Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 december 2013
gepubliceerd op 30 december 2013

Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het statuut van de militairen

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2013007327
pub.
30/12/2013
prom.
26/12/2013
ELI
eli/besluit/2013/12/26/2013007327/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het statuut van de militairen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikelen37, 108 en 167, § 1;

Gelet op de wet van 18 maart 1838 houdende organisatie van Koninklijke Militaire School, artikel 1bis, § 1, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2001, en artikel1ter, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2001 en vervangen bij de wet van 1 augustus 2006;

Gelet op de wetten op de militaire pensioenen samengeordend door het koninklijk besluit van 11 augustus 1923, de artikelen 3 en 3-C;

Gelet op de wet van 23 december 1955 betreffende de hulpofficieren van de luchtmacht, piloten en navigatoren, artikel 4, artikel 4bis, eerste en tweede lid, ingevoegd bij de wet van 20 mei 1994 en gewijzigd bij de wet van 16 juli 2005, artikel 9, § 1, tweede lid, artikel 10bis, ingevoegd bij de wet van 13 juli 1976 en gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013;

Gelet op de wet van 14 januari 1975 houdende het tuchtreglement van de krijgsmacht, artikel 10ter, eerste lid, en 14bis, ingevoegd bij de wet van 28 december 1990 en gewijzigd bij de wet van 24 juli 1992, en de artikelen 38, eerste lid, en 40, tweede lid;

Gelet op de wet van 13 juli 1976 bepalingen betreffende het vrouwelijke militaire personeel van de krijgsmacht, de ouderschapsbescherming en het palliatief verlof, artikel 53quinquies, § 4, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op de wet van 18 februari 1991 betreffende morele consulenten bij de krijgsmacht, die tot de niet-confessionele Gemeenschap van België behoren, artikel 5, derde en zevende lid;

Gelet op de wet van 16 maart 1994 betreffende het statuut en de bezoldiging van het onderwijzend personeel van de Koninklijke Militaire School, artikel 3, § 3, vijfde lid, § 4, tweede lid, en § 5, vervangen bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de aanwending van de krijgsmacht, de paraatsteling, alsook betreffende de periodes en de standen waarin de militair zich kan bevinden, artikel 3, § 1, 2°, en § 2, 1°, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013, en artikel 3ter, ingevoegd bij de wet van 16 mei 2001;

Gelet op de wet van 20 mei 1994 inzake de rechtstoestanden van het personeel van Defensie, artikel 90, §§ 1er et 3, vervangen bij de wet van 22 maart 2001 en gewijzigd bij de wetten van 5 maart 2006 en 27 december 2006, artikel 93, artikel 97, § 1, eerste en tweede lid, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op de wet van 20 mei 1994 houdende statuut van de militairen korte termijn, artikel 14, § 2, 1° ;

Gelet op de wet van 25 mei 2000 betreffende de personeelsenveloppe van militairen, artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 2 augustus 2002;

Gelet op de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht, artikel 6, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013, de artikelen 21, eerste lid, 23, 3°, vervangen bij de wet van 30 december 2008,, de artikelen 53, eerste lid, 54, 55, 60, eerste lid;

Gelet op de wet van 11 november 2002 betreffende de hulpofficieren van de krijgsmacht, artikel 4, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013;

Gelet op de wet van 27 maart 2003 betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging, de artikelen 51 en 53, derde lid;

Gelet op de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht, artikel 9, eerste lid, 2°, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013, de artikelen 11, 2°, 12, eerste lid, 1°, 3°, en 4°, 21, zevende lid, 1° en 2°, artikel 21/1, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2013, artikel 58, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013en 68, § 3, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, artikel 77/1, eerste en tweede lid, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2013, artikel 79, § 2, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, artikel 79/1, 2°, 3° et 4°, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2013, de artikelen 87, 98, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid, 99, §§ 2 en 3, 2° en 3°, en 101, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, artikel 101/3, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2013, en artikel 174, § 3, vijfde lid;

Gelet op de wet van 10 januari 2010 tot instelling van de vrijwillige militaire inzet en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het militair personeel, de artikelen 27, tweede lid, 41, tweede lid, en 44;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 augustus 1927 ter regeling van den staat en de stand der militaire aalmoezeniers;

Gelet op het opschrift van het koninklijk besluit van 17 mei 1952 tot vaststelling van de staat der militaire aalmoezeniers van het reservekader;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 maart 1960 houdende organisatie van een administratief en technisch secretariaat op het Departement van Landsverdediging;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de inrustestelling van de militairen beneden de rang van officier;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 1971 houdende regelen ter zake van de rang en van het uniform van de militaire magistraten en griffiers en van de leden van het secretariaat van het auditoraat-generaal, alsmede van de eerbewijzen die zij in het leger ontvangen;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juni 1975 betreffende de werving, de opleiding en de bevordering van de kandidaat-beroepsofficieren- geneesheren, -apothekers, -tandartsen en dierenartsen;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaat-hulpofficieren piloten;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 1980 betreffende de militaire tuchtrechtspleging;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 augustus 1981 betreffende het medisch geschiktheidsprofiel;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de karakteriële hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de morele hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de fysieke hoedanigheden van sommige kandidaten en leerlingen van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1991 betreffende de dienstnemingen en wederdienstnemingen van de kandidaat-militairen van het actief kader;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1991 betreffende het verblijf van sommige categorieën van militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1991 betreffende de medische geschiktheid voor dienst op zee;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1994 houdende bepaling van de vormen van operationele inzet en van de voorbereidingsactiviteiten met het oog op de aanwending van de krijgsmacht;

Gelet op het opschrift van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende sommige uit het gebrevetteerd varend personeel geschrapte hulpofficieren die aanvaard kunnen worden om een vorming tot aanvullingsofficier te volgen;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende het statuut van de militairen korte termijn;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 houdende het statuut van de morele consulenten bij de Krijgsmacht die tot de niet-confessionele Gemeenschap van België behoren;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 1995 betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid van en de rechtshulp aan militairen en de vergoeding van de door hen opgelopen schade;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 augustus 1998 tot vaststelling van het statuut van de repetitoren, taalleraren en eerstaanwezend taalleraren bij de Koninklijke Militaire School;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mart 1999 betreffende de medische geschiktheid als parachutist of commando;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 januari 2000 betreffende de medische geschiktheid voor duikactiviteiten en voor droge duiken;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut van de militaire luchtverkeersleiders en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders en luchtgevechtleiders;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende de aanvraag- en toekenningsprocedures van het verlof voor ouderschapsbescherming en het verlof voor verzorging van een zwaar zieke verwant;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de afwezigheid om gezondheidsredenen van de militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de militaire commissies voor geschiktheid en reform;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 september 2005 betreffende de geschiktheid voor luchtdienst;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 november 2005 tot bepaling van het tuchtreglement van het onderwijzend burgerpersoneel van de Koninklijke Militaire School;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2005 betreffende het statuut van de militaire muzikanten;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 september 2006 betreffende het politiek verlof van de militairen;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 december 2006 betreffende de biotheek van Defensie;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 juni 2010 betreffende het administratief statuut van de militair die een vrijwillige militaire inzet vervult;

Gelet op het protocol van onderhandelingen N-359 van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 31 oktober 2013;

Gelet op het advies 54.488/4 van de Raad van State, gegeven op 12 december 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 17 augustus 1927 ter regeling van den staat en de stand der militaire aalmoezeniers

Artikel 1.In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 17 augustus 1927 ter regeling van den staat en de stand der militaire aalmoezeniers worden de woorden "den Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de minister van Landsverdediging".

Art. 2.In artikel 3, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "de werkdadige kaders" vervangen door de woorden "het actief kader".

Art. 3.In artikel 7, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Onzen Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de minister van Landsverdediging".

Art. 4.In artikel 8, tweede en derde lid, en 9, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Onzen Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de minister van Landsverdediging".

Art. 5.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 oktober 1934 en 31 januari 1994, worden de woorden "beide landstalen" vervangen door de woorden "het Frans en het Nederlands" en worden de woorden "Onze Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de minister van Landsverdediging";2° in het vierde lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 april 1996, worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Landsverdediging".

Art. 6.In de artikelen 14, eerste lid, 1°, en derde lid, en 15, eerste lid, en 19, van hetzelfde besluit worden de woorden "den Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de minister van Landsverdediging".

Art. 7.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de woorden "Onze Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "De minister van Landsverdediging". HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 17 mei 1952 tot vaststelling van de staat der militaire aalmoezeniers van het reservekader

Art. 8.In de Franse tekst van het opschrift van het koninklijk besluit van 17 mei 1952 tot vaststelling van de staat der militaire aalmoezeniers van het reservekader worden de woorden "des cadres" vervangen door de woorden "du cadre".

Art. 9.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "en voor de duur ervan wordt het kader" vervangen door de woorden "en in periode van oorlog en voor de duur ervan wordt het kader";2° in het tweede lid worden de woorden "vredestijd" vervangen door de woorden "periode van vrede en in periode van crisis".

Art. 10.In artikel 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Landsverdediging".

Art. 11.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 4° worden de woorden "beide landstalen" vervangen door de woorden "het Frans en het Nederlands";b) in de bepaling onder 5°, a), worden de woorden "alsmede dienstplichtigen van de klassen 1939 tot 1946 die deel uitmaken van de wervingsreserve" opgeheven;c) in de Franse tekst van de bepalingen onder 5°, b), worden de woorden "les cadres" vervangen door de woorden "lecadre";d) in de Franse tekst van de bepalingen onder 5°, c), worden de woorden "des cadresactifs" vervangen door de woorden "du cadreactifs".

Art. 12.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Landsverdediging";2° in het tweede lid worden de woorden "vredestijd" vervangen door de woorden "periode van vrede".

Art. 13.In artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 1972, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het artikel worden de woorden "vredestijd" vervangen door de woorden "periode van vrede";2° in de Franse tekst van de bepaling onder 2° worden de woorden "des cadresactifs" vervangen door de woorden "du cadreactif".

Art. 14.In de Franse tekst van artikel 7, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "des cadresactifs" vervangen door de woorden "du cadreactif".

Art. 15.In artikel 9, § 2, eerste, tweede en derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Landsverdediging".

Art. 16.In de Franse tekst van artikel 12, derde lid, 13, 14, eerste lid, en 15, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "des cadresactifs" vervangen door de woorden "du cadreactif", worden de woorden "lescadres" vervangen door de woorden "lecadre" en worden de woorden "des cadresderéserve" vervangen door de woorden "du cadre de réserve".

Art. 17.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 1960 houdende organisatie van een administratief en technisch secretariaat op het departement van landsverdediging

Art. 18.In de Franse tekst van de opschrift van het koninklijk besluit van 14 maart 1960 houdende organisatie van een administratief en technisch secretariaat op het Departement van Landsverdediging wordt het woord "nationale" opgeheven.

Art. 19.In artikel 1 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 september 2003, wordt het woord "Minister" vervangen door het woord "minister".

Art. 20.In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 december 1966 en 5 oktober 1972, worden de woorden "Ministerie van Landsverdediging" vervangen door de woorden "ministerie van Landsverdediging".

Art. 21.In artikel 3, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Onze Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de minister van Landsverdediging". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de inrustestelling van de militairen beneden de rang van officier

Art. 22.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de inrustestelling van de militairen beneden de rang van officier, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2007, worden de woorden "en ambachtslieden worden gelijkgesteld voor de regeling van hun militair pensioen, en van artikel 4 van het koninklijk besluit van 3 maart 1961 houdende instelling bij de krijgsmachtdelen van een administratief intermachtenkorps en een technisch intermachtenkorps" opgeheven. HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 1971 houdende regelen ter zake van de rang en van het uniform van de militaire magistraten en griffiers en van de leden van het secretariaat van het auditoraat-generaal, alsmede van de eerbewijzen die zij in het leger ontvangen

Art. 23.In artikel 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 12 augustus 1971 houdende regelen ter zake van de rang en van het uniform van de militaire magistraten en griffiers en van de leden van het secretariaat van het auditoraat-generaal, alsmede van de eerbewijzen die zij in het leger ontvangen worden de woorden "Onze Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "De minister van Landsverdediging". HOOFDSTUK 6. - opheffing van het koninklijk besluit van 20 juni 1975 betreffende de werving, de opleiding en de bevordering van de kandidaat-beroepsofficieren- geneesheren, -apothekers, -tandartsen en dierenartsen

Art. 24.Het koninklijk besluit van 20 juni 1975 betreffende de werving, de opleiding en de bevordering van de kandidaat-beroepsofficieren- geneesheren, -apothekers, -tandartsen en dierenartsen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 november 1977, 19 september 1984, 29 oktober 1984 en 11 augustus 1994, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 7. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaat-hulpofficieren piloten

Art. 25.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 2 september 1978 betreffende het statuut van de hulpofficieren en kandidaat-hulpofficieren piloten worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 6, derde lid, worden de woorden "een militair in werkelijke dienst of een advocaat" vervangen door de woorden "een persoon" en de woorden "bij ter post aangetekende brief" worden vervangen door de woorden "met een aangetekende zending";2° in paragraaf 7, eerste lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de woorden "om één of meerdere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen" vervangen door de woorden "indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid";3° in paragraaf 7, tweede lid, 2°, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de woorden ", om één van de andere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen," opgeheven; 4° in paragraaf 7, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende : "De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokken door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.".

Art. 26.In artikel 4bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste en het tweede lid worden de woorden "de beroepscommissie" vervangen door de woorden "de beroepsinstantie";2° in het derde lid worden de woorden "de beroepscommissie zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader" vervangen door de woorden "de beroepsinstantie zijn vastgelegd overeenkomstig de regels toepasselijk op de kandidaat-beroepsmilitairen".

Art. 27.In artikel 4quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 oktober 2007, worden de woorden "43 tot 46 van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994" vervangen door de woorden "19 tot 21 van het koninklijk besluit van 7 november 2013".

Art. 28.In artikel 4quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 oktober 2007, worden de woorden "De beoordeling van de karakteriële hoedanigheden en van de fysieke hoedanigheden kan tot bepaalde periodes van de basisvorming beperkt worden." ingevoegd tussen de woorden "en wat betreft de door deze commissie te nemen maatregelen." en de woorden "De kandidaat wordt schriftelijk".

Art. 29.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, 1°, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 september 2003, worden de woorden "burger meer is van een lidstaat van de Europese Unie" vervangen door de woorden "onderdaan meer is van een lidstaat van de Europese economische ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat,"; 2° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 2°, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 september 1984, vervangen als volgt : "2° veroordeeld wordt overeenkomstig artikel 19 van het Strafwetboek of artikel 5 van het Militair Strafwetboek of tot de, zelfs tijdelijke, ontzetting uit één van de rechten bedoeld in artikel 31, 1° en 6°, van het Strafwetboek, behalve indien deze veroordelingen werden uitgesproken met uitstel en voor zover dit uitstel niet wordt herroepen."; 3° in paragraaf 3, tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2005, worden de woorden "eerste lid" vervangen door de woorden "eerste lid,".

Art. 30.Artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2005, wordt vervangen als volgt : "

Art. 10.Elke hiërarchische meerdere wiens rang ten minste gelijk is aan de rang van korpscommandant en die oordeelt dat de dienstneming van een hulpofficier om tuchtredene, morele ongeschiktheid of beroepsonbekwaamheid dient verbroken te worden, maakt een omstandig verslag op dat een gemotiveerd advies bevat betreffende de ernst van de feiten die ten laste worden gelegd.

Hij gaat over tot de oproeping van de betrokkene, die ervanverwittigd wordtdat hij opgeroepen wordt in het kader van een procedure die het nemen van een statutaire maatregel ten gevolge kan hebben.

Een afschrift van het omstandig verslag wordt bij de oproeping gevoegd.".

Art. 31.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden "het ontslag van ambtswege" vervangen door de woorden "de definitieve ambtsontheffing";2° in paragraaf 2 worden de woorden "van de informatiecommissie en" opgeheven.

Art. 32.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, 1°, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 september 2003, worden de woorden "burger meer is van een lidstaat van de Europese Unie" vervangen door de woorden "onderdaan meer is van een lidstaat van de Europese economische ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat,"; 2° in paragraaf 2 wordt de bepaling onder 2°, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 september 1984, vervangen als volgt : "2° veroordeeld wordt overeenkomstig artikel 19 van het Strafwetboek of artikel 5 van het Militair Strafwetboek of tot de, zelfs tijdelijke, ontzetting uit één van de rechten bedoeld in artikel 31, 1° en 6°, van het Strafwetboek, behalve indien deze veroordelingen werden uitgesproken met uitstel en voor zover dit uitstel niet wordt herroepen.". HOOFDSTUK 8. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 juni 1980 betreffende de militaire tuchtrechtspleging

Art. 33.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 juni 1980 betreffende de militaire tuchtrechtspleging, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 april 1988, wordt paragraaf 2 opgeheven.

Art. 34.In artikel 3, § 6, van hetzelfde besluit worden de woorden "van de generale staf, de commandant van de rijkswacht" vervangen door het woord "defensie ".

Art. 35.In artikel 21 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "voor de in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen" vervangen door de woorden "indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid";2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden ", om één van de andere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen," opgeheven; 3° het artikel wordt aangevuld met een lid luidende : "De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokken door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.".

Art. 36.In artikel 29, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninkljkbelsuit van 11 augustus 1994, worden de woorden "van de generale staf" vervangen door het woord "defensie ".

Art. 37.In artikel 30, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "van de generale staf of aan de commandant van de rijkswacht, naargelang van het geval" vervangen door het woord "defensie ".

Art. 38.In artikel 31, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "van de generale staf en de commandant van de rijkswacht beslissen" vervangen door de woorden "defensie beslist".

Art. 39.In artikel 35, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden ", van sergeant, van wachtmeester bij de rijkswacht of van opperwachtmeester bij de rijkswacht" vervangen door de woorden "of van sergeant". HOOFDSTUK 9. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 augustus 1981 betreffende het medisch geschiktheidsprofiel

Art. 40.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 28 augustus 1981 betreffende het medisch geschiktheidsprofiel, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 1991, worden de woorden "tabellen" vervangen door de woorden "tabellen in bijlage 1 en 2".

Art. 41.In artikel 6bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 maart 1997, wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 42.In hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt een artikel 6ter ingevoegd luidende : "

Art. 6ter.De medische geschiktheidscriteria overeenstemmende met het vereiste medische profiel waaraan de militair moet voldoen, bedoeld in artikel 68, § 3, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht, worden bepaald in de bijlage 3 bij dit besluit.".

Art. 43.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 3 ingevoegd die als bijlagegevoegd bij dit besluit. HOOFDSTUK 1 0. - Wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de karakteriële hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht

Art. 44.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de karakteriële hoedanigheden van de kandidaten van de Krijgsmacht, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 mei 2006, 26 augustus 2010 en 3 april 2013, wordt vervangen als volgt : "

Artikel 1.Dit besluit is toepasselijk op de kandidaat-militairen van het actief kader en op de kandidaat-reservemilitairen.".

Voor de toepassing van dit besluit wordt elk van de in het eerste lid bedoelde personen "kandidaat" genoemd.

Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder "de wet van 28 februari 2007" : de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht.".

Art. 45.In artikel 7, § 1, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 april 2013, wordt het woord "20sexies" vervangen door het woord "98".

Art. 46.In artikel 8bis, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2006 en gewijzigd bij dekoninklijke besluiten van 26 augustus 2010 en 3 april 2013, worden de woorden "de kandidaat-militair korte termijn," opgeheven.

Art. 47.In artikel 8ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de woorden "kandidaat-militair korte termijn, de" opgeheven en worden de woorden "beroepscommissie" vervangen door de woorden "beroepsinstantie";2° in het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013, worden de woorden "De beroepscommissie" vervangen door de woorden "De beroepsinstantie";3° in het derde lid worden de woorden "de beroepscommissie zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader" vervangen door de woorden "de beroepsinstantie zijn vastgelegd overeenkomstig de regels toepasselijk op de kandidaat-beroepsmilitairen". HOOFDSTUK 1 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de morele hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht

Art. 48.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de morele hoedanigheden van de kandidaten van de krijgsmacht, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 augustus 1994 en 3 mei 2003, wordt vervangen als volgt : "

Artikel 1.Dit besluit is toepasselijk op de sollicitanten, op de kandidaat-militairen van het actief kader en op de kandidaat-reservemilitairen.".

Art. 49.Artikel 2 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006, wordt vervangen als volgt : "

Art. 2.Worden beschouwd als verenigbaar met de staat van militair, in de zin van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht, de volgende strafbare feiten : 1° de artikelen 419 tot 422 van het Strafwetboek; 2° de artikelen 29, 29bis en 29ter, van de wetten op de politie over het wegverkeer gecoördineerd op 16 maart 1968.".

Art. 50.In hetzelfde besluit worden de volgende artikelen opgeheven : 1° artikel 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 augustus 1994, 3 mei 2003 en 23 mei 2006;2° artikel 4, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006;3° artikel 4bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006.

Art. 51.Artikel 5 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006, wordt vervangen als volgt : "

Art. 5.§ 1. De morele hoedanigheden worden bewezen door : 1° een uittreksel uit het strafregister;2° het blad van het gerechtelijk verleden van het persoonlijk dossier van de belanghebbende alsook zijn stamboekuittreksel wanneer hij in dienst is of geweest is als militair van het actief kader of als reserveofficier of -onderofficier. § 2. De sollicitant of de kandidaat die zijn woonplaats in het buitenland heeft of met een vreemde nationaliteit legt een stuk voor dat geldt als het in paragraaf 1, 1°, bedoelde uittreksel.

De sollicitant of de kandidaat die in de drie jaar voorafgaand aan zijn inlijving meer dan zes opeenvolgende maanden in het buitenland heeft verbleven, legt voor deze periode een document voor dat gelijkwaardig is aan het uittreksel bedoeld in de paragraaf 1, 1°.

Indien dit dokument melding maakt van veroordelingen in het buitenland, wordt het dossier van betrokkene overgemaakt aan de minister van Justitie die de minister van Landsverdediging een advies verleent over de toepasselijkheid, op de veroordelingen opgelopen door betrokkene, van de regels betreffende de morele hoedanigheden. § 3. De sollicitant legt de documenten bedoeld in de paragrafen 1 en 2 uiterlijk op de dag van de inlijving.".

Art. 52.In artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994, worden de woorden "bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "aangetekende zending". HOOFDSTUK 1 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de fysieke hoedanigheden van sommige kandidaten en leerlingen van de krijgsmacht

Art. 53.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels die gelden bij de beoordeling van de fysieke hoedanigheden van sommige kandidaten en leerlingen van de Krijgsmacht, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006, worden de volgende wijziging aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt : « 3° "de wet" : de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht."; 2° het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, wordt vervangen als volgt : "Dit besluit is toepasselijk op de kandidaat-militairen van het actief kader en op de kandidaat-reservemilitairen.".

Art. 54.In artikel 9, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "2, eerste lid, 2° en 3°, en tweede lid" vervangen door de woorden "3, 13°, b), en 87,eerste lid";2° in het tweede lid worden de woorden "kandidaat-militair korte termijn en de" opgeheven.

Art. 55.In artikel 9bis, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2008, wordt het woord "20octies" vervangen door het woord "99".

Art. 56.In artikel 10 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "kandidaat bedoeld in artikel 1, tweede lid, 1" worden vervangen door de woorden "kandidaat-beroepsmilitairen of aangeworven voor een loopbaan van beperkte duur";2° in paragraaf 2, tweede en vierde lid, wordt het woord "20novies" vervangen door het woord "100";3° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "kandidaat bedoeld in artikel 1, tweede lid, 2°, 3° en 4° " worden vervangen door de woorden "kandidaat-reservemilitairen en de kandidaat-hulpofficieren";4° in paragraaf 3, tweede lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 december 2006 en 26 augustus 2010, worden de woorden "de kandidaat-militair korte termijn," opgeheven.

Art. 57.In artikel 10bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden "kandidaten bedoeld in artikel 1, tweede lid, 2°, 3° en 4° " worden vervangen door de woorden "kandidaat-reservemilitairen en de kandidaat-hulpofficieren" en wordt het woord "beroepscommissie" vervangen door het woord "beroepsinstantie";2° in het tweede lid wordt het woord "de beroepscommissie" vervangen door het woord "de beroepsinstantie";3° in het derde lid worden de woorden "de beroepscommissie zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader" vervangen door de woorden "de beroepsinstantie zijn vastgelegd overeenkomstig de regels toepasselijk op de kandidaat-beroepsmilitairen". HOOFDSTUK 1 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 1991 betreffende de dienstnemingen en wederdienstnemingen van de kandidaat-militairen van het actief kader

Art. 58.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 november 1991 betreffende de dienstnemingen en wederdienstnemingen van de kandidaat-militairen van het actief kader, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994, wordt vervangen als volgt : "

Artikel 1.Dit besluit is toepasselijk op de kandidaat-beroepsmilitairen.

Voor de toepassing van dit besluit wordt elk van de in het eerste lid bedoelde personen "kandidaat" genoemd.

Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder "de wet van 28 februari 2007" : de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht.".

Art. 59.In artikel 2 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt : " § 1. Gaat een dienstneming aan als kandidaat-militair van het actief kader, de kandidaat bedoeld in artikel 3, 13°, a), van de wet van 28 februari 2007.".

Art. 60.In artikel 3 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 september 2003, wordt het eerste lid vervangen als volgt : "De toestemming bedoeld in artikel 21, zesde lid, van de wet van 28 februari 2007, wordt verleend in de vorm van een getuigschrift waarvan het model gevoegd is bij dit besluit.".

Art. 61.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 2°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994, worden de woorden "11 augustus 1994" vervangen door de woorden "7 november 2013"; b) de bepaling onder 3° wordt vervangen alsvolgt : "3° de kandidaat die de toelating gekregen heeft om een andere vorming te volgen, bij toepassing van artikel 104/1 van de wet van 28 februari 2007;".

Art. 62.Artikel 9 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994, wordt vervangen als volgt : "

Art. 9.Behoudens de toepassing van artikel 21/1, 4° en 6°, van de wet van 28 februari 2007, heef het verlies van de hoedanigheid van kandidaat van rechtswege tot gevolg de verbreking van zijn dienstneming of wederdienstnemingovereenkomstig artikel 79/1, 2°, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht.".

Art. 63.Artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994, wordt aangevuld met de bepaling onder 5°, luidende : "5° indien hij meer dan eenentwintig opeenvolgende dagen onwettig afwezig is.".

Art. 64.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt " § 2.In het geval bedoeld in artikel 11, 3°, maakt elke korpscommandant of hogere hiërarchische overheid een omstandig verslag op dat een gemotiveerd advies bevat betreffende de ernst van de feiten die ten laste worden gelegd.

Hij gaat over tot de oproeping van de betrokkene, die ervan verwittigd wordtdat hij opgeroepen wordt in het kader van een procedure die het nemen van een statutaire maatregel ten gevolge kan hebben.

Een afschrift van het omstandig verslag wordt bij de oproeping gevoegd.". 2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 6, luidende : " § 6.In het geval bedoeld in artikel 11, 5°, wordt de maatregel genomen volgens dezelfde regels als deze van toepassing op de beroepsmilitairen van het actief kader.".

Art. 65.In artikel 15, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006, worden de woorden "Minister van Landsverdediging of door de militaire overheid die hij hiertoe aanwijst" vervangen door de woorden "chef Defensie".

Art. 66.In artikel 16, 2°, b), van hetzelfde besluit worden de woorden "aangetekende brief " vervangen door de woorden "aangetekende zending". HOOFDSTUK 1 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1991 betreffende het verblijf van sommige categorieën van militairen

Art. 67.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1991 betreffende het verblijf van sommige categorieën van militairen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, tweede lid, wordt opgeheven;2° in paragraaf 2 worden de woorden "de generale staf" vervangen door het woord "defensie";3° in de Franse tekst van paragraaf 3 wordt het woord "nationale" opgeheven.

Art. 68.In artikel 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 1995, wordt de bepaling on der 1° aangevuld met de woorden ", in periode van oorlog en in periode van crisis". HOOFDSTUK 1 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1991 betreffende de medische geschiktheid voor dienst op zee

Art. 69.In artikel 6, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1991 betreffende de medische geschiktheid voor dienst op zee worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Landsverdediging".

Art. 70.In artikel 8 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "om één of meerdere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen" vervangen door de woorden "indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid";2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden ", om één van de andere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen," opgeheven; 3° in het artikel wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende : "De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokken door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.".

Art. 71.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden "bij ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "bij aangetekende zending".

Art. 72.In de Franse tekst van artikel 16, eerste, derde en vierde lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 januari 1998, wordt het woord "nationale" opgeheven.

Art. 73.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Landsverdediging". HOOFDSTUK 1 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1994 houdende bepaling van de vormen van operationele inzet en van de voorbereidingsactiviteiten met het oog op de aanwending van de krijgsmacht

Art. 74.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 6 juli 1994 houdende bepaling van de vormen van operationele inzet en van de voorbereidingsactiviteiten met het oog op de aanwending van de krijgsmacht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 september 2000, worden de woorden "de aanwending van de krijgsmacht, de paraatstelling, alsook betreffende de periodes en de standen waarin de militair zich kan bevinden" vervangen door de woorden "de perioden en de standen van de militairen van het reservekader alsook betreffende de aanwending en de paraatstelling van de krijgsmacht". HOOFDSTUK 1 7. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende sommige uit het gebrevetteerd varend personeel geschrapte hulpofficieren die aanvaard kunnen worden om een vorming tot aanvullingsofficier te volgen

Art. 75.In het opschrift van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende sommige uit het gebrevetteerd varend personeel geschrapte hulpofficieren die aanvaard kunnen worden om een vorming tot aanvullingsofficier te volgen worden de woorden "aanvullingsofficier" vervangen door de woorden "officier van niveau B in de loopbaan van beperkte duur".

Art. 76.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "kandidaat-aanvullingsofficier" vervangen door de woorden "kandidaat-officier van niveau B in de loopbaan van beperkte duurovereenkomstig artikel 87, eerste en derde lid, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht";2° in de Franse tekst van het tweede lid wordt het woord "nationale" opgeheven.

Art. 77.In artikel 1bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2006, wordt het eerste lid vervangen als volgt : "

Art. 1bis.Voorzover zij niet onverenigbaar zijn met de bepalingen van dit besluit, zijn de volgende regels toepasselijk op de kandidaat-beroepsmilitairen van toepassing op de kandidaat : 1° de afwachtingsstage;2° de vrijstelling van vormingsgedeelten of cursussen;3° het uitstel;4° het regime van de kandidaten;5° de beoordeling van de kandidaten; 6° de samenstelling en de procedure van de, naargelang het geval, deliberatie-, evaluatiecommissie of de beroepsinstantie, en de beslissingsmogelijkheden van de beroepscommissie.".

Art. 78.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "aanvullingsofficier" vervangen door de woorden "officier van niveau B in de loopbaan van beperkte duurovereenkomstig artikel 87, eerste en derde lid, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht";2° in het tweede lid wordt het woord "Hij neemt in het korps" vervangen door het woord "Overeenkomstig artikel 87, eerste en derde lid, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht neemt hij in devakrichting";3° in het derde lid worden de woorden "aanvullingsofficier" vervangen door de woorden "officier van niveau B in de loopbaan van beperkte duur" en worden de woorden "aanvullingsofficieren" vervangen door de woorden "officieren van niveau B in de loopbaan van beperkte duur";4° in het vierdelid worden de woorden "aanvullingsofficieren" vervangen door de woorden "officieren van niveau B in de loopbaan van beperkte duur".

Art. 79.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden "kandidaat-aanvullingsofficier" vervangen door de woorden "kandidaat-officier van niveau B in de loopbaan van beperkte duur". HOOFDSTUK 1 8. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994betreffende het statuut van de militairen korte termijn

Art. 80.Het koninklijk besluit van 11 augustus 1994betreffende het statuut van de militairen korte termijn, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 oktober 1995, 13 juni 2001, 21 juni 2001, 13 december 2001, 11 september 2003, 23 Mei 2006, 21 december 2006, 26 augustus 2010, 6 december 2012, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 1 9. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 1994 houdende het statuut van de morele consulenten bij de krijgsmacht die tot de niet-confessionele gemeenschap van België behoren

Art. 81.In artikel 2, § 1, 6°, van het koninklijk besluit van 26 september 1994 houdende het statuut van de morele consulenten bij de Krijgsmacht die tot de niet-confessionele Gemeenschap van België behoren worden de woorden "wat de mannelijke kandidaten betreft," opgeheven.

Art. 82.In artikel 8, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Landsverdediging".

Art. 83.In artikel 10, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "aan Onze Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "aan de minister van Landsverdediging".

Art. 84.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "Onze Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de minister van Landsverdediging".

Art. 85.In artikel 14, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Landsverdediging";2° in het tweede lid worden de woorden "Onze Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "de minister van Landsverdediging".

Art. 86.In artikel 15, §§ 2 en 4, eerste en vierde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Minister van Landsverdediging" vervangen door de woorden "minister van Landsverdediging". HOOFDSTUK 2 0. - Wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 1998 tot vaststelling van het statuut van de repetitoren, taalleraren en eerstaanwezend taalleraren bij de koninklijke militaire school

Art. 87.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 31 augustus 1998 tot vaststelling van het statuut van de repetitoren, taalleraren en eerstaanwezend taalleraren bij de Koninklijke Militaire School, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 november 2005, wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt : "1° onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese economische ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat;". HOOFDSTUK 2 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 9 maart 1995 betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid van en de rechtshulp aan militairen en de vergoeding van de door hen opgelopen schade

Art. 88.In de artikelen 2, tweede lid, en 4, §§ 2, eerste lid, en 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 9 maart 1995 betreffende de burgerlijke aansprakelijkheid van en de rechtshulp aan militairen en de vergoeding van de door hen opgelopen schade worden de woorden "bij een ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "met een aangetekende zending".

Art. 89.Artikel 9 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 maart 2007, wordt aangevuld met een lid, luidende : "De tussenkomst van de Staat op grond van dit besluit heeft een subsidiair karakter tegenover elke andere tussenkomst.".

Art. 90.In artikel 10 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : " § 1.Binnen de acht werkdagen na de vaststelling van de schade, moet de militair of ex-militair, schriftelijk en gedateerd, de directeur-generaal juridische steun en bemiddeling op de hoogte brengen van het feit dat hij schade heeft geleden. Binnen de acht werkdagen volgend op het ontvangen van die informatie bezorgt de directeur-generaal juridische steun en bemiddeling aan de militair of ex-militair een ontvangstbewijs waarvan het model wordt vastgelegd door de overheidaangewezen door de directeur-generaal juridische steun en bemiddeling.

De militair of ex-militair dient zijn aanvraag om schadeloosstelling schriftelijk en gedateerd te richten aan de directeur-generaal juridische steun en bemiddeling binnen de dertig dagen volgend op de datum van het ontvangstbewijs bedoeld in het eerste lid.

Indien een derde aansprakelijk gesteld kan worden, is de aanvraag zoals bedoeld in het vorige lid slechts ontvankelijk indien de aanvrager zo spoedig mogelijk de nuttige vorderingen tegen de aansprakelijke derde heeft ingesteld.

Behalve in geval van overmacht, zal de aanvraag om schadeloosstelling slechts in aanmerking kunnen genomen worden indien de directeur-generaal juridische steun en bemiddeling rechtsgeldig geïnformeerd werd over het voorval van de schade op de wijze en binnen de termijnen zoals voorzien in deze paragraaf."; 2° in paragraaf 2 wordt het tweede lid aangevuld met de woorden "Een afschrift van de machtiging wordt gevoegd bij de vergoedingsaanvraag.".

Art. 91.Artikel 11 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 maart 2007, wordt aangevuld met twee leden, luidende : "Zonder afbreuk te doen aan de appreciatiebevoegdheid ter zake van de directeur-generaal juridische steun en bemiddeling, zal elke leugenachtige verklaring of het stilzwijgend achterhouden van pertinente informatie, in de zin van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen, aanleiding geven tot een afwijzingsbeslissing.

Indien de vergoeding werd toegekend op basis van een leugenachtige verklaring of het stilzwijgend achterhouden van pertinente informatie, waardoor de vergoeding zou moeten afgewezen geweest zijn, zal de terugbetaling van de vergoeding worden gevorderd.". HOOFDSTUK 2 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 maart 1999 betreffende de medische geschiktheid als parachutist of commando

Art. 92.In artikel 11, § 5, van het koninklijk besluit van 3 mart 1999 betreffende de medische geschiktheid als parachutist of commando, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "om één of meerdere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen" vervangen door de woorden "indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid";2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden ", om één van de andere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen," opgeheven; 3° in de paragraaf wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende : "De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokkene door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.".

Art. 93.In de Franse tekst van de artikelen 19, eerste lid, en 24 eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 mei 2000, wordt het woord "nationale" opgeheven.

Art. 94.In artikel 21, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bij ter post aangetekende" vervangen door de woorden "bij aangetekende zending". HOOFDSTUK 2 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 januari 2000 betreffende de medische geschiktheid voor duikactiviteiten en voor droge duiken

Art. 95.In artikel 8/1 van het koninklijk besluit van 28 januari 2000 betreffende de medische geschiktheid voor duikactiviteiten en voor droge duiken, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "om één of meerdere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen" vervangen door de woorden "indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid";2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden ", om één van de andere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen," opgeheven; 3° in het artikel wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende : "De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokkene door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.".

Art. 96.In artikel 9, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bij ter post aangetekende" vervangen door de woorden "bij aangetekende zending". HOOFDSTUK 2 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het ministerie van landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten

Art. 97.In artikel 3, 3°, van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten worden de woorden "de aanwending van de krijgsmacht, de paraatstelling, alsook betreffende de periodes en de standen waarin de militair zich kan bevinden" vervangen door de woorden "de perioden en de standen van de militairen van het reservekader alsook betreffende de aanwending en de paraatsteling van de Krijgsmacht".

Art. 98.In artikel 40 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingenaangebracht : 1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende : "In het kader van de bevoegdheden bedoeld in artikel 32 is het aan de minister toegelaten de bevoegdheid om alle nuttige documenten voor de verdediging van het departement op te eisen of neer te leggen, over te dragen aan officieren of ambtenaren van de algemene directie juridische steun en bemiddeling."; 2° in het tweede lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden "inzake bestuur en beheer" opgeheven. HOOFDSTUK 2 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de koninklijke militaire school

Art. 99.In de artikelen 3 en 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School worden de woorden "uitgevaardigd ter uitvoering van de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader" vervangen door de woorden " die toepasselijk zijn de kandidaat-beroepsmilitairen en die uitgevaardigd zijn ter uitvoering van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht,". HOOFDSTUK 2 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht

Art. 100.Artikel 13 van het koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende het statuut van de militairen van het reservekader van de Krijgsmacht, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 mei 2006 en 16 oktober 2009, wordt vervangen als volgt : "

Art. 13.Voor de kandidaat-reservemilitair, in het geval bedoeld in artikel 32, § 1, 1°, van de wet, maakt de commandant van het organisme waar betrokkene zijn vorming volgt, een omstandig verslag op dat een gemotiveerd advies bevat betreffende de ernst van de feiten die ten laste worden gelegd.

Hij gaat over tot de oproeping van de betrokkene, die ervan verwittigd wordt dat hij opgeroepen wordt in het kader van een procedure die het nemen van een statutaire maatregel ten gevolge kan hebben.

Een afschrift van het omstandig verslag wordt bij de oproeping gevoegd.

Wanneer de onderzoeksraad oordeelt dat de feiten ernstig zijn en niet overeen te brengen zijn met de staat van militair, kan de overheid bedoeld in artikel 32, § 2, van de wet, de verbreking van de dienstneming of wederdienstneming uitspreken.".

Art. 101.Artikel 14 van hetzelfde besluitwordt vervangen als volgt : "

Art. 14.Gedurende de uitvoering van de wederdienstneming, in het geval bedoeld in artikel 32, § 1, 1°, van de wet, maakt de korpscommandant van de reservemilitair een omstandig verslag op dat een gemotiveerd advies bevat betreffende de ernst van de feiten die ten laste worden gelegd.

Hij gaat over tot de oproeping van de betrokkene, die ervan verwittigd wordtdat hij opgeroepen wordt in het kader van een procedure die het nemen van een statutaire maatregel ten gevolge kan hebben.

Een afschrift van het omstandig verslag wordt bij de oproeping gevoegd.

Wanneer de onderzoeksraad oordeelt dat de feiten ernstig zijn en niet overeen te brengen zijn met de staat van militair, kan de overheid bedoeld in artikel 32, § 2, van de wet, de verbreking van de dienstneming of wederdienstneming uitspreken.".

Art. 102.In artikel 17, 2°, b), van hetzelfde besluit worden de woorden "aangetekende brief" vervangen door de woorden "aangetekende zending".

Art. 103.In artikel 37 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "beroeps- of aanvullingsmilitair" vervangen door het woord "beroepsmilitair"; 2° het eerste lid wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende : "3° die werd aangeworven voor een loopbaan van beperkte duur bedoeld in artikel 24 van de wet van 30 augustus 2013 tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur."; 3° in het tweede lid worden de woorden "en van de gespecialiseerde militaire opleiding" ingevoegd tussen de woorden "militaire basisvorming" en het woord "vrijgesteld".

Art. 104.In artikel 49, vierde lid, worden de woorden ", de aanvullingsmilitair" opgeheven.

Art. 105.In artikel 51 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden "voldoet aan de bepalingen van artikel 42, tweede lid" vervangen door de woorden "behoort tot de getrainde reserve";2° het tweede lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, wordt vervangen als volgt : "De militair die, krachtens de artikelen 10, 1°, 11, 1°, en 12, 1°, van de wet, in het reservekader toegelaten wordt, en de militair bedoeld in de artikelen 10, 2°, b), c) en e), 11, 2°, b) en d), en 12, 2°, b) en c), van de wet, waarvan de dienstneming is verstreken en die in het reservekader toegelaten wordt, wordt evenwel verondersteld te behoren tot de getrainde reserve vanaf de dag waarop hij het reservekader toegelaten wordt tot de laatste dag van het jaar volgend op het jaar tijdens hetwelk hij wordt toegelaten tot het reservekader. De kandidaat-reservemilitair wordt verondersteld te behoren tot de getrainde reserve vanaf de dag waarop hij de hoedanigheid van reservemilitair verwerft tot de laatste dag van het jaar volgend op het jaar tijdens hetwelk hij deze hoedanigheid verwerft."; 3° in het derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de woorden "aan de voormelde voorwaarde voldoet" vervangen door de woorden "tot de getrainde reserve behoort".

Art. 106.In artikel 56 van hetzelfde besluit worden de woorden "in periode van oorlog of in crisistoestand" vervangen door de woorden "in periode van oorlog, in periode van crisis of in crisistoestand".

Art. 107.In artikel 58quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de woorden "die tenminste vijftig procent behaald heeft" vervangen door de woorden "die geslaagd is".

Art. 108.Artikel 66bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, wordt vervangen als volgt : "

Art. 66bis.Om benoemd te worden tot de graad van korporaal-chef moet de reservevrijwilliger negen jaar anciënniteit bezitten in de graad van korporaal.".

Art. 109.Artikel 69 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 69.Iedere hiërarchische meerdere met een rang tenminste gelijk aan die van korpscommandant die oordeelt dat een reservemilitair van ambtswege moet worden ontslagen, start een procedure met het oog op het nemen van een statutaire maatregel met tuchtrechtelijk karakter, overeenkomstig de regels toepasselijk op de beroepsmilitairen van het actief kader.".

Art. 110.In hetzelfde besluit worden de volgende artikelen opgeheven : 1° de artikelen 70 en 71, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009;2° de artikelen 72 en 73;3° artikel 74, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009;4° artikel 75;

Art. 111.In de artikelen 95 en 96 van hetzelfde besluit, wordt de woorden "speciale dienstnemingoftot speciale wederdienstnemingsakte" vervangen door de woorden "aanvullende speciale dienstneming of aanvullendespeciale wederdienstneming" en de woorden ""speciale dienstneming- en wederdienstnemingsakte" vervangen door de woorden "aanvullende speciale dienstneming- en wederdienstnemingsakte"".

Art. 112.In artikel 97 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "speciale dienstneming of speciale wederdienstneming" worden telkens vervangen door de woorden "aanvullende speciale dienstneming of wederdienstneming";b) in de Franse tekst van de bepaling onder 1°, worden de woorden "la expiration" vervangen door de woorden "l'expiration".

Art. 113.In artikel 98 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de woorden "speciale dienstneming of speciale wederdienstneming" vervangen door de woorden "aanvullende speciale dienstneming of wederdienstneming". HOOFDSTUK 2 7. - Wijziging van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen

Art. 114.In artikel 6, § 2, van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen worden het vierde tot het zesde lid opgeheven.

Art. 115.In artikel 38, § 5, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht 1° in het eerste lid worden de woorden "om één of meerdere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen" vervangen door de woorden "indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid";2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden ", om één van de andere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen," opgeheven; 3° in het artikel wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende : "De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokkene door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.".

Art. 116.In artikel 46, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, worden de woorden "6, § 2," vervangen door de woorden "6, § 2, of die blijken dat hij voldoet aan de morele hoedanigheden,". HOOFDSTUK 2 8. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut van de militaire luchtverkeersleiders en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders en luchtgevechtleiders

Art. 117.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende het statuut van de militaire luchtverkeersleiders en de medische geschiktheid van de militaire luchtverkeersleiders en luchtgevechtleiders worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, tweede lid, 1°, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 oktober 2007, worden de woorden "22, § 3, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994" vervangen door de woorden "4, § 3, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 7 november 2013";2° in paragraaf 5 wordt de bepaling onder 3° opgeheven.

Art. 118.In artikel 2bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 oktober 2007, worden de woorden "43 tot 46 van het koninklijk besluit van 11 augustus 1994" vervangen door de woorden "19 tot 21 van het koninklijk besluit van 7 november 2013".

Art. 119.In artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "om één of meerdere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen" vervangen door de woorden "indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid";2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden ", om één van de andere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen," opgeheven; 3° in het artikel wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende : "De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokkene door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.".

Art. 120.In artikel 8, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "een militair in werkelijke dienst of een advocaat" vervangen door de woorden "een persoon" en worden de woorden "bij ter post aangetekendeof bij de dienst der militaire estafetten ingeschreven brief" vervangen door de woorden "met een aangetekende of bij de dienst der militaire estafetten ingeschreven zending".

Art. 121.In artikel 12bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste en het tweede lid worden de woorden "de beroepscommissie" vervangen door de woorden "de beroepsinstantie";2° in het derde lid worden de woorden "de beroepscommissie zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 11 augustus 1994 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader" vervangen door de woorden "de beroepsinstantie zijn vastgelegd overeenkomstig de regels toepasselijk op de kandidaat-beroepsmilitairen".

Art. 122.In artikel 12ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 oktober 2007, worden de woorden "De beoordeling van de karakteriële hoedanigheden en van de fysieke hoedanigheden kan tot bepaalde periodes van de basisvorming beperkt worden." ingevoegd tussen de woorden "en wat betreft de door deze commissie te nemen maatregelen." en de woorden "De kandidaat wordt schriftelijk".

Art. 123.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 1° worden de woorden "burger meer is van een lidstaat van de Europese Unie" vervangen door de woorden "onderdaan meer is van een lidstaat van de Europese economische ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat,"; b) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt : "2° veroordeeld wordt overeenkomstig artikel 19 van het Strafwetboek of artikel 5 van het Militair Strafwetboek of tot de, zelfs tijdelijke, ontzetting uit één van de rechten bedoeld in artikel 31, 1° en 6°, van het Strafwetboek, behalve indien deze veroordelingen werden uitgesproken met uitstel en voor zover dit uitstel niet wordt herroepen.".

Art. 124.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 1° worden de woorden "burger meer is van een lidstaat van de Europese Unie" vervangen door de woorden "onderdaan meer is van een lidstaat van de Europese economische ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat,"; b) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt : "2° veroordeeld wordt overeenkomstig artikel 19 van het Strafwetboek of artikel 5 van het Militair Strafwetboek of tot de, zelfs tijdelijke, ontzetting uit één van de rechten bedoeld in artikel 31, 1° en 6°, van het Strafwetboek, behalve indien deze veroordelingen werden uitgesproken met uitstel en voor zover dit uitstel niet wordt herroepen.".

Art. 125.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 20.Elke hiërarchische meerdere wiens rang ten minste gelijk is aan de rang van korpscommandant en die oordeelt dat de dienstneming van een hulpofficier om tuchtredenen, morele ongeschiktheid of beroepsonbekwaamheid dient verbroken te worden, maakt een omstandig verslag op dat een gemotiveerd advies bevat betreffende de ernst van de feiten die ten laste worden gelegd.

Hij gaat over tot de oproeping van de betrokkene, die ervan verwittigd wordt dat hij opgeroepen wordt in het kader van een procedure die het nemen van een statutaire maatregel ten gevolge kan hebben.

Een afschrift van het omstandig verslag wordt bij de oproeping gevoegd.".

Art. 126.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "het ontslag van ambtswege" vervangen door de woorden "de definitieve ambtsontheffing";2° in het tweede lid, 1°, worden de woorden "van de informatiecommissie" opgeheven.

Art. 127.In artikel 35, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bij ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "met een aangetekende zending". HOOFDSTUK 2 9. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende de aanvraag- en toekenningsprocedures van het verlof voor ouderschapsbescherming en het verlof voor verzorging van een zwaar zieke verwant

Art. 128.In artikel 1, tweede lid, 2°, van het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende de aanvraag- en toekenningsprocedures van het verlof voor ouderschapsbescherming en het verlof voor verzorging van een zwaar zieke verwant wordt het woord "4" vervangen door het woord "12". HOOFDSTUK 3 0. - Wijziging van het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht

Art. 129.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de krijgsmacht worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, zesde lid, 3°, wordt het woord "12" vervangen door het woord "16". 2° in paragraaf 4, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 oktober 2007, worden de woorden "De beoordeling van de karakteriële hoedanigheden en van de fysieke hoedanigheden kan tot bepaalde periodes van de basisvorming beperkt worden." ingevoegd tussen de woorden "wat betreft de maatregelen die moeten worden genomen in geval van mislukking." en de woorden "De leerling-piloot of de piloot-leerling wordt schriftelijk".

Art. 130.In artikel 28, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bij ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "met een aangetekende zending".

Art. 131.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "militair in werkelijke dienst of een advocaat" vervangen door de woorden "persoon";2° in paragraaf 2, tweede lid, vervangen door het koninklijk besluit van 23 juni 2005, worden de woorden "bij de post aangetekende of bij de dienst der militaire estafetten ingeschreven brief" vervangen door de woorden "met een aangetekende of bij de dienst der militaire estafetten ingeschreven zending";3° in paragraaf 4 worden de woorden "bij ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "met een aangetekende zending".

Art. 132.In artikel 32 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht 1° in het eerste lid worden de woorden "om één of meerdere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen" vervangen door de woorden "indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid";2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden ", om één van de andere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen," opgeheven; 3° in het artikel wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende : "De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokkene door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.".

Art. 133.In artikel 34 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen als volgt : " § 3. Indien de betrokken militair of opgeroepen personen weigeren of verzuimen te verschijnen of op vragen te antwoorden, wordt dit in de notulen vermeld.

De betrokken militair, zijn verdediger en de gehoorde personen ondertekenen het door de secretaris opgemaakte proces-verbaal. Indien ze weigeren of verzuimen dit te ondertekenen, wordt dit in het proces-verbaal vermeld.".

Art. 134.In artikel 37, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bij ter post aangetekende brief" vervangen door de woorden "met een aangetekende zending".

Art. 135.In artikel 38 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2, vierde lid, worden de woorden ""het taalstelsel van" ingevoegd tussen de woorden "van de taal van" en de woorden "de betrokken militair";2° in paragraaf 2, zesde lid, worden de woorden "tot hetzelfde korps" vervangen door de woorden "tot dezelfde vakrichting";3° in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden ""Gezien"" vervangen door de woorden ""Gezien en kennis genomen"".

Art. 136.In artikel 39, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht 1° in het eerste lid, 3°, worden de woorden "het taalstelsel van" ingevoegd tussen de woorden "van de taal van" en de woorden "de betrokken militair";2° in het vierde lid, worden de woorden "tot hetzelfde korps" vervangen door de woorden "tot dezelfde vakrichting".

Art. 137.In artikel 43 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "om één of meerdere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen" vervangen door de woorden "indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid";2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden ", om één van de andere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen," opgeheven; 3° in het artikel wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende : "De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokken door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.".

Art. 138.In artikel 45 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen als volgt : " § 3. Indien de betrokken militair of opgeroepen personen weigeren of verzuimen te verschijnen of op vragen te antwoorden, wordt dit in de notulen vermeld.

De betrokken militair, zijn verdediger en de gehoorde personen ondertekenen het door de secretaris opgemaakte proces-verbaal. Indien ze weigeren of verzuimen dit te ondertekenen, wordt dit in het proces-verbaal vermeld.".

Art. 139.In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de woorden "moet bij ter post aangetekende brief of ingeschreven bij de dienst der militaire estafetten worden verzonden" vervangen door de woorden "wordt met een aangetekende zending of ingeschreven bij de dienst der militaire estafetten overgemaakt".

Art. 140.In artikel 47, § 1, worden de woorden "de zaak niet in staat van wijzen is" vervangen door de woorden "hij onvoldoende is ingelicht om zicht uit te spreken over de zaak". HOOFDSTUK 3 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de afwezigheid om gezondheidsredenen van de militairen

Art. 141.In artikel 14, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de afwezigheid om gezondheidsredenen van de militairen worden de woorden "aangetekende brief" vervangen door de woorden "aangetekende zending". HOOFDSTUK 3 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de militaire commissies voor geschiktheid en reform

Art. 142.In de artikelen 4, tweede lid, 5, § 1, en 9, van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 betreffende de militaire commissies voor geschiktheid en reform worden de woorden "aangetekende brief" vervangen door de woorden "aangetekende zending".

Art. 143.In artikel 14/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "om één of meerdere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen" vervangen door de woorden "indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid";2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden ", om één van de andere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen," opgeheven; 3° in het artikel wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende : "De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokkene door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.". HOOFDSTUK 3 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 17 september 2005 betreffende de geschiktheid voor luchtdienst

Art. 144.In artikel 13, § 2, van het koninklijk besluit van 17 september 2005 betreffende de geschiktheid voor luchtdienst worden de woorden "bij aangetekende brief" vervangen door de woorden "met een aangetekende zending".

Art. 145.In artikel 14, § 5, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "om één of meerdere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen" vervangen door de woorden "indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid";2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden ", om één van de andere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen," opgeheven; 3° in het artikel wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende : "De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokkene door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.". HOOFDSTUK 3 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 23 november 2005 tot bepaling van het tuchtreglement van het onderwijzend burgerpersoneel van de koninklijke militaire school

Art. 146.In de artikelen 7, §§ 2 en 3, 9, § 1, eerste lid, § 4, tweede lid, en § 5, eerste lid, 13, § 2, eerste en tweede lid, en 16, tweede lid, van het koninklijk besluit van 23 november 2005 tot bepaling van het tuchtreglement van het onderwijzend burgerpersoneel van de Koninklijke Militaire School worden de woorden "bij de post aangetekendeof bij de dienst der militaire estafetten ingeschreven brief" vervangen door de woorden "aangetekende of bij de dienst der militaire estafetten ingeschreven zending". HOOFDSTUK 3 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2005 betreffende het statuut van de militaire muzikanten

Art. 147.In artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 21 december 2005 betreffende het statuut van de militaire muzikanten worden de woorden "de werving van de militairen en" opgeheven.

Art. 148.In het opschrift van afdeling 1 van hoofdstuk III van hetzelfde besluit worden de woorden "bevordering tot" vervangen door de woorden "overgang naar" en worden de worden "de benoeming in" opgeheven.

Art. 149.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de woorden "bevordering tot" vervangen door de woorden "overgang naar"; worden de woorden "voor de benoeming in" opgeheven en wordt het woord "korpsen" vervangen door het woord "vakrichtingen".

Art. 150.In artikel 12, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bevordering tot" vervangen door de woorden "overgang naar" en worden de woorden "voor de benoeming in" opgeheven.

Art. 151.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de paragrafen 1, 1°, en 3, wordt het woord "korpsen" vervangen door het woord "vakrichtingen";2° in paragraaf 4, 1°, worden de woorden "bevordering tot" vervangen door de woorden "overgang naar" en worden de woorden "de benoeming in" opgeheven;3° in paragraaf 4, 1°, worden de woorden "een herkansingsexamen" worden vervangen door de woorden "een herkansingsexamen voor overgang of een herkansingskwalificatie-examen";4° in paragraaf5, eerste en tweede lid, wordende woorden"Het herkansingsexamen " vervangen door de woorden "Het herkansingsexamen voor overgang of het herkansingskwalificatie-examen";5° in paragraaf5, tweede lid, wordthet woord "het totaal van het examen" vervangen door de woorden "het totaal van het examen voor overgang of hetkwalificatie-examen";6° in paragrafen 6, eerste lid, worden de woorden "bevordering tot de graad van eerste sergeant-majoor muzikant, het kwalificatie-examen voor de benoeming tot de graad van adjudant-chef lessenaaraanvoerder of een herkansingsexamen af te leggen, kan de deliberatiecommissie betrokkene toelaten zijn examen of een herkansingsexamen" vervangen door de woorden "overgang naarde graad van eerste sergeant-majoor muzikant, het kwalificatie-examen voor de graad van adjudant-chef lessenaaraanvoerder of een herkansingsexamen af te leggen, kan de deliberatiecommissie betrokkene toelaten zijn examen voor overgang of het herkansingsexamen voor overgang, zijn kwalificatie-examen of het herkansingskwalificatie-examen";7° in paragrafen 6, tweede lid, worden de woorden "bevordering tot de graad van eerste sergeant-majoor muzikant of het kwalificatie-examen voor de benoeming tot" vervangen door de woorden "overgang naarde graad van eerste sergeant-majoor muzikant of het kwalificatie-examen voor" en de woorden "dit examen" worden vervangen door de woorden "dit examen voor overgang of dit kwalificatie-examen".

Art. 152.In het opschrift van onderafdeling 2 van afdeling 1 van hoofdstuk III van hetzelfde besluit worden de woorden "bevordering tot" vervangen door de woorden "overgang naar".

Art. 153.In artikel 14, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bevordering tot" vervangen door de woorden "overgang naar"; wordt het woord "korpsen" vervangen door het woord "vakrichtingen" en worden de woorden "bevordering tot" vervangen door de woorden "overgang naar".

Art. 154.In het opschrift van onderafdeling 2 van afdeling 1 van hoofdstuk III van hetzelfde besluit worden de woorden "de benoeming in" opgeheven.

Art. 155.In artikel 15, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "korpsen" vervangen door het woord "vakrichtingen" en worden de woorden "de benoeming in" en de woorden "de benoeming tot" opgeheven.

Art. 156.In artikel 16, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "korpsen" vervangen door het woord "vakrichtingen".

Art. 157.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede en derde lid wordt het woord "korpsen" vervangen door het woord "vakrichtingen";2° in het derde lid, wordt het woord "korps" vervangen door het woord "vakrichting".

Art. 158.In artikel 19, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bevordering tot" vervangen door de woorden "overgang naar". HOOFDSTUK 3 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 september 2006 betreffende het politiek verlof van de militairen

Art. 159.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 7 september 2006 betreffende het politiek verlof van de militairen worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 1° worden de woorden "14 januari 1975 houdende het tuchtreglement van de Krijgsmacht" vervangen door de woorden "28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht"; b) de bepaling onder 2° wordt vervangen alsvolgt : "2° zending : met een aangetekende of bij de militaire post ingeschreven zending;"; c) in de bepalingen onder 3° en 4° wordt het woord "15" vervangen door het woord "172".

Art. 160.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "15, § 2, van de wet, stelt zijn korpscommandant per brief in kennis" vervangen door de woorden "172, § 2, van de wet, stelt zijn korpscommandant per zending in kennis".

Art. 161.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, 2°, wordt het woord "15ter" vervangen door het woord "174";2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "met een bij de post aangetekende brief" vervangen door de woorden "met een zending";3° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het woord "15ter" vervangen door het woord "174" en wordt het woord "brief" vervangen door het woord "zending";4° in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "met een bij de post aangetekende brief" vervangen door de woorden "met een zending".

Art. 162.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de paragrafen 1, eerste lid, 2, eerste lid, en 3, tweede lid, wordt het woord "15ter" vervangen door het woord "174";2° in de paragrafen 1, tweede lid, 2, tweede lid, en 3, tweede lid, wordt het woord "brief" vervangen door het woord "zending".

Art. 163.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt het woord "15ter" vervangen door het woord "174". HOOFDSTUK 3 7. - wijziging van het koninklijk besluit van 3 december 2006 betreffende de biotheek van defensie

Art. 164.In artikel 22 van het koninklijk besluit van 3 december 2006 betreffende de biotheek van Defensie, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "om één of meerdere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen" vervangen door de woorden "indien hij van mening is dat een wettige verdenking bestaat ten opzichte van een lid";2° in het tweede lid, 2°, worden de woorden ", om één van de andere in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek opgesomde redenen," opgeheven; 3° in het artikel wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende : "De beslissing wordt overgemaakt aan de betrokkene door middel van elk schriftelijk communicatiemiddel tegen ontvangstbewijs, in voorkomend geval, vergezeld van de lijst van de nieuwe aangewezen leden.".

Art. 165.In de artikelen 23, tweede lid, en 26, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bij depost aangetekende" vervangen door de woorden "bij aangetekende zending". HOOFDSTUK 3 8. - Wijziging van het koninklijk besluit van 27 juni 2010 betreffende het administratief statuut van de militair die een vrijwillige militaire inzet vervult

Art. 166.Artikel 5 van het koninklijk besluit van betreffende het administratief statuut van de militair die een vrijwillige militaire inzet vervult wordt aangevuld met de woorden "van het beroepskader".

Art. 167.In artikel 18, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 1° worden de woorden "of aspirant-militair" opgeheven;b) in de bepaling onder 1°, a), worden de woorden "het verlies van de nationaliteit dat voor gevolg heeft dat de militair geen burger meer is van een lidstaat van de Europese Unie, of de" vervangen door de woorden "geen onderdaan meer te zijn van een lidstaat van de Europese economische ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat, of het voorwerp uitgemaakt te worden van een"; c) de bepaling onder 2° wordt aangevuld met de bepaling onder d), luidende : "d) wegens een onwettige afwezigheid van meer dan eenentwintig opeenvolgende dagen.".

Art. 168.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende : "4° meer dan eenentwintig opeenvolgende dagen onwettig afwezig is.".

Art. 169.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : " § 2.In het geval bedoeld in artikel 20, 3°, maakt elke hiërarchische meerdere met een rang ten minste gelijk aan die van korpscommandanteen omstandig verslag op dat een gemotiveerd advies bevat betreffende de ernst van de feiten die ten laste worden gelegd.

Hij gaat over tot de oproeping van de die ervan verwittigd wordt dat hij opgeroepen wordt in het kader van een procedure die het nemen van een statutaire maatregel ten gevolge kan hebben.

Een afschrift van het omstandig verslag wordt bij de oproeping gevoegd.". 2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende : " § 5.In het geval bedoeld in artikel 20, 4°, wordt de maatregel genomen volgens dezelfde regels dan die van toepassing zijn op de beroepsmilitairen van het actief kader.". HOOFDSTUK 3 9. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 170.Tot eerste januari 2019 kan de enveloppe van de hoofdonderofficieren en van het algemeen totaal van de onderofficieren van de medische dienst, bepaald in de tabel XI van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 juli1998 houdende verdeling van de personeelsenveloppe voor de militairen van het actief kader in periode van vrede, overschreden worden.

Art. 171.Dit besluit treedt in werking op 31 december 2013.

Art. 172.De minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Ciergnon, 26 december 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^