gepubliceerd op 20 november 2013
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 november 2007 tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure van de militairen voor deze instanties en het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader
14 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 november 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/11/2007 pub. 28/12/2007 numac 2007007329 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure van de militairen voor deze instanties sluiten tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure van de militairen voor deze instanties en het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 februari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/02/2007 pub. 10/04/2007 numac 2007007077 bron ministerie van landsverdediging Wet tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht sluiten tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht, artikel 57, vijfde lid, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2013, 101, derde lid, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, en de artikelen 113/1, vierde lid, 178/1, § 2, zevende lid, en 178/2, vijfde lid, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2013;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de werving en de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 november 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/11/2007 pub. 28/12/2007 numac 2007007329 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure van de militairen voor deze instanties sluiten tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure van de militairen voor deze instanties;
Gelet op het protocol van onderhandelingen N-335 van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 5 juni 2013;
Gelet op het advies 53.958/2/V van de Raad van State, gegeven op 9 september 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader
Artikel 1.De titel van hoofdstuk IV, afdeling III, van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader wordt vervangen als volgt : "Afdeling III. - De deliberatie- en evaluatiecommissies".
Art. 2.In artikel 65 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2006 pub. 29/05/2006 numac 2006007167 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende het statuut van de kandidaat-militairen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 juli 2007 en 31 juli 2009, en de paragrafen 4 tot 6 worden opgeheven;2° in paragraaf 7 worden de woorden "deliberatie-, de evaluatie- of de beroepscommissie" vervangen door de woorden "deliberatie- of de evaluatiecommissie of de beroepsinstantie".
Art. 3.Artikel 65bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2006 pub. 29/05/2006 numac 2006007167 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende het statuut van de kandidaat-militairen sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, wordt opgeheven.
Art. 4.In hoofdstuk IV, afdeling III, van hetzelfde besluit worden de volgende onderafdelingen opgeheven : 1° onderafdeling II, die artikel 67 bevat, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2006 pub. 29/05/2006 numac 2006007167 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende het statuut van de kandidaat-militairen sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, en die artikel 68 bevat, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2006 pub. 29/05/2006 numac 2006007167 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende het statuut van de kandidaat-militairen sluiten;2° onderafdeling III, die artikel 69 bevat, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2006 pub. 29/05/2006 numac 2006007167 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende het statuut van de kandidaat-militairen sluiten;3° onderafdeling IV, die de artikelen 70 en 71 bevat, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2006 pub. 29/05/2006 numac 2006007167 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende het statuut van de kandidaat-militairen sluiten.
Art. 5.In artikel 72 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2006 pub. 29/05/2006 numac 2006007167 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende het statuut van de kandidaat-militairen sluiten, worden de woorden "deliberatie- of beroepscommissie opgelegde herkansingsexamen af op de dag of in de periode bepaald door deze commissie" vervangen door de woorden "deliberatiecommissie of beroepsinstantie opgelegde herkansingsexamen af op de dag of in de periode bepaald door deze commissie of instantie". HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 november 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/11/2007 pub. 28/12/2007 numac 2007007329 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure van de militairen voor deze instanties sluiten tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure van de militairen voor deze instanties
Art. 6.Het opschrift van het koninklijk besluit van 21 november 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/11/2007 pub. 28/12/2007 numac 2007007329 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure van de militairen voor deze instanties sluiten tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure van de militairen voor deze instanties wordt vervangen als volgt : " Koninklijk besluit van 21 november 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/11/2007 pub. 28/12/2007 numac 2007007329 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure van de militairen voor deze instanties sluiten tot vaststelling van de werking van sommige instanties binnen Defensie en van de verschijningsprocedure voor deze instanties".
Art. 7.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 1° worden de woorden "de kandidaat-militair" ingevoegd tussen de woorden "de militairen" en de woorden "van het actief kader";b) in de bepaling onder 3° worden de woorden "naargelang het geval, de sollicitant, de aspirant of de militair" vervangen door de woorden "de persoon";c) het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 5° en 6°, luidende : "5° "de stagiair" : de militair of burger die een voortgezette vorming bedoeld in de artikelen 111, 2° en 3°, en 112 van de wet volgt;6° "het permanent secretariaat" : het secretariaat dat op een permanente manier opgericht wordt bij een instantie.
Art. 8.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 2° worden de woorden "deliberatiecommissie bedoeld in artikel 101 van de wet" vervangen door de woorden "deliberatie- of evaluatiecommissie bedoeld in artikel 101 van de wet en de deliberatiecommissie bedoeld in artikel 113/1 van de wet";b) in de bepaling onder 3° worden de woorden "178, § 1, tweede lid" vervangen door het woord "178/2";c) de bepaling onder 4° wordt opgeheven.
Art. 9.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 10.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "verzoek tot wraking, verzoek om gehoord, bijgestaan of vertegenwoordigd te worden, verzoek" vervangen door de woorden "aanvraag tot wraking, om gehoord te worden" en worden de woorden "aan de betrokken persoon overgemaakt worden met een bij de post aangetekende of bij de militaire post ingeschreven brief," vervangen door de woorden "overgemaakt worden met elk schriftelijk communicatiemiddel".
Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 4/1.Wanneer de kennisname van een document volgt op het verzenden van een schriftelijke drager beginnen de termijnen hernomen in dit besluit te lopen op de eerste dag volgend op de dag waarop : 1° de kennisgeving is gebeurd tegen gedagtekend ontvangstbewijs; 2° het document aangeboden werd op de woonplaats van de geadresseerde of, in voorkomend geval, op de verblijfplaats of woonplaats, die werd aangegeven bij de autoriteit, wanneer de kennisgeving is gebeurd bij aangetekende zending met ontvangstbewijs.".
Art. 12.In hetzelfde besluit wordt artikel 6 vervangen als volgt: "
Art. 6.De secretaris of het permanent secretariaat verleent de voorzitter administratieve en technische bijstand, onder de aansprakelijkheid van de voorzitter van de instantie.".
Art. 13.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een afdeling I ingevoegd die de artikelen 6/1 en 6/2 bevat, luidende : "Afdeling I : De aanvraag tot verschijning
Art. 6/1.Elke aanvraag tot verschijning vóór een instantie moet gemotiveerd worden.
Art. 6/2.De autoriteit bedoeld in artikel 7, eerste lid, kan de aanvraag tot verschijning voor een instantie die de voorwaarden betreffende de termijn voorzien voor deze aanvraag niet respecteert onontvankelijk verklaren.".
Art. 14.De titel van hoofdstuk II, afdeling I, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Afdeling II. - De oproeping".
Art. 15.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "twintig dagen nadat hij op de hoogte werd gebracht van de zaak waarvoor de instantie" vervangen door de woorden "de twintigste dag volgend op de dag waarop de instantie wordt gevat voor de zaak waarvoor ze" en worden de woorden "roept de voorzitter van deze instantie de comparant op" vervangen door de woorden "stuurt de voorzitter of het permanent secretariaat een oproeping aan de comparant"; 2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende : "De termijn bedoeld in het eerste lid kan evenwel overschreden worden wanneer de comparant een kandidaat-militair in stage- of evaluatieperiode is, die voor de evaluatiecommissie moet verschijnen, waarbij gestreefd wordt naar de kortst mogelijke termijn."; 3° in het vroegere tweede lid, 2°, dat het derde lid, 2°, wordt, worden de woorden "of vraagt te" ingevoegd tussen de woorden "de comparant voor de instantie moet" en het woord "verschijnen";4° het vroegere tweede lid, 5°, dat het derde lid, 5°, wordt, wordt vervangen als volgt: "5° de uiterste datum vóór dewelke de comparant of zijn verdediger: a) meedeelt, in voorkomend geval, of hij gehoord wenst te worden, behalve wanneer de instantie de aanwezigheid van de comparant noodzakelijk acht;b) meedeelt, in voorkomend geval, de lijst van de getuigen en deskundigen die hij nodig acht te horen, met vermelding van hun identiteit en hun gegevens;c) meedeelt, in voorkomend geval, de identiteit van de verdediger;d) overmaakt, in voorkomend geval, zijn aanvraag tot wraking; e) overmaakt, in voorkomend geval, alle schriftelijke verweerschriften, getuigenissen of expertises;". 5° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : "De datum en het uur van de zitting worden bepaald na contact te hebben genomen met de comparant.".
Art. 16.De titel van hoofdstuk II, afdeling II, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Afdeling III. - De wraking".
Art. 17.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "
Art. 8.De aanvraag tot wraking wordt meegedeeld ten laatste : 1° twee dagen vóór de zitting, voor de kandidaat-militairen en de stagiairs; 2° vijf dagen vóór de zitting, voor de andere militairen.".
Art. 18.De titel van hoofdstuk II, afdeling III, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Afdeling IV. - De aanvraag om gehoord te worden".
Art. 19.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "
Art. 9.De aanvraag om gehoord te worden, alsook, in voorkomend geval, de identiteit van de verdedigers, moet meegedeeld worden ten laatste vijf dagen vóór de zitting.
Voor de kandidaat-militairen en de stagiairs wordt de informatie bedoeld in het eerste lid evenwel meegedeeld ten laatste twee dagen vóór de zitting.".
Art. 20.De titel van hoofdstuk II, afdeling IV, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Afdeling V. - De raadpleging van het dossier van de zaak ".
Art. 21.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende : "Voor de kandidaat-militairen en de stagiairs, evenwel, staat het dossier van de zaak ter beschikking van de comparant en van zijn verdediger ten laatste vijf dagen vóór de zitting.In geval van dringendheid gemotiveerd door de autoriteit bedoeld in artikel 7, eerste lid, kan deze termijn beperkt worden tot drie dagen vóór de zitting."; 2° in het vroegere tweede lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden ", door zijn verdediger" ingevoegd tussen de woorden "door de comparant" en de woorden "of door een geneesheer";3° in het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden ", aan zijn verdediger" ingevoegd tussen de woorden "aan de comparant" en de woorden "of aan een door de comparant aangewezen geneesheer".
Art. 22.De titel van hoofdstuk II, afdeling V, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "Afdeling VI. - De getuigen en de deskundigen".
Art. 23.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "
Art. 11.§ 1. Onder voorbehoud van de toepassing van het tweede lid, deelt de comparant of zijn verdediger de lijst mee van de getuigen en de deskundigen die hij nodig acht te horen, met vermelding van hun identiteit en hun gegevens, ten laatste vijf dagen vóór de zitting.
Deze worden door de autoriteit bedoeld in artikel 7, eerste lid, opgeroepen.
Wanneer een kandidaat-militair of een stagiair verschijnt : 1° voor de deliberatie- of evaluatiecommissie, wordt de lijst van de getuigen en de deskundigen meegedeeld ten laatste twee dagen vóór de zitting;2° voor de beroepsinstantie, wordt de lijst van de getuigen en deskundigen meegedeeld in de aanvraag tot verschijning en ten laatste twee dagen vóór de zitting. § 2. De voorzitter kan vragen aan de comparant om de redenen waarom een getuigenis of een expertise relevant kan zijn voor zijn verdediging mee te delen.
Op basis van deze elementen of wanneer de operationele omstandigheden het niet toelaten, kan de voorzitter het aantal getuigen of deskundigen beperken die toegestaan worden aanwezig te zijn tijdens de zitting. § 3. De getuigen en deskundigen die, om persoonlijke redenen of door operationele omstandigheden of tengevolge de beslissing van de voorzitter, niet aanwezig kunnen zijn tijdens de zitting, kunnen hun getuigenis of hun expertise, ten laatste op de dag vóór de zitting, overmaken : 1° voor de getuigen en de experten die de instantie nodig acht te horen, aan de voorzitter van de instantie of aan het permanent secretariaat, die de comparant er onverwijld over inlicht;2° voor de getuigen en de experten die de comparant nodig acht te horen, aan de comparant of zijn verdediger, die ze onverwijld overmaakt aan de voorzitter of aan het permanent secretariaat. De comparant of zijn verdediger kan elk getuigenis of expertise overmaken ten laatste op de dag vóór de zitting. § 4. Op gemotiveerde aanvraag van de comparant of zijn verdediger kan de voorzitter een getuige of een expert, waarvan de identiteit wordt meegedeeld, naargelang het geval, minder dan vijf of twee dagen vóór de zitting, toelaten om op de zitting aanwezig te zijn. In voorkomend geval, motiveert de voorzitter zijn weigeringsbeslissing.".
Art. 24.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende : "De zitting kan worden opgenomen door om het even welk opnamesysteem toegestaan door de voorzitter.Deze opname wordt bijgevoegd aan het dossier van de zaak."; 2° in het vroegere vierde lid, dat het vijfde lid, wordt, wordt de zin "De comparant, zijn verdediger en de gehoorde personen ondertekenen het door de secretaris opgemaakte proces-verbaal." opgeheven; 3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : "De comparant, zijn verdediger en de gehoorde personen ondertekenen het door de secretaris opgemaakte proces-verbaal.Indien ze weigeren of verzuimen dit te ondertekenen, wordt dit in het proces-verbaal vermeld.".
Art. 25.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "
Art. 13.§ 1. Onder voorbehoud van paragraaf 2 mag de zitting niet worden uitgesteld ten gevolge van de afwezigheid, naargelang het geval, van de comparant, van zijn verdediger, van getuigen of van deskundigen. De comparant wordt geacht gehoord te zijn indien hij, nadat hij behoorlijk werd opgeroepen, verzuimt te verschijnen of indien hij niet vertegenwoordigd wordt. § 2. Indien de afwezigheid van de comparant, die heeft gevraagd om gehoord te worden, te wijten is aan een geval van overmacht of een uitzonderlijk geval waarover de voorzitter oordeelt en indien zijn verdediger niet aanwezig kan zijn op de zitting, stelt de voorzitter van de instantie de zitting uit of zet hij deze later verder, om de comparant of zijn verdediger alsnog te horen.
Indien de comparant, om medische redenen of door operationele omstandigheden, niet in staat is om de zitting bij te wonen en indien zijn verdediger niet aanwezig kan zijn bij de zitting, kan de voorzitter van de instantie beslissen: 1° de zitting uit te stellen of later verder te zetten;2° de comparant te horen op de plaats waar hij zich bevindt of door middel van elk communicatiemiddel dat een opname van de verklaringen toelaat;3° aan de comparant toe te laten zijn verdedigingsmiddelen schriftelijk over te maken, vergezeld van elk stuk dat hij nuttig acht. De verklaringen van de comparant of van zijn verdediger worden schriftelijk geacteerd of opgenomen en bijgevoegd aan het dossier van de zaak. § 3. De comparant of zijn verdediger kan een verweerschrift overmaken ten laatste de dag vóór de zitting.".
Art. 26.In hetzelfde besluit wordt een artikel 13/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 13/1.De voorzitter van de instantie kan, bij gemotiveerde beslissing, beslissen de zitting uit te stellen, later verder te zetten of de debatten te heropenen : 1° indien hij meent dat hij onvoldoende is ingelicht om zich uit te spreken over de zaak;2° indien hij in het bezit is van nieuwe relevante elementen;3° indien hij het nodig acht de personen die afwezig waren op de zitting te horen; 4° op de gemotiveerde aanvraag van de comparant of zijn verdediger.".
Art. 27.In artikel 14, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 4° worden de woorden "bedoeld in artikel 13, derde lid" vervangen door de woorden ", verdedigingsmiddelen en stukken bedoeld in artikel 13, § 2";b) in de bepaling onder 5° worden de woorden "in artikel 13, vierde lid" vervangen door de woorden "in de artikelen 11 en 13".
Art. 28.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 29.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "
Art. 16.Ten laatste vijftien dagen na de eindzitting wordt de beslissing van de instantie aan de comparant, aan zijn verdediger en aan de autoriteiten die kennis moeten nemen van de beslissing overgemaakt. De beroepsmogelijkheden worden erin vermeld.
Wanneer de comparant een kandidaat-militair is die een beroep tegen een beslissing van de deliberatie- of evaluatiecommissie indient, oordeelt de instantie ten laatste de vijftiende dag volgend op de dag waarop de autoriteit bedoeld in artikel 7, eerste lid, wordt gevat van het beroep, behalve indien de zitting uitgesteld of later verdergezet wordt.".
Art. 30.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° in het tweede lid worden de woorden ", waarover de voorzitter van de instantie oordeelt, kunnen deze termijnen" vervangen door de woorden "of in uitzonderlijke gevallen, waarover de voorzitter van de instantie oordeelt, kunnen de termijnen bedoeld in dit besluit".
Art. 31.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de woorden "de datum bepaald door de Koning voor de inwerkingtreding van de artikelen 14, eerste lid, 57, vierde lid, 101, eerste lid, 178, § 1, tweede lid, 266, eerste lid, van de wet " vervangen door de woorden "31 december 2013". HOOFDSTUK 3. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 32.Elke procedure, begonnen vóór de inwerkingtreding van dit besluit, wordt onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing waren de dag vóór de datum van de inwerkingstelling van dit besluit.
Art. 33.Dit besluit treedt in werking op 31 december 2013.
Art. 34.De minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 oktober 2013.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM