gepubliceerd op 26 januari 2022
Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten
13 JANUARI 2022. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, gewijzigd o.a. bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 13 juli 2001, 12 augustus 2003, 19 juli 2012 en 6 januari 2014;
Gelet op het bijzonder decreet van 12 juli 1999Relevante gevonden documenten type bijzonder decreet prom. 12/07/1999 pub. 13/07/1999 numac 1999027571 bron ministerie van het waalse gewest Bijzonder decreet tot opvoering van het maximumaantal Regeringsleden sluiten tot opvoering van het maximumaantal Regeringsleden;
Gelet op het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 12/05/2014 numac 2014202999 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt sluiten betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt;
Overwegende dat de Regering zo doeltreffend mogelijk moet kunnen werken;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, inzonderheid ingegeven door de noodzaak voor de Waalse Regering, samengesteld overeenkomstig de artikelen 60 en 71 van voormelde bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, om de continuïteit van de openbare dienstverlening te vrijwaren;
Op de voordracht van de Minister-President, Besluit :
Artikel 1.In de zin van dit besluit dient te worden verstaan onder: 1° "Minister": een Minister, Lid van de Waalse Regering;2° "wet": de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988, 5 mei 1993,16 juli 1993, 13 juli 2001, 12 augustus 2003, 19 juli 2012 en 6 januari 2014;3° "decreet": het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 12/05/2014 numac 2014202999 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt sluiten betreffende de bevoegdheden van de Franse Gemeenschap waarvan de uitoefening aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie overgedragen wordt;
Art. 2.Elio Di Rupo, Minister-President, is bevoegd voor: 1° de coördinatie van het regeringsbeleid en van de mededeling ervan;2° de onderlinge Belgische betrekkingen, met inbegrip van de aanhangigmaking van zaken bij het overlegcomité " Federale Regering, Gemeenschaps- en Gewestregeringen ", alsmede de werking van de instellingen, met inbegrip van de betrekkingen met het Parlement;3° de evaluatie, het prospectief beleid en statistiek;4° de coördinatie van het transitieplan;5° de coördinatie van de dossiers betreffende de Structuurfondsen, van hun uitvoering en evaluatie, met inbegrip van de betrekkingen met de Europese, de nationale en de gewestelijke instellingen;6° de coördinatie van de armoedebestrijding;7° de financiële tegemoetkoming naar aanleiding van schade veroorzaakt door algemene rampen, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, II, 5°, van de wet;8° de coördinatie van het plan "Pluies";9° de verdeling van de middelen afkomstig van de Nationale Loterij;10° het verzoek om vervolgingen te gelasten, de deelneming aan de uitwerking van richtlijnen inzake het strafbeleid en de deelneming aan de vergaderingen van het College van de procureurs-generaal;11° de "Espace Wallonie-Bruxelles";12° de internationale betrekkingen, met inbegrip van de betrekkingen met de Europese instellingen en de ontwikkelingssamenwerking zoals bedoeld in artikel 6ter van de wet;13° de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munities en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik of voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor in- en uitvoer met betrekking tot leger en politie, en mits naleving van de criteria die bepaald zijn door de Gedragscode van de Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VI, 4°, van de wet;14° de licenties voor de in-, de uit- en de doorvoer van wapens, munities en materieel die in het bijzonder bestemd zijn voor een militair gebruik of voor de ordehandhaving en van de daarmee verband houdende technologie, evenals van de producten en technologieën voor beide doeleinden, onverminderd de federale bevoegdheid voor in- en uitvoer met betrekking tot leger en politie, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VI, vijfde lid, 8°, van de wet.
Art. 3.Willy Borsus, Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, is bevoegd voor: 1° economie, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VI, 1° tot 3°, en 6° tot 8°, van de wet, met inbegrip van: a) de kmo's en de erkenning van de ondernemers;b) het economisch impulsfonds ten gunste van de meest benadeelde reconversiegebieden, met inbegrip van de coördinatie van de dossiers;c) de concurrentiepolen en de coördinatie ervan;d) de beeldindustrie;e) het afzetmarktbeleid en de uitvoer en de promotie van land- en tuinbouwproducten buiten het gewest;f) de begeleiding van buitenlandse investeringen;g) het prijzenbeleid in de watersector;2° het wetenschappelijk onderzoek, zoals bedoeld in artikel 6bis van de wet;3° de buitenlandse handel;4° de nieuwe Technologieën met inbegrip van het glasvezelnet;5° de telecommunicatie;6° de cyberscholen en de cyberklassen;7° de digitale economie;8° de handelsvestigingen;9° het toezicht op de "SA SOWAFINAL" onverminderd de specifieke bevoegdheden van de functionele Ministers inherent aan de financieringsprogramma's;10° het "IFAPME" en de vaardigheidscentra;11° ruimtelijke ordening, zoals bedoeld in artikel 6°, § 1, I, van de wet, met uitzondering van 4° en 7° ;12° de gerechtelijke procedure die bijzonder van toepassing is in geval van onteigening ten algemenen nutte, zoals bedoeld in artikel 6quater van de wet;13° het prospectief voor de uitbreiding van de stedelijke gebieden;14° de uitvoering van het decreet van 6 februari 6 betreffende de gemeentewegen;15° de cartografie;16° de landbouw, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, V, 1°, 2° en 3°, van de wet, met inbegrip van financiële tegemoetkoming naar aanleiding van schade veroorzaakt door landbouwrampen, het "Centre wallon de recherches agronomiques" van Gembloux, de slachthuizen en de aanvullende en suppletieve hulp aan landbouwbedrijven, behalve de toepassing van de wetten op de economische expansie en de bevordering van landbouw- en tuinbouwproducten in het buitenland;17° de beroepsomscholing en -bijscholing, zoals bedoeld in artikel 3, 3°, van het decreet, voor de landbouwsector;18° de jacht en de visserij.
Art. 4.Philippe Henry, Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren is bevoegd voor: 1° energie zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VII, van de wet, met inbegrip van de valorisering van de terrils;2° klimaat;3° mobiliteit, met inbegrip van de zachte mobiliteit; 4° openbaar vervoer, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, X, 8°, van de wet en de acties van begrotingsprogramma 14.02; 5° leerlingenvervoer, zoals bedoeld in artikel 3, °, van het decreet;6° de bevordering van de waterwegen en van het RAVEL-wegennet;7° de gewestelijke aspecten van de uitvoering van het investeringsplan van de NBMS en overeenkomstig het decreet van 28 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/02/2019 pub. 03/04/2019 numac 2019201478 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren type decreet prom. 28/02/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019201551 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 31 december 2018 tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de mobiliteitshulpmiddelen type decreet prom. 28/02/2019 pub. 02/04/2019 numac 2019201524 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 december 2018 tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de financiering van zorg bij gebruik van zorgvoorzieningen over de grenzen van de deelstaat type decreet prom. 28/02/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019202056 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen sluiten houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren, de bijkomende financiering voor investeringen in de aanleg, aanpassing of modernisering van de spoorlijnen, alsook van de bijkomende uitrusting op de onbewaakte stopplaatsen, om hun zichtbaarheid en intermodaliteit met openbaar vervoer, actieve vervoerswijzen, taxi's en autodelen te verbeteren voor zover deze verder gaan dan de investeringen die voorzien zijn in een meerjareninvesteringsplan dat effectief in voldoende financiering door de federale overheid voorziet teneinde een aantrekkelijk en performant aanbod voor het spoorvervoer dat goed aansluit op de andere vervoermiddelen te verzekeren op het gehele grondgebied i en in een door het bovengenoemde samenwerkingsakkoord vastgelegde evenredigheid ten opzichte van de federale financiering;8° de ordehandhavingsregels voor het verkeer over de waterwegen, onder uitsluiting van de regelgeving inzake nucleair vervoer, het vervoer van explosieven en het vervoer van dierlijke stoffen die een gevaar vormen voor de bevolking;9° de bemanningsvoorschriften voor de binnenscheepvaart en de regels ter zake van de veiligheid van de boten in de binnenscheepvaart en van de boten in de binnenscheepvaart die eveneens worden gebruikt om niet-internationale reizen over de zee te verrichten;10° de minimale technische veiligheidsnormen inzake het bouwen en onderhouden van wegen en hun aanhorigheden, en van waterwegen en hun aanhorigheden;11° de reglementering inzake het vervoer van gevaarlijke goederen en uitzonderlijk vervoer over de weg, met uitsluiting van de regelgeving inzake nucleair vervoer, het vervoer van explosieven en het vervoer van dierlijke stoffen die een gevaar vormen voor de bevolking;12° openbare werken, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, X, 1° tot 6°, van de wet, met inbegrip van de langs de wegen en bevaarbare waterwegen gelegen groengebieden;13° het uitbaggeren van waterwegen, waaronder het eigenlijke uitbaggeren zelf, de behandeling, de droging en de valorisering van baggerresten;14° de grote kunstwerken zoals bepaald in het koninklijk besluit van 2 februari 1993 tot vaststelling van de lijst van de waterwegen en hun aanhorigheden overgedragen van de Staat aan het Waalse Gewest.
Art. 5.Christie Morreale, Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten is bevoegd voor: 1° het tewerkstellingsbeleid, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, van de wet;2° de sociale promotie, de beroepsomscholing en -bijscholingherscholing en de systemen voor alternerende opleiding, zoals bedoeld in artikel 3, 2°, 3° en 4° van het decreet, behalve in de landbouwsector, het "IFAPME" en de vaardigheidscentra;3° de sociale economie;4° het gezondheidsbeleid, zoals bedoeld in artikel 3, 6°, van het decreet;5° de bijstand aan personen, zoals bedoeld in artikel 3, 7°, van het decreet, met uitzondering van de wetgeving betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het toezicht daarop;6° het prijzenbeleid in de rustoorden;7° de gelijke kansen;8° de rechten van de vrouwen.
Art. 6.Valérie De Bue, Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid is bevoegd voor: 1° de Ambtenarenzaken en de overheidsbesturen, met inbegrip van het Departement Juridische Zaken en Vertalingen van de Waalse Overheidsdienst Ondersteunende Diensten ;2° administratieve vereenvoudiging;3° de E-Government en administratieve informatica;4° de gezinsbijslagen bedoeld in artikel 3, 8°, van het decreet;5° het toerisme, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VI, 9°, van de wet;6° de monumenten en landschappen, met inbegrip van de opgravingen, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, 7°, van de wet;7° de opvanginfrastructuren voor peuters, ongeacht de aard ervan, de financiering van die infrastructuren en de opvolging van die financiering;8° het beleid inzake de verkeersveiligheid, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, XII, van de wet, met inbegrip van het toezicht op de aanvullende reglementen voor openbare wegen.
Art. 7.Christophe Collignon, Minister van Huisvesting, de Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid, is bevoegd voor: 1° de huisvesting, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IV, van de wet;2° de coördinatie van het plan " permanente bewoning in de toeristische uitrustingen ";3° de ondergeschikte besturen, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, III, van de wet;4° het administratief toezicht, zoals bedoeld in artikel 7 van de wet;5° het toezicht op de politiezones zoals omschreven bij het decreet van 12 februari 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/02/2004 pub. 29/03/2004 numac 2004200840 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende wijziging van het decreet van 1 april 1999 houdende organisatie van het toezicht op de gemeenten, de provincies en de intercommunales van het Waalse Gewest sluiten tot wijziging van het decreet van 1 april 1999 tot regeling van het toezicht op de gemeenten, provincies en intercommunales van het Waalse Gewest;6° de wetgeving betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het toezicht daarop;7° het stedenbeleid;8° de stadsvernieuwing, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, 4°, van de wet.
Art. 8.Adrien Dolimont, Minister van Financiën, Begroting, Luchthavens en Sportinfrastructuren, is bevoegd voor: 1° de begroting, de financiën en de Schatkist, met inbegrip van de uitvoering van het decreet van 7 juli 1993 tot oprichting van vijf publiekrechtelijke maatschappijen voor het beheer van de schoolgebouwen van het door de overheid gesubsidieerde onderwijs en de fiscale bevoegdheden die naar de Gewesten zijn overgeheveld bij de bijzondere wet van 1993 juli 13 tot herfinanciering van de Gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de Gewesten;2° de luchthavens, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, X, 7° en 9°, van de wet, alsook de uitrusting en exploitatie daarvan;3° de gemeentelijke, provinciale, intercommunale en private infrastructuren voor lichamelijke opvoeding, sport en openluchtleven zoals bedoeld in artikel 3, 1°, van het decreet;4° de vestiging van de diensten en instellingen, alsook het beheer van onroerende goederen en het beheer van roerende goederen;5° het authentificeren van de handelingen met een onroerend karakter, zoals bedoeld in artikel 6quinquies van de wet.
Art. 9.Céline Tellier, Minister van Leefmilieu, Natuur, Dierenwelzijn en Rurale Renovatie is bevoegd voor: 1° leefmilieu, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VI, 1° tot 4°, van de wet, met inbegrip van milieuopvoeding;2° natuurlijke rijkdommen, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VI, 5° van de wet;3° duurzame ontwikkeling, met inbegrip van de ecologische transitieovereenkomsten;4° ontwatering, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, III, 9°, van de wet;5° dierenwelzijn, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, XI, van de wet;6° rurale renovatie en het natuurbehoud, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, III, van de wet, de ruilverkaveling en de natuuropvoeding, met uitzondering van de jacht en de visserij;7° het impulsfonds voor landelijke economische ontwikkeling, met inbegrip van de coördinatie van de dossiers.
Art. 10.In de ondertekening van de decreten en de besluiten hoeft in de titel van de Minister enkel de aangelegenheid vermeld te worden die betrekking heeft op die decreten en besluiten.
De decreten en besluiten van de Regering worden door de Minister-President medeondertekend.
Art. 11.Het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 13/09/2019 pub. 23/09/2019 numac 2019204305 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten sluiten tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 oktober 2020, wordt opgeheven.
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 13 januari 2022, onmiddellijk na de eedaflegging van de in artikel 8 bedoelde Minister in het Waals Parlement.
Art. 13.De Ministers zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 13 januari 2022.
De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuren, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Huisvesting, Plaatselijke Besturen, en Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Financiën, Begroting, Luchthavens en Sportinfrastructuren, A. DOLIMONT De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER