MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING

13 NOVEMBER 1991. - Koninklijk besluit tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de fysieke hoedanigheden van sommige kandidaten en leerlingen van de krijgsmacht. - Officieuze coördinatie in het Duits

De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de fysieke hoedanigheden van sommige kandidaten en leerlingen van de krijgsmacht (Belgisch Staatsblad van 7 december 1991), zoals het achtereenvolgens werd gewijzigd bij: - het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende het statuut van de militairen korte termijn (Belgisch Staatsblad van 24 augustus 1994); - het koninklijk besluit van 17 augustus 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/1998 pub. 30/09/1998 numac 1998007181 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de fysieke hoedanigheden van sommige kandidaten en leerlingen van de krijgsmacht sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de fysieke hoedanigheden van sommige kandidaten en leerlingen van de krijgsmacht (Belgisch Staatsblad van 30 september 1994); - het koninklijk besluit van 14 maart 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/03/2002 pub. 19/03/2002 numac 2002007075 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van bepalingen betreffende het statuut van het varend personeel van de krijgsmacht sluiten tot wijziging van bepalingen betreffende het statuut van het varend personeel van de krijgsmacht (Belgisch Staatsblad van 19 maart 2002); - het koninklijk besluit van 3 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2003 pub. 11/07/2003 numac 2003007175 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht sluiten betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht (Belgische Staatsblad van 11 juli 2003); - het koninklijk besluit van 11 september 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/09/2003 pub. 29/10/2003 numac 2003007270 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit betreffende de werving van de militairen sluiten betreffende de werving van de militairen (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 2003); - het koninklijk besluit van 23 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2006 pub. 29/05/2006 numac 2006007167 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende het statuut van de kandidaat-militairen sluiten tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten betreffende het statuut van de kandidaat-militairen (Belgisch Staatsblad van 29 mei 2006); - het koninklijk besluit van 21 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2006 pub. 18/01/2007 numac 2007007001 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het statuut van de kandidaat-militairen sluiten tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het statuut van de kandidaat-militairen (Belgisch Staatsblad van 18 januari 2007); - het koninklijk besluit van 1 september 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/09/2008 pub. 24/09/2008 numac 2008007175 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen van het actief kader sluiten tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen van het actief kader (Belgisch Staatsblad van 24 september 2008); - het koninklijk besluit van 26 augustus 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/08/2010 pub. 03/09/2010 numac 2010007240 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen sluiten tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen (Belgisch Staatsblad van 3 september 2010); - het koninklijk besluit van 26 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/12/2013 pub. 30/12/2013 numac 2013007327 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het statuut van de militairen sluiten tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het statuut van de militairen (Belgisch Staatsblad van 30 december 2013); - het koninklijk besluit van 29 januari 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/01/2016 pub. 01/03/2016 numac 2016007049 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het statuut van de militairen sluiten tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het statuut van de militairen (Belgisch Staatsblad van 1 maart 2016); - het koninklijk besluit van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/03/2002 pub. 19/03/2002 numac 2002007075 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van bepalingen betreffende het statuut van het varend personeel van de krijgsmacht sluiten0 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen (Belgisch Staatsblad van 2 mei 2019).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

MINISTERIUM DER LANDESVERTEIDIGUNG 13. NOVEMBER 1991 - Königlicher Erlass zur Festlegung der Regeln für die Bewertung der körperlichen Eigenschaften bestimmter Anwärter und Schüler der Streitkräfte KAPITEL I - Allgemeine Bestimmungen Artikel 1 - [Für die Anwendung des vorliegenden Erlasses gelten folgende Begriffsbestimmungen: 1."Anwärter": in Absatz 2 erwähnte Militärpersonen, 2. "körperliche Eigenschaften": Eigenschaften hinsichtlich der körperlichen Kondition, 3.["Gesetz": das Gesetz vom 28. Februar 2007 zur Festlegung des Statuts der Militärpersonen und angehenden Militärpersonen des aktiven Kaders der Streitkräfte.] [Vorliegender Erlass findet Anwendung auf angehende Militärpersonen des aktiven Kaders und auf angehende Reservemilitärpersonen.]] [Art. 1 ersetzt durch Art. 7 des K.E. vom 23. Mai 2006 (B.S. vom 29.

Mai 2006); Abs. 1 Nr. 3 ersetzt durch Art. 53 Nr. 1 des K.E. vom 26.

Dezember 2013 (B.S. vom 30. Dezember 2013); Abs. 2 ersetzt durch Art. 53 Nr. 2 des K.E. vom 26. Dezember 2013 (B.S. vom 30. Dezember 2013)] Art. 2 - [...] [Art. 2 aufgehoben durch Art. 8 des K.E. vom 23. Mai 2006 (B.S. vom 29. Mai 2006)] KAPITEL II - [[...] [Kapitel II mit Art. 3 aufgehoben durch Art. 9 des K.E. vom 23. Mai 2006 (B.S. vom 29. Mai 2006)] Art. 3 - [...]] KAPITEL III - Bewertung der körperlichen Kondition Abschnitt 1 - [[...] [Abschnitt 1 mit den Artikeln 4 bis 8 aufgehoben durch Art. 73 Nr. 1 Buchstabe a) und b) des K.E. vom 11. September 2003 (B.S. vom 29.

Oktober 2003)] Art. 4 - 8 - [...]] Abschnitt 2 - Bewertung während der Ausbildung Art. 9 - [ § 1 - Die Basistests der körperlichen Kondition werden in einer vom Minister der Landesverteidigung erlassenen Regelung festgelegt und umfassen: 1. einen Schwimmtest, 2.einen aeroben Test, 3. zwei anaerobe Tests. § 2 - Die in Artikel [3 Nr. 13 Buchstabe b) und 87 Absatz 1] des Gesetzes erwähnten Anwärter müssen die in § 1 erwähnten Tests einmal während ihres Ausbildungszyklus ablegen. [...] Hilfsoffiziersanwärter müssen die in § 1 erwähnten Tests in jedem Ausbildungsjahr ablegen. [Angehende Reservemilitärpersonen müssen] die in § 1 erwähnten Tests während der spezialisierten Berufsausbildung ablegen. § 3 - Zwischen dem ersten und dem zweiten Versuch, den der Anwärter zum Bestehen der Basis- oder Zusatztests der körperlichen Kondition hat, müssen mindestens acht Wochen liegen. Diese Frist muss mit dem individuellen Trainingsplan übereinstimmen, der dem Anwärter, der beim ersten Versuch nicht besteht, auferlegt wird.

Für die in § 2 Absatz 3 erwähnten Anwärter beträgt die Frist jedoch drei Wochen.] [Art. 9 ersetzt durch Art. 10 des K.E. vom 23. Mai 2006 (B.S. vom 29.

Mai 2006); § 2 Abs. 1 abgeändert durch Art. 54 Nr. 1 des K.E. vom 26.

Dezember 2013 (B.S. vom 30. Dezember 2013); § 2 Abs. 2 abgeändert durch Art. 54 Nr. 2 des K.E. vom 26. Dezember 2013 (B.S. vom 30.

Dezember 2013); § 2 Abs. 3 abgeändert durch Art. 32 des K.E. vom 26.

August 2010 (B.S. vom 3. September 2010)] [Art. 9bis - Anwärter, die den spezifischen Ausbildungszyklus für Flugplatzfeuerwehrleute absolvieren, legen zusätzlich zu den in Artikel 9 erwähnten Tests die Zusatztests der körperlichen Kondition, die den "Test zur Aufrechterhaltung der körperlichen Kondition für Flugplatzfeuerwehrleute" bilden, ab.

Der Test umfasst Aufgaben, die die Brandbekämpfung simulieren und in einer vom Minister der Landesverteidigung erlassenen Regelung festgelegt sind.

Die Anwärter legen den Test zu den in Artikel [99] § 2 des Gesetzes erwähnten Zeitpunkten und vor Ablauf des Ausbildungszeitraums ab.

In Abweichung von Artikel 9 § 3 Absatz 1 beträgt die Mindestfrist zwischen den beiden Versuchen einen Monat.] [Art. 9bis eingefügt durch Art. 1 des K.E. vom 1. September 2008 (B.S. vom 24. September 2008); Abs. 3 abgeändert durch Art. 55 des K.E. vom 26. Dezember 2013 (B.S. vom 30. Dezember 2013)] Art. 10 - [ § 1 - Um die Tests der körperlichen Kondition zu bestehen, müssen Anwärter: 1. bei den Basistests mindestens die Hälfte der Punkte erreichen: a) für jeden der in Artikel 9 § 1 Nr.1 und 2 erwähnten Tests, b) für alle in Artikel 9 § 1 Nr.3 erwähnten Tests, 2. bei den Zusatztests mindestens die Hälfte der Punkte für die Gesamtheit der Zusatztests und gegebenenfalls für jeden Zusatztest, der im spezifischen Ausbildungszyklus hinsichtlich der Ausübung der künftigen Grundfunktion als Ausschlusstest gilt, erreichen. Die Bewertungstabellen für die Basistests und gegebenenfalls für die Zusatztests der körperlichen Kondition werden in einer vom Minister der Landesverteidigung erlassenen Regelung festgelegt.

Besteht ein Bewerber beim zweiten Versuch, wird zwar davon ausgegangen, dass er die erforderlichen Eigenschaften hinsichtlich der körperlichen Kondition besitzt, aber er wird gemäß dem Ergebnis seines ersten Versuchs eingestuft. § 2 - Die Beratungs- beziehungsweise die Bewertungskommission bewertet die körperliche Kondition von [angehenden Berufsmilitärpersonen oder für eine Laufbahn von begrenzter Dauer angeworbenen angehenden Militärpersonen], die: 1. beim zweiten Versuch, gegebenenfalls nach einem Aufschub, nicht bestehen, 2.die Basistests am Ende des zweiten Ausbildungsjahres infolge eines oder mehrerer Aufschübe noch nicht abgelegt haben und einen weiteren Aufschub beantragen, um diese Tests abzulegen, 3. einen Aufschub beantragen, um die letzten Tests der körperlichen Kondition abzulegen, was zu einer Verlängerung der Ausbildungszeit führt. Die Kommission trifft je nach Fall eine der in Artikel [100] § 2 Absatz 2 des Gesetzes erwähnten Entscheidungen.

Die Kommission kann den in Absatz 1 Nr. 2 erwähnten Anwärtern auf Antrag einen zusätzlichen Aufschub gewähren, um die Basistests der körperlichen Kondition abzulegen.

In Artikel [100] § 2 Absatz 2 Nr. 1 des Gesetzes erwähnte Anwärter behalten die letzte während ihrer Ausbildung in Bezug auf die körperliche Kondition erhaltene Note. Haben sie eine solche Note noch nicht erhalten, weil sie die Tests der körperlichen Kondition nicht oder nur teilweise abgelegt haben, wird die Bewertung der körperlichen Kondition für die Einstufung nicht berücksichtigt. Haben sie bereits eine solche Note erhalten und bei ihrem letzten Versuch nur einen Teil der Tests der körperlichen Kondition abgelegt, werden die bei diesem letzten Versuch erzielten Ergebnisse zusammen mit den jüngsten früheren Ergebnissen der beim letzten Versuch nicht abgelegten Tests berücksichtigt. § 3 - Die Beratungs- beziehungsweise die Bewertungskommission bewertet die körperliche Kondition von [angehenden Reservemilitärpersonen und Hilfsoffiziersanwärtern], die: 1. beim zweiten Versuch nicht bestehen, 2.die Tests nicht oder nur teilweise abgelegt haben wegen zeitweiliger Untauglichkeit aus gesundheitlichen Gründen, die am Ende des Ausbildungsteils, in dessen Verlauf die Tests abzulegen sind, fortbesteht. [Für [...] angehende Reservemilitärpersonen [und] ATC-Hilfsoffiziersanwärter [...] entscheidet diese Kommission, dass der Anwärter je nach Fall: 1. über die erforderlichen körperlichen Eigenschaften hinsichtlich der körperlichen Kondition verfügt und die Ausbildung gegebenenfalls fortsetzen kann, 2.nicht über die erforderlichen körperlichen Eigenschaften hinsichtlich der körperlichen Kondition verfügt und endgültig nicht besteht.] [Für die Bewertung der körperlichen Kondition von Pilot-Hilfsoffiziersanwärtern, die sich während der Phase der militärischen Einführung oder der allgemeinen und militärischen Offiziersausbildung oder des akademischen Teils der Berufsausbildung zur Erlangung des Pilotenbrevets und des höheren Pilotenbrevets, wie in Artikel 4 § 1 Absatz 1 des Königlichen Erlasses vom 2. September 1978 über das Statut der Hilfsoffiziere und Pilot-Hilfsoffiziersanwärter erwähnt, in einem der in § 3 Absatz 1 vorgesehenen Fälle befinden, ist die in Artikel 4 § 5 des vorerwähnten Königlichen Erlasses vom 2. September 1978 erwähnte Beratungskommission zuständig.

Für die Bewertung der körperlichen Kondition von Pilot-Hilfsoffiziersanwärtern während eines anderen Teils des Ausbildungszyklus als den in Absatz 3 erwähnten Teilen ist die in Artikel 26 des Königlichen Erlasses vom 13. Mai 2004 über das fliegende Personal der Streitkräfte erwähnte Bewertungskommission zuständig.]] [Art. 10 ersetzt durch Art. 11 des G. vom 23. Mai 2006 (B.S. vom 29.

Mai 2006); § 2 Abs. 1 einleitende Bestimmung abgeändert durch Art. 56 Nr. 1 des K.E. vom 26. Dezember 2013 (B.S. vom 30. Dezember 2013); § 2 Abs. 2 abgeändert durch Art. 56 Nr. 2 des K.E. vom 26. Dezember 2013 (B.S. vom 30. Dezember 2013); § 2 Abs. 4 abgeändert durch Art. 56 Nr. 2 des K.E. vom 26. Dezember 2013 (B.S. vom 30. Dezember 2013); § 3 Abs. 1 einleitende Bestimmung abgeändert durch Art. 56 Nr. 3 des K.E. vom 26. Dezember 2013 (B.S. vom 30. Dezember 2013); § 3 Abs. 2 ersetzt durch Art. 7 des K.E. vom 21. Dezember 2006 (B.S. vom 18. Januar 2007) und abgeändert durch Art. 33 Nr. 1 des K.E. vom 26. August 2010 (B.S. vom 3. September 2010) und Art. 56 Nr. 4 des K.E. vom 26. Dezember 2013 (B.S. vom 30. Dezember 2013); § 3 Abs. 3 und 4 eingefügt durch Art. 7 des G. vom 21. Dezember 2006 (B.S. vom 18. Januar 2007) und ersetzt durch Art. 33 Nr. 2 des K.E. vom 26. August 2010 (B.S. vom 3.

September 2010)] [Art. 10bis - [Angehende Reservemilitärpersonen und Hilfsoffiziersanwärter] können gegen eine in Artikel 10 § 3 Absatz 2 oder 3 erwähnte Entscheidung bei der [Widerspruchsinstanz] einen mit Gründen versehenen Widerspruch einlegen. [Die Widerspruchsinstanz] trifft eine der in § 3 Absatz 2 beziehungsweise 3 erwähnten Entscheidungen. Hat ein Anwärter bestanden, erhält er eine Note nach dem in Artikel 10 § 2 Absatz 4 vorgesehenen Verfahren.

Die Zusammensetzung [der Widerspruchsinstanz und das Verfahren vor dieser Instanz werden gemäß den für angehende Berufsmilitärpersonen geltenden Regeln festgelegt].] [Neuer Artikel 10bis eingefügt durch Art. 8 des K.E. vom 21. Dezember 2006 (B.S. vom 18. Januar 2007); Abs. 1 abgeändert durch Art. 57 Nr. 1 des K.E. vom 26. Dezember 2013 (B.S. vom 30. Dezember 2013); Abs. 2 abgeändert durch Art. 57 Nr. 2 des K.E. vom 26. Dezember 2013 (B.S. vom 30. Dezember 2013); Abs. 3 abgeändert durch Art. 57 Nr. 3 des K.E. vom 26. Dezember 2013 (B.S. vom 30. Dezember 2013)] [[Art. 10ter] - Jede Bewertung wird dem Anwärter notifiziert.] [Früherer Artikel 10bis eingefügt durch Art. 12 des K.E. vom 23. Mai 2006 (B.S. vom 29. Mai 2006) und umnummeriert zu Art. 10ter durch Art. 8 des K.E. vom 21. Dezember 2006 (B.S. vom 18. Januar 2007)] KAPITEL IV - Schlussbestimmungen Art. 11 - [Der Unterstabschef Einsätze und Training] legt die Regeln für die materielle Organisation der Tests der körperlichen Kondition fest. [Art. 11 abgeändert durch Art. 13 des K.E. vom 23. Mai 2006 (B.S. vom 29. Mai 2006)] Art.12 - 19 - [Abänderungsbestimmungen] Art. 20 - Der König legt für jede in vorliegendem Erlass erwähnte Personalkategorie das Datum des Inkrafttretens jeder Bestimmung des vorliegenden Erlasses fest.

Art. 21 - Unser Minister der Landesverteidigung ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Anlage - [...] [Anlage aufgehoben durch Art. 14 des K.E. vom 23. Mai 2006 (B.S. vom 29. Mai 2006)]