gepubliceerd op 07 september 2010
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1992 tot uitvoering van artikel 50, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen
26 AUGUSTUS 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1992 tot uitvoering van artikel 50, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, artikel 50, § 2, eerste lid, vervangen bij de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I);
Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1992 tot uitvoering van artikel 50, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 maart 2008;
Gelet op het voorstel van de Raad van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, gedaan op 15 maart 2010, op 29 maart 2010 en op 19 april 2010;
Gelet op het advies van het Technisch Comité ingesteld bij de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, gegeven op 1 april 2010;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 juni 2010;
Gelet op het advies 48.483/1 van de Raad van State, gegeven op 19 juli 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 december 1992 tot uitvoering van artikel 50, § 2, eerste lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 2° worden de woorden "en voor de diensten bedoeld in artikel 67, vijfde lid, van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I)" ingevoegd tussen de woorden "artikelen 3, eerste lid, b) en c), en 7, §§ 2 en 4, van de voornoemde wet van 6 augustus 1990" en de woorden ", ingericht door de maatschappijen voor onderlinge bijstand";2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : « De maatschappijen van onderlinge bijstand opgericht in toepassing van de artikelen 43bis, § 1, en 70, § 2, eerste lid, van voornoemde wet van 6 augustus 1990, na de inwerkingtreding van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I), zijn het forfaitair minimumbedrag, bedoeld in artikel 1, 2°, voor het jaar waarin zij in deze hoedanigheid begonnen zijn diensten aan te bieden en voor het volgende jaar, verschuldigd.».
Art. 2.In hetzelfde besluit, wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidende : «
Art. 1bis.§ 1. De maatschappijen van onderlinge bijstand bedoeld in de artikelen 43bis, § 5, en 70, §§ 6, 7 en 8, van voormelde wet van 6 augustus 1990 nemen deel aan de werkingskosten van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen vanaf het kalenderjaar waarin zij, op 1 januari, over de toelating van voornoemde Controledienst beschikken om in deze hoedanigheid verzekeringen aan te bieden. § 2. Voor de eerste twee jaren van deelname aan de werkingskosten van de Controledienst, zijn deze maatschappijen van onderlinge bijstand het forfaitair minimumbedrag verschuldigd dat overeenstemt met de minimale forfaitaire bijdrage vastgesteld door artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit van 22 mei 2005 betreffende de dekking van de werkingskosten van de CBFA ter uitvoering van artikel 56 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en ter uitvoering van diverse wettelijke bepalingen betreffende opdrachten van de CBFA, aangepast overeenkomstig artikel 1, § 1, tweede en derde lid, van dit zelfde koninklijk besluit. § 3. Voor de volgende jaren dragen deze maatschappijen van onderlinge bijstand bij tot de werkingskosten van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen ten belope van een promille door Ons vastgesteld van hun bijdragen, gestort door de leden gedurende het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop de werkingskosten betrekking hebben. In afwijking van artikel 1, stemt dit promille overeen met het resultaat van de verhouding tussen de bijdrage van de verzekeringsondernemingen in de werkingskosten van de CBFA vastgesteld in toepassing van artikel 2 van voornoemd koninklijk besluit van 22 mei 2005, en het totale bedrag aan premies en bijdragen dat in aanmerking wordt genomen voor de omslag van deze bijdrage.
Het resultaat van de verhouding bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld door de CBFA op 1 september van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop de werkingskosten betrekking hebben, op basis van de gegevens van het meest recente boekjaar waarvoor de CBFA over deze gegevens beschikt en wordt door de CBFA aan de Controledienst overgemaakt uiterlijk op 30 september van datzelfde jaar. ».
Art. 3.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden tussen de woorden "De maatschappijen van onderlinge bijstand" en de woorden "die niet aangesloten zijn bij een landsbond van ziekenfondsen" de woorden "bedoeld in het eerste lid" ingevoegd;2° het artikel wordt vervolledigd door een lid, luidende : « De maatschappijen van onderlinge bijstand bedoeld in de artikelen 43bis, § 5, en 70, §§ 6, 7 en 8, van de voornoemde wet van 6 augustus 1990 maken de sommen die bij toepassing van artikel 1bis, § 3, uitgaande van de berekening van de Controledienst, verschuldigd zijn rechtstreeks over aan deze Controledienst.».
Art. 4.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de eerste paragraaf, eerste lid, worden tussen de woorden "artikelen 1, en 2, eerste lid" en de woorden "worden als volgt vereffend" de woorden ", alsook het door de maatschappijen van onderlinge bijstand bedoeld in de artikelen 43bis, § 5, en 70, §§ 6, 7 en 8, van de voornoemde wet van 6 augustus 1990 in toepassing van artikel 1bis, § 3, te storten promille" ingevoegd;2° de eerste paragraaf wordt vervolledigd door twee leden, luidende : « In afwijking van het eerste lid, wordt het forfaitair minimumbedrag voorzien door artikel 1, tweede lid, door de betrokken maatschappij van onderlinge bijstand, voor het jaar waarin zij begonnen is met diensten in deze hoedanigheid aan te bieden, ten laatste op 31 december van het voornoemde jaar, in zijn geheel, aan de Controledienst gestort. Het forfaitair minimumbedrag voorzien door artikel 1bis, § 2, wordt door de betrokken maatschappij van onderlinge bijstand, in zijn geheel, aan de Controledienst gestort, ten laatste op 15 februari van het betrokken jaar. ».
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 augustus 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX