gepubliceerd op 26 juli 2024
Ministerieel besluit houdende definitieve aanneming van de herziening van het gewestplan Bertrix - Libramont - Neufchâteau voor de opneming op het grondgebied van de gemeenten Bertrix en Herbeumont, van een zone met aanhorigheden van een ontginningsgebied en een ontginningsgebied die aan het einde van de exploitatie natuurgebied zal worden, als uitbreiding van de steengroeve van Grand Babinay, de opheffing van een landschappelijk waardevolle omtrek en, bij wijze van planologische compensatie, de opneming van een bosgebied ten zuiden van de huidige steengroeve
25 MAART 2024. - Ministerieel besluit houdende definitieve aanneming van de herziening van het gewestplan Bertrix - Libramont - Neufchâteau (pl. 67/3) voor de opneming op het grondgebied van de gemeenten Bertrix en Herbeumont, van een zone met aanhorigheden van een ontginningsgebied en een ontginningsgebied die aan het einde van de exploitatie natuurgebied zal worden, als uitbreiding van de steengroeve van Grand Babinay, de opheffing van een landschappelijk waardevolle omtrek en, bij wijze van planologische compensatie, de opneming van een bosgebied ten zuiden van de huidige steengroeve
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Gelet op het
besluit van de Waalse Regering van 13 januari 2022Relevante gevonden documenten
type
besluit van de waalse regering
prom.
13/01/2022
pub.
26/01/2022
numac
2022030274
bron
waalse overheidsdienst
Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten
sluiten tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 september 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 26/09/2019 pub. 07/10/2019 numac 2019204496 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot regeling van de werking van de Regering sluiten tot regeling van de werking van de Waalse Regering;
Gelet op het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, artikel D.II.50;
Gelet op het ruimtelijk ontwikkelingsplan aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;
Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 december 1984 tot opstelling van het gewestplan Bertrix - Libramont - Neufchâteau;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 juli 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/07/2019 pub. 12/11/2019 numac 2019205225 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de directe gasleidingen type besluit van de waalse regering prom. 18/07/2019 pub. 04/10/2019 numac 2019014813 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de installaties voor de distributie van gasvormige waterstof voor motorvoertuigen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning type besluit van de waalse regering prom. 18/07/2019 pub. 29/10/2019 numac 2019015173 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende het Sociaal Waterfonds, tot wijziging van sommige bepalingen van het Waterwetboek en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2000 houdende uitvoering van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de Waalse gewestelijke belastingen type besluit van de waalse regering prom. 18/07/2019 pub. 05/11/2019 numac 2019205066 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de gesloten beroepsnetten van gas en elektriciteit sluiten tot gedeeltelijke herziening van het gewestplan Bertrix - Libramont - Neufchâteau (pl. 67/3), tot aanneming van de ontwerp-herziening met het oog op de opneming op het grondgebied van de gemeenten Bertrix en Herbeumont, van een zone met aanhorigheden van een ontginningsgebied en een ontginningsgebied die aan het einde van de exploitatie natuurgebied zal worden, als uitbreiding van de steengroeve van Grand Babinay, de opheffing van een landschappelijk waardevolle omtrek en, bij wijze van planologische compensatie, de opneming van een bosgebied ten zuiden van de huidige steengroeve, en tot onderwerping ervan aan de milieueffectenbeoordeling;
Gelet op het ministerieel besluit van 25 november 2019Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 25/11/2019 pub. 02/12/2019 numac 2019042494 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende de aanstelling van de ambtenaren die ermee belast zijn aan de daders van inbreuken op de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter, de transactie bedoeld in artikel 4/2, van de voornoemde wet, voor te stellen type ministerieel besluit prom. 25/11/2019 pub. 04/12/2019 numac 2019015595 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Ministerieel besluit tot aanwijzing van de leden van het gespecialiseerd wetenschappelijk comité van het CEGESOMA van het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën sluiten tot vaststelling van de inhoud van het milieueffectrapport met betrekking tot voormelde ontwerp-herziening;
Opmaken van het milieueffectenrapport Overwegende dat een effectenbeoordeling wordt voorgeschreven door het Wetboek; dat hiertoe is besloten bij voornoemd besluit van de Waalse Regering van 18 juli 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/07/2019 pub. 12/11/2019 numac 2019205225 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de directe gasleidingen type besluit van de waalse regering prom. 18/07/2019 pub. 04/10/2019 numac 2019014813 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de installaties voor de distributie van gasvormige waterstof voor motorvoertuigen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse maatregelen voor de uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning type besluit van de waalse regering prom. 18/07/2019 pub. 29/10/2019 numac 2019015173 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende het Sociaal Waterfonds, tot wijziging van sommige bepalingen van het Waterwetboek en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2000 houdende uitvoering van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de Waalse gewestelijke belastingen type besluit van de waalse regering prom. 18/07/2019 pub. 05/11/2019 numac 2019205066 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de gesloten beroepsnetten van gas en elektriciteit sluiten en dat de inhoud ervan is vastgesteld bij voornoemd ministerieel besluit van 25 november 2019Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 25/11/2019 pub. 02/12/2019 numac 2019042494 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit houdende de aanstelling van de ambtenaren die ermee belast zijn aan de daders van inbreuken op de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter, de transactie bedoeld in artikel 4/2, van de voornoemde wet, voor te stellen type ministerieel besluit prom. 25/11/2019 pub. 04/12/2019 numac 2019015595 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Ministerieel besluit tot aanwijzing van de leden van het gespecialiseerd wetenschappelijk comité van het CEGESOMA van het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën sluiten;
Overwegende dat de aanvrager het adviesbureau "PISSART architecture et environnement" heeft belast met de opstelling van het milieueffectenverslag en de administratie daarvan op 9 december 2019 in kennis heeft gesteld; dat het bureau PISSART naar behoren is erkend en niet het voorwerp is geweest van een wraking op 18 december 2019;
Overwegende dat de de Beleidsgroep "Ruimtelijke Ordening", regelmatig op de hoogte is gebracht van de voortgang van de voorafgaande analyses en de opstelling van het milieueffectenrapport, zoals bepaald in de artikelen D.II.49, § 1 en D.VIII.30 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling; dat zij op 16 juli 2021, aan het einde van de eerste fase van het onderzoek, en op 30 mei 2022, aan het einde van de tweede fase van de studie, suggesties heeft geformuleerd;
Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu en de adviesverlenende gemeentelijke commissies inzake ruimtelijke ordening en mobiliteit van de gemeenten Bertrix en Herbeumont regelmatig op de hoogte zijn gehouden van de evolutie van de voorafgaandelijke onderzoeken en van het opstellen van het effectenverslag;
Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu haar opmerkingen en suggesties heeft ingediend op 18 augustus 2021, aan het einde van de eerste fase van het onderzoek, en op 25 mei 2022, aan het einde van de tweede fase van het onderzoek;
Overwegende dat de adviesverlenende gemeentelijke commissies inzake ruimtelijke ordening en mobiliteit van de gemeenten Bertrix en Herbeumont geen bemerkingen hebben geuit tijdens de uitvoering van het milieueffectenonderzoek;
Overwegende dat de opsteller van het milieueffectenverslag alle bemerkingen en suggesties heeft verwerkt in zijn definitieve document, dat op 19 augustus 2022 is ingediend;
Antwoord op de doelstellingen van het ontwerpplan Overwegende dat het milieueffectenrapport het bestaan bevestigt van een ontginbare afzetting in de aangevraagde uitbreiding in de richting N85E; dat de theoretische dikte van de afzetting 300 meter bedraagt en dat de kwaliteit ervan is geverifieerd door verschillende sleuven;
Overwegende dat de reserves in de afzetting op lange termijn worden benut tegen een voluntaristisch exploitatieritme van 20.000T/jaar; dat de reserves in de afzetting het voortbestaan van de ontginning over 50 jaar mogelijk maken; dat de ontwerper van het milieueffecteonderzoek benadrukt dat de ontwerp-herziening het eneige uitbreidingsproject zal zijn daar de gehele technisch ontginbare afzetting darain vervat is; dat hij eveneens acht dat het beheer van de deklaag en van afvalgesteente toe te schrijve aan de ontginning van dit afzettingsvolume haalbaar is;
Overwegende dat de ontginning van dit deel van de afzetting bedoeld is om de ontginningsactiviteit op de locatie voort te zetten, gezien de reserves van de afzetting die worden geschat op 1,5 tot 3 jaar in het bestaande ontginningsgebied;
Overwegende dat eveneens uit het milieueffectenrapport blijkt dat het ontwerpplan een lokale economische activiteit en ambachtelijke exploitatie van een typisch Ardens gesteente ondersteunt die verschillende kwaliteitsproducten zal opleveren waarvan meer dan 60% van de toegevoegde waarde in België wordt gemaakt;
Overwegende dat de auteur van het milieueffectrapport erkent dat de ontwerpherziening steun verleent aan een activiteit die uniek is in Wallonië, aangezien het bedrijf "Les Ardoisières d'Herbeumont" de enige is die de productie van sierschalie en leisteen in Wallonië aanbiedt;
Overwegende dat, volgens het milieueffectenrapport, de vraag is verdeeld over vier afzetgebieden, namelijk de Belgische Ardennen, de rest van België, Nederland en Frankrijk; dat de positie van het bedrijf op de markt uniek is gezien de specifieke aard van zijn producten; dat de vooruitzichten voor de markt relatief stabiel zijn; dat de exploitant nadenkt over manieren om waarde toe te voegen door een ambachtelijke activiteit te handhaven;
Overwegende dat de uitbreiding van een ontginning het mogelijk maakt om de bestaande installaties en knowhow optimaal te benutten; dat het daardoor op zijn minst mogelijk wordt om de bestaande directe werkgelegenheid van 10 personen en de indirecte werkgelegenheid van 15 personen te behouden en zelfs nieuwe banen te creëren als de jaarlijkse productie wordt verhoogd;
Overwegende dat de auteur van het milieueffectrapport concludeert dat het ontwerpplan gerechtvaardigd is uit het oogpunt van de economische behoeften;
Overwegende dat de auteur van het milieueffectenrapport stelt dat de herziening van het gewestplan bijdraagt tot het behoud van het lokale Waalse historische en architecturale erfgoed; dat de voortzetting van de winning van leisteen het mogelijk maakt om de kenmerken van dit erfgoed te behouden tijdens renovaties en te versterken door nieuwbouw;
Overwegende dat in het milieueffectrapport wordt vermeld dat de toeristische en erfgoedlocatie van Morépire zich in de onmiddellijke nabijheid van de uitbreiding van het ontginningsgebied bevindt; dat deze locatie voormalige galerijen en ondergrondse mijnbouwkamers van dezelfde afzetting omvat; dat in het rapport wordt vermeld dat een minimumafstand van ongeveer 55 tot 60 m zal worden aangehouden tussen de dichtstbijzijnde kamers en de vloer van de steengroeve aan het einde van de winning; dat deze afstand redelijk is om elke significante ontregeling in verband met trillingen uit te sluiten;
Overwegende dat de auteur van het milieueffectenrapport opmerkt dat het ontwerp van herziening van het gewestplan inhoudt dat de landschappelijk waardevolle omtrek wordt geschrapt; dat deze schrapping wordt voorgesteld door de vereniging zonder winstoogmerk ADESA die aan het einde van haar landschapsanalyse benadrukt dat er geen landschappelijk waardevolle element afwezig is vanwege de vrij gesloten beboste hellingen in een ingesneden vallei en de aanwezigheid van meer ecologisch dan landschappelijk belang;
Overwegende dat in het milieueffectrapport wordt gesteld dat de ontwerp-herziening van het gewestplan uiteindelijk de ontwikkeling van de biodiversiteit zal bevorderen door de herkolonisatie van de voormalige steengroeven door nieuwe flora en fauna; dat de aanwijzing van het gebied als natuurgebied aan het einde van de exploitatie hier waarschijnlijk aan zal bijdragen;
Overwegende dat het milieueffectenrapport het ontwerpplan ook ondersteunt vanuit het oogpunt van energie, klimaat en mobiliteit, aangezien de terugwinning van producten in een grotendeels lokale context de impact beperkt die is gekoppeld aan de opgeslagen energie van verwerkte materialen en het vervoer ervan over lange afstanden;
Overwegende dat de auteur van het milieueffectenrapport niet van oordeel is dat de opneming van ontginningsgebieden en aanhorigheden van ontginningsgebieden milieueffecten zal teweegbrengen voor de levenskwaliteit, de menselijke activiteiten, de bodem en de ondergrond, het water of de biodiversiteit die hem ertoe zouden brengen het ontwerpplan in twijfel te trekken ; dat het geen alternatief weerhoudt dat op deze niveaus verkieslijk wordt geacht in termen van locatie, afbakening of gebruik; dat met betrekking tot de effecten veroorzaakt door de uitbreiding van de steengroeve op de interessante milieus die deel uitmaken van het Natura 2000-gebied BE34046 Bassin de la Semois de Florenville à Auby, de auteur van het milieueffectrapport de ecologische compensatie evalueert die is opgenomen in het aanvraagdossier en een ratio van 3 :1 en stelt een reeks begeleidende ecologische maatregelen voor; dat de andere hinderbeperkende maatregelen die hij voorstelt betrekking hebben op technische uitrustingen en specifieke ontwikkelingen die zullen worden onderzocht in het kader van vergunningsaanvragen na de definitieve goedkeuring van het herziene gewestplan en de milieubeoordelingen waaraan ze zullen worden onderworpen;
Overwegende dat de opsteller van het milieueffectenrapport de keuze van het ontwerpet gebied dat als niet voor stedelijke ontwikkeling bestemd gebied moet worden toegewezen, heeft beoordeeld door middel van een planologische compensatie voor de opneming van een gebied van aanhorigheden van een ontginningsgebied op onroerende goederen die in het huidige gewestplan zijn opgenomen als natuurgebied met een oppervlakte van 4,6 ha; dat hij een vergelijkende analyse heeft gemaakt van de in het ontwerpplan voorgestelde toewijzing met een toewijzing als bosgebied in het licht van het verzoek van de gemeenteraad van Herbeumont; dat daaruit blijkt: - dat de planologische compensatieomtrek gedeeltelijk wordt ingenomen door zachthoutaanplantingen (sparren) en hardhoutaanplantingen (lichte beuk) ; dat de volledige betrokken oppervlakte bestaat uit openbaar eigendom dat onderworpen is aan de bosbouwregeling en beheerd wordt door DNF (Natuur en Bos Departement);dat deze feitelijke situatie dus beter overeenstemt met de voor het bosgebied vastgestelde hoofdfunctie; - dat het gebied dat wordt voorgesteld als planologische compensatie biologisch tamelijk waardevol is (aanwezigheid van beukenbos met elzen, maar van mindere kwaliteit dan wat is waargenomen in het "Babinay"-gebied); dat het biologisch belang van dit gebied op zich niet rechtvaardigt dat het wordt heringedeeld als natuurgebied; - dat het bosbeheer van de opstanden in de praktijk waarschijnlijk op dezelfde manier zal worden uitgevoerd, ongeacht de gekozen bestemming; - dat die toewijzing aan een bosgebied dus een grotere flexibiliteit in termen van gebruik mogelijk lijkt te maken, terwijl een ecologisch evenwicht gewaarborgd blijft; - dat die toewijzing aan een natuurgebied coherenter lijkt in termen van de indeling van het gewestplan;
Overwegende dat hij concludeert dat de keuze tussen toewijzing van de planologische compensatieomtrek aan een bosgebied of een natuurgebied zal moeten worden gemaakt tussen: - enerzijds de samenhang tussen het gebruik en de bestemming van de betrokken grond; aangezien de grond in kwestie zal worden gebruikt voor bosbouw, is een bestemming als bosgebied passender; - anderzijds een harmonieuzere indeling van het gewestplan, waarbij de aanduiding van natuurgebieden in dit geval geschikter is;
Overwegende dat wordt benadrukt dat de twee voorgestelde bestemmingen verenigbaar zijn met de doelstellingen van ruimtelijke ordening en milieubescherming; dat voor zover de planologische compensatieperimeter het ook mogelijk maakt ecologische compensatie te garanderen voor de naaldboomaanplantingen en jonge loofboomaanplantingen die door de uitvoering van het ontwerpplan zullen verdwijnen, in dit geval de voorkeur wordt gegeven aan een bestemming als natuurgebied. Daarom wordt aanbevolen om het gebied aan te wijzen als natuurgebied, zoals bepaald in het besluit;
Advies van de instanties Overwegende dat, gelet op de aard van de ontwerpherziening van hetgewestplan, de bepalingen van artikel D.II.49, § 2, van het Wetboek zijn toegepast, die het mogelijk maken het ontwerpplan en het milieueffectrapport ter raadpleging voor te leggen;
Overwegende dat de Waalse Overheidsdiens Landbouw, Natuurlijke Rijkdommen en Leefmilieu (SPW-ARNE) en de Waalse Erfgoeddienst AWAP werden geraadpleegd op 23 december 2022;
Overwegende dat AWAP op 20 februari 2023 een gunstig advies heeft uitgebracht; dat het benadrukt dat de voortzetting van de mijnbouw bijdraagt tot het behoud van het lokale Waalse historische en architecturale erfgoed door de voortzetting van de productie van leisteen;
Overwegende dat de SPW-ARNE op 23 februari 2023 een gunstig advies heeft uitgebracht; dat de verschillende diensten de opneming van de omtrekken als ontginningsgebieden of gebieden van aanhorigheden van ontginningsgebieden en de gekozen herverkaveling door middel van planologische compensatie niet in vraag stellen; dat het advies vergezeld gaat van verschillende verduidelijkingen en voorstellen om het beheer van bepaalde risico's of milieuhinder te verbeteren;
Overwegende dat de SPW-ARNE in haar advies nota neemt van de vergelijkende analyse die de auteur van het rapport heeft gemaakt van de milieueffecten die verbonden zijn aan de mogelijke bestemmingen voor compensatie; dat volgens deze analyse een herbestemming tot natuurgebied geschikter lijkt; dat hij benadrukt dat deze herbestemming tot gevolg zou hebben dat de gemeente Herbeumont slechts 48 are naaldbomen zou verliezen;
Overwegende dat de Dienst Industriële, Geologische en Mijnbouwrisico's (DRIGM) van SPW-ARNE aanbeveelt om voorzichtig te blijven met betrekking tot het geotechnische risico in verband met de uitvoering van de omtrekken die opnieuw zijn toegewezen als ontginningsgebieden of gebieden van aanhorigheden van ontginningsgebieden; dat het noodzakelijk zal zijn om de veiligheidsafstand die moet worden aangehouden tussen de voormalige galerijen van Morépire en de exploitatieput te kunnen herzien;
Overwegende dat de gevraagde adviezen het ontwerpplan niet ter discussie stelden en niet konden aantonen dat een andere redelijke oplossing beter aan de doelstellingen van het ontwerpplan zou beantwoorden; dat er geen reden was om een nieuw ontwerpplan vast te stellen;
Openbaar onderzoek Overwegende dat dit ontwerp van herziening van het gewestplan Bertrix - Libramont - Neufchâteau van 7 september tot 23 oktober 2023 aan een openbaar onderzoek is onderworpen in de gemeenten Bertrix en Herbeumont, overeenkomstig de voorschriften van de artikelen D.VIII.7 tot en met 9 van het Wetboek;
Overwegende dat het openbaar onderzoek geen aanleiding heeft gegeven tot een bezwaar;
Advies na onderzoek Overwegende dat de gemeenteraad van Bertrix advies heeft uitgebracht over dit ontwerpplan binnen de termijn bepaald in artikel D.II.49, § 5 van het Wetboek;
Overwegende dat de gemeenteraad van Bertrix op 16 november 2023 een gunstig advies heeft uitgebracht over het ontwerp van herziening van het gewestplan onder de volgende voorwaarden: - de opneming van een minstens 80 meter brede bufferzone aan de westelijke rand van het geplande ontginingsgebied; - deze bufferzone mag onder geen beding worden ontbost en zal indien nodig worden versterkt; - de aanvrager verstrekt de gemeente Bertrix in het kader van de vergunningsaanvraag alle garanties betreffende de verenigbaarheid van de uitbreiding van de steengroeve met het toeristische en erfgoedproject van Morépire;
Overwegende dat uit dit advies blijkt dat de vier zalen in de mijn niet in aanmerking zijn genomen in de laatste versie van het dossier; dat de precieze locatie van deze zalen onderwerp is van recent onderzoek; dat in dit stadium elke aantasting van de galerij en de zalen van Morépire moet worden vermeden;
Overwegende dat de gemeenteraad van Bertrix advies heeft uitgebracht over dit ontwerpplan binnen de termijn bepaald in artikel D.II.49, § 5 van het Wetboek;
Overwegende dat de Gemeenteraad van Herbeumont op 9 oktober 2023 een gunstig advies heeft uitgebracht met betrekking tot de opneming van een gebied van aanhorigheden van ontginningsgebieden en een ontginingsgebied dat aan het einde van de exploitatie natuurgebied zal worden, alsook met betrekking tot de schrapping van de landschappelijk waardevolle omtrek die als overdruk opgenomen is boven op de toekomstige gebieden van aanhorigheden van ontginningsgebieden ; dat hij een ongunstig advies uitbrengt met betrekking tot de registratie, als planologische compensatie, van een natuurgebied ten koste van het zuidelijke deel van het gebied van aanhorigheden vanontginningsgebieden van de steengroeve van Grand Babinay;
Overwegende dat de Gemeenteraad van Herbeumont benadrukt dat er geen rekening is gehouden met zijn advies van 3 oktober 2016; dat de toewijzing aan een natuurgebied de gemeente niet toelaat haar bosbouwactiviteit daar te handhaven; dat de genoemde planologische compensatie als zodanig financieel ongunstig is voor de gemeente Herbeumont; dat zij wenst dat de compensatie wordt toegewezen aan een bosgebied ;
Overwegende dat de adviezen van de Beleidsgroepen "Ruimtelijke Ordening" en "Leefmilieu", vereist krachtens artikel D.II.49, § 7, van het Wetboek, gevraagd werden op 30 november 2023;
Overwegende dat de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening op 22 december 2018 een gunstig advies uit over het ontwerp-herziening van het gewst (AT.23.114. AV);
Overwegende dat dit gunstige advies vergezeld gaat van de volgende overwegingen: "De Beleidsgroep merkt op dat het gewestplan dringend moet worden herzien, gezien de beperkte afzettingsreserves in de bestaande put.
Deze herziening zal toegang geven tot een nieuwe afzettingsreserve die onontbeerlijks is voor de verdere exploitatie van deze groeve, die ook de enige leisteengroeve in het Waalse Gewest is die leisteen en decoratieve leisteen produceert.
De Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening verwelkomt de dialoog tussen de verschillende belanghebbenden, vooral met betrekking tot toeristische activiteiten in de buurt. Hij verzoekt deze dialoog voort te zetten met het oog op de mogelijke synergieën tussen deze activiteiten.
De Beleidsgroep merkt ook op dat dit verzoek geen aanleiding heeft gegeven tot bezwaren tijdens het openbaar onderzoek dat in de twee gemeenten werd georganiseerd.
De Beleidsgroep heeft geen bezwaar tegen de toewijzing van de planologische compensatie als natuurgebied, gezien het advies van de SPW-ARNE, die dit het meest geschikt acht.
De Beleidsgroep heeft geen bezwaar tegen de verwijdering van de landschappelijk waardevolle omtrek.
Ten aanzien van de kwaliteit van het milieueffectenrapport is de Beleidsgroep Ruimtelijke Ordening van mening dat het de informatie bevat die nodig is voor de besluitvorming. " Overwegende dat de Beleidsgroep "Leefmilieu" op 10 januari een gunstig advies heeft uitgebracht over het verzoek om het gewestplan te herzien;
Overwegende dat er in dit advies wordt verzocht rekening te houden met de volgende opmerkingen: "De Beleidsgroep heeft een positief advies uitgebracht over de opname van het natuurgebied als compensatie, wat de beheerder ertoe moet aanzetten om het naaldhout uit het gebied te verwijderen en het opnieuw te beplanten met loofbomen.
De Beleidsgroep brengt ook een gunstig advies uit over het opheffen van de landschappelijk waardevolle omtrek ter hoogte van de ontginning. " Overwegende dat de Beleidsgroep Leefmilieu vraagtekens plaatst bij de keuze van de voorgestelde ecologische compensaties beoordeeld ten opzichte van de toekomstige impact op het beukenbos met els dat deel uitmaakt van het Natura 2000-gebied; dat hij een aantal aanbevelingen herhaalt die hij ondersteunt in het kader van de komende vergunningsaanvraag;
Definitieve aannevan de herziening van het gewestplan Gelet op de redenen die bij bovengenoemd regeringsbesluit van 18 juli 2019 zijn aangevoerd om over te gaan tot de opneming van de gebieden;
Overwegende dat geen enkel bezwaar die tijdens het openbaar onderzoek werd geformuleerd, tegen dit ontwerp van herziening van het gewestplan is gekant of impliceert dat er wijzigingen in moeten worden aangebracht;
Overwegende dat de adviezen van de gemeenteraden aan het einde van deze vergadering, in toepassing van het Wetboek, zich niet verzetten tegen het ontwerp van herziening van het gewestplan, maar dat de gemeenteraad van Bertrix vraagt om rekening te houden met de toeristische en erfgoedactiviteiten van de Morépire-site;
Overwegende dat alle ontginningsgebieden een isolatieomtrek of -voorziening moeten bevatten overeenkomstig artikel D.II.28, lid 3; dat de nadere regels dienen te worden vastgesteld in de af te geven exploitatievergunningen;
Overwegende dat het onderhavige besluit met deze overweging instemt en voornemens is, dit risico in te calculeren; dat het in dit stadium van de herziening van het gewestplan een aanvullend voorschrift vaststelt dat de bestemming van dit gebied nader vaststelt en tot doel heeft de stabiliteit en de veiligheid van de locatie van Morépire te garanderen over een breedte aan de westelijke rand van het geplande ontginningsgebied; dat het de aanvullende eis als volgt omschrijft: "Voorwaarde voor de ontsluiting van het gebied is dat de stabiliteit van de voormalige galerijen en extractieruimten van de toeristische en erfgoedsite Morépire wordt bewaakt om de integriteit van de kamers en de veiligheid van de locatie te garanderen, evenals het samengaan van de exploitatie van deze afzetting met de toeristische activiteit van de site Morépire";
Overwegende dat deze aanpassing geen aantasting betekent voor de fundamentele opties van het ontwerpplan, dat ze de bestemming van het ontginningsgebied verduidelijkt en het mogelijk maakt om de integriteit en de veiligheid van de toeristische en erfgoedsite te garanderen en om twee specifieke activiteiten in verband met de leisteenafzetting naast elkaar te laten bestaan;
Overwegende dat in de adviezen van de gemeenteraad van Herbeumont wordt verzocht om de bestemming in ontwerp te herzien wat betreft de planologische compensatie;
Overwegende dat het belang voor de gemeente Herbeumont van de in het gebied aanwezige bosbouwactiviteit moet worden erkend; dat moet worden benadrukt dat de herziening van het sectorplan niet tot doel heeft deze economische activiteit te ondermijnen; dat moet worden opgemerkt dat, ook al heeft het gebied een zekere biologische waarde, deze toch van mindere kwaliteit is dan die welke in de zone "Babinay" wordt waargenomen; dat het dienstig is met de opsteller van het milieueffectrapport in te stemmen inzake de flexibiliteit die de bestemming als bosbouwgebied voor bosbouwactiviteiten mogelijk maakt;
Overwegende dat, gezien de geringe oppervlakte van het compensatiegebied, de aanwijzing van de gronden als bosgebied geen afbreuk zal doen aan de instandhouding van de interessante natuurlijke milieus in de vallei van het beekdal van de leisteensite; dat deze aanwijzing niettemin coherent is met de bestemmingals bosgebied van de gronden ten zuiden van het compensatiegebied;
Overwegende dat alle informatie die onder haar aandacht is gebracht, de bestemming van de compensatie als bosgebied moet worden gewijzigd;
Overwegende dat deze bestemmingswijziging de fundamentele opties van het ontwerpplan voor planologische compensatie niet aantast;
Overwegende dat, als gevolg hiervan, de herziening van het gewestplan Libramont-Bertrix-Neufchâteau met betrekking tot het volgende definitief aangenomen dient te worden: Voor de uitbreiding van de steengroeve Ardoisières d'Herbeumont, op het grondgebied van de gemeenten Bertrix en Herbeumont: - de opneming van een gebied van aanhorigheden van een ontginningsgebied, 4.3 ha groot, op onroerende goederen heden opgenomen als natuur gebied gelegen in het noorden en in het westen van de bestaande steengroeve; - de opneming van een ontginningsgebied van 12,4 ha, dat aan het einde van de exploitatie natuurgebied zal worden, op onroerende goederen heden opgenomen als natuurgebied en die zich bevinden in de westelijke uitbreiding van de steengroeve Grand Babinay. Die gebied wordt over een 80 meter brede strook aan de westelijke rand van het nieuw opgenomen ontginningsgebied gekoppeld aan een aanvullend voorschrift, aangeduid met het acroniem "*S.107", met als inhoud: "De ontsluiting van het gebied is voorwaardelijk verbonden aan het invoeren van een monitoring betreffende de stabiliteit van de voormalige galerijen en ontginningskamers van de toeristische en erfgoedsite Morépire wordt om de integriteit van de kamers en de veiligheid van de locatie te garanderen, evenals het samengaan van de exploitatie van deze afzetting met de toeristische activiteit van de site Morépire" ; - de verwijdering van de opnemingvan de landschappelijk waardevolle omtrek op de gebieden van aanhorigheden van een ontginningsgebied en het nieuw opgenomen ontginningsgebied;
Voor de planologische compensatie: - de opneming van een bosgebied, 4.6 ha groot, op onroerende goederen heden opgenomen als gebied van aanhorigheden van een ontginningsgebied in het zuiden van de bestaande steengroeve;
Overwegende dat de uitvoering van de nieuwe gebieden die door deze herziening in het gewestplan worden opgenomen, onderworpen zal zijn aan procedures en vergunningen die volgen op de definitieve aanneming van het plan; dat het aan de ter zake bevoegde autoriteiten is om de maatregelen vast te stellen die gericht zijn op een verdere vermindering van de milieueffecten van de uitvoering van het plan, met name op basis van de aanbevelingen die zijn geformuleerd in het milieueffectenverslag dat in het kader van de procedure tot herziening van het gewestplan is uitgevoerd; dat deze maatregelen niet onder de inhoud van het gewestplan vallen;
Overeenstemming methet ruimtelijk ontwikkelingsplan Overwegende dat de onderhavige herziening van het gewestplan het voorwerp is geweest van een studie met betrekking tot de aard, de omvang en de schaarste van de afzetting, alsmede de behoeften van de gemeenschap op middellange termijn; dat deze herziening derhalve in overeenstemming is met het uitvoeringsprincipe in het ruimtelijk ontwikkelingsplan;
Overwegende dat de huidige herziening van het gewestplan voorziet in een antwoord op de behoeften over een periode van 50 jaar; dat het in die zin afwijkt van het principe van de uitvoering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan, dat een antwoord op de behoeften over een periode van 30 jaar voorschrijft; dat de herziening de volledige exploiteerbare afzetting vastlegt en zo een gepast gebruik ervan mogelijk maakt en een duidelijk langetermijnperspectief biedt;
Overwegende dat, wat de ontginning van de steengroeven betreft, de belangrijkste optie van het gewestelijk ontwikkelingsplan erin bestaat de ondergrondse rijkdommen te beschermen en duurzaam te beheren, met name door spaarzaam met de afzettingen om te springen en ze op passende wijze te benutten, waarbij de door de winning veroorzaakte hinder wordt beperkt en het gebruik van alternatieven voor het wegvervoer wordt aangemoedigd; dat de herziening van het gewestplan hiermee volledig in overeenstemming is;
Overwegende dat de herziening van het gewestplan eveneens nauw aansluit op de doelstelling om bij te dragen tot werkgelegen en welvaart, en meer in het bijzonder met de optie die gericht is op het consolideren en ontwikkelen van sectoren van economische activiteit, met name die van renovatie en restauratie van erfgoed, en die welke verband houden met het gebruik van regionale materialen;
Overwegende dat, hoewel de ontginning niet groot in afmeting is, de herziening van het gewestplan bijdraagt tot de ontwikkeling van de specifieke troeven van Wallonië in de supraregionale context, gezien de kwaliteit van de gewonnen materialen en de hoge toegevoegde waarde van de producten die naar Nederland en Frankrijk worden uitgevoerd;
Naleving van artikel D.I.1 van het Wetboek Overwegende dat artikel D.I.1 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling luidt: " § 1. Het grondgebied van Wallonië behoort tot het gemeenschappelijk erfgoed van zijn inwoners. Het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling [...] beoogt een duurzame en aantrekkelijke ruimtelijke ontwikkeling.
Deze ontwikkeling voldoet aan en speelt op een evenwichtige manier in op de sociale, economische, demografische, energetische, patrimoniale, milieu- en mobiliteitsbehoeften van de gemeenschap, rekening houdend, zonder discriminatie, met de ruimtelijke dynamiek en specificiteit, alsook met de sociale cohesie. " § 2. Het Gewest, de gemeenten en de andere overheidsorganen zijn, elk binnen zijn bevoegdheden en in coördinatie met het Gewest, de actoren, de beheerders en de vrijwaarders van deze ontwikkeling." Overwegende dat de conclusies van het milieueffectrapport, zoals hierboven samengevat, aantonen dat de herziening van het gewestplan wel degelijk bijdraagt tot het voldoen aan de sociale, economische, energie- en mobiliteitsbehoeften van de gemeenschap zonder grote schade te berokkenen aan het erfgoed en het milieu;
Overwegende dat de herziening van het gewestplan derhalve voldoet aan de vereisten van artikel D.I.1. van het Wetboek, zoals voorzien in het ontwerpplan, in die zin dat het een evenwicht tot stand brengt door tegemoet te komen aan de behoeften van de gemeenschap om een duurzame en aantrekkelijke ontwikkeling van het gebied te waarborgen;
Overwegende dat de herziening van het gewestplan in overeenstemming is met de lokale dynamiek en de exploitatie van specifieke territoriale kenmerken, omdat het de ontwikkeling van een lokale hulpbron mogelijk maakt en de bestendiging van activiteiten en lokale vaardigheden die gedurende een lange periode zijn ontwikkeld;
Inachtneming van de beginselen, van toepassing op de gewestplanherziening (artikel D.II.45) Overwegende dat artikel D.II.45, § 3, van het Wetboek bepaalt dat de opneming van een nieuw bebouwingsgebied in plaats van niet-bebouwingsgebieden in de zin van artikel D.II.23 van het Wetboek, moet voldoen aan beginselen van toepassing op de herziening; dat, wanneer deze nieuwe gebieden niet te verwaarlozen effecten zouden kunnen hebben op het leefmilieu, de opneming ervan daarenboven gecompenseerd wordt door de gelijkwaardige omvorming van een bestaand bebouwingsgebied of een gemeentelijk overleggebied tot een niet-bebouwingsgebied of door enige alternatieve compensatie, vastgelegd door de Regering zowel op operationeel, leefmilieu of energievlak als in termen van mobiliteit, rekening houdend met name met de impact van het bebouwingsgebied op de buurt;
Overwegende dat de opneming op het gewestplan van het gebied van aanhorigheden van ontginningsgebieden waarop dit besluit betrekking heeft, onderworpen is aan de beginselen die van toepassing zijn op de herziening als bedoeld in artikel D.II.45, §§ 1r tot en met 3, van het Wetboek, aangezien het gaat om onroerende goederen die in het huidige gewestplan zijn aangeduid als natuurgebied en bijgevolg niet bestemd zijn voor stedelijke ontwikkeling;
Overwegende evenwel dat de opneming op het gewestplan van een gebied van aanhorigheden van ontginningsgebieden kan afwijken van het beginsel van artikel D.II.45, § 1, van het Wetboek, volgens hetwelk de opneming van een nieuw bebouwingsgebied ter vervanging van een niet-bebouwingsgebied moet grenzen aan een bestaande bebouwingsgebied; dat dit beginsel in casu niettemin wordt nageleefd;
Overwegende dat het nieuwe gebied van aanhorigheden van ontginningsgebieden een compacte configuratie heeft en niet de vorm van lintbebouwing aanneemnt, zoals verboden bij artikel D.II.45, § 2, van het Wetboek;
Overwegende dat het gebied van aanhorigheden van ontginningsgebieden, dat ongeveer 4,3 ha grond beslaat die in het huidige gewestplan is aangewezen als natuurgebied, moet worden gecompenseerd;
Overwegende dat, in overeenstemming met de bepalingen van artikel D.II.45, § 3, van het Wetboek, de compensatie wordt bereikt door de wijziging naar de bosgebied van onroerend goed met een oppervlakte van 4,6 ha die in het huidige gewestplan is aangeduid als gebied van aanhorigheden van ontginningsgebieden, ten zuiden van de bestaande steengroeve;
Conclusies Overwegende dat het door de vennootschap "Les Ardoisières d'Herbeumont" voorgestelde ontwerp tot uitbreiding van de exploitatie van de afzetting en van de installaties voor de verwerking samenvattend een herziening van het gewestplan Libramont-Bertrix-Neufchâteau vereist met het oog op de opneming: * als gebied van aanhorigheden van een ontginningsgebied, van onroerend goederen met een oppervlakte van 4,3 ha, aangeduid als natuurgebied ophet huidige gewestplan ten noorden en ten westen van de huidige steengroeve; * als ontginningsgebied dat aan het einde van de exploitatie een natuurgebied wordt, van onroerende goederen met een oppervlakte van 12,4 ha, opgenomen als natuurgebied op het vigerende gewestplan, tussen de huidige steengroeve en de erfgoed- en toeristische site Morépire; deze zone gaat vergezeld, over een breedte van 80 meter aan de westelijke grens van het nieuw opgenomen ontginningsgebied, van een bijkomende voorschriftgeïdentificeerd door het acroniem "*S.107" gericht op: "Voorwaarde voor de ontsluiting van het gebied is dat de stabiliteit van de voormalige galerijen en extractieruimten van de toeristische en erfgoedsite Morépire wordt bewaakt om de integriteit van de kamers en de veiligheid van de locatie te garanderen, evenals het samengaan van de exploitatie van deze afzetting met de toeristische activiteit van de site Morépire"; * als bosgebied, voor planologische compensatie voor de opneming van een nieuw bebouwingsgebied, van onroerende goederen, 4,6 ha groot, opgenomen als gebied van aanhorigheden van ontginningsgebieden op het vigerend gewestplan, ten zuiden van de bestaande steengroeve;
Overwegende dat voor dit uitbreidingsproject van de steengroeve het sectorplan van Libramont-Bertrix-Neufchâteau moet worden herzien met het oog op de schrapping van de perimeter van landschappelijk belang in overeenstemming met de nieuw op de lijst geplaatste zones van de extractie en de bijgebouwen van de extractie;
Overwegende dat de andere aanbevelingen in het milieueffectenrapport betrekking hebben op de exploitatie van de afzetting en de uitvoering van specifieke maatregelen om de milieueffecten van het exploitatieproject te verminderen; dat deze maatregelen, die de opsteller van het milieueffectrapport toereikend acht gezien de stand van de kennis van het exploitatieproject, evenwel niet binnen de werkingssfeer van het gewestplan vallen en zullen worden onderzocht in het kader van de afgifte van vergunningen na de definitieve vaststelling van het plan;
Overwegende dat het derhalve aan de bevoegde autoriteiten is om de maatregelen ter vermindering van de milieueffecten van de uitvoering van het plan vast te stellen en deze maatregelen te monitoren teneinde na te gaan of zij toereikend zijn om onvoorziene negatieve effecten te verminderen en alle corrigerende maatregelen te kunnen nemen die zij passend achten;
Overwegende dat de milieuverklaring waarin artikel D.VIII.36 van het Wetboek voorziet bij dit besluit gevoegd is, Besluit :
Artikel 1.De herziening van het gewestplan Libramont-Bertrix-Neufchâteau wordt definitief vastgesteld overeenkomstig bijgevoegd plan, beogende: - de opneming van: * van een gebied van aanhorigheden van ontginningen; * van een ontginningsgebied dat aan het einde van de exploitatie een natuurgebied wordt, voorzien van een bijkomend" voorschrift *S.107", over een breedte van 80 meter aan de westelijke grens van het nieuw opgenomen ontginningsgebied; * van een bosgebied als planologische compensatie; - en op het opheffen van de landschappelijk waardevolleomtrek op de gebieden die nu zijn opgenomen als gebied van aanhorigheden van ontginningen en als ontginningsgebied.
Art. 2.Het bijkomend voorschrift, gemerktmet de afkorting "*S.107" op het plan, luidt als volgt: "Voorwaarde voor de ontsluiting van het gebied is dat de stabiliteit van de voormalige galerijen en extractieruimten van de toeristische en erfgoedsite Morépire wordt bewaakt om de integriteit van de kamers en de veiligheid van de locatie te garanderen, evenals het samengaan van de exploitatie van deze afzetting met de toeristische activiteit van de site Morépire".
Art. 3.De overeenkomstig artikel D.VIII.36 van het Wetboek vereiste milieuverklaring wordt bij dit besluit gevoegd en maakt er integraal deel van uit.
Namen, 25 maart 2024.
W. BORSUS
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld