gepubliceerd op 13 september 2019
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het wetenschappelijk personeel van de "Jardin botanique de Meise" van de Diensten van de Franse Gemeenschap
3 JULI 2019. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het wetenschappelijk personeel van de "Jardin botanique de Meise" van de Diensten van de Franse Gemeenschap
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet betreffende de institutionele hervormingen van 8 augustus 1980, inzonderheid op artikel 87, § 3;
Gelet op de "gendertest" van 12 maart 2019, uitgevoerd overeenkomstig artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de integratie van de genderdimensie in alle beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 maart 2019;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 2 april 2019;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 3 april 2019;
Gelet op Protocol nr. 517 van het Sectorcomité XVII, gesloten op 26 april 2019;
Gelet op advies nr. 66.192/4 van de Raad van State, uitgebracht op 12 juni 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;
Op voordracht van de Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Onderzoek en Media en van de Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen Sectie 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Dit statuut is van toepassing op de leden van het wetenschappelijk personeel van de Jardin botanique de Meise (Plantentuin Meise) die werkzaam zijn bij de diensten van de Franse Gemeenschap.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° leden van het wetenschappelijk personeel van de JBM : ambtenaren van de Jardin botanique de Meise van niveau A die naar de Franse Gemeenschap zijn overgeplaatst in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap van 17 mei 2013 betreffende het beheer en de werking van de Nationale Plantentuin van België, alsook wetenschappelijk personeel van niveau 1 dat zich na deze overplaatsing aansluit bij het Franstalige kader van de Jardin botanique de Meise en die afhangen van de diensten van de Franse Gemeenschap;2° Bevoegde Minister: de Minister(s) aan wie de wetenschappelijke personeelsleden van de JBM rapporteren;3° Wetenschappelijke raad: de Wetenschappelijke Raad van de Nationale Plantentuin van België bedoeld in artikel 6, § 1, van de Samenwerkingsovereenkomst van 17 mei 2013 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap betreffende het beheer en de exploitatie van de Nationale Plantentuin van België;4° Ambtenaar-generaal: de ambtenaar-generaal die verantwoordelijk is voor de algemene directie waarvan het wetenschappelijk personeel van de JBM afhankelijk is. Sectie 2. - Algemene bepalingen
Art. 3.§ 1. De wetenschappelijke loopbaan van wetenschappelijke medewerkers van de JBM omvat: 1° rang A;2° rang B;3° rang C. Rang A omvat de graad van attaché en assistent.
Rang B omvat de graad van werkleider.
Rang C omvat de graad van werkleider-geagreggeerde. § 2. De graden van attaché en assistent worden onder de volgende voorwaarden toegekend aan ambtenaren die in rang A worden aangeworven: 1° Attaché: in het bezit zijn van een diploma van licentiaat of master;2° Assistent: in het bezit zijn van een doctorstitel in een van de vakken van de Jardin botanique de Meise.
Art. 4.§ 1. Onder wetenschappelijke anciënniteit wordt verstaan de duur van: 1° diensten, verleend als lid van het wetenschappelijk personeel van de Jardin botanique de Meise;2° Opdrachten van de ambtenaar in het belang van het hoger onderwijs of de wetenschap, ook al is de ambtenaar met het oog op de uitvoering ervan ter beschikking gesteld. § 2. Komt ook in aanmerking voor wetenschappelijke anciënniteit: 1° de duur van de diensten die door de ambtenaar vóór zijn indiensttreding bij de Jardin botanique de Meise werden verleend als lid van het onderwijzend of wetenschappelijk personeel van een instelling voor hoger onderwijs ;2° de duur van de wetenschappelijke activiteit van de ambtenaar, alvorens hij in de Jardin botanique de Meise aan de slag ging als begunstigde van een bezoldiging of subsidie toegekend door: a) De staat, een gemeenschap, een gewest, een gemeenschapscommissie, of een internationaal orgaan dat erkend is door een van de bovenvermelde autoriteiten of een buitenlandse staat die door een samenwerkingsakkoord met België is verbonden;b) de provincies, de gemeenten, het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en alle andere openbare of particuliere diensten of instellingen die betrokken zijn bij wetenschappelijk onderzoek of bij de financiering van wetenschappelijk onderzoek. Om door de in artikel 5, lid 2, bedoelde aanwervingscommissie te worden erkend, moet de wetenschappelijke activiteit zijn verricht op een gebied waarvoor de betrokken ambtenaar in dienst is genomen.
Sectie 3. - Aanwerving
Art. 5.§ 1. De ambtenaar-generaal bepaalt, op voorstel van de wetenschappelijk directeur en na advies van de wetenschappelijke raad, de specialisatie waarin de aanwerving zal plaatsvinden. § 2. Voor het Franstalige kader van het wetenschappelijk personeel van de Jardin botanique de Meise, wordt een aanwervingscommissie ingesteld, hierna "de commissie" genoemd, die als volgt is samengesteld: 1° als voorzitter : de ambtenaar-generaal of zijn afgevaardigde;2° als leden: de Wetenschappelijk Directeur, tenzij voor de aanwerving van een Wetenschappelijk Directeur, en ten minste twee Franstalige leden van de Wetenschappelijke Raad. Indien nodig kan de commissie worden aangevuld met een of meer wetenschappelijke persoonlijkheden die deskundig zijn op het (de) werkterrein(en) van de functie(s). Deze persoonlijkheden worden door de leden van de Wetenschappelijke Raad in overleg met de voorzitter gekozen. § 3. Na onderzoek van de ingediende sollicitaties nodigt de commissie de kandidaten die voldoen aan de in artikel 7, lid 2, genoemde toelatingsvoorwaarden uit voor een gesprek. Aan het einde van dit interview rangschikt de commissie de kandidaten.
De rangschikking is met redenen omkleed en elke kandidaat wordt op de hoogte gebracht van de rangschikking dat door de commissie bepaald is en de criteria die zijn plaats in deze rangschikking rechtvaardigen.
Art. 6.§ 1. Wetenschappelijk personeel wordt aangeworven in rang A. § 2. In afwijking van het eerste lid kan de Regering van de Franse Gemeenschap, na een gunstig advies van de Wetenschappelijke Raad en op voorwaarde dat de kandidaat in het bezit is van een doctoraatsdiploma in een van de vakken van de Jardin botanique de Meise en een wetenschappelijke anciënniteit van tien jaar heeft in rang B en, voor rang C, een wetenschappelijke anciënniteit van vijftien jaar, waarvan ten minste drie jaar vanaf de datum van het doctoraatsdiploma, rechtstreeks aanwerven in de rang B, rang C of de graad van wetenschappelijk directeur.
Er kan echter alleen gebruik worden gemaakt van de procedure voor rechtstreekse aanwerving op het niveau van wetenschappelijk directeur wanneer de bevorderingsprocedure op dat niveau overeenkomstig artikel 13, § 1, gelijktijdig wordt uitgevoerd. Bij gelijke geschiktheid van kandidaten voor aanwerving en promotie wordt voorrang gegeven aan promotie. § 3. Alleen personen die aan de volgende voorwaarden voldoen, kunnen worden aangeworven als wetenschappelijk medewerker: 1° Belg zijn of onderdaan zijn van een staat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, met uitzondering van functies die een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhouden en werkzaamheden die gericht zijn op het vrijwaren van de algemene belangen van de staat of van andere overheden;2° een gedragsnorm hebben die aan de eisen van de functie voldoet;3° burgerlijke en politieke rechten genieten;4° voldoen aan de militiewetten;5° een bewijs van het bezit van de medische geschiktheid die voor de functie vereist is;6° in het bezit zijn van een diploma van een instelling voor hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap of het bewijs leveren van een studie waarin het Frans de onderwijstaal is. De houder van een diploma waarvan de onderwijstaal niet het Frans is, moet bij de aanwerving het bewijs hebben geleverd dat hij de taaltest van SELOR-niveau 1/A (Frans) of een ander gelijkwaardig certificaat met succes heeft afgelegd.
Art. 7.In geval van een vacature worden de kandidaten opgeroepen door middel van een bericht in het Belgisch Staatsblad. Bovendien kunnen andere voor de bekendmaking van de vacature nuttig geachte communicatiemiddelen worden gebruikt, met name rekening houdend met het betrokken werkterrein.
Dit bericht vermeldt: 1° de vacature(s);2° de toelatingsvoorwaarden;3° de termijn en de vorm voor de indiening van de aanvragen en de over te leggen documenten. Sectie 4. - Proeftijd en vaste benoeming
Art. 8.§ 1. De kandidaat die aangeworven wordt in rang A wordt toegelaten tot een proeftijd van een jaar.
Eventueel worden andere kandidaten die zich geklasseerd hebben, in een aanwervingsreserve geplaatst in de in artikel 5, § 3 bedoelde rangorde.
De proeftijd wordt uitgevoerd onder toezicht van de Wetenschappelijk Directeur die, in overleg met de Wetenschappelijke Raad, het proeftijdprogramma bepaalt en begeleidt. Het programma omvat wetenschappelijk werk met betrekking tot de specifieke kenmerken van de Jardin botanique de Meise, werk met betrekking tot de collecties van de Jardin botanique de Meise en administratief werk.
In de maand voorafgaand aan het einde van de proeftijd stelt de wetenschappelijk directeur, na raadpleging van de wetenschappelijke raad, het tot aanstelling bevoegde gezag voor om de stagiair te benoemen, de proeftijd met maximaal één jaar te verlengen of te ontslaan.
Aan het einde van de proeftijd brengt de wetenschappelijk directeur aan het tot aanstelling bevoegde gezag advies uit over de wetenschappelijke verdiensten van de ambtenaar. In dit advies wordt rekening gehouden met de kwaliteit van de wetenschappelijke productie van de ambtenaar, de kwaliteit van zijn werk in relatie tot de collecties van de Jardin botanique de Meise, de kwaliteit van het administratieve werk dat hem is toevertrouwd en zijn integratie in het personeel. § 2. Kandidaten die overeenkomstig artikel 6, § 2, in de rang B of C worden aangeworven, worden toegelaten voor een proeftijd van een jaar volgens de in § 1 vastgestelde procedures.
Art. 9.Onverminderd artikel 6, § 2, wordt de stagiair door de bevoegde autoriteit aangesteld als wetenschappelijk personeel van de overheidsdiensten van de Franse Gemeenschap in de rang A waarop hij recht heeft.
Sectie 5. - Bevordering
Art. 10.§ 1. Iedere ambtenaar van rang A kan op zijn verzoek naar rang B overgaan indien hij aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° houder zijn van een diploma van doctor in een van de vakken van de Jardin botanique de Meise;2° een wetenschappelijke anciënniteit van tien jaar hebben, waarvan de waarde door de Wetenschappelijke Raad wordt erkend. § 2. Elke ambtenaar van rang B kan op zijn verzoek naar rang C overgaan indien hij aan de volgende voorwaarden voldoet: 1° houder zijn van een diploma van doctor in een van de vakken van de Jardin botanique de Meise;2° een wetenschappelijke anciënniteit van 15 jaar hebben, waarvan de waarde door de Wetenschappelijke Raad wordt erkend, waarvan ten minste drie jaar in rang B;3° Uitzonderlijke wetenschappelijke werkzaamheden bewijzen waarvan de waarde wordt erkend door de Wetenschappelijke Raad. Sectie 6. - Bijzondere bepaling
Art. 11.Buitenlandse kwalificaties die bij of krachtens de wet of het decreet als gelijkwaardig zijn erkend, worden als vereiste diploma's beschouwd.
Sectie 7. - De wetenschappelijk directeur
Art. 12.Wat het wetenschappelijk personeel van het JBM betreft, worden de beheersfuncties uitgevoerd door de wetenschappelijk directeur.
In die hoedanigheid zorgt hij voor het administratief beheer van, het toezicht op en de controle van de activiteiten van de ambtenaren die onder zijn gezag staan.
Art. 13.§ 1. Om tot wetenschappelijk directeur te worden benoemd, moet de kandidaat die deel uitmaakt van het wetenschappelijk personeel van de Jardin botanique de Meise: 1° houder zijn van een diploma van doctor in een van de vakken van de Jardin botanique de Meise;2° beschikken over wetenschappelijke vaardigheden waarvan de waarde vooraf wordt bepaald door de in artikel 5, § 2 bedoelde aanwervingscommissie, alsmede over het vermogen om leiding te geven en te organiseren;3° ten minste de rang B van de wetenschappelijke loopbaan hebben bereikt en een wetenschappelijke anciënniteit van 15 jaar hebben, waarvan ten minste 3 jaar in de rang B of C. § 2. Om te worden benoemd tot wetenschappelijk directeur moet de kandidaat die geen deel uitmaakt van het wetenschappelijk personeel van de Jardin botanique de Meise: 1° houder zijn van een diploma van doctor in een van de vakken van de Jardin botanique de Meise;2° beschikken over wetenschappelijke vaardigheden waarvan de waarde vooraf wordt bepaald door de in artikel 5, § 2 bedoelde aanwervingscommissie, alsmede over het vermogen om leiding te geven en te organiseren.3° voldoen aan de voorwaarden voor diploma's bedoeld in artikel 6, §§ 2 en 3;4° het bewijs leveren van een wetenschappelijke anciënniteit in de zin van artikel 4 gedurende een periode van ten minste 15 jaar in volledige dienst, waarvan ten minste 3 jaar vanaf de datum van het behalen van het doctoraat. § 3. Een kandidaat die in de rang van wetenschappelijk directeur wordt aangeworven, wordt toegelaten voor een proeftijd van één jaar. Deze proeftijd vindt plaats onder toezicht van de ambtenaar-generaal.
In de maand voorafgaand aan het einde van de proeftijd stelt de ambtenaar-generaal het tot aanstelling bevoegde gezag voor om de stagiair te benoemen, zijn proeftijd te verlengen of te ontslaan.
Aan het einde van de proeftijd brengt de ambtenaar aan het tot aanstelling bevoegde gezag advies uit over de wetenschappelijke verdiensten van de ambtenaar en zijn kwaliteiten op het gebied van personeelsmanagement.
Art. 14.Elke vacature voor de functie van wetenschappelijk directeur wordt bekendgemaakt door een bericht in het Belgisch Staatsblad.
Het bericht omvat alle gegevens vermeld in de artikelen 7 en 20. Het wordt door de bevoegde Minister, op de met redenen omkleed voorstel van de wetenschappelijke raad, vastgesteld.
De vacature wordt door de ambtenaar-generaal ter kennis gebracht van het wetenschappelijk personeel.
De kandidaturen moeten bij de ambtenaar-generaal worden ingediend binnen de dertig dagen na de datum van bekendmaking of kennisgeving van de vacature.
Art. 15.De kandidaturen worden aan de wervingscommissie om advies voorgelegd. Deze stelt een omstandig verslag op waarvan de conclusies aan iedere kandidaat worden meegedeeld.
Het omstandig verslag omvat: 1° de rangschikking van de kandidaten volgens hun bekwaamheidsbewijzen, hun wetenschappelijke verdiensten en hun bekwaamheid tot leiden en organiseren;2° de rechtvaardiging van de rangschikking van iedere kandidaat; Iedere kandidaat beschikt over tien dagen vanaf de ontvangst van de conclusies van het verslag om zijn schriftelijke opmerkingen aan de voorzitter van de wervingscommissie mee te delen.
Op zijn aanvraag wordt hij door de wervingscommissie gehoord.
Art. 16.De wervingscommissie stelt een definitief omstandig verslag op. Dit verslag, dat het oorspronkelijk verslag bedoeld bij artikel 15 en de rechtvaardiging van de aan dat oorspronkelijk verslag aangebrachte wijzigingen omvat, alsook de door de kandidaten meegedeelde schriftelijke opmerkingen of het proces-verbaal van hun verhoor, worden aan de ambtenaar-generaal bezorgd met het oog op de benoemingsvoorstellen die deze aan de tot benoemen bevoegde overheid voorlegt.
Sectie 8. - Beroep inzake proefperiodes
Art. 17.In geval van een voorstel tot ontslag of verlenging van de proeftijd kan de stagiair binnen tien dagen na de kennisgeving van zijn ontslag of verlenging van de proeftijd beroep aantekenen bij de Kamer van beroep, afdeling 2, bedoeld in artikel 107, § 1, van het besluit van 22 juli 1996 betreffende het statuut van de ambtenaren van de overheidsdiensten van de Franse Gemeenschap.
De Kamer van beroep komt binnen dertig dagen na ontvangst bijeen om het beroep te onderzoeken. Na onderzoek van het beroep brengt de Kamer van beroep een advies uit en stuurt dit door naar de autoriteit waarbij de benoemingsbevoegdheid berust.
Het in het eerste lid bedoelde beroep heeft opschortende werking en de proeftijd wordt verlengd tot de datum waarop de beslissing van de bevoegde autoriteit van kracht wordt.
Wanneer het gezagsorgaan tijdens of aan het einde van de proeftijd besluit de betrokkene te ontslaan, wordt hij daarvan, behalve in geval van ernstige fout, drie maanden van tevoren in kennis gesteld. HOOFDSTUK II. - Bezoldigingsregeling
Art. 18.De bezoldigingsregeling die is vastgesteld bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 december 2003 betreffende het financieel statuut van het wetenschappelijk personeel van wetenschappelijke instellingen van de Franse Gemeenschap is van toepassing op leden van het wetenschappelijk personeel van het JBM.
Art. 19.Ambtenaren van de Jardin botanique de Meise, niveau A, die overeenkomstig bovengenoemd koninklijk besluit van 26 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/12/2013 pub. 02/01/2014 numac 2013021143 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van de Nationale Plantentuin van België overgaan naar de Gemeenschappen type koninklijk besluit prom. 26/12/2013 pub. 30/12/2013 numac 2013007327 bron ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het statuut van de militairen type koninklijk besluit prom. 26/12/2013 pub. 02/01/2014 numac 2013021144 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop goederen, rechten en verplichtingen van de Nationale Plantentuin van België overgaan naar de Gemeenschappen sluiten naar de Franse Gemeenschap worden overgeplaatst, behouden in ieder geval het voordeel van de salarisschaal waarop zij recht hebben, zolang zij een hoger salaris in die schaal ontvangen. HOOFDSTUK III. - Verlof voor een opdracht inzake wetenschappelijk onderzoek
Art. 20.§ 1. De vastbenoemde ambtenaren van de rangen A, B, C of Wetenschappelijk Directeur kunnen toestemming krijgen om een wetenschappelijke onderzoeksmissie uit te voeren in een organisme, instelling of een dienst bedoeld in artikel 4, met uitzondering van de Jardin Botanique de Meise en particuliere diensten en instellingen.
Verlof wordt verleend op voorwaarde dat het organisme, instelling of dienst bedoeld in het eerste lid een begrotingskrediet of een subsidie voor het verlof heeft verstrekt en heeft ingestemd met terugbetaling van het salaris van de ambtenaar voor de duur van het verlof. § 2. Het in paragraaf 1 bedoeld verlof wordt aan de ambtenaar toegekend door de bevoegde Minister op advies van de Wetenschappelijke Raad.
Het verlof wordt toegekend voor een periode van maximaal twee jaar.
Het kan worden verlengd voor perioden van telkens ten hoogste één jaar. Het totale verlof dat voor dezelfde wetenschappelijke onderzoeksopdracht aan een ambtenaar wordt toegekend, mag niet meer dan vier jaar bedragen. § 3. Tijdens de duur van de opdracht blijft de ambtenaar in dienst.
Hij behoudt zijn recht op salaris, salarisverhogingen en promoties. § 4. De terugbetaling bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, is gelijk aan het totaal bedrag van de bezoldigingen, vergoedingen en toelagen die aan de ambtenaar werden uitbetaald of die voor hem gedurende zijn verlof tijdens het voorafgaande trimester werden gestort.
Tijdens die verlofperiode kan de bevoegde Minister, op advies van de Wetenschappelijke Raad, een contractuele wetenschappelijke medewerker aanstellen met een rang die lager is dan of gelijk is aan die van de ambtenaar met verlof en die voldoet aan de voorwaarden die voorzien zijn in dit besluit van verlof voor de aanwerving van of de toegang tot de betrokken rang. § 5. Er wordt een einde gemaakt aan dit verlof indien de staat, de Gemeenschap, de regio, de Gemeenschapscommissie, de dienst, het orgaan of de instelling het vastgestelde bedrag niet heeft terugbetaald drie maanden na de maand waarin het verzoek om terugbetaling bij de instelling, het orgaan, de instelling of de dienst werd ingediend. HOOFDSTUK IV. - Reaffectatie
Art. 21.§ 1. Iedere ambtenaar dat zijn betrekking verliest als gevolg van de afschaffing van de betrekking of bij het verstrijken van de termijn toegekend voor een bij een regeling toegelaten afwezigheid, wordt, op voorstel van de Wetenschappelijke raad, door de Minister(s) onder wie deze ressorteert, belast met opdrachten in verband met zijn titel, zijn rang en zijn graad alsook met zijn beroepskwalificatie, in afwachting dat het wordt gereaffecteerd of overgeplaatst. § 2. De ambtenaar, bedoeld overeenkomstig § 1, wordt prioritair gereaffecteerd voor een vacante betrekking in verband met, enerzijds, zijn bekwaamheidsbewijzen en zijn geschiktheid, en, anderzijds, zijn rang en zijn graad, of, als hij titularis van een leidend ambt is, zijn titel.
De gereaffecteerde ambtenaar behoudt de verworven graad en de verworven rang of titel, alsook de wedde in verband daarmee. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 22.Onverminderd de bepalingen van dit statuut, zijn de ambtenaren waarop het van toepassing is, onderworpen aan de voorschriften die, voor de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de regeling bepalen inzake: 1° onverenigbaarheden en cumulatie van activiteiten;2° toezicht op de lichamelijke geschiktheid;3° de administratieve standen;4° de verloven, met inbegrip van de regelingen inzake loopbaanonderbreking en herverdeling van werk;5° dienstanciënniteit;6° toelagen en vergoedingen van alle aard;7° schorsing in het belang van de dienst;8° tuchtregeling;9° ambtsneerlegging;10° evaluatie;11° disponibiliteit;12° gedragsregels.
Art. 23.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 24.De Minister van ambtenarenzaken is belast met de uitoefening van dit besluit.
Brussel, 3 juli 2019.
Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-President, bevoegd voor Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, R. DEMOTTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT