Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 17 juni 2022
gepubliceerd op 05 december 2022

Besluit van de Waalse Regering tot aanneming van de ontwerp-inhoud van het milieueffectrapport voor de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan

bron
waalse overheidsdienst
numac
2022205928
pub.
05/12/2022
prom.
17/06/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JUNI 2022. - Besluit van de Waalse Regering tot aanneming van de ontwerp-inhoud van het milieueffectrapport voor de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan


De Waalse Regering, Gelet op het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, de artikelen D.II.3, § 1, derde lid, en D.VIII.33 ;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 september 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 26/09/2019 pub. 07/10/2019 numac 2019204496 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot regeling van de werking van de Regering sluiten tot regeling van de werking van de Regering, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 7 oktober 2021;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 13 januari 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 13/01/2022 pub. 26/01/2022 numac 2022030274 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten sluiten tot vastlegging van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Overwegende dat het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling in artikel D.II.58 stelt dat het op de datum van inwerkingtreding van het Wetboek vigerende gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan het ruimtelijk ontwikkelingsplan (SDT) wordt en aan de desbetreffende bepalingen wordt onderworpen;

Overwegende dat de Regering op 9 februari 2022 het besluit van de Waalse Regering van 16 mei 2019 tot aanneming van de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999, heeft ingetrokken;

Overwegende dat de Waalse Regering op 9 februari 2022, door te besluiten de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan te actualiseren, nota heeft genomen van het beginsel van de herziening van het ingetrokken besluit;

Overwegende dat, met het oog op de aanneming ervan door de Regering, de op 16 mei 2019 aangenomen actualisering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan geen afbreuk doet aan de 20 doelstellingen die de Waalse Regering op 8 juni 2017 heeft aangenomen;

Overwegende dat deze actualisering gebaseerd zou kunnen worden op alle documenten die reeds zijn opgesteld in het kader van de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan in 2019 en op een actualisering van de contextuele analyse;

Overwegende dat de contextuele analyse in februari 2022 door de Permanente Conferentie van de ruimtelijke ontwikkeling geactualiseerd is;

Overwegende dat de Waalse Regering de ontwerp-inhoud van het milieueffectrapport op 31 maart 2022 heeft aangenomen;

Overwegende dat de Minister van Ruimtelijke Ordening de ontwerp-inhoud van het milieueffectrapport en het ruimtelijk ontwikkelingsplan ter advies heeft voorgelegd van; - de Beleidsgroep "Leefmilieu"; - de Beleidsgroep "Ruimtelijke Ordening"; - het Vlaams Gewest ; - het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ; - de Duitstalige Gemeenschap; - de "Région Grand-Est" (Franse Republiek) ; - de "Région des Hauts-de-France" (Franse Republiek); - het Land Rijnland-Palts (Duitse Bondsrepubliek); - het Land Noordrijn-Westfalen (Duitse Bondsrepubliek); - de provincie Limburg (Koninkrijk der Nederlanden); - het Groothertogdom Luxemburg ;

Overwegende dat de Beleidsgroep "Leefmilieu" en de Beleidsgroep "Ruimtelijke Ordening" hun advies hebben ingediend binnen een termijn van dertig dagen, zoals opgelegd bij het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling;

Overwegende dat de bevoegde overheden van de naburige regio's en landen geen advies hebben ingediend binnen een termijn van dertig dagen, zoals opgelegd bij het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling;

Overwegende dat de beleidsgroep "Leefmilieu" in zijn advies van 12 mei 2022 (ENV.22.58.AV) van oordeel is dat de ontwerp-inhoud in overeenstemming is met de door de wetgeving vastgestelde minimuminhoud (art. D.VIII.33, § 4, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling) en een aantal verwachtingen formuleert met betrekking tot de omvang en de nauwkeurigheid van de informatie die zij door de opsteller van het milieueffectrapport geanalyseerd wenst te zien;

Overwegende dat de beleidsgroep "Leefmilieu" de volgende algemene en specifieke verwachtingen van het milieu-effectrapport vermeldt: - het moet het mogelijk maken zich uit te spreken over de omvang van de milieueffecten die met de uitvoering van het plan samenhangen; - het moet onafhankelijk van het ontwerp van ruimtelijk ontwikkelingsplan worden gelezen; - het beoordelingsproces moet interactief en iteratief zijn; - het moet worden geschreven door een gespecialiseerd adviesbureau; - het moet positieve feedback over de ontwikkeling van het ontwerp van ruimtelijk ontwikkelingsplan mogelijk maken; - het moet gebaseerd zijn op het beginsel van goed bestuur, met inachtneming van de tijd die nodig is voor overleg en evaluatie;

Overwegende dat de Waalse Regering deze verwachtingen deelt; dat zij besloten heeft het ontwerp van ruimtelijk ontwikkelingsplan door een erkende auteur te laten beoordelen; dat het voorbereidingsproces gelijktijdig en in synergie plaatsvindt; dat het beantwoorden van deze verwachtingen geen aanpassing van de inhoud van het milieueffectrapport vereist;

Overwegende dat beleidsgroep "Leefmilieu" in zijn advies een reeks verduidelijkingen geeft voor elk punt van de inhoud waarin de wetgeving voorziet; dat deze verduidelijkingen met name de volgende aspecten beogen: - op het niveau van de samenvatting van de inhoud van het plan, de verbanden tussen de doelstellingen van het plan en de relevante doelstellingen van de desbetreffende plannen en programma's toelichten; - op het niveau van de sociaal-economische en milieusituatie, om de belangrijkste tendensen en kenmerken van het grondgebied weergeven, maar ook de externe effecten die deze situatie verklaren; - op het niveau van de relevante milieubeschermingsdoelstellingen de keuze van de gekozen doelstellingen toelichten; - op het niveau van de effectbeoordeling de effecten van de maatregelen op de verschillende milieuaspecten, waaronder huisvesting, presenteren; - op het niveau van de compensatiemaatregelen, de corrigerende of versterkende maatregelen gedetailleerd beschrijven; - op het niveau van de alternatieven, proberen het ideale scenario vast te stellen; - in de beschrijving van de methode en de grenzen van de beoordeling, de bij de opstelling van het plan gevolgde procedure gedetailleerd uiteenzetten en aangeven hoe met de opmerkingen van het MER rekening is gehouden; - op het niveau van de follow-upmaatregelen, de globale en specifieken indicatoren of follow-upmaatregelen vast te stellen en prioriteit geven aan maatregelen die gemakkelijk uit te voeren zijn; - op het niveau van de niet-technische samenvatting de sterke punten van het plan presenteren aan een breed publiek;

Overwegende dat de Waalse Regering die analyse deelt en beslist de definitieve inhoud van het milieueffectrapport op dat punt nader uit te werken;

Overwegende dat de beleidsgroep "Leefmilieu" in zijn advies het belang van de milieueffectbeoordeling nader toelicht onder verwijzing naar de bepalingen van het Milieuwetboek;

Overwegende dat de evaluatie van het ruimtelijk ontwikkelingsplan wordt geregeld door het Wetboek van ruimtelijke ontwikkeling; dat deze evaluatie dezelfde doelstellingen heeft; dat het evenwel niet nodig is de inhoud van het milieueffectrapport op deze punten aan te passen;

Overwegende dat de beleidsgroep "Leefmilieu" bij dit advies zijn eerdere advies (ENV.18.125.AV) voegt dat is uitgebracht in het kader van de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan van 2019; dat zij betreurt dat de aanvullende aanbevelingen die zijn gedaan niet zijn opgevolgd Overwegende dat deze aanbevelingen geen betrekking hebben op de ontwerp-inhoud van het milieueffectrapport maar op het milieueffectrapport zelf; dat de Regering deze aanbevelingen aanhoudt voor het vervolg van het dossier maar meent dat er geen reden is om vooruit te lopen op de kwaliteit van het nieuwe milieueffectrapport dat zal worden opgesteld; dat zij besluit de inhoud op deze punten niet te wijzigen;

Overwegende dat de beleidsgroep "Ruimtelijke Ordening" in zijn advies van 13 mei 2022 (AT.22.36.AV) van oordeel is dat de ontwerp-inhoud de algemene inhoud van artikel D.VIII.33 overneemt, aanvult en verduidelijkt, § 3, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling; dat hij verheugd is over het in aanmerking nemen van de belangrijkste opmerkingen van de CRAT in haar advies over de ontwerp-inhoud van het MER tijdens de ontwerpherziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan zoals aangenomen op 16 mei 2019 (CRAT/17/AV.442); dat hij echter vaststelt dat één opmerking niet is opgevolgd; dat hij besluit deze opmerking te herhalen;

Overwegende dat de beleidsgroep "Ruimtelijke ordening" het van essentieel belang acht een evaluatie op te stellen van de toepassing van het gewestelijk ruimtelijk structuurplan ("SDER ") dat op 27 mei 1999 door de Waalse Regering is aangenomen en van de doelstellingen ervan; dat zij wenst dat in het verslag over de milieueffecten rekening wordt gehouden met de informatie over het toezicht op de toepassing van het gewestelijk ruimtelijk structuurplan van 1999;

Overwegende dat de ontwerp-inhoud inhoudelijk vereist dat op het niveau van de strategische beoordeling de ontwikkeling van het grondgebied wordt vastgesteld indien het plan niet wordt uitgevoerd; dat het in de milieubeoordeling het zoeken naar mogelijke alternatieven voorschrijft;

Overwegende dat deze evaluatie van de toepassing van het gewestelijk ruimtelijk structuurplan overigens een studie op zich is die verder reikt dan het rapport over de milieu-effecten van de actualisering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan; dat de Regering dus niet instemt met dit verzoek van de beleidsgroep; dat zij besloten heeft de inhoud op dit punt niet te wijzigen;

Overwegende dat de beleidsgroep "Ruimtelijke ordening" eraan herinnert dat zij verschillende opmerkingen heeft gemaakt over de voortgang van het MER dat is opgesteld in het kader van de ontwerpherziening van de SDT zoals aangenomen door de Waalse Regering op 16 mei 2019 (AT.17.7.AV en AT.18.30.AV), alsmede een advies over het MER in het kader van haar advies over de SDT (AT.18.104.AV); dat zij wenst dat deze opmerkingen door de opsteller van het MER in aanmerking worden genomen;

Overwegende dat de Regering deze wens deelt en de genoemde adviezen zal doorgeven; dat dit verzoek evenwel geen gevolgen heeft voor de inhoud van het milieu-effectrapport als zodanig;

Overwegende dat de Beleidsgroep "Ruimtelijke Ordening" vraagt dat de aspecten inzake mobiliteit in overweging worden genomen via het onderzoek en specifiek in de initiële staat van het leefmilieu en de gebieden die erdoor getroffen zouden kunnen worden; dat zij onderstreept dat de door de locatiekeuzes veroorzaakte mobiliteit in feite verantwoordelijk is voor het energieverbruik van de mobiliteit en dus voor de bijdrage ervan aan het broeikaseffect en aan de klimaatverandering;

Overwegende dat de Waalse Regering acht dat de mobiliteit niet beschouwd moet worden als een onderdeel van het leefmilieu die op het vlak van de effecten van de uitvoering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan onderzocht zouden moeten worden maar als een behoefte waarop ingegaan moet worden in de zin van artikel D.I.1 van het Wetboek; dat het onderzoek naar die behoefte in het eerste deel van de ontwerp-inhoud van het milieueffectenverslag, aangenomen op 31 maart 2022, beoogd wordt; dat de gevolgen van deze behoefte zich doen gevoelen op een groot aantal milieuthema's (bevolking, economie, volksgezondheid, luchtkwaliteit, klimaatfactoren, ...); ; dat het dan ook nuttig is de inhoud van het milieueffectrapport als volgt te verduidelijken;

Overwegende dat de beleidsgroep wijst op de noodzaak van interactie en afstemming tussen de opstelling van het milieueffectrapport en de actualisering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan; dat het acht dat een regelmatige communicatie tussen de auteurs onontbeerlijk is;

Overwegende dat de Waalse Regering deze wens deelt en de genoemde adviezen zal doorgeven; dat dit verzoek evenwel geen gevolgen heeft voor de inhoud van het milieu-effectrapport als zodanig;

Overwegende dat de procedure voor de herziening van het ruimtelijk ontwikkelingsplan verdergezet dient te worden door de bepalingen van de artikelen D.II.3-4 en D.VIII.28 en volgende van het Wetboek uit te voeren, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De Regering keurt de inhoud van het milieueffectrapport goed, als bijlage bij dit besluit gevoegd.

Art. 2.De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 17 juni 2022.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS

INHOUD VAN HET MILIEUEFFECTENVERSLAG In het milieueffectenverslag worden zowel de vermoedelijke niet te verwaarlozen effecten, voortvloeiend uit de uitvoering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan, als de redelijke vervangingsoplossingen vastgesteld, omschreven en beoordeeld, rekening houdend met de doelstellingen en het geografisch toepassingsgebied van bedoeld document.

De informatie die het milieueffectenverslag zal bevatten, zal rekening dienen te houden met de bestaande kennis en evaluatiemethodes, met de inhoud en de nauwkeurigheidsgraad van het plan, met het stadium dat in de besluitvorming bereikt wordt en met de mogelijkheid dat sommige aspecten ervan beter in andere stadia van dat proces beoordeeld worden om een herhaling van de beoordeling te vermijden.

De nuttige informatie over de milieueffecten van het ontwikkelingsplan op het leefmilieu die op andere besluitvormingsniveaus of krachtens andere wetgevingen ingewonnen wordt, kan gebruikt worden.

Deel Een - Algemene principiële gebiedsanalyse en strategische beoordeling Omschrijving van de gewestelijke doelstellingen en samenvatting van de inhoud van het ruimtelijk ontwikkelingsplan Omschrijving van de gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening In dit hoofdstuk worden de gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening omschreven en moet worden aangegeven hoe deze inspelen op de belangrijkste vraagstukken in verband met het ontwikkelingsplan.

Inhoud van het ruimtelijk ontwikkelingsplan In dit hoofdstuk moet de inhoud van de actualisering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan, waarvan de Regering op 9 februari 2022 akte genomen heeft, omschreven worden. Het dient te worden aangevuld naargelang de voortgang van het ontwikkelingsplan.

Coherentie van de gewestelijke planificatie In dit hoofdstuk worden de gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening omschreven en wordt nagegaan, of ze coherent zijn voor de bepaling van een gebiedsstrategie voor Wallonië. In dit hoofdstuk zal met name de samenhang worden beoordeeld van de integratie van de nieuwe opties waarop de actualisering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan zal worden gebaseerd, met inbegrip van de integratie van de territoriale component van het plan voor commerciële ontwikkeling.

Verantwoording ten opzichte van artikel D.I.1 van het Wetboek Het ruimtelijk ontwikkelingsplan is een van de instrumenten van ruimtelijke ontwikkeling op regionaal niveau. In dit hoofdstuk dient te worden nagegaan, of de gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening bijdragen tot de vaststelling van de grondslagen voor een duurzaam en aantrekkelijk gebiedsontwikkelingsbeleid waarmee op een evenwichtige manier tegemoet gekomen wordt aan of geanticipeerd wordt op de behoeften van de gemeenschap op sociaal, economisch, demografisch vlak, op vlak van energie, erfgoed, leefmilieu en mobiliteit, rekening houdend, zonder discriminatie, met de ruimtelijke dynamiek en specificiteit, alsook met de sociale cohesie.

Verantwoording en verbanden met andere plannen en programma's In dit hoofdstuk dienen de verbanden te worden vastgesteld tussen de gewestelijke doelstellingen inzake ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke ordening en de doelstellingen die nagestreefd worden enerzijds door de andere relevante plannen en programma's, met inbegrip van het beleid in de aangrenzende gebieden, en anderzijds door andere planificatiedocumenten waarvan de verenigbaarheid met eerstgenoemden moet worden gewaarborgd.

Onder de relevante plannen en programma's legt het verslag de verbanden vast met de Waalse strategie inzake duurzame ontwikkeling (met inbegrip van de leidende principes inzake duurzame ontwikkeling die daaraan ten grondslag liggen, namelijk de principes inzake efficiëntie, veerkracht en sufficiency), het plan lucht-klimaat-energie, het Marshall-plan, het Waals plan voor landelijke ontwikkeling, de beheersplannen per stroomdistrict, de beheersplannen inzake overstromingsrisico's, het Waals plan inzake afval en grondstoffen, het investeringsplan 2013-2025 van de NMBS, het Waals herstelplan, de strategie Circular Wallonia, Get up Wallonia!, het plan "Horizon Proximité", de regionale mobiliteitsstrategie, het plan "Digital Wallonia", het Waalse plan voor uitweg uit de armoede 2022-2024, het Tienjarenplan 2020-2030 van Elia, het plan WAPPS (gezondheidspreventieplan).

Dit punt moet erop gericht zijn na te gaan hoe relevante plannen en programma's het ontwerp van het ruimtelijk ontwikkelingsplan beïnvloeden, verstoren of versterken, en vice versa.

Relevante aspecten van de sociaal-economische situatie en van de leefmilieutoestand van Wallonië Initiële stand van de sociaal-economische situatie In dit hoofdstuk dient een analyse van de initiële sociaal-economische situatie van Wallonië te worden uiteengezet op grond van de in februari geactualiseerde contextuele analyse en enig ander bewijsvoerend document, met name de expertise van de Permanente Conferentie van de ruimtelijke ontwikkeling over het post COVID-gebied of de werkzaamheden van de door de Waalse Regering opgerichte deskundigengroep "artificialisering".

De analyse van de initiële sociaal-economische situatie van Wallonië dient niet enkel te bestaan uit een presentatie of een opsomming van alle beschikbare gegevens, maar dient de componenten van de sociaal-economische situatie die het meest relevant worden geacht voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan, hiërarchisch en nadrukkelijk op te lijsten.

Initiële leefmilieutoestand en situatie van de potentieel getroffen zones In dit hoofdstuk dient een overzicht te worden gemaakt van de initiële stand van het leefmilieu op basis van de contextuele analyse door met name de kenmerken uiteen te zetten van de gebieden die aanzienlijk door het ruimtelijk ontwikkelingsplan beïnvloed zouden kunnen worden, met inbegrip van thema's als: ? Biodiversiteit ; ? Bevolking ; ? Menselijke gezondheid ; ? Huisvesting; ? Fauna ; ? Flora ; ? Bodems en ondergrond; ? Water ; ? Lucht ; ? Klimaatfactoren ; ? Materiële goederen; ? Cultureel erfgoed (daarin inbegrepen architectonisch en archeologisch); ? Landschappen.

De gedetailleerde analyse van de initiële stand van het leefmilieu heeft alleen betrekking op de aspecten die relevant worden geacht voor het ruimtelijk ontwikkelingsplan. De keuze van de relevante aspecten wordt gemaakt op basis van een tabel waarin de onderdelen van de territoriale strategie voor Wallonië (regionale doelstellingen voor territoriale ontwikkeling en planning, beginselen voor de uitvoering van de doelstellingen, territoriale structuur en facultatieve onderdelen als bedoeld in artikel D.II.2, punt 3., van het het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling) met waarschijnlijke niet te verwaarlozen gevolgen voor het leefmilieu, met inbegrip van de hierboven behandelde thema's, worden belicht.

Voor de niet-relevant geachte aspecten dient een bondige uiteenzetting te worden gemaakt van de reden van hun niet-relevantie (uitleg die voortspruit uit de duidelijke oplijsting van de componenten van het Waals gebiedsontwikkelingsbeleid).

Het onderzoeksgebied strekt zich over het gehele Waalse grondgebied uit, evenals over de aangrenzende gebieden waarmee het in interactie staat.

De milieusituatie zal rekening houden met de effecten van het ontwikkelingsplan op de buitenwereld, maar ook met de effecten van de buitenwereld op het Waalse grondgebied om deze feitelijke situatie te verklaren.

De analyse van de initiële stand van het leefmilieu dient niet enkel te bestaan uit een presentatie of een opsomming van alle beschikbare gegevens, maar dient de meest kwetsbare leefmilieuthema's ten opzichte van het ruimtelijk ontwikkelingsplan, hiërarchisch en nadrukkelijk op te lijsten, evenals de verschillende onderlinge effecten.

Vermoedelijke evolutie van het grondgebied In dit hoofdstuk dienen de evolutieperspectieven van de sociaal-economische toestand en van de stand van het leefmilieu van Wallonië te worden uiteengezet, mocht het ruimtelijk ontwikkelingsplan niet worden uitgewerkt.

Daartoe moet in het milieueffectenverslag minstens een vergelijking opgenomen worden van de evolutieperspectieven van de sociaal-economische toestand en van de stand van het leefmilieu van Wallonië na de uitvoering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan en de evolutieperspectieven van de sociaal-economische toestand en de stand van het leefmilieu van Wallonië, mocht het ruimtelijk ontwikkelingsplan helemaal niet worden uitgevoerd en mochten de sociaal-economische toestand en de stand van het leefmilieu verder blijven evolueren bij onveranderde beleidsvoering.

De objectivering van de situatie zal worden verdedigd aan de hand van bestaande gegevens, statistieken en trendmodellen.

Deel twee - Leefmilieubeoordeling Leefmilieuproblemen in verband met het ruimtelijk ontwikkelingsplan Inoverwegingname van het leefmilieu In dit hoofdstuk worden de relevante doelstellingen uiteengezet ter zake van de milieubescherming en de wijze waarop zij en de milieuoverwegingen in overweging zijn genomen in het kader van de actualisering van het ontwikkelingsplan, voor elk thema dat in het detailonderzoek van de initiële stand van het leefmilieu wordt besproken.

Vermoedelijke niet te verwaarlozen gevolgen In dit hoofdstuk dient een analyse te worden gemaakt van de vermoedelijke niet te verwaarlozen milieueffecten (secundaire, cumulatieve, synergische effecten, de effecten op korte, middellange en lange termijn, de permanente en tijdelijke, zowel positieve als negatieve effecten) op het leefmilieu door de uitvoering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan (daarbij inbegrepen de facultatieve componenten bedoeld in artikel D.II.2, § 3, van het Wetboek), in het bijzonder op de aspecten die relevant worden geacht in het detailonderzoek van de initiële stand van het leefmilieu, evenals op de land- en bosbouwactiviteit.

Voor de evaluatie van de effecten moet in dit hoofdstuk rekening worden gehouden met de interacties tussen de betrokken factoren.

Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de gevolgen van de behoefte aan mobiliteit voor alle in de initiële stand van het leefmilieu geanalyseerde milieuthema's.

De beoordeling geeft een beschrijving van de positieve effecten om de bijdrage van het project aan de bescherming van het leefmilieu aan te tonen.

Corrigerende maatregelen In dit hoofdstuk dienen de corrigerende of versterkende maatregelen te worden uiteengezet, die overwogen worden ter voorkoming, vermindering en, voor zover mogelijk, compensatie van elk eventueel vermoedelijk niet te verwaarlozen negatief effect van de uitvoering van het ontwikkelingsplan op het leefmilieu. De doelstellingen van deze maatregelen (waarom deze maatregelen nemen), de middelen (hoe ze toe te passen) en de mogelijke follow-up moeten in detail worden beschreven In dit hoofdstuk dienen de redenen duidelijk te worden opgelijst waarom de vermoedelijke niet te verwaarlozen effecten van de uitvoering van het ruimtelijk ontwikkelingsplan op het leefmilieu niet voorkomen kunnen worden, waarbij het inzetten van compensatiemaatregelen wordt verantwoord.

Follow-upmaatregelen In dit hoofdstuk moeten de beoogde follow-upmaatregelen worden uiteengezet. Het moet zowel globale als specifieke indicatoren of follow-upmaatregelen vaststellen en zich toespitsen op maatregelen die gemakkelijk uit te voeren zijn. Zij moeten het mogelijk maken onvoorziene negatieve gevolgen in een vroeg stadium te onderkennen en passende corrigerende maatregelen te nemen.

Mogelijke alternatieven In dit hoofdstuk dienen de mogelijke alternatieven en de verantwoording ervan naar gelang van de punten 1 tot 9° van artikel D.VIII.33, § 3, van het Wetboek te worden uiteengezet.

Bij het zoeken naar alternatieven moet worden getracht een ideaal scenario te vinden dat een aantal maatregelen omvat met een aanzienlijke milieuwinst tegen beperkte financiële kosten.

Beoordelingsmethode en ontstane moeilijkheden In dit hoofdstuk moet worden beschreven hoe het milieueffectrapport tot stand is gekomen. De procedure die bij de voorbereiding van het plan is gevolgd en de wijze waarop met de opmerkingen van het MER rekening is gehouden, worden in detail beschreven.

Daarmee dient de kwaliteit van de informatie vervat in het milieueffectenverslag te worden beoordeeld.

Het dient te verwijzen naar de moeilijkheden die bij de uitvoering van het verslag rezen (bv. technische tekortkomingen of een gebrek aan know-how) en naar de wijze waarop ze overwonnen werden.

Hier dienen eveneens voorstellen te worden gemaakt voor een verbetering die zou kunnen worden aangebracht als het milieueffectenverslag zou moeten worden overgedaan.

Deel drie - Niet-technische samenvatting Het doel van de niet-technische samenvatting is de essentiële gegevens en resultaten van het milieueffectenverslag bevattelijk te maken voor het publiek en de instellingen die in verband met dit document geraadpleegd zullen worden. Het is voldoende gedocumenteerd en vereist geen aanvullend materiaal. Het dient om de sterke punten van het ontwikkelingsplan aan een breed publiek voor te stellen.

^