administratief en logistiek kader van de politiezones, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 83. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 9 JULI 2007

BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DE VAKRICHTINGEN EN COMPETENTIEPOOLS

Art. 106.In artikel 7, § 2, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit van 9 juli 2007 betreffende de organisatie van de vakrichtingen en competentiepools, worden de woorden "een professionele ervaring" vervangen door de woorden "de professionele ervaring". Afdeling 84. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 2 AUGUSTUS

2007 BETREFFENDE DE NADERE REGELS VAN DE TERBESCHIKKINGSTELLING VAN MILITAIREN BIJ DE NATIONALE TOEZICHTHOUDENDE INSTANTIE VAN DE LUCHTVAARTNAVIGATIEDIENSTEN

Art. 107.In de artikelen 3, eerste lid, 4, tweede lid, 5, eerste lid, 8, 3°, 9 en 12 van het koninklijk besluit van 2 augustus 2007 betreffende de nadere regels van de terbeschikkingstelling van militairen bij de nationale toezichthoudende instantie van de luchtvaartnavigatiediensten, worden de woorden "minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Defensie". Afdeling 85. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 21 NOVEMBER

2007 TOT VASTSTELLING VAN DE WERKING VAN SOMMIGE INSTANTIES BINNEN DEFENSIE EN VAN DE VERSCHIJNINGSPROCEDURE VOOR DEZE INSTANTIES

Art. 108.Artikel 7 van het koninklijk besluit van 21 november 2007 tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure van de militairen voor deze instanties, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 2013, wordt aangevuld met twee leden, luidende: "De comparant wordt geacht gehoord te zijn geweest, zelfs indien hij de ontvangst van de oproeping niet bevestigt, zodra de oproeping hem een tweede maal werd voorgelegd na een redelijke termijn.

Behalve in uitzonderlijke omstandigheden, wordt deze oproeping beschouwd als prioritair ten opzichte van alle andere activiteiten.".

Art. 109.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "vijftien" vervangen door het woord "tien";2° in het vierde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 2013, worden de woorden "tweede lid" vervangen door de woorden "derde lid". Afdeling 86. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 20 DECEMBER

2007 HOUDENDE TOEKENNING VAN TOELAGEN AAN DE MILITAIREN DIE HOUDER ZIJN VAN BEPAALDE KWALIFICATIES

Art. 110.In de artikelen 8, 10, § 3, tweede lid en 11, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende toekenning van toelagen aan de militairen die houder zijn van bepaalde kwalificaties, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 87. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 20 DECEMBER

2007 HOUDENDE TOEKENNING VAN TOELAGEN AAN DE MILITAIREN DIE BEPAALDE PRESTATIES VAN OPRUIMING, VAN VERNIETIGING OF VAN ONTMANTELING VAN ONTPLOFFINGSTUIGEN UITVOEREN

Art. 111.In artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende toekenning van toelagen aan de militairen die bepaalde prestaties van opruiming, van vernietiging of van ontmanteling van ontploffingstuigen uitvoeren, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 88. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 JULI 2009

TOT REGELING VAN DE OVERPLAATSING VAN BEPAALDE MILITAIREN NAAR HET ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK KADER VAN DE FEDERALE POLITIE

Art. 112.In de artikelen 3, 11, 2°, en 12, derde lid, van het koninklijk besluit van 12 juli 2009 tot regeling van de overplaatsing van bepaalde militairen naar het administratief en logistiek kader van de federale politie, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 89. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 27 JUNI 2010

BETREFFENDE HET ADMINISTRATIEF STATUUT VAN DE MILITAIR DIE EEN VRIJWILLIGE MILITAIRE INZET VERVULT

Art. 113.In artikel 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 27 juni 2010 betreffende het administratief statuut van de militair die een vrijwillige militaire inzet vervult, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 90. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 AUGUSTUS

2010 HOUDENDE BEPAALDE UITZONDERLIJKE BEGELEIDINGSMAATREGELEN TOEPASSELIJK OP DE PERSONEELSLEDEN VAN HET MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING DIE RECHTSTREEKS BETROKKEN ZIJN BIJ HET TRANSFORMATIEPLAN VAN DE KRIJGSMACHT

Art. 114.In de artikelen 1, derde lid, 2°, 10 en 11, tweede lid, van het koninklijk besluit van 26 augustus 2010 houdende bepaalde uitzonderlijke begeleidingsmaatregelen toepasselijk op de personeelsleden van het ministerie van Landsverdediging die rechtstreeks betrokken zijn bij het transformatieplan van de krijgsmacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 91. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 3 SEPTEMBER

2010 HOUDENDE DIVERSE BEPALINGEN BETREFFENDE HET ADMINISTRATIEF, GELDELIJK EN SOCIAAL STATUUT VAN DE MILITAIR DIE EEN VRIJWILLIGE MILITAIRE INZET VERVULT

Art. 115.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 september 2010 houdende diverse bepalingen betreffende het administratief, geldelijk en sociaal statuut van de militair die een vrijwillige militaire inzet vervult, worden de woorden "20 januari 2000" vervangen door de woorden "9 januari 2014". Afdeling 92. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 9 DECEMBER

2010 HOUDENDE TOEKENNING VAN EEN VERGOEDING VOOR HET GEBRUIK VAN DE FIETS AAN DE MILITAIREN

Art. 116.In artikel 6, tweede lid, van het koninklijk besluit van 9 december 2010 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de militairen, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 93. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 SEPTEMBER

2011 TOT REGELING VAN DE OVERPLAATSING VAN BEPAALDE MILITAIREN NAAR HET OPERATIONEEL KADER VAN DE FEDERALE POLITIE

Art. 117.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 12 september 2011 tot regeling van de overplaatsing van bepaalde militairen naar het operationeel kader van de federale politie, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 94. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 OKTOBER

2013 TOT VASTSTELLING VAN DE SAMENSTELLING EN DE WERKING VAN DE BEROEPSINSTANTIE BINNEN DEFENSIE

Art. 118.In artikel 1, 2°, van het koninklijk besluit van 14 oktober 2013 tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de beroepsinstantie binnen Defensie, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 95. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 OKTOBER

2013 TOT VASTSTELLING VAN DE PROCEDURE BETREFFENDE DE STATUTAIRE MAATREGELEN TOEPASSELIJK OP DE MILITAIREN VAN HET ACTIEF KADER EN TOT WIJZIGING VAN MEERDERE KONINKLIJKE BESLUITEN BETREFFENDE DE MILITAIRE TUCHT

Art. 119.In artikel 1, 3°, van het koninklijk besluit van 14 oktober 2013 tot vaststelling van de procedure betreffende de statutaire maatregelen toepasselijk op de militairen van het actief kader en tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende de militaire tucht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 120.In artikel 7 van hetzelfde besluit, worden de woorden ", via zijn rechtstreekse functionele meerdere," vervangen door het woord "rechtstreeks".

Art. 121.In artikel 11, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "een beslissing" vervangen door de woorden "één van de beslissingen bedoeld in het eerste lid, 2° tot 5°, ". Afdeling 96. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 OKTOBER

2013 BETREFFENDE DE INTERNE OVERPLAATSING VAN SOMMIGE OP MEDISCH VLAK DEFINITIEF ONGESCHIKT VERKLAARDE MILITAIREN ALS RIJKSAMBTENAAR BIJ HET MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING

Art. 122.In artikel 2, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 14 oktober 2013 betreffende de interne overplaatsing van sommige op medisch vlak definitief ongeschikt verklaarde militairen als rijksambtenaar bij het Ministerie van Landsverdediging, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 97. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 NOVEMBER

2013 BETREFFENDE DE OVERGANG BINNEN DEZELFDE PERSONEELSCATEGORIE, DE SOCIALE PROMOTIE EN DE PROMOTIE OP DIPLOMA NAAR EEN HOGERE PERSONEELSCATEGORIE

Art. 123.In artikel 1, § 1, 1°, e), van het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie, de sociale promotie en de promotie op diploma naar een hogere personeelscategorie, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 124.In hetzelfde besluit, wordt de bijlage vervangen door de bijlage 2 gevoegd bij dit besluit. Afdeling 98. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 NOVEMBER

2013 BETREFFENDE HET ADMINISTRATIEF STATUUT VAN DE MILITAIR DIE EEN DIENSTNEMING VAN BEPERKTE DUUR AANGAAT

Art. 125.In artikel 1, 1°, g), van het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende het administratief statuut van de militair die een dienstneming van beperkte duur aangaat, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 99. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 DECEMBER

2013 BETREFFENDE DE VERVOLMAKINGSCURSUSSEN VAN DE BEROEPSMILITAIREN VAN HET ACTIEF KADER VAN DE KRIJGSMACHT, HET EXAMEN VOOR OVERGANG NAAR DE GRAAD VAN EERSTE SERGEANT-MAJOOR, HET KWALIFICATIE-EXAMEN VOOR DE GRAAD VAN ADJUDANT-CHEF EN DE BEROEPSPROEVEN VOOR DE BEVORDERING TOT DE GRAAD VAN MAJOOR

Art. 126.In artikel 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 26 december 2013 betreffende de vervolmakingscursussen van de beroepsmilitairen van het actief kader van de krijgsmacht, het examen voor overgang naar de graad van eerste sergeant-majoor, het kwalificatie-examen voor de graad van adjudant-chef en de beroepsproeven voor de bevordering tot de graad van majoor, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 127.In artikel 17 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, wordt het woord "tiende" vervangen door het woord "vijfde";2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3.Het ontnemen van de hoedanigheid van stagiair bedoeld in § 1, geldt voor de aan de gang zijnde vervolmakingscursus, vorming of opleiding.

In het geval bedoeld in § 1, eerste lid, 4°, kan er maximum twee keer een ontneming van de hoedanigheid van stagiair voor dezelfde vervolmakingscursus, dezelfde vorming of dezelfde opleiding toegekend worden. Na afloop van de tweede ontneming van de hoedanigheid is de stagiair definitief van deze vervolmakingscursus, vorming of opleiding uitgesloten.". Afdeling 100. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 DECEMBER

2013 TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN BETREFFENDE DE LOOPBAAN VAN DE MILITAIREN VAN HET ACTIEF KADER VAN DE KRIJGSMACHT

Art. 128.In artikel 33 van het koninklijk besluit van 26 december 2013 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de loopbaan van de militairen van het actief kader van de krijgsmacht, worden de woorden "31 december 2015" vervangen door de woorden "31 december 2016". Afdeling 101. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 9 JANUARI

2014 BETREFFENDE HET RECHT OP VOEDING TEN LASTE VAN DE STAAT TEN VOORDELE VAN DE MILITAIREN DIE ZICH IN BEPAALDE BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN BEVINDEN

Art. 129.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 9 januari 2014 betreffende het recht op voeding ten laste van de Staat ten voordele van de militairen die zich in bepaalde bijzondere omstandigheden bevinden, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 102. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 APRIL 2014

HOUDENDE UITVOERING VAN HET ARTIKEL 271/5 VAN DE WET VAN 28 FEBRUARI 2007 TOT VASTSTELLING VAN HET STATUUT VAN DE MILITAIREN EN KANDIDAAT-MILITAIREN VAN DE KRIJGSMACHT

Art. 130.In de artikelen 1, 2, 4, 5, 6, 7, 9 en 10 van het koninklijk besluit van 10 april 2014 houdende uitvoering van artikel 271/5 van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie". Afdeling 103. - WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 JUNI 2014

BETREFFENDE DE POSTBEOORDELING VAN DE MILITAIREN

Art. 131.In artikel 2, § 1, 14°, van het koninklijk besluit van 19 juni 2014 betreffende de postbeoordeling van de militairen, wordt het woord "Landsverdediging" vervangen door het woord "Defensie".

Art. 132.In artikel 38 van hetzelfde besluit, worden de woorden "het hoofd van de interne audit," ingevoegd tussen de woorden "de inspecteur-generaal," en de woorden "een directeur-generaal". HOOFDSTUK 2. - OVERGANGS- EN SLOTBEPALING

Art. 133.De artikels 115, 124 en 128 van dit koninklijk besluit hebben respectievelijk uitwerking met ingang van 1 januari 2014, van 1 maart 2015 en van 31 december 2015.

Art. 134.De minister bevoegd voor Defensie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 januari 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Defensie, Steven VANDEPUT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 29 januari 2016 tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het statuut van de militairen.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Defensie, Steven VANDEPUT

Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 29 januari 2016 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen Bijlage aan het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie, de sociale promotie en de promotie op diploma naar een hogere personeelscategorie Tabel- Opname van de kandidaat-beroepsonderofficieren van het niveau B, gesproten uit de personeelscategorie van de beroepsonderofficieren van het niveau C, in de personeelscategorie van de beroepsonderofficieren van het niveau B

1

2

Graad en anciënniteit op de dag vóór de datum van het beëindigen van de vorming Grade et ancienneté à la veille de la date de la fin de la formation

Graad en anciënniteit in de personeelscategorie van de beroepsonderofficieren van het niveau B Grade et ancienneté dans la catégorie de personnel des sous-officiers de carrière du niveau B

1.1.

Sergeant met 1 à 4 jaar anciënniteit Sergent avec 1 an à 4 ans d'ancienneté

2.1.

Eerste sergeant-majoor met minder dan 1 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec moins de 1 an d'ancienneté

1.2.

Eerste sergeant met minder dan 1 jaar anciënniteit Premier sergent avec moins de 1 an d'ancienneté

2.2.

Eerste sergeant-majoor met minder dan 1 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec moins de 1 an d'ancienneté

1.3.

Eerste sergeant met minstens 1 jaar en minder dan 2 jaar anciënniteit Premier sergent avec au moins 1 an et moins de 2 ans d'ancienneté

2.3.

Eerste sergeant-majoor met minstens 1 jaar en minder dan 2 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 1 an et moins de 2 ans d'ancienneté

1.4.

Eerste sergeant met minstens 2 jaar en minder dan 3 jaar anciënniteit Premier sergent avec au moins 2 ans et moins de 3 ans d'ancienneté

2.4.

Eerste sergeant-majoor met minstens 2 jaar en minder dan 3 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 2 ans et moins de 3 ans d'ancienneté

1.5.

Eerste sergeant met minstens 3 jaar en minder dan 4 jaar anciënniteit Premier sergent avec au moins 3 ans et moins de 4 ans d'ancienneté

2.5.

Eerste sergeant-majoor met minstens 3 jaar en minder dan 4 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 3 ans et moins de 4 ans d'ancienneté

1.6.

Eerste sergeant met minstens 4 jaar en minder dan 5 jaar anciënniteit Premier sergent avec au moins 4 ans et moins de 5 ans d'ancienneté

2.6.

Eerste sergeant-majoor met minstens 4 jaar en minder dan 5 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 4 ans et moins de 5 ans d'ancienneté

1.7.

Eerste sergeant met minstens 5 jaar en minder dan 6 jaar anciënniteit Premier sergent avec au moins 5 ans et moins de 6 ans d'ancienneté

2.7.

Eerste sergeant-majoor met minstens 5 jaar en minder dan 6 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 5 ans et moins de 6 ans d'ancienneté

1.8.

Eerste sergeant-chef Premier sergent-chef

2.8.

Eerste sergeant-majoor met 6 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec 6 ans d'ancienneté

1.9.

Eerste sergeant-majoor met minder dan 1 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec moins de 1 an d'ancienneté

2.9.

Eerste sergeant-majoor met minstens 6 jaar en minder dan 7 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 6 ans et moins de 7 ans d'ancienneté

1.10.

Eerste sergeant-majoor met minstens 1 jaar en minder dan 2 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 1 an et moins de 2 ans d'ancienneté

2.10.

Eerste sergeant-majoor met minstens 7 jaar en minder dan 8 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 7 ans et moins de 8 ans d'ancienneté

1.11.

Eerste sergeant-majoor met minstens 2 jaar en minder dan 3 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 2 ans et moins de 3 ans d'ancienneté

2.11.

Eerste sergeant-majoor met minstens 8 jaar en minder dan 9 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 8 ans et moins de 9 ans d'ancienneté

1.12.

Eerste sergeant-majoor met minstens 3 jaar en minder dan 4 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 3 ans et moins de 4 ans d'ancienneté

2.12.

Eerste sergeant-majoor met minstens 9 jaar en minder dan 10 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 9 ans et moins de 10 ans d'ancienneté

1.13.

Eerste sergeant-majoor met minstens 4 jaar en minder dan 5 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 4 ans et moins de 5 ans d'ancienneté

2.13.

Eerste sergeant-majoor met minstens 10 jaar en minder dan 11 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 10 ans et moins de 11 ans d'ancienneté

1.14.

Eerste sergeant-majoor met minstens 5 jaar en minder dan 6 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 5 ans et moins de 6 ans d'ancienneté

2.14.

Eerste sergeant-majoor met minstens 11 jaar en minder dan 12 jaar anciënniteit Premier sergent-major avec au moins 11 ans et moins de 12 ans d'ancienneté

1.15.

Adjudant met minder dan 1 jaar anciënniteit Adjudant avec moins de 1 an d'ancienneté

2.15.

Adjudant met minder dan 1 jaar anciënniteit Adjudant avec moins de 1 an d'ancienneté

1.16.

Adjudant met minstens 1 jaar en minder dan 2 jaar anciënniteit Adjudant avec au moins 1 an et moins de 2 ans d'ancienneté

2.16.

Adjudant met minstens 1 jaar en minder dan 2 jaar anciënniteit Adjudant avec au moins 1 ans et moins de 2 ans d'ancienneté

1.17.

Adjudant met minstens 2 jaar en minder dan 3 jaar anciënniteit Adjudant avec au moins 2 ans et moins de 3 ans d'ancienneté

2.17.

Adjudant met minstens 2 jaar en minder dan 3 jaar anciënniteit Adjudant avec au moins 2 ans et moins de 3 ans d'ancienneté

1.18.

Adjudant met minstens 3 jaar en minder dan 4 jaar anciënniteit Adjudant avec au moins 3 ans et moins de 4 ans d'ancienneté

2.18.

Adjudant met minstens 3 jaar en minder dan 4 jaar anciënniteit Adjudant avec au moins 3 ans et moins de 4 ans d'ancienneté

1.19.

Adjudant met minstens 4 jaar en minder dan 5 jaar anciënniteit Adjudant avec au moins 4 ans et moins de 5 ans d'ancienneté

2.19.

Adjudant met minstens 4 jaar en minder dan 5 jaar anciënniteit Adjudant avec au moins 4 ans et moins de 5 ans d'ancienneté

1.20.

Adjudant met minstens 5 jaar en minder dan 6 jaar anciënniteit Adjudant avec au moins 5 ans et moins de 6 ans d'ancienneté

2.20.

Adjudant met minstens 5 jaar en minder dan 6 jaar anciënniteit Adjudant avec au moins 5 ans et moins de 6 ans d'ancienneté

1.21.

Adjudant-chef met minder dan 1 jaar anciënniteit Adjudant-chef avec moins de 1 an d'ancienneté

2.21.

Adjudant-chef met minder dan 1 jaar anciënniteit Adjudant-chef avec moins de 1 an d'ancienneté

1.22.

Adjudant-chef met minstens 1 jaar en minder dan 2 jaar anciënniteit Adjudant-chef avec au moins 1 an et moins de 2 ans d'ancienneté

2.22.

Adjudant-chef met minstens 1 jaar en minder dan 2 jaar anciënniteit Adjudant-chef avec au moins 1 an et moins de 2 ans d'ancienneté

1.23.

Adjudant-chef met minstens 2 jaar en minder dan 3 jaar anciënniteit Adjudant-chef avec au moins 2 ans et moins de 3 ans d'ancienneté

2.23.

Adjudant-chef met minstens 2 jaar en minder dan 3 jaar anciënniteit Adjudant-chef avec au moins 2 ans et moins de 3 ans d'ancienneté

1.24.

Adjudant-chef met minstens 3 jaar en minder dan 4 jaar anciënniteit Adjudant-chef avec au moins 3 ans et moins de 4 ans d'ancienneté

2.24.

Adjudant-chef met minstens 3 jaar en minder dan 4 jaar anciënniteit Adjudant-chef avec au moins 3 ans et moins de 4 ans d'ancienneté

1.25.

Adjudant-majoor met minder dan 1 jaar anciënniteit Adjudant-major avec moins de 1 an d'ancienneté

2.25.

Adjudant-majoor met minder dan 1 jaar anciënniteit Adjudant-major avec moins de 1 an d'ancienneté

1.26.

Adjudant-majoor met minstens 1 jaar anciënniteit Adjudant-major avec au moins 1 an d'ancienneté

2.26.

Adjudant-majoor met minstens 1 jaar anciënniteit Adjudant-major avec au moins 1 an d'ancienneté


Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 29 januari 2016 tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het statuut van de militairen.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Defensie, Steven VANDEPUT,

^