gepubliceerd op 07 oktober 2019
Besluit van de Waalse Regering tot regeling van de werking van de Regering
26 SEPTEMBER 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot regeling van de werking van de Regering
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 68, lid 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op decreet I van 7 juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest;
Gelet op decreet II van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;
Gelet op het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 12/05/2014 numac 2014202999 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt sluiten betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het besluit van de Waalse Regering van 3 juli 2017 tot regeling van de werking van de Regering niet meer van toepassing kan zijn op de huidige Regering;
Overwegende dat de Regering zo doeltreffend mogelijk moet kunnen werken;
Overwegende dat deze bepalingen daarvoor zo spoedig mogelijk in werking dienen te treden;
Op de voordracht van de Minister-President;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Onverminderd de delegaties die de Regering aan haar leden toekent, beraadslaagt de Regering op collegiale wijze volgens de consensusprocedure en bepaalt haar beleid in de materies die onder de bevoegdheid van het Gewest vallen.
Art. 2.§ 1. De Regering beraadslaagt rechtsgeldig over de geagendeerde punten als meer dan de helft van haar leden aanwezig is, waarbij elke politieke fractie die de meerderheid vormt vertegenwoordigd is. § 2. De Minister-President stelt de agenda vast. § 3. Behoudens behoorlijk aangetoonde dringende noodzakelijkheid worden niet geagendeerd : 1° de punten waarvoor het advies van de Inspectie van Financiën niet bijgevoegd is, behalve in de gevallen waarin haar advies niet vereist wordt of waarin ze het niet uitgebracht heeft binnen tien kalenderdagen na ontvangst van het volledige dossier;2° de punten waarvoor het advies van de Cel Financiële Informatie niet bijgevoegd is, behalve in de gevallen waarin haar advies niet vereist wordt of als de Cel Financiële Informatie zijn advies niet uitgebracht heeft binnen tien kalenderdagen na ontvangst van het volledige dossier;3° de punten waarvoor het advies van de Minister van Ambtenarenzaken, aangevraagd vijf werkdagen voor agendering, niet bijgevoegd is, behalve in de gevallen waarin zijn advies niet vereist wordt of waarin hij het niet uitgebracht heeft binnen vijf kalenderdagen na ontvangst van het volledige dossier;4° de punten waarvoor de instemming van de Minister van Begroting, aangevraagd vijf werkdagen voor agendering, niet bijgevoegd is, behalve in de gevallen waarin genoemde instemming niet vereist wordt;5° de punten waarvoor het advies van LEGISA, uitgebracht door de Directie Kanselarij, Juridische Ondersteuning en Vertalinf van het Secretariaat-generaal van de Waalse Overheidsdienst, niet bijgevoegd is, behalve in de gevallen waarin het niet vereist wordt of waarin zij het niet uitgebracht heeft binnen tien kalenderdagen na ontvangst van het volledige dossier of binnen de twintig dagen indien het een ontwerp van wetboek betreft. § 4. De niet geagendeerde punten worden niet in overweging genomen, behoudens behoorlijk verantwoorde dringende noodzakelijkheid. § 5. Een Minister kan elke zaak die onder de bevoegdheid van een andere Minister valt, ter sprake brengen. § 6. Een lid wiens afwezigheid gerechtvaardigd is, kan vóór de vergadering verzoeken om de verdaging van de bespreking van een punt.
Art. 3.§ 1. De Regering beraadslaagt over elk ontwerp-decreet en elk ontwerp van reglementair besluit, behoudens door de Waalse Regering verleende machtiging.
De Regering kan, op voorstel van haar Minister-President, een Minister van de Franse Gemeenschapsregering uitnodigen om haar zitting bij te wonen. De uitgenodigde Minister heeft de hoedanigheid van geassocieerde Minister en wordt niet in aanmerking genomen voor de beraadslagingsregels bedoeld in artikel 2. § 2. De Regering beraadslaagt over elk voorstel van decreet opgenomen op de agenda van een Commissie van het Waals Parlement en kan over de amendementsvoorstellen beraadslagen.
Art. 4.§ 1. De Regering neemt elk ontwerp van decreet betreffende de begroting van het Waalse Gewest aan en regelt de bestemming van de kredieten die de uitgaven van het Waalse Gewest moeten dekken. § 2. Elk kwartaal maakt de Minister van Begroting een volledig begrotingsoverzicht zowel voor wat betreft de vastleggingen en de vereffeningen als voor de ontvangsten en de uitgaven aan elk lid van de Waalse Regering over. § 3. Elk kwartaal en voor aanneming van elk begrotingsdecreet door de Regering wordt er door de Directeur-generaal Begroting van de Waalse Overheidsdienst een verslag van het monitoringscomité aan elk lid van de Regering overgemaakt. § 4. Elke Minister heeft rechtstreeks toegang tot de boekhouding der vastleggingen en vereffeningen wat betreft de aangelegenheden die onder zijn bevoegdheden vallen.
De Minister-President en de Vice-Minister-Presidenten hebben rechtstreeks toegang tot de boekhouding van alle vastleggingen en vereffeningen. § 5. Elk kwartaal wordt door de Minister van Begroting een volledige budgettaire toestand voor de basisallocaties en de programma's die gekenmerkt worden als overeenstemmend met de perimeter van het transitieplan, wat de vastleggingen en de vereffeningen betreft, overgemaakt aan elk lid van de Regering. De toestand bevat een bijlage die betrekking heeft op de investeringsprogramma's. § 6. Halfjaarlijks maakt de bevoegde vakminister voor elke openbare instelling een toestand over betreffende de eventuele investeringsprogramma's van de instelling.
Art. 5.Indien het niet mogelijk is om de bepalingen betreffende de herverdeling van de basisallocaties ten uitvoer te leggen, wordt de Minister van Begroting ermee belast, samen met de bevoegde vakminister, het ontwerp van beraadslaging uit te werken en over te leggen met het oog op de machtiging van de vastlegging, de ordonnancering en de betaling van de uitgaven bij overschrijding van de gestemde kredieten.
Art. 6.De Regering beraadslaagt over elk ontwerp of voorstel tot oprichting, decentralisering, deconcentratie of herstructurering van de openbare diensten, organen en instellingen die belast zijn met de uitvoering van het gewestelijk beleid, met inbegrip van de organen die enkel of gedeeltelijk werken met subsidies ten laste van de begroting van het Waalse Gewest.
Art. 7.Over de materiële investeringsprogramma's die één of verschillende jaren dekken, en meer bepaald de programma's die in het kader van een alternatieve financiering of een privaat-publieke samenwerking passen, wordt door de Regering beraadslaagd.
In die programma's worden o.a. het bedrag van de tegemoetkomingen en subsidies of de raming van de werken, leveringen en diensten, de bestemming ervan en, desgevallend, de begunstigden, evenals een meerjarige programmatie in ESR-termen, nauwkeurig aangegeven. In voorkomend geval wordt het advies van het Instituut der Nationale Rekeningen aangevraagd en bij het aan de Regering voorgelegde dossier gevoegd.
Art. 8.Elke omzendbrief met een algemene draagwijdte wordt door de Minister-President mede-ondertekend en onverwijld door de auteur ervan aan de overige regeringsleden overgemaakt.
Art. 9.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel betreffende de Ambtenarenzaken wordt verstaan onder : 1° dossiers A : a) de besluiten tot organisatie of reglementering;b) de toekenning van machtigingen in personeels- en begrotingsaangelegenheden voor wat de Waalse Overheidsdienst betreft;c) de personeelsformaties van de Waalse Overheidsdienst;d) het algemene organogram van de Waalse Overheidsdienst;e) elke akte die verband houdt met de mandaatregeling die uitdrukkelijk regeringsbevoegdheid is overeenkomstig de bepalingen van boek II van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027783 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode sluiten houdende de Waalse Ambtenarencode;2° dossiers B : a) de toekenning van andere machtigingen aan ambtenaren;b) de personeelsformaties van de instellingen van openbaar nut;c) het vacant verklaren van betrekkingen van niet-mandaatvoerende experten inspecteur-generaal, directeur en van staffuncties in de rang A5;d) de bevorderingen in de graad van directeur en staffuncties in de rang A5, evenals de toekenning van hogere functies bij die betrekkingen met inachtneming van de omzendbrief betreffende het verlenen van hogere functies;e) de eindbeslissingen volgend op de adviezen die uitgebracht zijn door de kamers van beroep, voor de betrekkingen van een hogere rang dan A5;f) de wijzigingen in het specifieke organogram van de Waalse Overheidsdienst;3° de dossiers C: de andere bestuurlijke beslissingen die verband houden met het personeel, met uitzondering van de beslissingen waarvoor een machtiging aan ambtenaren is verleend;4° de dossiers D : de uitwerking van algemene wervingsprogramma's. § 2. De secretaris-generaal, de directeurs-generaal en de leidend ambtenaren van de openbare instellingen maken elk dossier waarvan sprake in § 1 tegelijkertijd over aan de Minister-President, de Minister van Ambtenarenzaken en de bevoegde vakminister(s). Bovendien maken ze de in § 1 bedoelde dossiers A tegelijkertijd over aan de Minister van Begroting.
De Minister die het dossier in ontvangst neemt, beschikt over een termijn van vijftien werkdagen om advies uit te brengen aan zijn collega's die bevoegd zijn om het dossier aan de Regering voor te leggen of om te beslissen. Na afloop van deze termijn, wordt het advies geacht gunstig te zijn.
In geval van uiteenlopende adviezen wordt binnen tien werkdagen overleg gepleegd bij de Minister van Ambtenarenzaken. Indien er geen overeenstemming bereikt wordt, wordt het dossier op de regeringsvergadering besproken. § 3. Onverminderd de door de administratie te nemen initiatieven mogen de instructies die nodig zijn voor de voorbereiding van de beslissingen, gegeven worden door : 1° wat de Dossiers A betreft, de Minister van Ambtenarenzaken voor de Waalse Overheidsdienst of de Minister van Ambtenarenzaken, op eigen initiatief of op verzoek van de bevoegde vakminister(s) voor de openbare instellingen;2° wat de Dossiers B en C betreft, de bevoegde vakminister(s), op hun eigen initiatief, waarbij de Minister van Ambtenarenzaken onverwijld ingelicht wordt, of op verzoek van de Minister van Ambtenarenzaken, voor de Waalse Overheidsdienst en de bevoegde vakminister(s) voor de openbare instellingen;3° wat de dossiers D betreft, de Minister van Ambtenarenzaken. De Minister van Ambtenarenzaken zorgt voor de samenhang van de administratieve toestanden van de personeelsleden. § 4. De Dossiers A worden door de Minister van Ambtenarenzaken aan de Regering voorgelegd.
De dossiers B betreffende de Waalse Overheidsdienst worden door de bevoegde vakminister(s) na eensluidend advies van de Minister van Ambtenarenzaken, uitgebracht binnen een termijn van vijf werkdagen, aan de Regering voorgelegd.
Voor de tuchtprocedures kan de vakminister bij een negatief advies van de Minister van Ambtenarenzaken na een voorstel voorgelegd door eerstgenoemde het dossier aan de Regering voorleggen om aanvullende uitleg te verkrijgen.
De dossiers B betreffende de openbare instellingen worden door de bevoegde vakminister(s) voorgelegd aan de Regering. § 5. Onverminderd de bepalingen van de § § 3 en 4 is enkel de Regering voor de A- en de Dossiers B bevoegd.
Onverminderd de bepalingen van paragraaf 3 is (zijn) de vakminister(s) bevoegd voor de dossiers C betreffende de Waalse Overheidsdienst na voorstel van de administratie. Als de Minister het voorstel van de administratie niet volgt of geen beslissing neemt, wordt bij de Minister van Ambtenarenzaken overleg gepleegd. Bij gebreke van een akkoord wordt de beslissing genomen door de Minister van Ambtenarenzaken.
Voor wat de specifieke wervingsprogramma's voor de Waalse Overheidsdienst en een openbare instelling betreft, wint de vakminister het advies van de Minister van Ambtenarenzaken in, die over een termijn van vijf werkdagen beschikt om advies uit te brengen.
Een afschrift van de beslissing van de vakminister(s) wordt onverwijld aan de Minister van Ambtenarenzaken overgemaakt.
De bevoegde vakminister(s) is (zijn) bevoegd voor de dossiers C elk wat elke openbare instelling betreft. Een afschrift van de beslissing van de vakminister(s) wordt onverwijld aan de Minister van Ambtenarenzaken overgemaakt.
De Minister van Ambtenarenzaken is bevoegd voor de dossiers D betreffende de Waalse Overheidsdienst na advies van de bevoegde vakminister(s), uitgebracht binnen de vijf werkdagen. § 6. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van de beslissingen van de Regering over alle dossiers A betreffende de Waalse Overheidsdienst. De bevoegde vakminister(s) is (zijn) belast met de uitvoering van de beslissingen van de Regering over alle dossiers B. De bevoegde vakminister(s) is (zijn) belast met de uitvoering van de beslissingen van de Regering over alle dossiers B betreffende de Waalse Overheidsdienst en elke openbare instelling.
Art. 10.Wanneer het Gewest ofwel betrokken wordt bij het ontwerp of de uitwerking van een beleidslijn ofwel in daarmee belaste organen of instellingen vertegenwoordigd is, worden de bestanddelen van het gewestelijk beleid door de Waalse Regering, die de vertegenwoordigers van het Gewest bij die organen of instellingen aanwijst, hen elk nodige richtlijn verstrekt en hun verslagen ontvangt.
Art. 11.§ 1. Onverminderd de machtigingen die ze aan haar leden verleent, is alleen de Regering bevoegd om namens het Gewest een advies of een akkoord te geven ten behoeve van de federale, Gemeenschaps-, Europese of internationale overheden of instellingen, alsook om bij dezen een verslag of een verzoek in te dienen. § 2. De Minister-President coördineert elke procedure inzake adviesverlening, overlegpleging, geschillen, vereniging of samenwerking met de federale overheid, de deelstaten of de Europese en internationale instellingen.
De voorbereidingen van die procedures worden gezamenlijk door de Minister-President en de bevoegde vakminister getroffen. § 3. De Regering beraadslaagt over de ontwerp-verdragen en de ontwerpen van samenwerkingsakkoorden op voorstel van de Minister-President, samen met de bevoegde vakminister en met de Minister van Buitenlandse Betrekkingen indien het gaat om ontwerp-verdragen of ontwerpen van samenwerkingsakkoorden met een internationaal karakter. § 4. Vóór zij door de Waalse Regering worden goedgekeurd, worden de verdragen en samenwerkingsakkoorden gezamenlijk voorbereid door de Minister-President en de bevoegde vakminister, op initiatief van laatstgenoemde, gezamenlijk door de Minister van Buitenlandse Betrekkingen en de bevoegde vakminister indien het gaat om ontwerp-verdragen of ontwerpen van samenwerkingsakkoorden met een internationaal karakter.
Art. 12.§ 1. Onverminderd de bepalingen bedoeld in de artikelen 7, 14, 15, 16 en 17 worden aan elke Minister, elk wat zijn bevoegdheden betreft, machtigingen verleend voor: 1° beslissingen over een maximum van 500.000 euro wanneer er in de algemene begroting een begunstigde wordt aangewezen; in het tegenovergestelde geval wordt genoemd bedrag teruggebracht tot 250.000 euro, dat bedrag wordt teruggebracht tot 50.000 euro wat betreft de communicatiecampagnes, de aanplakcampagnes en de sponsoringsacties die voorgelegd worden aan de Controlecommissie van het Parlement; 2° zonder beperking van bedrag, de beslissingen betreffende de uitgaven uitgetrokken op een beraadslaagd programma van de Waalse Regering met vermelding van de begunstigde(n);3° de besluiten tot toekenning van de subsidies, ongeacht het bedrag ervan, ter uitvoering van de programma's bedoeld in artikel 7; 4° de toekenning van de voordelen die verleend worden ter uitvoering van de wet- en regelgeving over de economische steun en de technologische tegemoetkomingen betreffende elk dossier dat verband houdt met tegemoetkomingen waarvan het bedrag lager is dan 3.720.000 euro en waarvoor de Inspectie van Financiën een gunstig advies uitgebracht heeft. Er wordt evenwel een halfjaarverslag met een lijst van de ondernemingen en het bedrag van de hen ter uitvoering van de relevante wetgeving verleende voordelen aan de leden van de Regering medegedeeld; 5° het verlenen van de gewestelijke waarborg die toegestaan wordt ter uitvoering van de wet- en regelgeving over de economische expansie indien het te waarborgen krediet betrekking heeft op een maximumbedrag van 2.480.000 euro en de technologische tegemoetkomingen indien ze betrekking heeft op een maximumprogramma van 2.480.000 euro; 6° de besluiten tot goedkeuring van de plannen van aanleg en de stedenbouwkundige verordeningen op gemeentelijk initiatief en de herzieningen van gewestplannen op gemeentelijk en privé-initiatief;7° de aanvullende politiereglementen voor het wegverkeer;8° de erkenning van aannemers;9° de rechtsvorderingen ingesteld als eiser en als verweerder in naam van de Waalse Regering, de bestemming van de aan het Gewest betekende deurwaardersexploten;10° de afgifte van getuigschriften;11° de contracten van minnelijke overdracht, de kwijtingen, de huurovereenkomsten en andere akten betreffende de aankoop of de overdracht van onroerende goederen; 12° de beslissingen i.v.m. de toekenning van gelijkwaardige driemaandelijkse tranches aan de "Office régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Gewestdienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling), aan het "Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et des indépendants et petites et moyennes entreprises" (Waals instituut voor alternerende opleiding en de zelfstandigen en de K.M.O.'s); 13° de benoeming binnen de subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming van de leden die de werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigen;14° de benoeming van de leden van de commissies tewerkstelling-vorming-onderwijs; 15° de beslissingen houdende goedkeuring van de begeleidingsovereenkomsten en de leningen in uitvoering van de wetgeving en de reglementering betreffende het gebruik van de C.R.A.C.-rekening waarvan sprake in de overeenkomst van 30 juli 1992, zoals gewijzigd, voorzover de financiële tegemoetkoming van het Gewest niet wordt gevraagd; 16° de goedkeuring van de driejarenprogramma's bedoeld in artikel L.3342-6 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie en bedoeld in artikel 7, § 1, van het decreet van 29 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/04/2004 pub. 02/07/2004 numac 2004202057 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de gesubsidieerde werken sluiten betreffende de gesubsidieerde werken vanaf 1 januari 2005; 17° de toekenning van de gewestelijke waarborg voor leningen die het psychiatrische ziekenhuis "Les Marronniers" te Doornik met de instemming van de Minister van Begroting binnen de perken van hun investeringsbegroting aangaat om zijn doel te verwezenlijken mits instemming van de Minister van Begroting;18° de toekenning van de gewestelijke waarborg voor leningen die de ziekenhuizen en de medisch-sociale inrichtingen met de instemming van de Minister van Begroting aangaan binnen de perken van het bedrag waarvan sprake in het decreet houdende de algemene uitgavenbegroting, overeenkomstig de door de Regering goedgekeurde raamovereenkomst betreffende die waarborg en mits instemming van de Minister van Begroting;19° het toekennen van licenties voor de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munities en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik, voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor die met betrekking tot leger en politie. § 2. Onverminderd de bepalingen bedoeld in de artikelen 7, 14, 15, 16 en 17 wordt machtiging verleend : 1° aan de Minister van Plaatselijke Besturen om de uitgaven die toegerekend worden op de basisallocaties bestemd voor het Fonds der Gemeenten, met inbegrip van de gewaarborgde aanvullende dotaties, het Fonds der Provincies en het speciaal Fonds voor maatschappelijke hulp, uitgetrokken op programma 02 van organisatie-afdeling 17 van de algemene begroting, evenals op de basisartikelen bestemd voor het gewestelijk fonds voor de gemeentelijke investeringen uitgetrokken op programma 12 van organisatie-afdeling 13 van de algemene begroting, vast te leggen, goed te keuren en te vereffenen;2° aan de Minister van Plaatselijke Besturen voor de bevoegdheden bepaald bij de artikelen L1123-6, LL1123-13 en L2112-13 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie en bij artikel 20 van de wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten tot organisatie van de OCMW's, met inbegrip van het horen maar behoudens de uitspraak van de tuchtstraf.In het kader van de behandeling van de tuchtdossiers kan de Minister van Plaatselijke Besturen een beroep doen op de territoriaal bevoegde Gouverneur, behalve als laatstgenoemde aan de oorsprong van het tuchtonderzoek ligt; 3° aan de Minister van Gezondheid om de uitgaven toegerekend op de basisartikelen van klasse 45 ten gunste van RIZIV en Famifed vast te leggen, goed te keuren en te vereffenen.
Art. 13.De openbare instellingen en daarmee gelijkgestelden die mediacommunicatiecampagnes wensen uit te voeren moeten voorafgaandelijk de instemming van hun toezichthoudend Minister krijgen als het bedrag van de campagne of de actie 50.000 euro BTW meegerekend overschrijdt voordat er een bestek of een verbintenis opgesteld wordt. Als het bedrag 250.000 euro, BTW meegerekend, overschrijdt, moet de Regering overigens erover ingelicht worden.
Er zal een einde worden gesteld aan de sponsoring van de openbare instellingen en daarmee gelijkgestelden die van het Gewest afhangen, behoudens afwijking van de Regering om reden dat dit rechtstreeks verband houdt met de activiteit ervan. De lijst van de afwijkingen met vermelding van de begunstigde, het bedrag en de motivering van het verband met de activiteit van de structuur wordt jaarlijks aan het Parlement overgemaakt.
Art. 14.§ 1. De Regering kiest de gunningswijze van de overheidsopdrachten bedoeld in artikel 169, eerste lid, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten van aanneming van werken, leveringen en diensten waarvan het geraamde bedrag hoger is dan de hiernavermelde bedragen :
Open aanbesteding Beperkte aanbesteding Competitieve dialoog
Concurrentieprocedure met onderhandeling Onderhandelingsprocedure met voorafgaandelijke bekendmaking
Onderhandelingsprocedure met voorafgaandelijke bekendmaking
WERKEN
8.550.000
1.850.000
570.000
LEVERINGEN
5.700.000
570.000
290.000
DIENSTEN
1.715.000
290.000
145.000
§ 2. De Regering gunt de opdracht wanneer het geraamde bedrag ervan lager is dan het overeenstemmende bedrag, vastgesteld in § 1 maar het bedrag van de goed te keuren offerte dat bedrag met meer dan vijftien percent overschrijdt. § 3. De instemming van de Regering wordt ook vereist voor de gunning van concessies van openbare werken waarvan de exclusief BTW geraamde bedragen overeenstemmen met die bedoeld in § 1. § 4. Elke ontwerp-overeenkomst die de verbintenis van het Waalse Gewest of van een instelling die onder het hiërarchisch gezag van een Minister staat, inzake aanneming van werken, leveringen of diensten in het kader van de perken bedoeld in § 1, tot gevolg kan hebben, dient eveneens ter goedkeuring aan de Regering te worden voorgelegd. § 5. Voor de berekening van de grensbedragen bedoeld in § 1 dient de gehele uitgave voortvloeiend uit de ontwerp-overeenkomst in overweging te worden genomen.
Art.
Art. 15.In de gevallen bedoeld in de artikelen 42, § 1, 1°, b, en 124, § 1, 5°, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten wordt in plaats van de instemming van de Regering de instemming van de Minister-President vereist, voorzover ze niet vooraf verkregen kan worden wegens dringende noodzakelijkheid.
Het behoort in dat geval de bevoegde Minister toe er onverwijld de Regering over in te lichten.
De ingeroepen dringende noodzakelijkheid moet verantwoord worden.
Art.
Art. 16.In afwijking van artikel 14 is de instemming van de Waalse Regering niet vereist : 1° voor de gunning van overheidsopdrachten volgens de beperkte aanbesteding, als deze procedure voortvloeit uit een openbare aanbesteding waarvoor de Regering haar instemming heeft gegeven maar waaraan geen gevolg kon worden gegeven wegens een geringe problematische interpretatie, hetzij van de bepalingen van het bestek, hetzij van de ingediende offertes. In het bestek mogen slechts wijzigingen worden aangebracht die strikt noodzakelijk zijn wegens voormelde problemen; 2° voor de gunning van overheidsopdrachten volgens de onderhandelingsprocedure in de gevallen bedoeld in de artikelen 38, § 1, lid 1, 2°, 42, § 1, lid 1, 1°, c), en 5°, en 124, § 1, 2°, 9°, 10° en 12°, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;3° in het kader van de maatregelen van ambtswege, voor overheidsopdrachten die met één of meer derden gesloten moeten worden voor rekening van een in gebreke gebleven aannemer;4° voor de overheidsopdrachten gegund via een onderhandelde procedure bij artikel 42, § 1, lid 1, 2°, van de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten betreffende de overheidsopdrachten.
Art. 17.De leden van de Waalse Regering, de administraties van de Waalse Overheidsdienst en de openbare instellingen die onder het hiërarchische gezag van een Minister van de Regering staan, maken gebruik van het Portaal van de Overheidsopdrachten van het Waalse Gewest en van de Franse Gemeenschap voor de gunning van de overheidsopdrachten die hen aangaan.
Elk lid van de Regering zorgt ervoor, wat hem betreft, dat de publiekrechtelijke rechtspersonen die functioneel onder zijn bevoegdheid ressorteren gebruik maken van dat portaal voor de gunning van de overheidsopdrachten die hen aanbelangen.
Art. 18.Het bedrag van de overheidsopdrachten moet, al naar gelang van het geval, geraamd worden volgens de regels bedoeld in artikelen 7 van het koninklijk besluit van 18 april 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/04/2017 pub. 09/05/2017 numac 2017020322 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren sluiten betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren of in artikel 7 van het koninklijk besluit van 18 juni 2017 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in de speciale sectoren.
In geval van gunning van bijkomende werken, leveringen of diensten bedoeld in de artikelen 38/1 en 38/2 van de wet van 14 janvier 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, wordt het bedrag van de hoofdopdracht eveneens in aanmerking genomen.
Art. 19.Voor de materies die tot hun bevoegdheden behoren, hebben de Ministers machtiging om de wetten, decreten, besluiten, reglementen en omzendbrieven toe te passen, onverminderd de andere bepalingen van dit besluit.
Voor de aangelegenheden die onder de bevoegdheden van verschillende Ministers vallen, wordt overleg gepleegd vanaf de uitwerkingsfase van de voorstellen met het oog op de gezamenlijke eindafwerking.
Art. 20.§ 1. De Minister-President is bevoegd om de dossiers i.v.m. de Europese fondsen aan de Waalse Regering over te maken. Die dossiers worden gezamenlijk voorbereid en medeondertekend door de Minister-President en de bevoegde vakminister(s). Daarenboven neemt de Minister-President het voorzitterschap van de verschillende technische, financiële en opvolgingscomités waar. § 2. Elke beslissing tot vastlegging betreffende een Europees fonds of de Belgische cofinanciering ervan of een impulsfonds wordt onmiddellijk aan de Minister-President betekend.
Art. 21.Elke Minister vervolgt en vergunt de onteigeningen die nodig zijn voor de uitoefening van zijn bevoegdheden, waarbij de eigenheid van de behandelde aangelegenheid tegenover de maatregelen van algemeen toezicht als bedoeld in artikel 7 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen aangevoerd wordt.
Art. 22.De Regering accrediteert de inspecteurs van Financiën en stelt hen bij haar leden aan op de voordracht van de Minister van Begroting. . De binnen de Regering beraadslaagde decreetsontwerpen en besluiten worden ondertekend door de Minister die bevoegd is voor de aangelegenheid waarop zij betrekking hebben.
De besluiten en beslissingen van de Regering inzake ambtenarenzaken voor overheidsinstellingen worden samen ondertekend door de Minister van Ambtenarenzaken en de Minister(s) die het toezicht uitoefenen op de betrokken overheidsinstellingen.
Als een delegatie wordt verleend overeenkomstig het besluit tot regeling van de werking van de Regering, worden de besluiten ondertekend door de Minister aan wie die delegatie wordt verleend.
In geval van afwezigheid of verhindering van een Minister kan laatstgenoemde de Minister aanwijzen die bevoegd is om in diens naam en opdracht te tekenen.
Art. 25.Het besluit van de Waalse Regering van 3 juli 2017 tot regeling van de werking van de Regering wordt opgeheven.
Art. 26.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 27.De Ministers zijn belast, elk wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 26 september 2019.
De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie en Mobiliteit, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, J.-L. CRUCKE De Minister van Huisvesting, de Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER